Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
8 oktober 2004 door Henk Boeke
Vanaf 1 januari 2005 moet u alles rond de kinderopvang zelf regelen. Van het betalen van de rekeningen tot het terugvragen van geld. Hier leest u hoe dat werkt.
Het basisprincipe van de nieuwe 'Wet kinderopvang' is dat ouders vanaf 1 januari 2005 alles zelf moeten gaan regelen. Van het kiezen van een crèche tot het aanvragen van offertes, en van het betalen van de rekeningen tot het terugvragen van geld. Het toverwoord is vanzelfsprekend 'marktwerking'.
Vanaf de inwerkingtreding van de wet bestaat er geen onderscheid meer tussen particuliere plaatsen, subsidieplaatsen en bedrijfsplaatsen; er is gewoon één concept "kinderopvang". Ook vervalt de aftrekpost kinderopvang bij de inkomstenbelasting.
De nieuwe wet heeft betrekking op de volgende vormen van kinderopvang:
De opvang-instantie moet officieel geregistreerd zijn bij de gemeente. Vanzelfsprekend is het niet verboden om uw kinderen te stallen bij opa, oma of een privé-gastouder, maar dat valt buiten de wet. Deze vormen van opvang komen niet in aanmerking voor een overheidsbijdrage.
Nadat u een kindercentrum of een gastouderbureau heeft gekozen, sluit u daarmee een overeenkomst. Vervolgens betaalt u zelf de facturen. (Op dit moment doen alleen ouders met een particuliere kinderopvangplaats dat.)
Vanaf 1 januari 2005 worden de kosten voor kinderopvang gedeeld door drie partijen:
Deze verdeling suggereert dat elke partij een derde deel van de kosten draagt, maar dat is maar schijn. De mate waarin de overheid meebetaalt, hangt namelijk af van uw inkomen. Daarover straks meer.
Wat de bijdrage van de werkgever(s) betreft:
Let op: werkgevers zijn niet verplicht om bij te dragen. Wat dat in de praktijk betekent, leest u hieronder.
Als er van de werkgeverskant minder dan een derde deel van de kosten wordt betaald – bijvoorbeeld als er maar één werkgever is, of helemaal geen werkgever, of als uw werkgever weigert te betalen – dan compenseert de overheid een deel van dit tekort.
Deze compensatie komt bovenop de vaste overheidsbijdrage.
Let op: deze compensatieregeling geldt tot en met 2008. In 2009 en daarna wordt er alleen nog maar gecompenseerd tot een gezinsinkomen van ca. 45.000 euro. Daarboven niet meer.
Bent u een alleenstaande ouder, dan ontvangt u geen werkgeversbijdrage via een echtgenoot of huisgenoot. Om dit te compenseren krijgt u een aanvullende tegemoetkoming van de overheid.
De tegemoetkoming voor alleenstaande ouders bedraagt maximaal eenzesde van de totale kinderopvangkosten. Hij wordt lager naarmate de werkgeversbijdrage hoger is dan eenzesde van de opvangkosten.
In bepaalde gevallen neemt de gemeente of het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) de werkgeversbijdrage voor zijn rekening.
Bijvoorbeeld:
Wanneer de gemeente in december 2004 geheel of gedeeltelijk een zogenaamde 'subsidieplaats' voor u betaalde, komt u in aanmerking voor een bijzondere regeling. U krijgt dan een verhoging van de 'extra tegemoetkoming van het Rijk'.
U heeft hier recht op als uw werkgever niet of onvoldoende bijdraagt in de kosten. De verhoging van de tegemoetkoming geldt zolang de soort opvang niet verandert. Deze regeling loopt tot 2009.
U wordt zelf verantwoordelijk voor het innen van de werkgeversbijdrage(n) en de tegemoetkoming van de overheid. Hoe doet u dat?
Over het innen van de werkgeversbijdrage valt moeilijk iets te zeggen, omdat dat verschilt per werkgever. Soms is er in een CAO iets voor geregeld. Ook is het mogelijk dat u met de werkgever afspreekt dat zijn bijdrage rechtstreeks aan de kinderopvang-instantie betaald wordt.
Wat de (maandelijkse) bijdrage van de overheid betreft: als u daar vanaf januari 2005 voor in aanmerking wilt komen, moet u zorgen dat uw aanvraag uiterlijk 30 november aanstaande binnen is bij de Belastingdienst. Aanvraagformulieren zijn beschikbaar bij kindercentra en gastouderbureaus.
In plaats van het papieren aanvraagformulier kunt u ook gebruik een speciaal programma, dat u kunt downloaden op de site van de Belastingdienst. Het gaat om een programma voor Windows-PC's, genaamd Aanvraag- en wijzigingsprogramma Tegemoetkoming kinderopvang.
Let op: zorg vóór u aan de slag gaat met invullen dat u de volgende zaken beschikbaar heeft:
Aangezien de overheidsbijdrage inkomensafhankelijk is, valt niet vooraf te zeggen of u erop voor- of achteruit zult gaan. U zult dat zelf moeten berekenen. De vuistregel is echter:
Het ministerie van SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gaat ervan uit dat een kwart van de ouders er financieel op achteruitgaat, dat een kwart erop vooruitgaat en dat er voor de helft van de ouders niets verandert. Gjalt Jellesma, de voorzitter van Boink (de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang) betwijfelt dat. In de NRC zei hij daarover: "Dat geldt alleen als je de cijfers loslaat op alle ouders. Maar in de kinderopvang zijn de hogere inkomensgroepen oververtegenwoordigd en zij gaan erop achteruit. Daarom denk ik dat de groep die financieel nadeel ondervindt van de nieuwe wetgeving veel groter is."
Bron: NRC Handelsblad, 11 september 2004
Bron: NRC Handelsblad, 11 september 2004
Een ouderpaar heeft een gezamenlijk belastbaar inkomen van 35.000 euro. Ze hebben twee kinderen. De jongste gaat elke week 5 dagdelen (25 uur) naar een kinderdagverblijf, de oudste drie middagen naar de buitenschoolse opvang (11 uur). Slechts een van de werkgevers betaalt mee aan de opvang.
Het kinderdagverblijf brengt maandelijks 615 euro in rekening, op jaarbasis 7.380 euro. De buitenschoolse opvang brengt 285 euro in rekening, per jaar 3.420 euro. De totale kosten bedragen 10.800 euro.
Bij een gezinsinkomen van 35.000 euro is de overheidsbijdrage bij het eerste kind 45,6 procent en bij het tweede kind 59,1 procent. Het duurste kind, in dit geval de jongste, telt als eerste. Voor dit kind betaalt het rijk 45,6 procent van 7.380 euro is 3.365 euro. Voor het tweede kind 59,1 procent van 3.420 euro is 2.021 euro. De totale overheidsbijdrage is 5.386 euro.
Slechts een van de werkgevers betaalt mee. De vergoeding bedraagt een zesde van de kosten. Voor het eerste kind is dit een zesde van 7.380 euro is 1.230 euro. Voor het tweede geldt een zesde deel van 3.420 euro is 570 euro. In totaal betaalt de werkgever 1.800 euro.
Omdat een van de werkgevers niet betaalt, krijgen de ouders compensatie van de overheid. Zij komen respectievelijk 1.230 euro en 570 euro tekort. In dit geval bedraagt de compensatie voor het eerste kind 73 procent van 1.230 euro, dus 898 euro. De compensatie voor het tweede kind is 85,1 procent van 570 euro, dus 485 euro. De totale compensatie is 1.383 euro.
Als de werkgeversbijdrage, de overheidsbijdrage en de compensatie in mindering worden gebracht op de kosten van de kinderopvang, blijft er 2.231 euro over. Dit is het bedrag dat de ouders moeten betalen.
schreef dit artikel mede namens Justine Pardoen. Samen waren zij Ouders Online, tot 1 september 2018. Henk als eindredacteur, en Justine als hoofdredacteur.