Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

23 oktober 2003 door Justine Pardoen

Eten is weten

Eetspelletjes van Midas Dekkers, en gouden tips voor het koken van spruitjes.

Op dit moment is er veel aandacht voor het eten-en-genen-debat. Volwassenen spelen met eten op hoog niveau. Maar wat houdt dat in? Waarom doen we dat en willen we dat wel?

We weten vaak niet wat we eten. Maar het is actueler dan ooit: het is belangrijk om bij onze kinderen belangstelling te wekken voor wat we eigenlijk eten.

Ouderwets leuk

'Eten is weten' van Midas Dekkers bevat nog geen enkele verwijzing naar de problemen rond genetische manipulatie van ons voedsel. Het is ouderwets leuk en staat bol van de tips en weetjes. Ook leuk om zelf te proberen, samen met de kinderen.

Een paar citaten om in de stemming te komen:

"Rijg champignons aan een touwtje en hang ze op een droog, warm plekje. Na een paar weken snipper je ze. Bewaar de snippers in een potje. Ze zijn heerlijk in de soep."

"Pasgeboren planten zijn lekker mals. In de winkel koop je ze onder de naam taugé. Elk sliertje is een plantje van nog maar enkele dagen oud. Taugé maak je zelf van mung-bonen. Week ze een nacht in water en zet ze dan op een warm plekje. Daar gaan ze kiemen. Als je ze elke ochtend en avond goed spoelt, heb je na vijf dagen taugé. In plaats van mung-bonen, kun je ook radijszaad gebruiken."

Zakken vullen

Volgens Midas Dekkers is een mens een zak. Een zak vol leven. Je omhulsel moet je beschermen tegen boze binnendringers. Maar toch zitten er gaten in. Dat is nodig omdat er stoffen naar binnen moeten om in het lijf in leven te houden.

De kunst is om alleen de goede stoffen binnen te krijgen en niet de slechte. Onze zintuigen zijn daarbij als het ware onze schildwachten. Vlak voordat er iets naar binnen gaat, controleert de neus of het okee is. Ook je tong controleert: te vies eten en drinken mag niet verder. Zo bescherm je jezelf tegen giftige planten, zure melk en bedorven vlees. Zonder onze reuk en smaak hadden we niet kunnen overleven.

"Planten willen niet worden opgegeten. Maar ze zijn te sloom om weg te lopen. Om zich toch tegen vraat te beschermen, zijn ze vaak giftig of op zijn minst vies."

Waarom zijn spruitjes vies?

Al jaren staan spruitjes op nummer 1 van de lust-ik-niet-top-10. Maar aan ons eten wordt gesleuteld. Zo probeert men kindvriendelijke spruitjes te kweken.

Midas Dekkers legt uit hoe het komt dat spruitjes van nature door kinderen geweigerd worden:

"Als er thuis spruitjes op staan, moet je eens een zilveren lepeltje mee laten koken. Zet het met een wasknijper rechtop. Al gauw wordt het gedeelte dat onder water steekt pikzwart. Dat wijst erop dat ze een beetje giftig zijn. Het zilver wordt zwart van de zwavel die in de spruitjes zit. Kinderen kunnen daar niet goed tegen. Hun ingewanden protesteren tegen de zwavel en hun neus waarschuwt ze: spruitjes stinken."

"Zwavel zit overigens in alle kool; vandaar dat er zoveel koolsoorten op de lust-ik-niet-top-10 staan. Ook in vis en asperge komt zwavel voor."

Kooktips voor spruitjes

Als je toch eens spruitjes wilt eten, is het nuttig om de volgende gulden regels in acht te nemen, teneinde het risico op smeerlapperij te minimaliseren:

  • breng een pan met heel veel water en relatief veel zout aan de kook. Veel water is nuttig om de stinkstoffen gelegenheid te geven op te lossen en te verdunnen. Veel zout maakt het water heter, waardoor de spruitjes minder lang hoeven te koken;
  • zodra het water kookt, doet u de spruitjes erin. Doe geen deksel op de pan. Zo kunnen de stinkstoffen makkelijker ontsnappen;
  • kook de spruitjes zo kort mogelijk, want de stinkstoffen komen vrij tijdens het koken. Het extra hete water zorgt ervoor dat de spruitjes sneller gaar zijn en minder lang hoeven te koken.

Spelen aan tafel

Spelen aan tafel – bijvoorbeeld tijdens het lange Kerstdiner – mág, als u het doet volgens de methodes van Midas Dekkers. Een paar ideetjes:

1. Maak een batterij van een citroen

In een citroen steek je, een eindje van elkaar, twee staafjes. Een koperen en een zinken (te koop bij de loodgieter of de ijzerwinkel). Nu heb je een batterij. Sluit er een lampje op aan en het gaat branden. Ook een digitaal horloge loopt erop. Het is wel een heel zwak batterijtje: 1½ Volt, een kwart Watt. Maar dat licht komt wel van een citroen die gegroeid is aan een boom die gegroeid is op de energie van het zonlicht. Licht uit licht... als dat geen mooie kerstgedachte is!

2. Zet een ei rechtop

Een ei rechtop zetten gaat niet zomaar. Maar Columbus kon het. Het ei van Columbus blijft rechtop staan als het maar gekookt is, en als je het zo hard neerzet dat het bolle uiteinde plat gekneusd wordt. Met een rauw ei kan het ook, maar een beetje anders. Schud het zo hard dat het geel zich met het wit vermengt en het ei zal blijven staan. Lukt het?

3. Je naam op een appel

Het duurt een uurtje, maar het effect is mooi. Schrijf met dikke letters je naam op een stuk papier en knip de letters voorzichtig uit. Snijd een appel open (helften of kwarten) en bind het stuk papier met de letter-gaten op het snijvlak van de appel. Na een uurtje kun je het eraf halen: je naam is nu in bruin op wit te lezen.

4. Sinaasappel-monster-mond

Snijd een stuk uit een sinaasappel-schil en doe het als een gebitsbeschermer van een bokser in je mond. Snijd er eerst tanden uit. Als je per ongeluk scheef of mis snijdt, is er niets aan de hand. Zo lijk je nog meer op een monster.

5. Bouwen met messen

Ook met bestek kun je leuk spelen. Vlecht eens een brug van 3 messen over drie glazen. Zet de glazen in een driehoek en leg de messen vanuit de drie hoekpunten naar het midden. Dat lijkt niet zo sterk, maar zo'n brug kan een volle kan water dragen. Probeer maar!

Bron: Eten is weten (Midas Dekkers, uitg.: Meulenhoff Informatief, 1988).