15 juni 2007 door Esther Schoneveld

Kinder-alimentatie

Kinder-alimentatie roept altijd veel vragen (en emoties) op. Wat is een redelijk bedrag? En wat moet je doen als je er niet uitkomt? Of als er niet betaald wordt? Esther Schoneveld schetst de grote lijnen.

Ouders zijn onderhoudsplichtig. Dat betekent dat ze verplicht zijn om financieel bij te dragen aan de verzorging en opvoeding van hun kinderen. Ook als je gescheiden bent. Dan spreken we van 'kinder-alimentatie'. Daarnaast bestaat er ook partner-alimentatie, maar dat valt buiten het bestek van dit artikel, evenals de onderhoudsplicht voor 'jongmeerderjarigen' (18-21 jr) die ik eerder al behandeld heb.

Kinder-alimentatie dus. Ga er maar even goed voor zitten, want het is een lastig onderwerp!

Wie moet er betalen?

Iedere ouder is verplicht om bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn of haar kinderen. Het gaat daarbij om de volgende personen:

  • 'gewone' ouders;
  • stiefouders;
  • adoptie-ouders;
  • de man die het kind erkend heeft (voor erkenning doen gezag en biologische vaderschap niet terzake);
  • de partner (lees: stiefouder) die samen met de echte ouder gezag over het kind heeft;
  • voogden;
  • de verwekker (biologische vader) maar niet een eventuele zaaddonor;
  • de levensgezel van de moeder.

De levensgezel van de moeder is alleen onderhoudsplichtig als hij heeft ingestemd met de daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad. Bijvoorbeeld: de man die heeft ingestemd met bevruchting door middel van kunstmatige inseminatie.

Voor alle duidelijkheid: juridische ouders zijn dus altijd onderhoudsplichtig, ook als er geen omgang met het kind is, en ook als de andere ouder eenhoofdig gezag heeft gekregen. Omgang en gezag spelen dus geen rol. De onderhoudsplicht duurt gewoon tot het kind 21 is.

Wie krijgt het geld?

Wanneer ouders uit elkaar gaan, of misschien nooit hebben samengewoond (maar wel een kind hebben), heeft de ouder die het kind opvoedt, meestal behoefte aan kinder-alimentatie. Dan gelden de volgende begrippen:

  • de ouder die de alimentatie betaalt, is de alimentatie-plichtige.
  • degene die de alimentatie ontvangt, is de alimentatie-gerechtigde;

Let op: bij minderjarige kinderen ontvangt de verzorgende ouder de kinder-alimentatie. Vanaf de 18e verjaardag wordt het kind zélf de alimentatie-gerechtigde.

De hoogte van het bedrag

Er bestaat niet zoiets als één vast bedrag voor iedereen. De kinder-alimentatie verschilt van geval tot geval. Twee zaken zijn daarbij van belang:

  • het bedrag dat de alimentatie-gerechtigde nodig heeft;
  • het bedrag dat de alimentatie-plichtige kan betalen.

Om te berekenen welk bedrag de alimentatie-gerechtigde nodig heeft, moeten eerst de kosten (oftewel de 'behoefte') van het kind of de kinderen worden berekend. Hoe dat werkt, leest u straks. Deze kosten moeten de ouders verdelen naar rato van hun inkomen ('naar rato' wil zeggen: als de ene ouder twee keer zo veel verdient als de ander, moet hij of zij ook twee maal zoveel bijdragen).

Om te berekenen welk bedrag de alimentatie-plichtige kan betalen, moet een zogenaamde 'draagkrachtberekening' worden gemaakt. In ieder geval hoeft hij of zij niet meer te betalen dan wat de alimentatie-gerechtigde nodig heeft. Ook over de draagkrachtberekening zal ik straks wat meer vertellen.

Wat kost een kind?

Om de kosten van het kind of de kinderen te bepalen, wordt als uitgangspunt genomen: de levensstandaard van het kind op het moment dat de ouders nog bij elkaar waren. Het idee daarachter is dat het kind er financieel niet de dupe van mag worden dat zijn ouders uit elkaar gaan.

Hiervoor zijn tabellen beschikbaar. De tabellen zijn opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), in samenwerking met het Nibud. Ze worden elk jaar opnieuw gepubliceerd, als bijlage bij het zogenaamde Tremarapport. Het Tremarapport is een vaste basistekst, de bijlage wordt twee keer per jaar aangepast. Zie: Werkgroep Alimentatienormen.

Met behulp van de tabellen uit de bijlage vind je het bedrag dat de kinderen in totaal nodig hebben. Vervolgens moet dat bedrag (naar rato) verdeeld worden tussen de beide ex-partners, waarbij geen van beide meer hoeft te betalen dan hij of zij werkelijk kan. Daarvoor dient de draagkrachtberekening.

Draagkrachtberekening

Het bepalen van het benodigde bedrag (zie boven) is al behoorlijk lastig, maar de draagkrachtberekening is nog vele malen lastiger. Heeft u de bovengenoemde Bijlage bij het Tremarapport gedownload, dan vindt u daarin een formulier dat sterk lijkt op dat van de inkomstenbelasting, met talloze mogelijkheden en uitzonderingen.

Voor de draagkrachtberekening zul je dus een deskundige moeten inschakelen. Dat kan een advocaat zijn, of een gespecialiseerd bureau.

Let op: er zijn verschillende manieren om met de financiële gegevens om te gaan. Wanneer twee deskundigen met dezelfde financiële gegevens gaan rekenen, is de kans groot dat er twee verschillende uitkomsten uitrollen.

In ieder geval moet volgens de wet rekening worden gehouden met de vraag wat de alimentatie-plichtige kan betalen. Omdat niet in de wet staat hoe dat moet, hebben de rechters daar een methode voor ontwikkeld:

  • eerst wordt het netto-inkomen van de alimentatie-plichtige vastgesteld;
  • daarna wordt het zogenaamde draagkrachtloos inkomen bepaald. Dat is het deel van het inkomen dat de alimentatie-plichtige zelf nodig heeft;
  • vervolgens wordt het draagkrachtloos inkomen afgetrokken van het netto-inkomen;
  • het bedrag dat overblijft, is de zogenaamde draagkracht-ruimte.

Draagkrachtloos inkomen

Het draagkrachtloos inkomen dat de alimentatie-plichtige zelf nodig heeft om van te leven (zie boven), bestaat uit een aantal onderdelen. In ieder geval:

  • de bijstandsnorm inclusief vakantiegeld;
  • woonlasten;
  • premie ziektekostenverzekering;
  • reis- en verblijfskosten voor de omgangsregeling.

Eventueel kan er ook rekening worden gehouden met:

  • de aflossing van schulden;
  • studiekosten;
  • medische kosten;
  • allerlei verzekeringspremies.

Besteding van de draagkracht-ruimte

Van de draagkracht-ruimte, oftewel het netto-inkomen minus het draagkrachtloos inkomen, is een deel beschikbaar voor de alimentatie-plichtige zelf, en de rest (meestal 60% of 45%) voor alimentatie. Het hangt er onder andere vanaf of de alimentatie-plichtige alleenstaand is of niet.

Als de alimentatie-plichtige een 'nieuw gezin' heeft, kan het zijn dat niet 60% maar 45% van zijn of haar draagkracht-ruimte voor alimentatie beschikbaar is.

Alimentatie soms hoger dan verwacht

Soms valt de alimentatie hoger uit dan je aanvankelijk verwacht had. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn. Onder andere:

  • de alimentatie kan worden verhoogd met het belastingvoordeel dat de alimentatie-plichtige heeft, als gevolg van het betalen van alimentatie;
  • voor het vaststellen van het netto-inkomen worden praktisch alle bronnen van inkomsten meegenomen. Zoals: het salaris en/of een eventuele uitkering, maar ook: vakantiegeld, heffingskortingen, bonus, 13e maand, pensioen, vaste overwerkvergoeding, rente en dividend, inkomsten uit verhuur van ruimte, enzovoorts. Daardoor kan het netto-inkomen hoger uitvallen dan je eerst gedacht had.

Afspraken vastleggen

Als de ouders het eens zijn over de verdeling van de kosten van de kinderen, kunnen zij de alimentatie-regeling vastleggen in het echtscheidings-convenant. Als er geen sprake was van een huwelijk, dan kan dat natuurlijk ook in een gewone overeenkomst die door beide ouders moet worden ondertekend.

Je kunt ook volstaan met een mondelinge afspraak, maar de praktijk leert dat dan later vaak onenigheid ontstaat. Het is dus raadzaam de afspraken op papier te (laten) zetten.

Eventueel: naar de rechter

Als ouders het onderling niet eens kunnen worden over de hoogte van de alimentatie – bijvoorbeeld omdat de ene ouder vindt dat de andere ouder best wat meer kan betalen – dan kan de zaak worden voorgelegd aan de rechter.

In dat geval moet er een verzoek tot het vaststellen van kinder-alimentatie worden ingediend bij de rechtbank. Houd er wel rekening mee dat daar kosten aan verbonden zijn.

De rechter zal in beginsel ook een kosten- en een draagkracht-berekening opstellen zoals ik hierboven heb beschreven. De alimentatie-gerechtigde en soms ook de alimentatie-plichtige moeten de rechtbank daarom bewijsstukken van zijn of haar inkomsten, lasten en eventuele schulden sturen.

Vervolgens kun je schriftelijk en/of op de zitting aangeven waarom je vindt dat er van een bepaald inkomen uitgegaan moeten worden, en waarom bepaalde lasten wel of niet meegenomen moeten worden bij het berekenen van de draagkracht.

Handhaving

Uiteindelijk beslist de rechter. In de uitspraak zal hij of zij bepalen welk bedrag de alimentatie-plichtige iedere maand moet betalen.

In principe is iedereen verplicht die uitspraak na te komen. Wanneer dat niet gebeurt, met name wanneer de alimentatie-plichtige ouder niet betaalt, kan de andere ouder de hulp van een deurwaarder of het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) inroepen. Zie verder: www.lbio.nl

Wijzigen van het bedrag

Er kunnen zich situaties voordoen waardoor de alimentatie-plichtige ouder niet langer het afgesproken bedrag kan betalen, of waardoor de alimentatie-gerechtigde behoefte heeft aan meer geld. Bijvoorbeeld als je – buiten je schuld – werkloos wordt, of veel minder gaat verdienen, of een nieuw gezin hebt gesticht.

De ouder die de alimentatie niet meer op kan brengen, zal een verzoek moeten indienen bij de rechtbank om het vastgestelde bedrag te wijzigen. De rechter zal dan beoordelen of er daadwerkelijk gewijzigde omstandigheden zijn, op grond waarvan een nieuwe berekening gemaakt moet worden.

Rechters zullen echter niet snel geneigd zijn om de kinder-alimentatie te verlagen, omdat een bijdrage in de kosten van het kind als een belangrijke plicht wordt gezien (door de wetgever).