Ouders Online
Archief
Financiële opvoeding

10 juni 2012

Eén op de drie thuiswonende jongeren heeft een schuld van 750 euro of meer. Dat is zorgelijk. Onderzoeker Pim van Heijst legt uit hoe je kinderen leert omgaan met geld.
 


Hoe leer je kinderen omgaan met geld?

door Pim van Heijst

"Maar als zijn ondergoed totaal versleten is, dan kan ik hem daar toch niet in door laten lopen?!" riep een vertwijfelde ouder op een recente voorlichtingsavond. Tja, wat moet je in zo'n geval, als het kleedgeld aan andere dingen wordt uitgegeven... (Het antwoord vindt u aan het eind van dit artikel.)

Financieel opvoeden is niet gemakkelijk. Maar net zoals kinderen moeten leren om hun tanden te poetsen, zo moeten ze ook leren om gezond met geld om te gaan. Hoe moeilijk dat ook is. En ouders spelen daarbij een belangrijke rol.

Uit recent onderzoek blijkt dat jongeren omgaan met geld nogal ingewikkeld vinden, én dat ze behoefte hebben aan ondersteuning op financieel gebied. Waarbij 'ondersteuning op financieel gebied' iets anders betekent dan eindeloos hun kas spekken.

Hieronder volgt eerst een overzicht van wat er zoal speelt bij jongeren en geld. Daarna bespreek ik het belang van gezond omgaan met geld, en de manier waarop je daar aandacht aan kunt geven. Tot slot ga ik in op de rol van de ouders.

Opmerkelijke getallen
Uit diverse publicaties blijkt dat de schulden van jongeren de afgelopen jaren zijn toegenomen (o.a.: Noorda en Pehlivan 2009, en Nibud 2011). Van de jongeren die nog bij hun ouders wonen, heeft één op de drie een schuld van 750 euro of meer. Tegelijkertijd denken twee van de vijf jongeren dat ze netto (!) 5.000 euro of meer (!) per maand gaan verdienen, en denkt 62% van hen makkelijk een goede baan te zullen vinden...

Gek genoeg vindt driekwart van de ouders én driekwart van de kinderen dat kinderen 'goed met geld omgaan'. Het overgrote deel van de kinderen zegt echter dat ze toch wel behoefte hebben aan ondersteuning.

Nog een opmerkelijk gegeven is dat 93% van de ouders aan 'financiële opvoeding' zegt te doen. Deze ouders zeggen hun kinderen bewust te maken van geld, te helpen hun prijsbewustzijn te ontwikkelen, en te helpen zich voor te bereiden op de toekomst. Ook geven ze vrijwel allemaal zak- en kleedgeld aan hun kinderen. En bijna alle ouders vinden zichzelf primair verantwoordelijk voor de financiële opvoeding van hun kinderen.

Er wordt dus al veel aandacht besteed aan financiële opvoeding, maar de manier waarop dat gebeurt kan kennelijk nog wel wat beter. Te veel jongeren hebben hun zaken financieel nog niet op orde.

Ouders vullen de gaten op
Ouders vinden financiële opvoeding belangrijk, maar in de praktijk blijken ze vaak de financiële gaten op te vullen:

  • Scholieren hebben fors minder te besteden dan een paar jaar geleden. In 2008 kregen ze gemiddeld nog 144 euro per maand, in 2010 is dat teruggelopen naar 103 euro per maand. Ouders geven de laatste tijd dus minder zakgeld en kleedgeld (en betalen meer zelf).

  • Bijna alle jongeren van 12 jaar en ouder hebben een mobiele telefoon, maar slechts 30% van hen is zelf verantwoordelijk voor de bijbehorende kosten.

    Bij oudere jongeren kan dit problemen opleveren. Want ooit komt er een moment dat hun ouders de gaten niet meer opvullen; dan zullen ze zelf de verantwoordelijkheid moeten dragen.

    Zó moeilijk is het niet
    Het is dus zaak om jongeren al eerder te begeleiden in het proces naar financiële zelfstandigheid en het daarbij behorende verantwoorde gedrag. Financieel blijven steunen (lees: gaten vullen) is eerder een bedreiging dan een ondersteuning.

    Uiteraard vervullen ouders de rol van financiële opvoeder niet alleen. Zoals ik eerder al zei in mijn boek Geld rolt (2010) vervullen professionals – zoals docenten – daarin een belangrijke rol. De professional mag echter geen vervanger zijn voor ouders die onzeker zijn over hun eigen financiële capaciteiten.

    En ó moeilijk is het nou ook weer niet. Waar het om gaat, is het bespreekbaar maken van het thema 'geld' en ondersteuning geven bij het maken van keuzes.

    Rol van de ouders
    Alleen door te oefenen leren jongeren financiële vaardigheden. Ouders spelen daarbij een belangrijke rol.

    Joyce Serido, onderzoeker aan de Universiteit van Arizona, ontdekte twee belangrijke dingen:

  • dat ouders meer invloed hebben op de financiële kennis (en de houding en het gedrag) van hun kinderen dan onderwijs-professionals;
  • en dat het helpt om in de huiselijke kring te praten over gezinsuitgaven als de vakantie of een nieuwe auto (Serido, 2009).

    Er wordt verschillend gedacht over de relatie tussen ouders en kinderen op financieel gebied. Maar praktisch iedereen is het erover eens dat er een sterke relatie is tussen het gedrag van de ouders enerzijds en het gedrag van hun kinderen anderzijds. Het goede voorbeeld geven zou het financieel bewustzijn van jongeren dus kunnen bevorderen.

    Het gaat dus niet alleen om financiële kennis, en ook niet om het inkomen. Waar het wel om gaat, is leren nadenken over wat er financieel wel en niet kan. Vandaag, maar ook aan het einde van de maand.

    Richtlijnen
    Hoe vertaal je dit soort inzichten in een concrete aanpak? Helaas is het niet mogelijk om een standaard-recept te geven. Een paar richtlijnen zijn er wel.

    1. Maak afspraken over de besteding van het zakgeld. Wat moet uw kind van zijn of haar zakgeld betalen en waar mag het zelf over beslissen?

    2. Wees consequent. Afspraak is afspraak, nee is nee.

    3. Geef zelf het goede voorbeeld en wees niet te vrijgevig.

    4. Leer je kind: "op is op", en geef geen extra geld om eventuele verliezen te compenseren. Fouten maken mag, maar ze moeten daar wel zelf de consequenties van dragen. Daardoor leren ze pas echt om keuzes te maken.

    5. Bespreek geldzaken in het gezin. Niet alleen de dingen waar uw kinderen tegenaan lopen, maar ook uw eigen afwegingen bij grote aankopen. Kinderen hoeven niet mee te beslissen, maar mogen best weten dat ook uw geld niet uit de lucht valt.

    6. Stem uw beleid af per leeftijdsfase en geef de ruimte en de verantwoordelijkheden die bij de leeftijd passen. Dat wil zeggen:

  • vanaf een jaar of 7 een beperkt bedrag en geringe verantwoordelijkheden;
  • beetje bij beetje meer geld en meer verplichtingen. Eerst zakgeld (voor een ijsje, cadeautjes voor vriendjes, etc.) en daarna ook kleedgeld (exclusief jas, ondergoed en schoenen);
  • en tenslotte: volledige verantwoordelijkheid.

    7. Houd rekening met het type kind; elk kind is anders.

    Tot slot
    En wat dat ondergoedprobleem uit de inleiding betreft: uiteraard laat ook ik mijn eigen kind liever niet rondlopen in versleten ondergoed. Ik probeer dan ook om er vroeg bij te zijn, zodat de situatie – ook financieel – niet uit de hand hoeft te lopen.

    En als ik toch te laat ben, dan koop ik natuurlijk wel een nieuwe onderbroek. Eens maar nooit weer.

    Literatuur
    Claassen, A., Polman, J. en Katteler, H. (2008a), Overeenkomsten financieel gedrag kind en ouders. Den Haag: CentiQ.

    Heijst, P. van, en Verhagen, S. (red.) (2010), Geld rolt. De rol van professionals bij financiële bewustwording van jongeren. Amsterdam: SWP.

    Noorda, J. en Pehlivan, T. (2009), Kredietcrisis onder risicojongeren. Een andere kijk op schulden en huisvestingsproblemen. Den Haag: SDU.

    Nibud (2011), Scholierenonderzoek 2010-2011. Utrecht: Nibud.

    Serido, J. (2009), Parents often the key to children's financial well-being. Tucson: University of Arizona.

    Pim van Heijst
    [email protected]


    1.

    Leuk onderwerp! Ik heb niets geleerd van geld in mijn jeugd en besloot het anders te gaan doen met mijn eigen kids. Zo gezegd zo gedaan.

    Ik gaf mijn oudste al op 3-jarige leeftijd een centje (5 cent). Elke week zakgeld. Fantastisch vond ze het. En een keer per jaar, of als het een erg volle spaarpot werd, dan gingen we het tellen en er iets voor kopen. Of het wisselen bij de bank, winkel of buurvrouw die een bedrijf heeft. Nu is ze 10 jaar en kan ze aardig met geld omgaan.

    Hetzelfde deed ik bij haar zus, die twee jaar jonger is. Dat is gestopt vorig jaar, aangezien zij het geld weggeeft, verstopt, of weggooit. Ze weet het niet meer, en ik beheer haar geld. Af en toe heb ik wat gespaard en koopt ze zelf waar ik bij sta een boekje of een pop, maar daar houdt het bij op. Ze heeft geen idee van geld. En ik laat het zoals het nu is. Ik beheer, en af en toe wordt er wat uitgegeven.

    Leuk onderwerp. Maar ook moeilijk, om het sommige kinderen te leren.

    Manuela Vonk

    2.

    Een nuttige link: Wat leren wij onze kinderen over geld?

    Martine van Eijk