Ouders Online
Archief
Gezondheid - Probiotica

7 december 2007

Wat doen die probiotica-drankjes als Yakult nu eigenlijk? Anne Rutten bespreekt 'De Probiotica-revolutie' van Gary Huffnagle. Met als toetje: een recept om zelf yoghurt te maken.

Bespreking van:

De Probiotica-revolutie
door: Gary Huffnagle en Sarah Wernick
uitg.: Thoeris
ISBN 978 90 72219 176
prijs: EUR 14,95


Zin en onzin over probiotica

door Anne Rutten

Wie mij voorheen had gevraagd wat 'probiotica' in hemelsnaam zijn, had ik met een kluitje in het riet gestuurd, om intussen zo onopvallend mogelijk de term te Googelen. Maar inmiddels weet ik er alles van, dankzij het boek van de op wonderbaarlijke wijze van zijn astma en nare allergieën genezen hoogleraar interne geneeskunde Gary B. Huffnagle.

Pre- pro- en antibiotica
Probiotica zijn gezondheidsbevorderende micro-organismen. Denk daarbij vooral aan de bacteriën (en een enkele gist) die je in gefermenteerde voedingsmiddelen zoals yoghurt en zuurkool tegenkomt, en die zich in je darmstelsel nestelen zodat daar geen plek meer is voor enge ziekteverwekkers. Overigens dekt de al langer in gebruik zijnde term 'symbiont' deze lading mijns inziens ook al, maar dat klinkt wat minder verkoopbaar.

Probiotica zijn namelijk vooral populair bij de ontwerpers van 'functionele voedingsmiddelen'. In Pubmed, de medische literatuur-database, zie je de laatste jaren dan ook een verschuiving van generiek yoghurt-onderzoek naar onderzoek dat zich richt op zeer specifieke – en patenteerbare – bacteriestammen.

Daarnaast heb je ook prebiotica. Dat zijn stoffen die de gezondheid van gezondheidsbevorderende micro-organismen bevorderen, als u mij nog volgt. En antibiotica zijn stoffen die zo veel mogelijk bacterieel leven om zeep helpen. Ook de goede bacteriën, de probiotica dus.

Irritant wervend
Het boek, opgefleurd met mooie kleurenfoto's van smakelijk ogend voedsel (met uitzondering van het gerechtje op pagina 287, dat eruit ziet alsof het reeds geconsumeerd is door iemand die slecht kauwt) bestaat eigenlijk uit twee delen. Officieel zijn het vier delen, maar die vallen uiteen in twee delen.

Eerst bespreekt Huffnagle het bestaande onderzoek naar probiotica en de effecten daarvan op de gezondheid. Daarna vertelt hij uitvoerig hoe je met speels gemak zo veel mogelijk probiotica tot je kunt nemen. Hij doet dat op een toon die ik zelf irritant wervend vind, maar dat is meer een kwestie van smaak.

Verstandige man
Meneer Huffnagle is een verstandige man, en dat meen ik. Hij geeft zelf al de tip om de bacteriestam van je keuze op te zoeken in Pubmed, om de meest recente onderzoeksresultaten daarover te vinden. Met die tip had ik eigenlijk zelf goede sier willen maken. Bovendien geeft hij een heel heldere samenvatting van de werking van het immuunsysteem, van antibiotica, en van de invloed van probiotica daarop.

Daarnaast haalt hij op een aantal gebieden die hij behandelt vooral de goed uitgevoerde onderzoeken aan (gerandomiseerd, dubbelblind, etc.) Ook geeft hij een beroerd vormgegeven maar toch zeer handige tabel, waarin je in anderhalve oogopslag kan zien van welke bacteriestammen bekend is tegen welke enge ziekten ze helpen.

Merkwaardig daarbij is overigens dat hij de Lactobacillus Bulgaricus, oftewel de bacterie die in gewone yoghurt zit, niet noemt. Terwijl ook daarvan bekend is dat die positieve effecten heeft op allerlei ranzige spijsverteringskwalen. Qua diarree doet de gewone yoghurt-bacterie bijvoorbeeld niet onder voor de aanbevolen Lactobacillus rhamnosus.

Ook komen we te weten dat probiotica in verschillende verschijningsvormen helpen tegen allerlei typen (maar vooral antibiotica-gerelateerde) diarree, vaginale schimmel, urineweg-ontstekingen, eczeem, luchtweginfecties en allergieën. En dat ze van invloed zijn op de algemene gezondheid.

Heel netjes is dat in de Nederlandse vertaling annex bewerking van het boek niet alleen Amerikaanse cijfers maar ook Nederlandse cijfers gegeven worden.

Betrouwbare resultaten en speculatief geneuzel
Wel jammer is dat je je, op zoek naar de betrouwbare resultaten, met veel moeite een weg moet banen door nogal wat speculatief geneuzel. Dat is jammer, omdat het afbreuk doet aan de informatie die wél gebaseerd is op goed onderzoek.

Het probleem zit 'm vooral in de gekozen indeling. De informatie is ingedeeld naar het type aandoening, zoals spijsvertering, allergie, etc. Daardoor staan de goed gedocumenteerde effecten van probiotica (op bijvoorbeeld diarree en hooikoorts) en de puur speculatieve effecten (op bijvoorbeeld fibromyalgie en bepaalde vormen van autisme) dwars door elkaar.

Liever had ik een indeling gehad in goed onderzochte effecten enerzijds en niet – of slecht – onderzochte effecten anderzijds. Wat mij betreft hadden de niet onderzochte effecten dan niet eens genoemd hoeven worden (of ze hadden verbannen kunnen worden naar een obscuur hoofdstuk achterin).

Kul
Als er op een bepaald gebied nog weinig onderzoek is gedaan, of als dat onderzoek niet gepubliceerd is, dan blijkt datgene wat er wél is, vaak niet overtuigend te zijn.

Zo verwijst Huffnagle in het gedeelte over autisme naar een ongepubliceerd onderzoek dat in Engeland is uitgevoerd. Daarbij kreeg de helft van een groep van 40 kinderen een behandeling met een probiotica-supplement en de andere helft een placebo. De ouders hielden de autistische symptomen bij in een dagboek. Het idee was dat dan na een poosje de behandeling zou worden omgedraaid, dus dat de placebo-groep de probiotica kreeg en vice versa.

Een prachtige proefopzet. Er werd echter niet over gepubliceerd, omdat – volgens Huffnagle – het onderzoek "een mislukking genoemd moest worden". De ouders uit de groep die als eersten de probiotica kregen, weigerden namelijk hun behandeling om te ruilen.

Maar ook zonder die wisseling blijft het een prima proefopzet. Je kunt weliswaar niet meer elk kind als zijn eigen controle gebruiken, maar het is nog steeds mogelijk om beide groepen met elkaar te vergelijken. Een mislukking zou ik het dus zeker niet willen noemen.

De werkelijke reden dat dit onderzoek nooit gepubliceerd is, zal ongetwijfeld zijn geweest dat er geen significant verschil was tussen beide groepen.

Mijn leven heeft weer zin!
Het tweede deel van het boek is praktisch van aard. Daarin geeft Huffnagle onder andere een handig overzicht van voedingsmiddelen met pro- en prebiotica. Van yoghurt tot kimchi en van moedermelk tot – hoera! – oude kaas. Mijn leven en mijn kaasverslaving hebben weer zin, sinds ik weet dat kaas, en dan bij voorkeur zo oud mogelijke kaas, tjokvol goede bacteriën zit. Laat ik nou altijd gedacht hebben dat die het zouten van de kaas niet overleefden, maar dat schijnt dus niet waar te zijn. Ook van het harder en droger worden van de kaas hebben ze kennelijk geen last.

Daarnaast noemt hij een aantal voedingsmiddelen waar juist géén probiotica inzitten, zoals het 'yoghurt'-laagje op sommige tussendoortjes, en behandelt hij een aantal probiotische voedingssupplementen.

Prettig om te lezen is dat die supplementen eigenlijk niet nodig zijn, als je je dagelijkse portie probiotica via de normale voeding tot je neemt. Des te opmerkelijker is de aanbeveling om gewoon gezond te eten en de supplementen te laten staan, gezien de plek waar het boek gepresenteerd werd, namelijk in de Yakult-fabriek in Almere.

Het boek besluit met een aantal praktische tips en recepten, waarbij de 'muesli met yoghurt en verse vruchten' van een tot tranen roerende eenvoud is.

Conclusie
Het ronkende persbericht waarin het boek werd aangekondigd, deed het ergste vermoeden. Ik vreesde dat het een eng Amerikaans pamflet zou zijn waarin slechts de lof van peperdure probiotische drankjes zoals Yakult bezongen zou worden. In dat licht bezien viel het boek alleszins mee. Ook kan het de toets der wetenschappelijke kritiek redelijk doorstaan, al moet je als lezer wel goed blijven opletten waar er wordt verwezen naar deugdelijk onderzoek en waar het blijft bij speculaties.

Ik ben in ieder geval overtuigd geraakt van het belang van probiotica in de normale voeding (al blijft onduidelijk hoeveel je er nu precies van nodig hebt) en ik ben blij dat ik nu een goed overzicht in huis heb waar het allemaal inzit.

Dus: giet uw kinderen vol met yoghurt, want dat is goed voor ze. En eet uw tosti's rauw, want anders gaat de kaas dood.

Anne Rutten
p/a [email protected]

Naschrift van de redactie
Van Merit Tabbers, onze voormalige Vraagbaak-kinderarts, hoorden we dat Danone vanaf 1 januari 2008 een wetenschappelijk onderzoek naar de werking van probiotica laat uitvoeren door het Emma Kinderziekenhuis (AMC Amsterdam). Binnenkort kunt u een oproep op ons Forum verwachten om daaraan mee te doen.


Zelf yoghurt maken

We hebben het geluk dat we in een land wonen waar melk vers is en yoghurt in literpakken zit. Zelf yoghurt maken hoeft dus niet per se, maar het is wel leuk en leerzaam, en helemaal niet moeilijk.

Er schijnen apparaten in de handel te zijn die kleine potjes precies op 37 graden verwarmd houden, maar die heb je niet echt nodig. Een afsluitbare pot en een hooikist-constructie zijn genoeg. Bijvoorbeeld een ongebruikt logeerbed of een slaapzak. Controleer wel of de pot echt goed afsluit, want yoghurt krijg je niet heel makkelijk uit een slaapzak, is mijn ervaring.

Nodig:

  • 1 liter willekeurige melk (vers, gesteriliseerd, of van melkpoeder)
  • 4 eetlepels ongezoete yoghurt, yomio, of iets soortgelijks
  • 1 afsluitbare pot (wij gebruikten een glazen voorraadpot met schroefdeksel)
  • 1 pan en 1 garde

    Werkwijze:

  • verwarm de melk in de pan tot hij lauw aanvoelt (steek je vinger in de melk). Hij is dan ongeveer 38-40 graden en dat vindt yoghurt fijn;
  • haal de pan van het vuur, giet de melk in de pot en roer er met de garde de yoghurt door;
  • sluit de pot, zet hem in het logeerbed en drapeer het dekbed en de kussens er om- en overheen;
  • verbied de kinderen er bovenop te springen en wacht 24 uur. Et voilà, yoghurt.

    Als de laatste stap (voilà, yoghurt) niet helemaal succesvol verloopt, koelt de melk misschien toch te snel af in de hooikist. Je zou de melk dan ergens halverwege een kruikje kunnen geven.


    Reacties

    1.

    Ik woon in een land (Italië) waar yoghurt in halve literpakken zit en relatief duur is, wat met een vier-persoonsgezin niet echt handig is. Wij maken dus al sinds een jaar of 10 yoghurt zelf.
    De mededeling dat je elke soort melk kunt gebruiken, is niet waar:

    - Het makkelijkst is gesteriliseerde melk: die kun je zo met de yoghurt mengen. Als je een yoghurtmachine gebruikt, hoef je hem niet eens te verwarmen, een kind van 8 kan al yoghurt maken.

    - Als je verse melk gebruikt, moet je die eerst koken, omdat anders bepaalde stoffen in de melk de probiotica tegenwerken, en je yoghurt heel dunnetjes wordt.

    - Yoghurtmachines zijn vrij goedkoop (ca 30 euro) en een heel stuk handiger dan hooikist-constructies. Het gemak is met name dat je precies weet wanneer je yoghurt klaar is: na 12 uur. Bovendien is de yoghurt in die kleine potjes lekkerder, omdat elk potje een lekker dik laagje romig product krijgt.

    - Het lekkerst is toch echt om volle melk en een volle yoghurt te gebruiken, bijvoorbeeld griekse yoghurt. Na eenmaal met een potje griekse yoghurt te hebben gewerkt, kun je oneindig doorgaan, door je eigengemaakte yoghurt met de melk te mengen. Dan moet je dus wel telkens een potje opzij houden voor de re-make. Als het potje meer dan twee weken staat te wachten, wordt de kwaliteit van je yoghurt wat minder en kun je beter een nieuw potje yoghurt in de winkel kopen. Als je steeds je eigen yoghurt gebruikt, eet je dus yoghurt voor de prijs van goedkope, gesteriliseerde melk. Dat is in Italie ca. 1 euro i.p.v. 4 euro (voor een liter) in de winkel. De prijs voor een machine heb je er dus zo uit en hij gaat bij ons al 10 jaar mee.

    En tot slot: in Italië worden bij een antibiotica-kuur voor kinderen altijd probiotica supplementen voorgeschreven. Het gaat dan om 'enterogermina' (een watertje), of poedertjes die je met water moet innemen en die een beetje naar gist smaken. Van harte aanbevolen, want het versnelt het herstellingsproces en voorkomt diarree en zo Ook bij volwassenen natuurlijk.

    GvL


    2.

    Met veel belangstelling las ik uw artikel over probiotica. Sinds ik mijn kinderen probiotica geef (sinds zomer 2004) willen ze namelijk maar niet meer ziek worden. Hele schoolklassen (nu groep 2 en groep 4) om hen heen vallen elk jaar meermalen voor een week of langer om, maar zij komen niet verder dan een incidentele eendaagse snotneus waarvoor ze tot hun frustratie niet thuis mogen blijven. Mijn dochter, die sinds haar geboorte kampte met ernstige ontlastingsproblemen, genas spontaan van deze kwaal sinds ze op haar derde verjaardag haar eerste flesje Actimel dronk.

    Wij zijn overtuigde probiotica-innemers, dat snapt u gezien het voorgaande. Ik heb geen flauw idee wat het voor autisten doet, lijkt me vergezocht dat dat zo zou zijn. Maar de wijze ("De werkelijke reden dat dit onderzoek nooit gepubliceerd is, zal ongetwijfeld zijn geweest dat er geen significant verschil was tussen beide groepen.") waarop u dat onderzoek afdoet vind ik niet getuigen van gedegen wetenschapsjournalistiek. Hoe moet ik de rest van uw recensie nu waarderen?

    Met vriendelijke groet,
    A.P.

    Antwoord van Anne Rutten: U heeft gelijk dat ik het wat bot formuleerde. Laten we het erop houden dat ik vermoed dat er geen significant verschil was. Voor de zekerheid zal ik het navragen. Als dat wat oplevert, leest u binnenkort hier het resultaat.