15 april 2013 door Marije van der Meer

"Ik ben bang en wantrouwend geworden"

In 2013 wordt de meldcode voor kindermishandeling ingevoerd, die tot veel onterechte meldingen zal leiden. Een moeder vertelt over de schade die dat kan aanrichten.

Wat is er mis met false positives, oftewel onterechte beschuldigingen, bij het signaleren en melden van kindermishandeling? Hieronder mijn ervaring (uit 2009) toen mijn ex en ik ten onrechte werden beschuldigd van verwaarlozing en huiselijk geweld. Het gevolg daarvan is dat ik zó bang en wantrouwend ben geworden dat ik mijn zoon, die hulp nodig heeft, juist niet meer goed kan helpen.

Co-ouderschap

In 2006 zijn mijn partner en ik uit elkaar gegaan. We hadden toen drie kleine kinderen. Ongeveer een jaar na de scheiding was de rust voldoende teruggekeerd om het voorgenomen co-ouderschap aan te kunnen gaan. In 2008 heeft mijn ex een nieuwe vriendin gekregen, met wie hij is gaan samenwonen. Zij had ook al kinderen, en daarmee werd hun huishouden een drukke bedoening. Zeker omdat haar kinderen zorgenkinderen waren, met dovenschool en medisch kinderdagverblijf.

Daardoor ging er ook echt wel eens wat mis. Gymspullen die werden vergeten, alle sokken die tegelijk in de was zaten, een dunne jas op een frisse dag, en regelmatig te laat op school. Vervelend, absoluut! Maar toch heb ik altijd gekozen om het co-ouderschap in stand te houden, want ik vond het belangrijker dat mijn kinderen geen loyaliteitsconflict zouden krijgen dan dat ze nooit eens twee verschillende sokken aan zouden hebben.

School ging zorgen uiten

In 2009 begon de school zorgen te uiten over onze kinderen, vooral over mijn jongste zoon. Ik kreeg een preek over mijn manier van opvoeden en mijn verdediging was bij voorbaat een verloren zaak. De broodkorst die mijn zoon ooit 's morgens op het schoolplein opat, was het mikpunt.

Ik mocht hem niet alleen zijn ontbijt laten opeten aan tafel, terwijl ik in de keuken de boterhammen voor de lunch smeerde. Want hij zou toch eens zijn ontbijt niet op hebben en de rest onderweg naar school opeten! Dat, zo leerde ik, is namelijk 'verwaarlozing'.

Ik moest de boterhammen voor de lunch de dag ervoor alvast smeren (mmm, taaie boterham, lekker!) en bij het ontbijt naast mijn zoon blijven zitten, zodat hij niet afgeleid zou raken. De vele kinderen die niet eens ontbijt krijgen 's morgens, werden voor het gemak vergeten.

De school stond erop dat we hulp zouden aanvaarden om de 'verwaarlozing' die zij zagen, tegen te gaan. Want de gevolgen daarvan begonnen zich nu toch duidelijk te tonen in het gedrag van mijn jongste zoon, werd er gezegd.

Hulp gezocht

Op dat moment sprak de vriendin van mijn ex haar vermoeden van autisme uit... en vielen er stukjes op hun plek. Gehuild heb ik! Gehuild! Wás ik maar een slechte moeder! Want dan kon ik veranderen, en zou mijn zoon niks mankeren. Oktober 2009 besefte ik dat mijn toen 4-jarige zoon niet voldeed aan de boekjes. En dat zijn toekomst ineens onzeker was.

We hebben toen hulp voor hem gezocht. Maar de instantie waar we kwamen, constateerde in één enkel gesprek geen problemen, omdat mijn zoon lief met de trein speelde en de mevrouw aankeek en antwoord gaf toen hem wat gevraagd werd. Dus die deden niks.

De school en de BSO waren er ondertussen al lang van overtuigd dat het allemaal aan mij en zijn vader lag, en waren druk bezig rapporten op te stellen. Daar bleken dingen in te staan als: "K. had een roze meisjestas mee." (Hij was zó trots op die Oilily tas!)

Wie zoekt zal vinden

Als je zorgpunten wil zien, dan zie je ze ook. Bij élke ouder. En omdat wij als ouders waren gaan zoeken naar wat onze zoon mankeerde, vonden school en BSO dat ze melding moesten doen bij het AMK [Advies- en Meldpunt Kindermishandeling - red.], zodat die ons konden vertellen dat wij onze kinderen toch echt verwaarloosden.

Ook was er ineens 'een vermoeden van huiselijk geweld' toegevoegd over mijn ex. Ik heb 7 jaar met die man samen gewoond, en drie kinderen met hem gekregen. Dus ik weet: als er eentje niet gewelddadig is, dan is hij het wel.

Over mij werd geschreven dat ik het allemaal niet aankon, en dat ik op de hoogte was van 'de mishandelingen', maar het gewoon maar liet gebeuren omdat ik het fijner vond om de kinderen niet bij me te hoeven hebben. Omdat ik toevallig eens tegen de juf had gezegd dat ik alleenstaand moederschap soms best vermoeiend vond.

AMK

Hoewel gescheiden, voelden we ons wel een team. Maar de melding lag er. En het AMK klopte bij ons aan.

Dan kom je in een emotionele achtbaan. Er hangt een enorme bedreiging boven je hoofd en de ergste straf die je kunt krijgen, is dat je je kinderen verliest. Op internet lees je verhalen over miskleunen van Bureau Jeugdzorg, en van ouders die machteloos staan. En je kunt niet eens een advocaat inschakelen (tot er daadwerkelijk over uithuisplaatsing wordt gesproken).

Godzijdank zag het AMK wél hoe het zat. Dat er met ons als ouders niets mis was, en dat er al meerdere instanties bezig waren met de stiefkinderen van mijn ex. Meer dan dat vonden zij niet nodig.

Tweede melding

Vanuit een gevoel van paranoia had ik inmiddels mijn eigen kinderen fulltime bij me en ik kan je vertellen, dat was geen leuke tijd. Ik was paranoia tot en met. Alles moest tip-top in orde zijn. Geen enkel kreukeltje in de kleertjes, keurig gekamde haartjes, elke dag vers fruit, nooit meer een koek als ochtendhapje, en ik bewoog hemel en aarde om te zorgen dat ze nooit meer te laat kwamen. Het stress-niveau ging door het dak en ik liep op mijn tandvlees, maar alles moest perfect zijn. En toen...

Toen lag er een tweede melding bij het AMK. Ik werd gék! Mijn kinderen kwamen nu al 3 weken perfect in orde op school, dat wist ik zéker. Ik deed het immers 100% in mijn eentje nu, en ik had geen enkel steekje laten vallen. Er kón niks meer geconstateerd zijn.

Eigenlijk stortte ik in, maar daar krijg je geen kans voor. Je moet door, je moet vechten. Ik vroeg de juf waarom ze opnieuw een melding gedaan had, maar ze ontkende de melding.

Vervolgens mobiliseerde ik mijn omgeving, met het verzoek om schriftelijke steunbetuigingen (en hopend dat mijn verhaal niet zou leiden tot 'waar rook is, is vuur'-reacties).

Gewapend met een map met 18 brieven waarin verklaard werd dat ik een goede moeder was (en waarin verbazing over de beschuldigingen werd uitgesproken), toog ik naar het AMK.

"Mevrouw is geen pleger"

Het bleek allemaal loos alarm. Het AMK had de school gebeld en de nieuwe Intern Begeleider, die niet op de hoogte was van de situatie, had het dossier van mijn zoon opgediept, en voorgelezen wat er stond. Alles van vóór de eerste melding. Ik heb de brieven nooit hoeven laten zien en het dossier werd gesloten. "Mevrouw is geen pleger".

Eind goed al goed? Helaas niet.

Zoon kwijnt weg

Mijn zoon mankeert wel degelijk iets, al weten we nog steeds niet wat. De relatie van mijn ex is inmiddels voorbij en de vriendin met haar kinderen zijn weg. Er is nu echt weer rust en ruimte, en toch vertoont mijn zoon nog steeds zijn afwijkende gedrag.

Hij zit in een speciaal klein groepje op zwemles, is blijven zitten in groep 3, en krijgt nu onderzoeken om te bepalen of hij naar het speciaal onderwijs moet. Er zijn al motorische problemen geconstateerd, maar waar zijn gedrag vandaan komt is nog steeds onduidelijk.

School en BSO legden de oorzaak van zijn gedrag destijds bij ons als ouders, waardoor er pas een jaar geleden onderzoeken naar hém zijn gestart (die vooralsnog niets hebben opgeleverd).

Ondertussen kwijnt mijn zoon weg omdat hij moest doubleren, wat hem alleen maar het gevoel gaf dat hij niet goed genoeg was. Hij vindt school ook niet nuttig "want dit weet ik allemaal al, mama!"

Paranoia en wantrouwen

Een andere grote schade is mijn paranoia. Die heb ik nog steeds. Ik wantrouw de school, en ik wantrouw instellingen. Ik merk dat ik overal een aanval in zie, ook als die er helemaal niet is.

Onze dochters zitten inmiddels op een andere school, maar ook daar heb ik het gevoel dat ik bekeken word. Beoordeeld. Bekritiseerd. Dat ze elk moment met een waslijst aan dingen kunnen komen die fout zijn gegaan. (Er worden echt nog wel eens gymspullen vergeten, ik ben ook maar een mens). En dat er weer een melding zal komen.

Dat aantijgingen en meldingen je zomaar kunnen overkomen, heeft een diepe angst bij mij veroorzaakt.

Daardoor durf ik niet meer op school of bij instellingen te praten over dingen die minder goed gaan. Terwijl dat wel nodig is! Zeker voor de hulpverlening die mijn zoon in de toekomst gaat krijgen, is het belangrijk dat ik praat over zijn gedrag én over de onmacht die ik soms voel om met zijn gedrag om te gaan. Maar zoals de zaken er nu voor staan, zal ik dat niet snel doen.

Onschuldig en toch zorgen

Dat je je geen zorgen hoeft te maken als je onschuldig bent, is dus niet waar. Ik reken me tot de gelukkigen dat het AMK bij ons goed gezien heeft hoe het zat. Het had dus nog dramatischer kunnen aflopen. Maar zelfs zoals het nu is, is het niet goed afgelopen.

En als er ooit nog iemand zich zorgen maakt om een van mijn kinderen, dan is er een dossier. Een gesloten dossier, maar hey, een dossier! En waar rook is... Ik voel me daardoor extreem kwetsbaar.

Een excuus van de school of de BSO is er overigens nooit gekomen. Voor zover ik weet zijn zij er nog steeds van overtuigd dat ik een slechte moeder ben.