Ouders Online
Archief
Ouders Online boeken - Kindertaal en meertaligheid

Ouders Online staat voor kwaliteit, onafhankelijkheid, en onderwerpen die ertoe doen. Maar vooral ook: lekker leesbaar! Niet alleen online, maar ook offline - in boekvorm.

Helaas... Het onderstaande boek is niet meer leverbaar.


Oetsiekoetsie - De meest gestelde vragen over kindertaal en meertalig opvoeden - Uitverkocht

Omslag: Oetsiekoetsie

Oetsiekoetsie
De meest gestelde vragen over kindertaal en meertalig opvoeden
door: Maaike Verrips, Jeroen Aarssen en Paula Fikkert
Kosmos Z&K, Utrecht/Antwerpen, 2001
ISBN 90 215 9520 6
Prijs: EUR 12,50

"Oetsiekoetsie-koetsie-koetsie... ", zeg je liefdevol tegen je baby. En even later vraag je je in opperste verbazing af hoe het eigenlijk mogelijk is dat je kind op basis van deze wartaal in staat is om 'gewoon' te leren praten. Misschien begin je je zelfs zorgen te maken of het eigenlijk wel goed is voor de taalontwikkeling om zo raar te doen...

Wie geregeld met jonge kinderen te maken heeft, wordt vanzelf getroffen door de snelheid en het ogenschijnlijk gemak waarmee ze leren praten. Na het eerste gebrabbel komen er langzaamaan wat woordjes bij en dan plotseling blijkt zo'n kind van alles te kunnen zeggen en begrijpen. Hij zegt niet alleen na wat er tegen hem gezegd wordt, maar gebruikt de taal al direct op zijn eigen manier. En onder de juiste omstandigheden lukt dat allemaal zelfs in meer dan een taal tegelijk. Waar halen ze het vandaan?

Het is inmiddels wel bekend dat er een vast patroon is in de manier waarop verschillende kinderen zich hun moedertaal (of -talen) eigen maken. In het algemeen houdt men als tijdschema aan dat een kind rond zijn eerste verjaardag nog brabbelt, rond 18 maanden enkele woordjes spreekt, en enkele maanden na zijn tweede verjaadag ook korte zinnetjes. Rond zijn derde verjaardag gebruikt hij zinnen tot ongeveer vijf woorden, die nog niet helemaal volwassen klinken. Daarna worden de zinnen steeds completer en ingewikkelder.

De fouten die kinderen maken, zijn meestal geen toevallige missers. Ze volgen als vanzelfsprekend uit de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt.

Toch valt niet eenvoudig te bepalen of de taal zich goed ontwikkelt. In de praktijk bereiken kinderen deze mijlpalen namelijk op zeer uiteenlopende leeftijden. Er zijn kinderen van acht maanden die al een enkel verstaanbaar woord zeggen, en kinderen van twee die dat nog niet doen. Sommige kinderen van twee jaar hebben een woordenschat van 50 woorden, andere hebben een woordenschat van 600 woorden. En als een kind met meer dan een taal tegelijk opgroeit, roept dat allerlei specifieke vragen op: wordt het niet te veel, hoe zorg je voor voldoende 'taalaanbod' in beide talen, en maakt het iets uit om welke talen het gaat?

Vragen over al deze aspecten van taalontwikkeling en meertaligheid worden wekelijks behandeld in de vraagbaak 'Kindertaal en Meertaligheid' van Ouders Online. [...] Deze vraagbaak wordt gerealiseerd in samenwerking met Studio Taalwetenschap, een onafhankelijk bureau voor onderzoek, advies en projectorganisatie op taalwetenschappelijk gebied.

De vragen worden beantwoord door drie taalkundige experts. Jeroen Aarssen is als deskundige op het gebied van meertaligheid verbonden aan Sardes. Paula Fikkert is taalkundig onderzoeker aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Maaike Verrips is taalkundige, auteur van De taal van je kind en mede-oprichter van Studio Taalwetenschap.

In december 2001 verscheen Oetsiekoetsie op de Nederlandse televisie: een documentaire-serie over kindertaalontwikkeling in Nederland, geproduceerd door TV DITS in nauwe samenwerking met Maaike Verrips. Dat vormde een goede aanleiding om de meest gestelde vragen uit de vraagbaak te bewerken en te bundelen. We hopen dat dit boek ook antwoord geeft op úw vragen.