13 mei 2005 door Anita Schmidt

Emigreren met kinderen, 9 basistips

Emigreren met kinderen, kan dat wel? Worden ze gelukkig? En blijven ze geen buitenbeentje? Anita Schmidt schreef er een boek over, en geeft alvast 9 basistips.

Hoeveel mensen dromen er niet van een nieuw leven in een zonnig en relaxt land? Weg van de stress, weg van de files, weg van de grijze wolkendagen... Vrijheid! Een nieuw leven beginnen, met nieuwe kansen en nieuwe uitdagingen.

Maar als je een gezin hebt, dan lijkt de beslissing om daadwerkelijk te gaan, moeilijk te nemen. Je beslist immers niet alleen voor jezelf maar ook voor je kinderen. Kun je ze dat wel aandoen? Zullen ze wel gelukkig worden in hun nieuwe land? Zullen ze echt wel kunnen wennen? En hoe gaat dat daar met scholen? Met de taal? Met vriendjes en vriendinnetjes? Zullen ze wel geaccepteerd worden? Of blijven ze altijd buitenlanders en buitenbeentjes?

Beslissing

Ook wij hadden die overpeinzingen. En de beslissing was zeker niet van de ene op de andere dag genomen. Jaren dromen ging eraan vooraf. Ieder voorjaar boekten we vakanties naar het zonnige Zuid-Spanje. En soms ook nog in het najaar. De bergen, de zee, de ruimte, het dorpje Casares, de oneindige vergezichten, we hadden ons hart eraan verloren.

Uiteindelijk, na veel nadenken, hakten we de knoop door en zetten we de stap. Met onze drie dochters (toen 1, 3 en 5 jaar oud) vertrokken Oscar en ik naar Spanje.

Alles opnieuw uitvinden

Achteraf gezien moet ik eerlijk bekennen dat ik onderschatte hoe groot de stap om te emigreren daadwerkelijk is. Je stapt in het diepe en je moet maar zien hoe je je hoofd boven water houdt. Je kent niemand en niemand kent jou. Met alles maar dan ook alles moet je opnieuw beginnen. Angstvallig ga je op zoek naar ankerpunten, naar mensen die je kunnen helpen, naar lotgenoten. Je krijgt vele adviezen, maar uiteindelijk blijft er maar één persoon over die het moet doen. Jij.

Ik schreef in die tijd: "Het leukste van emigreren is alles opnieuw uitvinden. En het vervelendste van emigreren? Alles opnieuw uitvinden!"

Nu, vier jaar later, weten we niet beter dan dat ons leven in Spanje is. De kinderen zijn volledig geïntegreerd in de Spaanse gemeenschap, ons makelaarskantoor heeft een stabiele basis en we hebben het prima naar ons zin. De droom is werkelijkheid geworden.

Gouden regel

En ja, emigreren met kinderen kan! Uiteindelijk ga je ook omdat je het beste wilt voor jezelf én voor je kinderen. Het belangrijkste wat ik geleerd heb in het hele proces, is dat mijn kinderen mijn eigen gevoelens spiegelen. Wat ik voel, voelen zij. De ups en de downs. En dat betekent dat als ik goed in mijn vel zit, mijn kinderen ook gelukkig zijn. Waar in de wereld we ons ook bevinden. Zolang als ik ze, samen met mijn partner, maar een veilige thuisbasis geef.

Met die enige echte gouden regel in het achterhoofd wil ik de avonturiers onder ons nog een aantal emigratie-tips meegeven.

1. Kies bewust

Ik geloof niet in 'proberen te emigreren'. Mensen die dat doen, vertrekken eigenlijk helemaal niet uit Nederland en arriveren ook nooit echt in het buitenland. Of je doet het, of je doet het niet en je richt al je activiteiten op een nieuw leven in een nieuw land.

Schep dus duidelijkheid, voor jezelf en voor je kinderen. Duidelijkheid kan echter ook zijn: "We gaan een jaar in het buitenland wonen en komen daarna weer terug naar Nederland." Of: "We wonen een half jaar hier en een half jaar daar".

2. Kies samen

De beslissing om te gaan emigreren is een beslissing van beide partners. Als een van de partners het niet ziet zitten en alleen maar gaat omwille van de ander, is de verhuizing gedoemd te mislukken. Je hebt elkaars volledige steun nodig om opnieuw je ankerpunten te vinden.

Een onwillig kind, zeker als het tegen de puberleeftijd aanloopt, kan ook behoorlijk roet in het eten gooien. Probeer je kinderen, zover de omstandigheden het toelaten, echt te betrekken in het beslissingsproces.

3. Stap in het avontuur

Probeer niet krampachtig alles in de hand te houden. Alles zal namelijk anders lopen dan je van te voren bedacht hebt. Je kunt je niet meer baseren op de Nederlandse situatie. Leef het leven met de dag, en neem je beslissingen, iedere dag opnieuw, op basis van je nieuwe refentiekader, de situatie in je nieuwe land.

4. Accepteer de heimwee

Heimwee is een realiteit. Alhoewel, dat zeg ik nou wel, maar Oscar had nergens last van. De echtgenoten van mijn vriendinnen evenmin. De vrouwen en de kinderen echter hebben heimwee, allemaal, zonder uitzondering. Niet zozeer naar Nederland als land, maar wel naar de mensen, de familie, de vrienden.

Probeer dat gevoel niet weg te stoppen maar accepteer het. Je hoeft er geen drama van te maken, maar praat erover, huil zonodig samen, schrijf brieven, bel oma, doe wat nodig is. Want het ís gewoon verdrietig dat je iemand erg mist! Voor jou en voor je kinderen.

5. Durf los te laten om opnieuw te beginnen

Ook al heb je heimwee, er komt een moment dat je je realiseert dat je je oude vertrouwde leventje in Nederland niet meer hebt en nooit meer zal krijgen. Er komt wat anders voor in de plaats.

Hoe gek het ook klinkt, dat oude leventje moet je echt loslaten om plaats te maken voor nieuwe vrienden en nieuwe bezigheden. Om plaats te maken voor jezelf in een nieuw jasje.

6. Maak je geen zorgen: je kinderen leren écht de nieuwe taal

Allemaal hopen we dat de kinderen zich binnen drie maanden verstaanbaar kunnen maken in de nieuwe taal. Dat is een illusie. Het kost ze minimaal een half jaar om een eerste basis te leggen. Maar na een jaar zijn de meeste taalproblemen verdwenen en kunnen ze zich goed redden.

Maak je dus geen zorgen als je kind na drie maanden nog nauwelijks de nieuwe taal spreekt. Maar vaak verstaan ze dan al meer dan je denkt. Realiseer je dat ieder kind op zijn eigen manier leert. Sommigen leren door doen en hebben geen schroom, anderen leren door luisteren en spreken pas als ze geen fouten meer maken.

7. Houd rekening met de leeftijd van de kinderen

Kleine kinderen passen zich makkelijker aan dan grote. Want kleine kinderen leven het leven van hun ouders, terwijl grote kinderen al begonnen zijn met het opbouwen van hun eigen leventje. Grote kinderen moeten datgene wat ze inmiddels opgebouwd hebben dus achterlaten bij vertrek naar een ander land. Dat moeten ze dan wel willen!

Ook op school is het voor oudere kinderen lastiger. Ze kunnen niet presteren door de taalachterstand en het leggen van nieuwe contacten gaat minder spontaan dan bij de kleintjes.

Tot zo'n jaar of 10, 12 gaat het meestal wel goed. Het wordt pas lastiger als de kinderen in de puberleeftijd komen. Lastiger maar zeker niet onmogelijk. Veel hangt dan echter af van de houding van het kind zelf.

8. Integreer én blijf jezelf

Het leren van de taal, het respecteren van de lokale gebruiken, het leggen van contact met je buren, met de ouders van vriendjes en vriendinnetjes, het deelnemen aan de lokale folklore, dat zijn allemaal dingen die helpen om jezelf thuis te voelen in je nieuwe land. En dingen die jou en je kinderen helpen om geaccepteerd te worden.

Integreren betekent echter niet dat je zonder na te denken je zou moeten conformeren aan álle gebruiken van je nieuwe land. Blijf jezelf en verloochen nooit je eigen normen en waarden. Tja, je blijft immers ook Nederlander...

9. Bedenk: als jij gelukkig bent zijn je kinderen het ook

We maken ons allemaal zorgen over het welzijn van onze kinderen. We proberen in hun hoofdjes te kruipen om te zien wat daar allemaal in omgaat. We doen ons best en halen alle middelen uit de kast om te zorgen dat ze zich happy gaan voelen in hun nieuwe omgeving.

En soms vergeten we dan het belangrijkste. Zelf gelukkig worden dus. Want echt, als jij je goed voelt, als jij gelukkig bent, dan straal je dat ook uit naar je kinderen. Dan voelen ze zich veilig en vinden ze zonder problemen hun plekje in het nieuwe land.



Nou, met die weetjes in de pocket kan het toch niet meer misgaan? Landverhuizers, veel plezier!