2 mei 2015

Kindermishandeling: 97% loos alarm

Een positieve uitslag op de verplichte kindermishandeling-test van de eerstehulp blijkt in de meeste gevallen loos alarm.

Wie met zijn kind naar de eerstehulp van het ziekenhuis gaat (officieel: de spoedeisende hulp, kortweg SEH), wordt sinds 2009 verplicht gescreend op kindermishandeling. Dat gebeurt meestal met het zogenaamde Sputovamo-formulier, dat zes vragen bevat. Als er ook maar één vraag met een alarmerend ja of nee wordt beantwoord, volgt er een – eveneens verplicht – vervolgonderzoek. (Hoe dat vervolgonderzoek eruit ziet, verschilt per ziekenhuis.)

Aankomend kinderarts Judith Sittig onderzocht wat het effect van al dat gewroet is, en kwam tot de conclusie dat er bij 3 van de 100 vervolgonderzoeken daadwekelijk sprake was van kindermishandeling en bij 97 niet. Oftewel: 97% false positives. Uit een steekproef onder de formulieren die niet tot vervolgonderzoek leidden, bleek dat er geen enkel geval van kindermishandeling gemist was. Dat is een mooi resultaat, maar de prijs is nogal hoog.

Het onderzoek

De Universiteit Utrecht, waar Sittig op 23 april 2015 promoveerde, vat het onderzoek als volgt samen:

Gedurende het onderzoek bezochten 4290 kinderen tussen de 0 en 7 jaar de SEH van vier verschillende ziekenhuizen in de regio Utrecht met letsels zoals botbreuken en kneuzingen. Bij 100 kinderen wees het Sputovamo-formulier op mogelijke mishandeling.

De gegevens over deze 100 kinderen plus die van 620 kinderen waarbij Sputovamo geen vermoeden op kindermishandeling liet zien, werden voorgelegd aan een panel van deskundigen. Dit panel kreeg de beschikking over alle geanonimiseerde patiëntgegevens inclusief informatie over risicofactoren van huisarts en jeugdarts.

Bij 3 kinderen was er daadwerkelijk sprake van fysieke mishandeling. Die kinderen waren gesignaleerd met de Sputovamo-vragenlijst. Onder de 620 kinderen uit de steekproef bleek er geen enkel letsel veroorzaakt door mishandeling. Bij 97 van de kinderen was er ondanks een positieve uitslag op de vragenlijst uiteindelijk geen sprake van fysiek geweld. (Bron: UMC Utrecht

Dus:

  • aantal SEH-bezoeken 0-7 jr in Utrecht e.o. (=vragenlijsten): 4290
  • aantal positieve resultaten via vragenlijst: 100 (van de 4290)
  • aantal daadwerkelijke gevallen van mishandeling: 3 (van de 100)
  • steekproef uit de negatieve resultaten: 620 (van de 4190)
  • aantal gevallen van mishandeling in de steekproef: 0 (van de 620)

Oftewel: het Sputovamo-instrument signaleert alle gevallen van kindermishandeling en mist er waarschijnlijk geen enkele.

Commentaar Ouders Online

De prijs die voor dit resultaat betaald moet worden, is 97% false positives. Een onthutsend hoog percentage, waar je bij normaal onderzoek niet snel mee weg zou komen. Maar wanneer het om kindermishandeling gaat, worden de normen kennelijk wat ruimer genomen.

Via het persbericht van het UMC Utrecht laat onderzoekster Sittig weten: "De vragenlijst is niet bedoeld om daders aan te wijzen. De uitslag is geen diagnose, maar wijst erop dat nader onderzoek nodig is. Soms doe je dat ten onrechte, omdat je geen enkel kind wilt missen dat wél mishandeld is. Het is goed uit te leggen aan ouders dat dit nodig is om de veiligheid van kinderen te vergroten." (Het proefschrift is minder paternalistisch getoonzet. Daarin erkent Sittig dat het aantal false positives wel erg hoog is.)

We betwijfelen of 97% false positives goed uit te leggen valt. Dat je bij voorbaat al verdacht bent, omdat er altijd zo'n formulier ingevuld moet worden, is al vervelend genoeg. Maar als je dan ook nog eens te maken krijgt met een vervolgonderzoek dat in 97% van de gevallen loos alarm blijkt te zijn, dan kun je je toch afvragen of er geen sprake is van overkill.

Om nog maar te zwijgen van de vraag wat er ná al dat diagnostische geweld eigenlijk gebeurt. De false positives zullen gewoon naar huis worden gestuurd met de mededeling "Fijn hè, dat er niets aan de hand was. Een prettige dag nog verder." Maar de echte mishandelingsgevallen, de true positives, wat gebeurt dáármee? Wordt daar net zo extreem veel aandacht aan geschonken als aan de opsporing? Die vraag is extra actueel geworden nu de jeugdzorg in handen van de gemeenten is gekomen, met de bijkomende bezuinigingen. In Dordrecht werden al 140 verwarde personen de straat op geschopt omdat er geen geld meer was om ze op te vangen.