11 juni 2006 door Michel van Ast

Regen maken

Een nieuwe serie: vanaf nu elke maand een proefje dat je kunt doen met kinderen vanaf 6 jaar. Aflevering 1: Regen maken.

Een regenachtige dag is bij uitstek geschikt om proefjes te doen. We beginnen met een proefje om zélf regen te maken.

Benodigdheden:

  • een glazen pot met een metalen deksel;
  • ijsklontjes;
  • zout;
  • water.

Instructie

1. Maak vijf kleine gaatjes in het metalen deksel.

2. Kook wat water en giet het hete water voorzichtig in het glazen potje.

3. Leg het deksel omgekeerd op de glazen pot (en zorg dat de hele opening bedekt is).

4. Leg wat ijsklontjes op het deksel en strooi er wat zout over (zodat het ijs gaat smelten).

5. Leg op de eerste laag ijsklontjes een tweede laag ijsklontjes.

6. Wacht een paar minuten en kijk hoe er regendruppels van het deksel in het water vallen.

Uitleg

De stoom van het warme water gaat omhoog, net zoals water verdampt en opstijgt door de warmte van de zon.

De ijsklontjes en het zout zijn een soort lagedrukgebied, zoals dat heel hoog in de lucht ook voorkomt. In dit lagedrukgebied condenseert de stoom en worden er druppels gevormd.

De druppels vormen neerslag als ze zwaarder worden dan de lucht. Dat is wat er gebeurt als het regent.