2 februari 2004 door Henk Boeke

Jan Meng - dol op Dobby

Jan Meng heeft talloze boeken voorgelezen en op CD gezet. Henk Boeke maakte een portret, en probeerde hem de fijne kneepjes van het vak te ontfutselen.

Een winderige winterdag, 10 uur 's ochtends. Jan Meng laat zijn hond uit. We wandelen over het Koningsplein in Amsterdam, en zien een rijtje kleumende mensen voor boekhandel Scheltema staan wachten tot de deur opengaat. "Mooi hè", zegt Meng, ex-boekverkoper, "van die mensen die er alles voor over hebben om boeken te willen kopen."

We vervolgen onze ochtend-wandeling en proeven elkaars nieren. Hij, de ex-boekverkoper die zich op professioneel voorlezen heeft gestort. Ik, de redacteur van Ouders Online, die het geheim van zijn succes wil doorgronden. Ik wil kunnen wat hij kan. Zodat mijn zoon net zo van mij zal kunnen genieten als van hem. "Pap, je kunt geweldig voorlezen", zei hij gister. "Maar je haalt het niet bij Jan Meng."

Zodra zijn hond gepoept heeft, haalt Meng een doos met tissues te voorschijn, om de drol netjes in te pakken, op te pakken, en weg te gooien in een vuilnisbak. Een heer, met oog voor detail.

Geen professional

"Ik ben geen professional", zegt Meng, leunend over zijn keukentafel. Zilvergrijs haar, jong ogend voor een 50-er, denim-shirt over een zwarte spijkerbroek, trekkend aan zijn sigaartje. "Ik ben geen professional. Dat is geen valse bescheidenheid; ik meen het echt. Ik doe maar wat. Ik ben ook niet professioneel geschoold, zoals Willem Nijholt bijvoorbeeld. Maar die is dan ook weer lastig voor Maurits [Maurits Rubinstein, de uitgever van Meng en Nijholt – red.] omdat hij meer studiotijd nodig heeft dan ik. Bij Nijholt moet alles tien keer over, voor hij tevreden is over zichzelf. Bij mij gaat het veel intuïtiever. Ik moet er gewoon in-zitten, en dan gaat het vanzelf."

"Nou ja, vanzelf... Soms dan zit ik daar, en dan zit ik er niet in. Dat is verschrikkelijk. Ik vind dat ik het altijd goed moet doen. Het moet plezier zijn, het moet leuk zijn, het moet eruit spatten. Een echte professional, die doet het altijd goed, op elk moment."

"Tijdsdruk, ook zoiets. Niks erger dan te moeten lezen onder tijdsdruk. Professionals kunnen dat waarschijnlijk wel; ik niet. Of voorlezen van leesvellen, ik háát leesvellen. Ik moet gewoon een echt boek in mijn handen hebben."

Veel geleerd

Hoe bescheiden ook, maakt Meng wel degelijk deel uit van het selecte gezelschapje ster-acteurs dat Harry Potter voorleest op CD. Voor de Engelse versie is dat bijvoorbeeld de tv-komiek Stephen Fry (onder andere bekend van Fry & Laurie) en voor de Amerikaanse versie de Broadway- en Shakespeare-acteur Jim Dale.

De stemmen van Jan Meng - fragment uit: "Harry Potter en de Vuurbeker".

[MP3-bestand, 700 Kb, 1:30 min.]

"Van Stephen Fry heb ik veel geleerd", verklapt Meng. "Bijvoorbeeld hoe je kunt beginnen met een stemmetje, waarna je gaandeweg je stem weer terug laat keren naar je standaard-voorleestoon. Dat heeft het voordeel dat je het langer vol kunt houden, en dat je niet zo'n tenenkrommend Jan-Klaassen-en-Katrijn effect krijgt."

Jean Dulieu

De échte helden van Jan Meng zijn trouwens een stuk ouder. Die lieten van zich horen op de Nederlandse radio in de jaren '50 en '60.

"Mijn grote voorbeeld is natuurlijk Jean Dulieu, van Paulus de Boskabouter. Die verhalen, die stemmetjes... Paulussie, Paulussie... En de hoorspelen van Paul Vlaanderen. Ook zo'n hoogtepunt."

"En ken je dit?" Meng zet zijn voorleesstem op en reciteert uit het hoofd: "Koning Kaskoeskilewan zat op zijn troon te regeren, toen kabouter Krokeledokus binnenkwam. Ik doe het nog een keer, omdat ik het zo mooi vind: Koning Kaskoeskilewan zat op zijn troon te regeren, toen kabouter Krokeledokus binnenkwam. Dat was uit 'Het klokje van zeven uur en dus...' Eigenlijk weet ik niet eens meer wie het gemaakt heeft, maar het heeft diepe indruk op me gemaakt. Een soort Jean Dulieu avant-la-lettre. [Meng doelt hier op Henk de Wolf, destijds programmaleider van de AVRO – red.]

Als Maurits in slaap viel, was het goed

"Een jaar of 10, 15 geleden ben ik er zelf mee begonnen. Ik was bevriend geraakt met Maurits Rubinstein – de neef van Renate Rubinstein – die een uitgeverij had opgezet. Hij had mij horen voorlezen voor mijn kinderen, en wilde dat graag vastleggen."

"Hij is toen naar mij toegekomen in het huisje op de Veluwe waar ik toen zat, en daar we hebben we 's avonds en 's nachts De Reuzenkrokodil van Roald Dahl opgenomen. Op zo'n ouwe Revox spoelen-recorder, bij een olielampje, met het ratelende mitrailleurvuur van de Harskamp op de achtergrond. Prrrrrrrrrrr, Prrrrrrrrrrr, Prrrrrrrrrrr – heel sfeervol."

De GVR - fragment uit: "Het grote grimmige grandioze griezelige gruwelijke Roald Dahl luisterboek"

[MP3-bestand, 500 Kb, 1 min.]

"In die tijd wist ik nog niet precies hoe het allemaal moest, maar als Maurits in slaap viel, dan wist ik dat het goed was. Zo heb ik het geleerd."

Vast patroon

Nu, vele jaren en vele voorleesverhalen later, weet Meng precies hoe het moet. De voorbereiding en het voorlezen verlopen inmiddels volgens een vast patroon. Met elke studio-dag zijn eigen brood, zijn eigen appel, en zijn eigen fles Spa met dropwater.

"Het mooiste is natuurlijk als je een boek vooraf helemaal hardop leest. Maar meestal komt dat er niet van. Ik beperk me tot datgene wat ik op een studio-dag ga doen. Dan ga ik op de WC zitten met het boek, om het op me in te laten werken. De stemmen komen in de studio. Die verzin ik ter plekke."

"Eén keer is dat misgegaan. In Harry Potter en de Orde van de Feniks zit een tweede huiself. De stem die ik daaraan gegeven had, leek veel te veel op Dobby. Ik ben dol op Dobby, dus daar ging ik weer. Maar dat kon natuurlijk niet. Dat was de enige keer dat ik een stem heb teruggenomen."

Dobby - fragment uit: "Harry Potter en de geheime kamer".

[MP3-bestand, 450 Kb, 1 min.]

"In principe doe ik het allemaal zelf, zonder regisseur. De enige die erbij is, is de technicus. Die leest mee, en maakt mij erop attent als het fout gaat. Bij Tolkien [In de ban van de ring – red.] was er zelfs geen technicus bij. Dat was zó veel; 48 uur voorlezen, dat was te duur om het in de studio te doen. Qua stemmen was dat trouwens ook de zwaarste opgave. Het waren er zoveel dat ik af en toe wel eens vergat wie wie was."

Zinnen die in het niets eindigen

Opmerkelijk is dat juist de schrijvers zelf, die voorlezen uit eigen werk, regelmatig de draad kwijtraken. Niet alleen qua stemmen, maar ook qua zins-intonatie. Met zinnen die zomaar in het niets eindigen, en waar je zelf de punt bij moet denken. Als ik bijvoorbeeld Annie M.G. Schmidt hoor, die haar eigen Pluk van de Pettenflat voorleest, zit ik af en toe met samengeknepen billen te luisteren. Hoe kan dat? Elke schrijver weet toch wat hij zelf geschreven heeft, zou je zeggen...

Meng: "Annie Schmidt is inderdaad verschrikkelijk. Maar je moet niet vergeten dat die al behoorlijk blind was in die tijd. Die zag gewoon niet meer wat er stond. Bovendien moet je dat wat zij deed met andere maatstaven beoordelen dan wat ik doe. Zo'n schrijver die voorleest uit eigen werk, dat moet je beschouwen als een historisch document. Niet als een echt voorleesproduct. Ron Kaal zei dat laatst in een artikel in HP de Tijd, en daar ben ik het wel mee eens."

Vooruit lezen

Okee, dat begrijp ik. Maar toch: hoe krijg jij het nou wél voor elkaar om de zins-intonatie goed te krijgen? Hoe weet je bijvoorbeeld op welke toon je een zin moet inzetten, als je nog niet weet dat er aan het eind van de zin staat hoe hij gelezen moet worden? (... lachte hij, of ... bromde hij)

Meng: "Dat is vooral een kwestie van lees-ervaring. Als je heel veel leest, wat ik doe, dan ben je in staat om tijdens het uitspreken van een zin al vooruit te lezen. Zodat je weet wat er komen gaat. Meestal gaat dat goed. Maar ook niet altijd hoor. Ik herinner me bijvoorbeeld een passage uit Paddeltje, waar je eerst twee alinea's gesproken tekst hebt, en dan pas: zei hij in het Zeeuws. Ja, dan ga ik ook de mist in..."

"Het ligt trouwens niet alléén aan degene die voorleest, hoe het klinkt. Ook de kwaliteit van de tekst speelt natuurlijk een rol. Harry Potter bijvoorbeeld, is prachtig vertaald. Dat leest vanzelf. Veel moeilijker was de Kameleon, van Hotze de Roos. Dat is een tekst die niet 'van mij' is, zal ik maar zeggen. In zo'n geval pas ik wel eens wat woorden of zinnen aan tijdens het lezen."

Wat zou je het liefste nog op CD willen zetten? Meng: "Alles van Paul Biegel."