3 juni 2014

Seksuele ontwikkeling 0-19 jaar

De nieuwe richtlijn voor de seksuele ontwikkeling van kinderen (0-19 jaar) bevat handige handvatten voor professionals én ouders. Hij gaat op een prettige manier in tegen de tijdgeest.

JGZ richtlijn seksuele ontwikkeling 0-19 jaar
uitg. Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), 2014
gratis downloaden

Kan een baby seksueel opgewonden raken? Zijn likspelletjes normaal? En wanneer is iets 'seksueel grensoverschrijdend gedrag'? Ouders weten vaak het antwoord niet, maar professionals ook niet, getuige de idiote adviezen die soms gegeven worden, zoals "U moet aangifte doen bij de politie," bij volstrekt normale seksspelletjes.

Voor die laatste groep – de professionals – is er nu een richtlijn voor de seksuele ontwikkeling van kinderen (0-19 jaar). Met kenmerken per leeftijd, criteria voor afwijkend gedrag (of lichamelijke ontwikkeling) en criteria voor doorverwijzing. De richtlijn is bedoeld voor de jeugdgezondheidszorg (jgz), zoals consultatiebureaus en schoolartsen, maar ook ouders kunnen er veel baat bij hebben. Bijvoorbeeld als een gewone publieksbrochure geen antwoord geeft op je vraag. Of als je wilt weten wat je kunt verwachten als je naar het CB of de schoolarts gaat. Of als je je verbaast over een antwoord van een professional. Dan kun je kijken in hoeverre dat antwoord overeenkomt met de richtlijn.

Helder, volledig, en to-the-point

We zijn erg enthousiast over die richtlijn. De informatie is helder, volledig, en to-the-point. Bijna alle vragen die ooit bij ons binnenkwamen, komen aan de orde. Wel met wat medisch jargon hier en daar – zoals 'menarche' voor de eerste menstruatie, of 'premature thelarche' voor vroegtijdige borstontwikkeling – maar dat hoort erbij, gezien de doelgroep. Overigens worden die jargon-termen vaak ook nog vertaald naar gewone-mensentaal (omdat niet iedere jgz-medewerker een artsenopleiding heeft gehad).

Wat ons vooral opviel, was de neutrale toonzetting. Woorden als 'kwalijk', 'zorgelijk' of 'alarmerend' zul je nergens tegenkomen. Alles is gewoon zoals het is. En bijna alles lijkt bij te dragen aan een gezonde seksuele ontwikkeling, ook al is het 'niet normaal' (weinig voorkomend).

Dat is eigenlijk nog het meest opmerkelijke aan die Richtlijn, dat hij zo tegen de tijdgeest ingaat. Tegenwoordig wordt zo'n beetje alle normale variatie beschouwd als aanleiding om in actie te komen, maar hier niet.

En: experimenteren hoort erbij, zeggen de auteurs. Alleen als iemand er last van heeft (het kind zelf, of anderen) moet er bijgestuurd of ingegrepen worden. Meestal kunnen de ouders dat gewoon zelf. En als dat niet lukt, zal er doorverwezen worden naar een specialist.

Grappig: in tal van gevallen wordt geadviseerd (aan de professionals voor wie de tekst bedoeld is) om de ouders gerust te stellen. Maar goed beschouwd functioneren dat soort passages ook als geruststelling voor de professionals zelf. "Don't panic, collega's!"

Vrijheid-blijheid-boodschap

Misschien schiet de vrijheid-blijheid-boodschap hier en daar wel iets te ver door. Zo wordt er bijvoorbeeld nogal luchtig gedaan over porno kijken (bij 12- tot 19-jarigen): "veelvuldig kijken naar porno of veelvuldige seksuele fantasieën komen minder vaak voor, maar behoren ook tot een gezonde seksuele ontwikkeling."

Alles goed en wel, maar waarschuwt de seksuoloog Rik van Lunsen (AMC Amsterdam) niet voortdurend voor het probleem dat veel jonge vrouwen tegenwoordig vaker pijn bij het vrijen hebben vanwege hun slechte ervaringen met jongens die pornofilmpjes probeerden na te spelen? (Nee, sinds kort waarschuwt hij daar inderdaad niet meer voor, maar dat lijkt vooral een nieuwe strategie te zijn. Wat ons betreft blijven zijn observaties gewoon geldig.) Ook zien we de laatste tijd steeds meer onderzoek over de relatie tussen porno kijken enerzijds en ontevredenheid over de eigen relatie anderzijds.

Ook lijken de auteurs soms wel erg makkelijk te doen over 'verwijzen'. Bijvoorbeeld naar het VUMC voor gender-problematiek (bij jongens in een meisjeslichaam, of andersom). Pas sinds vorige week (26 mei) kunnen daar weer nieuwe patiënten worden aangenomen, vanwege allerlei verzekerings-ellende. Toen de Richtlijn gepubliceerd werd (in maart), heerste er een patiëntenstop. Nog ernstiger: de simplistische suggestie om bij interesse in kinderporno (maken of verspreiden) naar 'een andere vorm van hulpverlening' te verwijzen. Hoezo? Welke dan? Onderzoek in opdracht van Ouders Online heeft uitgewezen dat er nauwelijks mogelijkheden zijn voor jongeren met pedofiele of pedoseksuele gevoelens om hulp te krijgen. (Zie: Dossier Pedofilie - Onderzoek.)

Leeswijzer

Er zijn meerdere versies van de Richtlijn beschikbaar:

  • in de meeste gevallen zal de samenvatting voldoende zijn;
  • zo niet, dan kun je de volledige versie erbij pakken;
  • en om snel iets op te zoeken, kun je de bijlagen (bij de samenvatting) raadplegen.

En wat zijn nou de antwoorden op de voorbeeldvragen waarmee we begonnen?

Kan een baby seksueel opgewonden raken? Ja, dat kan. Bijlage 2 (Aandachtspunten 0-6 jaar) van de samenvatting vertelt hoe het zit:

Ouders kunnen bij kinderen vanaf 15 maanden tekenen van seksuele opwinding zien (blozen, zweten, verhoogde ademhaling). Dit hoort bij de normale seksuele ontwikkeling.

Zijn likspelletjes normaal? Nee, niet echt. Dat hoeft echter niet per se een probleem te zijn. Ze worden beschreven in Casus 3 van de volledige versie:

"De ouders van een 7-jarige meisje komen tijdens een consult bij een JGZ-professional. Ze geven aan dat hun dochter van 7 jaar door een klasgenootje is misbruikt. Het vriendje (7 jaar) heeft het meisje gelikt aan haar kutje."

Vervolgens wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van de Richtlijn:

Vrijwillige [...] seksuele ervaringen, gedrag of contact met anderen komt voor het twaalfde jaar voor: tussen kinderen onderling, met vriendjes of vriendinnetjes van hetzelfde of het andere geslacht en met familieleden (broers/zussen, neven/nichten). [...] Oraal seksueel gedrag komt weinig voor onder kinderen van 6 tot 12 jaar. Seksueel gedrag wat niet veel voorkomt hoeft niet per se zorgelijk te zijn. Ouders kunnen dit gedrag bijsturen door het te benoemen, te begrenzen en uit te leggen waarom ze het begrenzen. [...] Seksueel spel dient begrensd of afgeleerd te worden als er sprake is van dwang/onvrijwilligheid, het spel niet met wederzijdse instemming plaatsvindt, het spel een ander of het kind zelf pijn doet of als er sprake is van machtsmisbruik of ongelijkwaardigheid.

Wanneer is iets 'seksueel grensoverschrijdend gedrag'? Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde vlaggensysteem dat we al eerder besproken hebben.

Bron: JGZ richtlijn seksuele ontwikkeling 0-19 jaar, NCJ, maart 2014