Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

14 februari 2020 door Mirjam Vos

Een vaginale bevalling is wel geschikt

Mirjam Vos is docent zwangerschaps- en babycursussen en bij het lezen van het artikel Een vaginale bevalling is gewoon niet voor alle vrouwen geschikt kreeg ze de rillingen over haar rug. Lees hier haar reactie.

Jammer dat Bas Veersema uitsluitend inzoomt op de mogelijke risicofactoren van de vaginale bevalling (Ten eerste, 8 februari). Wanneer er tijdens een consult geen aandacht is voor de positieve effecten van een vaginale bevalling, noch voor de mogelijk negatieve gevolgen van een keizersnede voor moeder en kind, ontbreekt er belangrijke informatie voor de vrouw. Doordat de risicofactoren van een vaginale bevalling steeds vaker benadrukt worden, wordt het voor vrouwen steeds moeilijker om te vertrouwen op hun eigen kunnen. Keuzevrijheid is een illusie als deze is gegrondvest op onvolledige informatie en bangmakerij.

Zo is er voor de baby die geboren wordt met een keizersnede niet alleen een verhoogd risico op astma en suikerziekte, maar ook op acute leukemie, darm-, oor-, huid-, allergie- en andere problemen, zoals overgewicht. Onder de andere deskundigen die aan het woord komen, is er niemand die benoemt dat een vaginale geboorte de baby beter voorbereid op de start van het zelfstandig leven na zijn/haar geboorte. Ik noem het vocht dat bij een vaginale geboorte uit de longen geperst wordt waardoor de ademhaling goed op gang kan komen en de huid en bloedsomloop die gestimuleerd worden tijdens de reis door het nauwe geboortekanaal. Ik benoem ook graag hoe anders het voor een baby is om totaal onverwacht en abrupt geboren te worden (geplande keizersnede) in plaats van de intense maar ook tamelijk geleidelijke overgang te maken naar het leven buiten de baarmoeder (vaginale geboorte) en de effecten die dit kan hebben op de relatie tussen moeder en kind. Doorgaans houdt de gezondheidszorg zich hier niet mee bezig, maar dat laat onverlet dat velen van ons ‘aan hun water voelen’ dat de manier waarop we geboren worden verschil maakt voor de baby.

De suggestie dat een verzakking of urine-incontinentie te voorspellen zijn na o.a. opmeting van het bekken en de verwachte grootte van een babyhoofd geeft een vals beeld over de maakbaarheid van de toekomst. Door het benadrukken van risicofactoren belanden we verder in de negatieve spiraal van de self fulfilling prophecy waarbij steeds minder vrouwen tevreden kunnen terugkijken op een ‘gewone’, vlotte bevalling. Dat vrouwen door een bevalling lichamelijk en psychisch getraumatiseerd kunnen raken, komt veelal door een gebrek aan communicatie met hun zorgverleners, zo bleek uit het door Bas Veersema genoemde onderzoek van Claire Stramrood. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de dienstdoende zorgverlener vooral technisch bezig is en geen oog heeft voor de vrouw zelf.

Voor de stemmingmakerij dat het lichaam van een vrouw eigenlijk steeds minder geschikt geworden is om een kind te baren is geen enkele aanwijzing. Fijn dat er een keizersnede voorhanden is, wanneer het nodig is, moge dat duidelijk zijn! Met dien verstande dat ‘nodig’ ook de moeder behelst die in extreme mate opziet tegen een vaginale bevalling. Maar laten we vooral de afweging blijven maken, – en daarbij niet alleen inzoomen op mogelijke risico’s zoals Bas Veersema voorstelt.

Hoe zou het zijn als we kiezen voor de andere weg? De weg waarbij we ‘de goede zaden water geven’? Laten we ons vooral richten op het realiseren van bekrachtigende en bewezen effectieve factoren zoals het bieden van continue begeleiding door een voor de barende bekende zorgverlener, in plaats van de steeds gebruikelijkere neiging tot continue monitoring van de baby. Laten we ons vooral richten op de eventuele beschikbaarheid van een doula naast de technisch goede begeleiding van zorgverleners als Bas Veersema, op bewegingsvrijheid voor de barende zodat zij het zich comfortabel kan maken en laten we haar niet als patiënt op bed leggen, laat haar vooral persen op gevoel – en dus niet op commando van de zorgverlener en bij voorkeur niet op haar rug liggend, laten we ons richten op een betrokken partner die een rots in de branding durft te zijn, op goede zwangerschapseducatie, voldoende rust na de bevalling met oefeningen voor het herstel van de bekkenbodem en op counseling die verder gaat dan bangmakerij en onvolledige voorlichting. Pas dan zal de geboortezorg een werkelijke stap voorwaarts maken.