Vraagbaak kinderarts - Archief
Ingrid Luijten, Eindhoven
Dyslexie (leesblindheid) komt waarschijnlijk voor bij ongeveer 3% van de bevolking. De symptomen -- letteromdraaiing, woordomdraaiing en de zogeheten woordspiegeling bij het schrijven -- worden veroorzaakt door nog onopgehelderde afwijkingen bij de informatieverwerking in de hersenen. Over het algemeen heeft het niets te maken met een afwijking aan de ogen. Wel is dyslexie hoogstwaarschijnlijk erfelijk.
Vroeger werd gedacht dat er slechte communicatie zou bestaan tussen de linker en rechter hersenhelft. Deze opvatting lijkt echter niet juist. De motorische ontwikkeling van kinderen die later dyslexie blijken te hebben, is meestal intact. Er is dus niet een oorzakelijk verband tussen niet-kruipen als baby en een zich later manifesterende dyslexie.
Er zijn vormen van dyslexie die samengaan met vertraagde spraakontwikkeling. Hoewel in sommige families de intelligentie verminderd blijkt, is over het algemeen de intelligentie van dyslectische kinderen en volwassenen geheel normaal. Kortom: waarschijnlijk gaan onder de noemer "leesblindheid" vele verschillende vormen van dyslexie schuil.
Taco Kuijpers