Ouders Online
Archief
Kinderboekenweek 2002

4 oktober 2002

Van 2 t/m 12 oktober is het kinderboekenweek. Het thema is "Ay Ay Kapitein - boeken over boten".

Rindert Kromhout schreef het kinderboekenweek-geschenk. Wie is dat eigenlijk, die Rindert Kromhout? Hieronder leest u een portret. Maar eerst een stukje uit het boek.


Boris en het woeste water (8+)

Boris en het woeste water
Kinderboekenweek-geschenk 2002
door Rindert Kromhout
met tekeningen van Sylvia Weve
uitgegeven door het CPNB
bedoeld voor kinderen vanaf ca. 8 jaar

"Het krachtige water had het vlot te pakken. In een razende vaart schoten ze op de waterval af. Ze schreeuwden, ze gilden, ze wilden eraf! Maar het was te laat. Het vlot stortte langs de waterval de diepte in en alles en iedereen vloog overboord. Boris schoot de lucht in alsof hij op een wipwap had gezeten, en kwam met een klap in de rivier terecht. Water, overal woest water, net als toen, op die verschrikkelijke dag..."

Wat gebeurde er op die verschrikkelijke dag? Is het daarom dat Boris liever niet meegaat op de avontuurlijke reis van tante Jo en dunne Dirk? Met hun wankele vlot zakken zij de rivier af, op zoek naar het verre land. Want daar komt het geheimzinnige boek vandaan, dat niemand kan lezen...

Rindert Kromhout (9 augustus 1958)

Een portret

Rindert Kromhout

Op de website van Rindert Kromhout (gemaakt door zijn uitgeverij Leopold) zien we de humoristische sfeer die kenmerkend is voor de stijl van zijn boeken. Erge Ellie en Nare Nellie, de twee venijnige hoofdpersoontjes uit zijn populaire boekenreeks, loodsen de bezoeker met ongezouten commentaar door de site.

Uit de biografie, voorzien van foto's uit de oude doos, valt onder meer op te maken dat de schrijver in 1958 in Rotterdam is geboren en dat hij, wegens familie-omstandigheden, van 1971 tot 1973 in kindertehuizen woonde. Over die kindertehuisperiode schreef hij twee boeken: 'En Peter was de vlieg' en 'Het Konijnenplan'. Daarmee heeft hij deze periode afgesloten en wil hij er in pers-contacten niet meer over praten.

Kromhout: "Maar die periode is wél de reden waarom ik voor kinderen schrijf. Ik leefde daar tussen nogal wat beschadigde kinderen, die door hun ouders waren 'weggedaan'. Ik denk dat ik daarom nu consequent partij kies voor kinderen. En dat ik vaak schrijf over kinderen in uitzonderingsposities: een jongetje dat geen verjaardag mag vieren omdat zijn ouders Jehova's Getuigen zijn, een ADHD- of wiebelkind, een asielzoekerskind. Hoe gaan de groep, de leerkrachten, de ouders en het kind zelf daarmee om? Dat vind ik interessant."

Kleuterleider
Kromhout wil al zolang hij zich kan herinneren schrijver worden. Op zijn zestiende stapt hij met zijn eerste zelfgeschreven verhalen naar de plaatselijke kleuterschool. Hij vindt de sfeer er zo leuk, dat hij besluit om kleuterleider te worden, als appeltje voor de dorst voor als het schrijven niet zou lukken. Bovendien kan hij tijdens de opleiding veel opsteken over kinderen.

Eenmaal afgestudeerd, vervult hij zijn vervangende dienstplicht in een jeugd-bibliotheek, waar hij vooral met het leesgedrag van kinderen in aanraking komt. Deze combinatie vormt een prima basis voor het schrijverschap, dat hij sinds het voorjaar van 1982 uitoefent. In de loop van de jaren zijn er drie vaste illustratoren gekomen die, afhankelijk van het genre, zijn boeken illustreren: Jan Jutte, Sylvia Weve en Annemarie van Haeringen. Hun onderlinge stijl is verschillend, maar alledrie houden ze niet van zoet en lieflijk.

Pittig
Kromhout: "Als ik schrijf, heb ik de sfeer van de tekeningen al in mijn hoofd en weet ik dus ook wie het boek gaat illustreren. Ik houd van pittige tekeningen, vooral niet te braaf want dat zijn mijn verhalen ook niet. In feite hebben de illustratoren geen invloed op wat ik schrijf, maar soms komen we samen op ideeën. Bij prentenboeken heeft de tekenaar vanzelfsprekend wel meer invloed op de tekst. Dat is voor mij dan vooral een kwestie van weglaten, omdat de tekeningen al een belangrijk deel van het verhaal vertellen."

Commedia del' arte
Op zijn achtentwintigste vertrekt Kromhout voor onbepaalde tijd naar Italië. Om de taal te leren en om Rome te zien. Daar komt hij in aanraking met de Commedia del'arte, een vorm van toneel die in de zeventiende eeuw opkwam als tegenhanger van het klassieke toneel. Belangrijkste kenmerk is dat ze toegankelijk is voor de burgers, voor de mensen van de straat. Straten en stoepen vormen dan ook vaak het podium voor de nog steeds bestaande kleurrijke, rondreizende gezelschappen die plaatselijke gebeurtenissen via improvisatie op een humoristische manier vertolken.

Deze kennismaking met 'het leven als theater' is van grote invloed op Kromhouts werk. Sindsdien worden veel van zijn boeken bevolkt door rare vogels en vreemde vrienden die zo uit de Commedia weggelopen kunnen zijn.

Italiaan in Nederland
Toch besluit hij na een jaar terug te keren naar Nederland en neemt hij zijn intrek in een Amsterdams pand, waar hij met zijn vriend Eric, hond Robbie en zijn vissen en vogels zelf een zuidelijke sfeer creëert.

"Ik ben in mijn hart wel een beetje Italiaan. Toch heb ik er ook ontdekt hoe Nederlands ik ben. Wat me daar absoluut niet bevalt, is de bureaucratie. Daarbij kwam dat de vriendschappen hier verwaterden. Ik moest kiezen. Doorslaggevend was de taal, die maakt dat ik me in mijn eigen cultuur toch het meest op mijn gemak voel. Maar het blijft dubbel. Zodra ik hier ben, wil ik daar zijn. Het aardige van schrijven is, dat ik me zo vaak als ik wil, kan bezighouden met de leuke kanten van Italië."

Alle leeftijden
Rindert Kromhout schrijft voor alle leeftijden: prentenboeken voor peuters, voorleesboeken voor kleuters, boeken om zelf te lezen voor beginnende lezers en spannende avonturenboeken voor oudere kinderen tot een jaar of twaalf.

Ieder verhaal begint met handgeschreven aantekeningen in 'het grote boek'. De computer komt er pas veel later aan te pas. Veel ideeën voor verhalen komen rechtstreeks uit de praktijk. Hoewel hij zelf geen kinderen heeft, lijkt Kromhout zich moeiteloos te kunnen inleven in kinderen, ongeacht hun leeftijd. Een kwestie van intuïtie?

"Zo zou je het kunnen noemen. Ik denk dat alle leuke volwassenen daar wel gevoel voor hebben. Omdat zij niet vergeten zijn hoe het is om kind te zijn. Daarmee zeg ik overigens niet dat ik zelf kind ben gebleven, want kinderboekenschrijvers die dat beweren, vertrouw ik niet. In feite is er mijns inziens niet veel verschil tussen schrijven voor kinderen of voor volwassenen. Het vertelperspectief is anders. Het boeit me om vanuit het kind te schrijven, om mezelf steeds weer af te vragen: hoe denkt een kind van vijf of zeven of twaalf hierover?"

Lastig vak
Kromhout: "Schrijven is een prachtig maar lastig vak. Het kost moeite om iets precies zo op te schrijven zoals je het in je hoofd hebt. Als ik niet consequent ben en niet de goede woorden kies, verpest ik het verhaal. Op grond van reacties van kinderen stuur ik soms iets bij. Vroeger gaf ik een verhaal nog wel eens een open einde. Maar toen kreeg ik steeds de vraag hoe het nou verder ging. Blijkbaar gaf ik ze niet genoeg houvast. Ik ben pas tevreden als ik zeker weet dat het verhaal overkomt. Maar dan heb ik er al een hele tijd mee geworsteld."

Beetje gek
Opvallend is dat Kromhout vaak een creatieve en verrassende draai geeft aan de realiteit. Daarmee vermaakt en inspireert hij niet alleen kinderen, maar ook ouders en leerkrachten. Kromhouts verhalen bevatten meerdere lagen die, afhankelijk van de leeftijd van de lezer, wel of niet worden opgepakt.

De humoristische ondertoon wordt door kleine kinderen meestal als pure ernst ervaren. "Zij leven met de kinderen uit het verhaal mee en vinden er vooral veel herkenning in. Zij lachen om heel andere dingen dan oudere kinderen en volwassenen. Ze vinden de gewoonste verhalen het leukst. Een verhaal over een nieuwe kar op de speelplaats bijvoorbeeld."

Bij de wat oudere kinderen zijn de boeken die lekker weglezen populair, zoals 'Erge Ellie en Nare Nellie' en de verhalen over Bil en Wil. Kromhout: "De wat meer uitgesproken boeken in de commedia del' arte-sfeer, zoals 'Rare vogels' en 'Vreemde vrienden', worden minder gelezen, terwijl ik ze zelf juist het mooiste vind. Dat is niet erg, want niet ieder boek is voor iedereen. Zolang er maar genoeg kinderen overblijven die het wél leuk vinden als een verhaal minder voor de hand ligt en een beetje gek is."

Verhalenverteller
Op de vraag waarom hij schrijft, moet hij het antwoord schuldig blijven. "Ik kan me niet voorstellen dat ik níet schrijf. Het is mijn manier van me uiten. Ik wil een mooi verhaal vertellen en ik hoop dat mensen -- kinderen en volwassenen -- het met plezier lezen. Punt. Ik heb er geen diepere bedoeling mee. Achteraf zie ik wel bepaalde educatieve of pedagogische elementen en stokpaardjes die ik met zo'n verhaal blijkbaar graag wil overbrengen. Volwassenen die kinderen niet op een normale manier behandelen, komen er bijvoorbeeld altijd heel slecht af bij mij. Maar ik schrijf niet met het idee dat ik die eens een lesje zal leren."

Blijft er nog iets te wensen over als je een prijzenkast vol hebt en je boeken in meer dan tien talen zijn vertaald? "Ik wil ooit nog eens een boek schrijven dat universeel, door alle leeftijden heen, als een geweldig goed boek wordt ervaren. Er zijn nog maar weinig schrijvers die dat gelukt is, Roald Dahl en Annie M.G. Schmidt misschien. Als het me zou lukken om zo'n boek te schrijven, dan zou ik dik tevreden zijn."

Verder surfen

Rindert Kromhout leest voor:
Boris en het woeste water (audio)

Web-site Rindert Kromhout:
www.rindertkromhout.nl

Kinderboekenweek:
www.kinderboekenweek.nl


Het bovenstaande artikel is gebaseerd op een interview van Mirjam Nieboer met Rindert Kromhout. Het interview verscheen in Kiezels, tijdschrift voor opvoeden en geloven, een uitgave van SGO uitgeverij te Hoevelaken. Kiezels verschijnt viermaal per jaar, zie www.sgonet.nl.