Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
22 juni 2020
Naarmate je kind de 1 jaar gepasseerd is, ga je steeds meer verschillen tussen kinderen zien qua ontwikkeling. De een loopt al, de ander houdt het nog bij kruipen. De een zegt al 5 woordjes maar sommige kinderen van 2 of 3 jaar praten nog helemaal niet. Moet je actie ondernemen? Zou er iets mis zijn? Wij vroegen het aan twee experts: Frida Koopmans, GZ-psycholoog en Janieke van Veen, logopedist/linguïst, beide werkzaam bij Kentalis, een landelijke organisatie voor o.a taalontwikkelingsstoornissen.
Ieder kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen tempo. De één kan vroeg lopen, de ander niet. De één zegt al snel de eerste woordjes terwijl de ander nog geen ‘papa’ of ‘mama’ zegt. Hoe meer je kinderen met elkaar gaat vergelijken, hoe meer verschillen je ziet.
Rond de 1,5 jaar zou je kind toch wel een paar woordjes moeten zeggen, volgens de gemiddelden dan. Jouw kind van 2 jaar praat nog niet? Dat begint je vast op te vallen. Natuurlijk weet je wel dat je kind nog heel jong is en dat het nog goed kan komen, maar het is ook heel begrijpelijk dat je je zorgen begint te maken. Zou er misschien iets mis zijn? Frida Koopmans: ‘Er kunnen verschillende oorzaken zijn waarom een kind van 2 jaar nog niet praat. Soms heeft het een medische oorzaak, soms ligt het aan het aanbod (veel taalaanbod is belangrijk om taal te leren) of het kind heeft een bredere ontwikkelingsachterstand waardoor het praten niet op gang komt.’
Als je kind 2 jaar is en nog niet praat, dan maak je jezelf misschien een beetje zorgen, maar kun je het nog redelijk relativeren. Maar een kind van 3 jaar dat nog niet praat, kan reden zijn om je zorgen te maken. Wat zou je kind eigenlijk al ongeveer moeten kunnen?
Frida Koopmans: ‘Tussen de twee en drie jaar verwacht je globaal gezien dat een kind korte zinnetjes begrijpt, zelf korte zinnetjes tot een woord of drie gaat maken en de verschillende woorden die het kind gebruikt niet meer (gemakkelijk) te tellen zijn.’
Geldt dit niet voor jouw kind en praat hij niet terwijl hij al 3 is, dan kunnen hier dezelfde oorzaken voor zijn als voor kinderen van 2 jaar (slecht gehoor, weinig taalaanbod etc.). Toch zou je kind wel al wat moeten zeggen. Janieke van Veen: ‘Als een kind drie jaar is, verwacht je wel dat de spraak-/taalontwikkeling op gang is gekomen. Als een kind dan nog niet of weinig praat, is de kans wel groter dat er echt iets aan de hand is en gerichte behandeling nodig is. Het is dan handig een expert mee te laten kijken.’
Als jouw kind van 2 of 3 jaar nog niet praat, dan kun je jouw zorgen uitspreken op het consultatiebureau. Zij kunnen het dan samen met jou in de gaten houden. Bij elke afspraak zal aan je gevraagd worden welke woordjes je kind zegt en wat je kind al begrijpt. In de taalontwikkeling zijn er bepaalde mijlpalen die kinderen kunnen halen en die passen bij een bepaalde leeftijd. Mocht je kind deze mijlpalen niet halen, dan zal het consultatiebureau vragen om extra op controle te komen zodat jullie de voortgang in de gaten kunnen houden.
Frida Koopmans: ‘Als je als ouder twijfels hebt over de taalontwikkeling of als je ziet dat er weinig vooruitgang is, is het belangrijk dit serieus te nemen. Bespreek je zorgen op het consultatiebureau. Voor ouders is er ook een hulpmiddel om een inschatting te maken of je kind voldoet aan de minimale spreeknormen: de SNEL-test. Op basis van een aantal ja-/nee-vragen wordt er een indicatie gegeven of de taalontwikkeling op niveau is of niet en of het zinvol is een deskundige te raadplegen.
In principe kun je als ouder direct contact opnemen met een logopedist voor advies, onderzoek en/of behandeling. Wat tenslotte vooral belangrijk is om op te letten zijn de volgende punten: laat je kind frustratie zien in de communicatie? Heb je het gevoel dat het veel meer wil vertellen dan het kan en daardoor boos of verdrietig wordt of zich terugtrekt? Dit is een belangrijk signaal om aan de bel te trekken. Overigens is het goed om extra alert te zijn als er in de familie spraak-/taalproblemen voorkomen, want dan is er een verhoogd risico.’
Jouw kind van 2 of 3 jaar praat nog niet, daar wil je natuurlijk iets aan doen. In hoeverre kun je als ouder je steentje bijdragen? Het belangrijkste: heel veel met je kind communiceren. Praat gedurende de dag veel tegen (of met) je kind, benoem zo veel mogelijk, zoals ‘kijk dit is een appel’ of ‘we gaan nu je broek aan doen.’ Spring daarnaast ook in op de interesses van je kind.
Tips van onze experts om de taalontwikkeling te stimuleren:
Vooral de laatste tip ‘maak het leuk’ is heel belangrijk. Frida Koopmans: ‘Spel is een goede ingang om in contact te komen met je kind en taal toe te gaan voegen. Bij Kentalis werken we vanuit de Hanen-principes. Ook daarin wordt uitgegaan van het plezier in de (alledaagse) communicatie waarbij de initiatieven van het kind leidend zijn. Wij zijn vaak geneigd om volgens onze eigen regels te spelen en te handelen. Dan draait het veel meer om het afkrijgen van de taak omdat jij weet dat dit zo 'hoort'. Als je dat loslaat en wacht op wat het kind je duidelijk wil maken, ontstaat er vaak veel meer ruimte voor communicatie en laat een kind soms verrassende dingen zien en horen.’
Je kind van 2 jaar praat nog niet en het is nodig om dit verder te onderzoeken, hoe ziet dit er dan uit?
Kinderen vanaf 2,5 jaar worden vaak eerst behandeld door een logopedist. Spelenderwijs leert je kind aan de slag te gaan met spraak en taal. Ouders krijgen oefeningen mee om thuis ook aan de slag te gaan. Vaak is dit genoeg om je kind goed op weg te helpen. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt je kind waarschijnlijk doorverwezen naar een Audiologisch Centrum voor verder onderzoek.
In een Audiologisch Centrum wordt je kind onderzocht door een team van specialisten. In het begin van het onderzoek wordt het gehoor getest, wordt goed bekeken welke vaardigheden je kind al heeft omtrent praten en taal en wordt er ook gekeken naar de andere ontwikkelingsgebieden. Denk aan het intelligentieniveau van je kind en het gedrag. Het kan namelijk voorkomen dat de intelligentie of gedragskenmerken van je kind de spraak- en taalontwikkeling belemmeren. Ook de thuissituatie kan een rol spelen, daarom zal ook hier naar gevraagd worden. Als alle informatie verzameld is, wordt er een diagnose gesteld met een behandeladvies.
Soms komt uit het onderzoek naar voren dat er een vermoeden is van een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Een echte diagnose TOS kan pas op latere leeftijd gesteld worden. Een deel van de kinderen waarvan wordt gedacht dat ze misschien TOS hebben, worden doorverwezen voor 3e-lijns vroegbehandeling bij bijvoorbeeld Kentalis, Pento, Auris of NSDSK. Hier krijgt je kind een intensieve behandeling die kan bestaan uit onder andere logopedie, oudercursussen, groepsbehandeling, begeleiding voor ouders en coaching aan kinderdagverblijf of peuterspeelzaal.
Hoe gaat het na de behandeling? Je kind van 2 jaar praat nog niet en moet behandeld worden, hoe gaat dit dan verder? Gaat de ontwikkeling snel vooruit of duurt het heel lang? Janieke van Veen: ‘Soms maakt het kind in korte tijd grote sprongen, maar soms is het ook een langdurig traject. In het algemeen weten we wel dat als een kind moeite heeft met het begrijpen van taal, dat de prognose slechter is dan wanneer het kind alleen moeite heeft met het uiten van taal (spreken). Ook weten we dat hoe vroeger we beginnen met behandelen, hoe beter de prognose is.’
Een taalachterstand houdt in dat je kind achterloopt op leeftijdsgenoten, maar betekent niet altijd dat er ook meteen sprake is van een taalontwikkelingsstoornis. Frida Koopmans: ‘Sommige kinderen komen gewoon wat later op gang, maar halen deze achterstand ook spontaan weer in.’ Het is dus niet zo dat je kind voor altijd een taalachterstand zou hebben. Hoe zit dat als er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis (TOS)? ‘Een taalontwikkelingsstoornis begint in de hersenen. Je wordt er dus mee geboren. Vaak zien we ook dat een TOS in bepaalde families meer voorkomt. Voor kinderen met een TOS is het moeilijker om taal te leren begrijpen en gebruiken. Het is een onzichtbare handicap en komt bij elk kind op een andere manier tot uiting.’, vertelt Frida.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Frida Koopmans, GZ-psycholoog en Janieke van Veen, logopedist/linguïst. Beide dames zijn werkzaam bij de vroegbehandeling van Kentalis.