Ben jij eigenlijk voorbereid op het ouderschap en je baby? Dit kun je doen

18 mei 2009 door Martine Borgdorff

Probleemkind tot het tegendeel is bewezen

De schoolarts-nieuwe-stijl ontwikkelt zich tot een wantrouwende instantie die risicoprofielen bouwt. Bent u gescheiden of werkloos? Code rood!

"Heeft uw kind vaak woede-uitbarstingen? Wordt hij getreiterd? Liegt en bedriegt hij vaak? Is hij snel angstig?" Bij het lezen van deze vragen en nog 21 van hetzelfde type hadden er natuurlijk meteen alarmbellen bij mij moeten afgaan. Maar in plaats daarvan vulde ik begin maart braaf de lijst in die mijn 6-jarige zoon van school had meegekregen.

Waarom ook niet? Ik zou tijdens het bezoek aan de schooldokter toch het een en ander kunnen toelichten. Kon ik meteen eens vragen hoe we zijn bedplassen het best kunnen aanpakken.

Wildvreemde mevrouw

Wie schetst mijn verbazing als mijn zoon een paar dagen later thuiskomt met een standaard-bevindingenlijstje, ondertekend door een doktersassistente. Voor de volledigheid zit er nog een folder bij over bedplassen en dat is dan dat.

Uhh... Moest ik niet mee? En die vragenlijst met al die mogelijke gedrags- en opvoedingsproblemen dan? Waar was de arts eigenlijk? Waarom wist ik niet dat mijn 6-jarige in z'n eentje bij een wildvreemde mevrouw werd geroepen? En wat gebeurt er nu met die ingevulde lijst?

Code rood

Pas echt boos word ik als ik een week later in NRC Handelsblad lees dat de ingevulde vragenlijst (die 'Vroegsignalering psychosociale problemen' blijkt te heten) straks zomaar in het Elektronisch Kind Dossier (EKD) van mijn zoon terecht kan komen. En dat op basis van dat dossier weer een code aan mijn kind wordt gehangen.

Code rood is een voorspeller voor mogelijke opvoedingsproblemen, code groen is OK. "Te veel risicofactoren bij elkaar - gescheiden ouders, laaggeletterdheid thuis, psychische problemen, werkloosheid - geven het kind code rood", schrijft de NRC. Die code is belangrijk voor het risicoprofiel dat van ieder kind wordt gemaakt. En dat is weer een aanjager voor hulpverlening of opvoedingsondersteuning.

Ieder kind krijgt zo'n profiel, of er nou sprake is van problemen of niet. Ook lees ik tot mijn ontsteltenis dat het EKD blijft bestaand tot het 'kind' 34 jaar oud is.

Gemiste kans

Maar eens even aan de juf gevraagd. Die is ook verbaasd over de gang van zaken. Nee, haar is niets gevraagd over mogelijke probleemgevallen in de klas. Bij nader inzien een gemiste kans, vindt ze, want zij kent de kinderen uit haar klas goed.

Over de manier van werken van de jeugdgezondheidszorg weet ze ook niets, van de 'Vroegsignalering' heeft ze nog nooit gehoord. De komst van de schoolarts wordt alleen maar aangekondigd, meer niet.

Kamervragen

Ik ben niet de enige die dit een bizarre aanpak vindt. Het Tweede Kamerlid Dezentjé Hamming (VVD) vroeg minister Rouvoet van Jeugd en Gezin begin maart om opheldering.

Ze vroeg onder andere waarom de vragenlijst door alle kinderen in Nederland moet worden ingevuld, terwijl circa 11 tot 28% van alle kinderen psychosociale problemen heeft. Een verschuiving van probleemconstatering naar risicoanalyse, vindt een deel van de Kamer (naast de VVD ook D66 en de SGP). En wat zijn eigenlijk de gevolgen voor ouders die niet willen meewerken? Krijgen die voor straf 'code rood'?

Onbehagen en boosheid

Het antwoord van de minister liet anderhalve maand op zich wachten. En intussen knaagde bij mij het onbehagen en groeide de boosheid.

Het bijhouden van de ontwikkeling van mijn kinderen? Prima. Preventief lichamelijk onderzoek? Ook goed, al wil ik daar wel graag bij zijn. Mijn kinderen ongevraagd screenen op risicogedrag of opvoedingsproblemen? Nee. En zeker niet door middel van een gestandaardiseerde vragenlijst die uitgaat van het ergste.

Omgekeerde wereld

Het is de omgekeerde wereld. Mijn kind wordt niet onderzocht om te kijken of het zich goed ontwikkelt, maar wordt beschouwd als probleemgeval tenzij ik met mijn antwoorden het tegendeel bewijs.

Toch is de minister van Jeugd en Gezin heilig overtuigd van de doeltreffendheid van de vragenlijsten van de jeugdgezondheidszorg. In zijn antwoord aan de Tweede Kamer heeft hij het over "een zinvol hulpmiddel" om zorgwekkende opvoedingssituaties op te sporen. Hoe zich dat verhoudt tot de vrijwillige basis ervan, zegt hij niet.

Wel benadrukt Rouvoet dat louter een vragenlijst geen uitsluitsel kan geven. Er moet altijd gepraat worden met het kind en de ouders. "Observatie en dialoog tussen de professional en het kind en diens ouders staan voorop." Daar heb ik dus weinig van gemerkt. Noch van de observatie, noch van de dialoog.

Weerbarstige werkelijkheid

Het wordt tijd dat onze minister van Jeugd en Gezin een kijkje neemt in de echte mensenwereld. In de studeerkamer is de 'Vroegsignalering psychosociale problemen' ongetwijfeld een pracht-instrument waarmee menig kwetsbaar kind gered kan worden. Maar hoe weerbarstig is die verrekte praktijk toch altijd:

  • opvoeders vullen maar wat in, of zien af van hulpverlening;
  • hulpverleners weten meestal donders goed wat er mis is in een gezin, maar zien domweg geen kans om er wat aan te doen (denk aan Savannah en het Maasmeisje);
  • kinderen worden 'geobserveerd' door een doktersassistente die een hele schoolklas in twee dagdelen langs ziet trekken;
  • ter zake deskundige leerkrachten worden niet gehoord;
  • een gesprekje met de ouders zit er niet in. Zelfs niet over bedplassen.

De 'dialoog' bestaat dus uit een standaard-formulier met een kruisje bij bedplassen, en een folder zonder nieuwe informatie. Dat steekt op z'n zachtst gezegd nogal schril af bij de confronterende, persoonlijke vragen die ouders over hun kind en de opvoeding moeten beantwoorden.

Hallo... bent u daar nog? Dit was nogal belangrijk namelijk. Er is een vragenlijst om problemen op te sporen. Ik signaleer een probleem en krijg via mijn kind een formuliertje en een nutteloze folder retour. De spionnen van Rouvoet bepalen dus wat echte problemen zijn. Wat ouders zelf als een probleem ervaren doet niet ter zake.

Kortom: wat bezielt onze overheid met deze schooldokter nieuwe stijl? Het beleid is erop gericht om kinderen in de knel te helpen. Uitstekend streven. Maar hélp probleemkinderen en hun ouders dan ook, en vooral: gericht graag. Dit is schieten met een kanon op een mug en het tast mijn positie als ouder nog aan ook.