1 februari 2008 door Niels van de Griend

Voogdijschap voor voogden

Wat betekent voogdij voor de voogd zelf? Wat zijn zijn rechten en plichten? En hoe betaalt hij de opvoeding van de kinderen?

Het voogdijschap houdt uiteraard niet alleen (jonge) ouders bezig, maar ook degene die gevraagd wordt als voogd zal de nodige vragen hebben. Hieronder zal ik enig licht op die kant van het verhaal laten schijnen.

Gezag

Minderjarigen (tot 18 jaar) staan onder gezag. Gezag is óf ouderlijk gezag óf voogdij. Voogdij speelt pas als er geen ouder is met ouderlijk gezag. Het ouderlijk gezag brengt de verplichting én het recht het minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Ten aanzien van een voogd is dat (soms) genuanceerder.

Een voogd wordt óf benoemd door de rechter of door een ouder (die het ouderlijk gezag heeft). In het tweede geval moet de voogd alleen nog een verklaring van aanvaarding van het voogdijschap afleggen bij de rechtbank.

Het voogdijschap eindigt als kind 18 jaar wordt. Sommige verplichtingen die de voogd had lopen door, vooral als er meerdere personen tot voogd zijn benoemd.

Toeziend voogd

Vroeger kenden we de functie van toeziend voogd. Niet zelden was dat de vader na scheiding van beide ouders. Medio jaren negentig is met één pennenstreek (wetgeving) het toeziend voogdijschap afgeschaft. Daar kwam ook niets voor in de plaats. Nu is gezamenlijk gezag na scheiding de hoofdregel.

Er kan dus ook geen toeziend voogd meer in een testament worden benoemd.

Benoeming

De benoeming van een voogd door een ouder moet in een testament (uiterste wilsbeschikking) geregeld worden. Als de ouders geen keuze willen of kunnen maken, kom je soms in een testament een soort tussenvorm tegen. Er wordt dan geen echte voogd aangewezen, maar een of meer personen die op zoek gaan naar een voogd.

Mogelijk is het wel, zo'n tussenvorm, maar de houdbaarheid ervan is niet onbetwist. Het biedt mijns inziens in ieder geval niet de zekerheid die je wel hebt als je zelf een voogd aanwijst. Aan de andere kant: beter iets dan niets.

Wie kan voogd worden en wie niet?

In principe kan iedereen voogd worden. Het is helemaal aan de ouders om dit te bepalen (in hun testament). De enige vereiste is dat de voogd een natuurlijk persoon is, en geen rechtspersoon (zoals een stichting).

Wettelijke gezien is er geen leeftijdsgrens, maar een voogd kan zich wel 'van zijn bediening laten ontslaan' als hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Eén voogd of meer?

Er kan één voogd zijn, of twee, of meer (gezamenlijke voogdij). De verplichtingen voor meerdere voogden tezamen gaan verder dan die voor één voogd.

Zo hebben bij gezamenlijk voogdijschap beide voogden de verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud (ook doorlopende na de leeftijd van 18 jaar).

Daarnaast zijn de gezamenlijke voogden ook verplicht zelf de minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden.

Is er één voogd, dan heeft die persoon in beginsel slechts beheer van het vermogen van het kind en daarnaast de opdracht iemand te zoeken die de verzorging en opvoeding op zich neemt. Deze voogd hoeft dat niet zelf te doen. Dit geeft de mogelijkheid één voogd te benoemen die zich beperkt tot vermogensbeheer en die de daadwerkelijke verzorging en opvoeding overlaat aan een ander/anderen.

Doorgaans verzoeken ouders in hun testamenten overigens de voogd ook de verzorging en opvoeding op zich te nemen.

Voorts is het uiteraard uiterst onhandig als het stel dat tot gezamenlijk voogd is benoemd besluit om uit elkaar te gaan.

Taken en verantwoordelijkheden

Vrijblijvend is het voogdijschap allerminst. Naast emotionele betrokkenheid en misschien zelf wel morele verplichtingen, worden er van de voogd vele vermogensrechtelijke inspanningen geëist. Bij slecht bewind is de voogd zelfs aansprakelijk voor de schade. Aan het eind van het voogdijschap moet de voogd ook rekening en verantwoording afleggen.

Aan de andere kant heeft de voogd over het algemeen veel ruimte om de uitgaven in het kader van het voogdijschap in rekening te brengen bij het kind. De rechter kan een bedrag per jaar vaststellen, dat kan worden besteed aan de verzorging en opvoeding. De besteding daarvan hoeft dan ook niet te worden gespecificeerd. Zelfs kan de rechter (of de ouder in het testament) een loon toekennen aan de voogd indien de zwaarte van het bewind dat rechtvaardigt.

Omdat er veel emoties spelen met betrekking tot het voogdijschap en er veel onduidelijk is, kun je eigenlijk maar één ding doen: naar de notaris voor informatie en advies. Niets doen is in ieder geval de slechtste optie.

Lees ook: