Ouders Online
Archief
Opvoeding - Het groot opvoedboek (voorpublicatie afl. 1)

17 juni 2005

Vergeet dokter Spock en Penelope Leach. Ons nieuwe baken heet: Anna Wahlgren. Deze moeder van negen kinderen speelde het klaar om ons 768 pagina's lang op het puntje van onze stoel te laten zitten. Wij waren trouwens niet de enigen. Maar liefst 500.000 (!) Scandinavische lezers gingen ons al voor.

In Het groot opvoedboek, dat met zijn 768 pagina's inderdaad 'groot' genoemd mag worden, vertelt Wahlgren zo'n beetje alles wat kinderen meemaken, van de babytijd tot hun 16e jaar, en hoe je daar als opvoeder het beste op kunt reageren. Het is een vrolijk boek dat je voortdurend een hart onder de riem steekt en je nooit veroordeelt. Met tal van praktische tips en inzichtgevende verhalen.

Vanaf vandaag gaat Ouders Online u verwennen met drie voorpublicaties. Deze week, volgende week, en de week daarop. Zodat u een goed beeld krijgt van datgene wat u kunt verwachten.

Deze week: een aantal fragmenten over de rol van de vader, in het kader van vaderdag.


Het groot opvoedboek
door: Anna Wahlgren
uitg.: Forum (de Boekerij)
ISBN 9022540790
Prijs: EUR 29,95
verschijningsdatum: rond 1 juli 2005

Deel 1 - Zwangerschap en bevalling

Papa

Als je kind een vader heeft die je terzijde staat, probeer dan lief voor hem te zijn!

Wees erop voorbereid dat er vreemde dingen kunnen gebeuren als je thuiskomt met de baby!

Als kersverse moeder kun je je heel verward, hulpeloos en onwetend voelen als het gaat om je kind. Maar als de vader van het kind eraan komt om de baby te dragen of op te tillen, word je misschien overmand door een sterk gevoel van eigendomsrecht. Bruusk ruk je hem het kind uit handen, alsof je bang was dat hij het zou mishandelen (of in elk geval zal laten vallen). Plotseling ben je honderd procent moeder.

Je kunt overrompeld worden door je eigen onverwachte gedrag.

Misschien ben je als nieuwbakken moeder diep van binnen een kleingeestige holbewoner. Wat staat die vent daar rond te hangen! Laat hij naar buiten gaan, op jacht, zodat er brood op de plank komt!

Veel vrouwen wijzen de vader van hun kind af – veel te vaak en veel te veel. Later krijgen ze vreselijke spijt van hun kortzichtigheid.

Je kunt het natuurlijk ook naar de andere kant overdrijven en je inbeelden dat de papa niet geïnteresseerd is in zijn kind, omdat hij zich er niet dadelijk boven op stort. De nieuwe gezinsidylle begint met 'geween en tandengeknars'. "Had dan gezegd dan je geen kind wilde!"

Vader worden is niet gemakkelijk – zie 'De man zwanger?'. Als jij al moeilijk kunt begrijpen dat je moeder bent geworden, dan is het voor hem vast nog veel moeilijker om te beseffen dat hij vader is geworden.

De aanblik van dat kleine, onbekende mensje kan bij hem de meest tegenstrijdige gevoelens oproepen – of zelfs helemaal geen gevoelens.

Jij hebt een voorsprong. Je hebt het kind negen maanden lang gedragen en hebt het in de kraamkliniek vaker gezien dan hij. Jij geeft borstvoeding. Jij hebt met het kind een fysieke band die voor een buitenstaander volkomen onlosmakelijk schijnt.

Je hebt een onmiskenbare voorsprong. Zelfs wanneer jij zelf het gevoel hebt dat de kleine een vreemde is en geen idee hebt wat je moet doen, lijk je voor alle anderen, inclusief de vader van het kind, dé expert, degene die alles weet, overal een antwoord op heeft en precies weet hoe je dit soort dingen aanpakt.

Ook al heeft de vader van je kind nog zo ambitieus deelgenomen aan de zwangerschap en de bevalling – nu is hij een buitenstaander.

En op de koop toe wordt hij ook nog eens van zijn seksleven beroofd. Misschien is dat wel het laatste waar je op dit moment aan denkt, maar bij hem ligt dat anders. Hij mag een eeuwigheid lang niet met je naar bed. Wiens schuld is dat?

Die van het kind.

Dit is een vruchtbare bodem voor jaloezie en andere minder nobele gevoelens.

Jij moet proberen het gevoel weg te nemen dat hij buitengesloten is en dat is niet gemakkelijk. Maar het is de moeite waard.

Vergeet hem niet in seksueel opzicht! Natuurlijk hoef je jezelf geen geweld aan te doen, maar iedere poging om in elk geval iets wat op een seksleven lijkt te herstellen – al was het maar in de vorm van warme tederheid – zal ertoe leiden dat hij de baby gemakkelijker kan accepteren.

Wat het kind betreft, moet je de kleine af en toe aan hem overlaten, in het vertrouwen dat hij het redt.

Dat is overigens gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Het merkwaardige met babygehuil is immers dat je het zo ongelofelijk veel beter hoort en dan het zoveel erger klinkt als iemand anders dan jij met de baby bezig is.

Je zult je daartegen moeten harden. Nu is het belangrijk dat je je Oost-Indisch doof houdt en niet naar binnenrent en hem de zaak uit handen neemt.

Ik kan dit niet genoeg benadrukken. Denk je het tegenovergestelde eens in! Dat jij daar staat en nog helemaal onervaren een aarzelende poging doet. Maar je bent nog niet begonnen, of er komt zuchtend en steunend iemand binnenstormen die alleen maar commentaar heeft... dan zou de moed je toch onmiddellijk in de schoenen zinken. En daar blijven.

Je zou het bijltje er bij neer gooien. Misschien niet alleen die ene keer, maar voorgoed.

Het is wel een beetje aan de late kant als jij na een maand of wat – als je moe en uitgeput, zoals elke moeder, het gevoel hebt dat je de verantwoordelijkheid helemaal alleen moet dragen – de vader verwijt dat hij niet meehelpt.

Dat komt in de beste families voor.

In het begin is het alleen maar leuk en spannend om de kleine te verzorgen en met haar om te gaan. Je gaat niet graag de deur uit, om maar niets te hoeven missen.

Maar dat zou je wel moeten doen. Laat de vader eens rustig met zijn kind alleen! Hij moet zijn eigen band opbouwen met de pasgeboren baby. Zorg dat je niet steeds over zijn schouder meekijkt en commentaar geeft op zijn doen en laten. Sta ook niet stil glimlachend toe te kijken, genietend van het familietafereeltje, ook al geeft het een heerlijk gevoel – daarmee maak je hem alleen maar nerveus. Blijf helemaal niet staan! Ga erop uit en trek de deur achter je dicht.

Er is tijd genoeg om met z'n drieën dingen te doen.

Papa staat in de schaduw als het om de borstvoeding gaat. Hij zal waarschijnlijk amper voldoende zelfvertrouwen hebben om je het kind uit handen te nemen, zodra het de tepel loslaat. Daarom moet je het kind aan hem geven!

Ziet hij er dan hulpeloos overrompeld uit, verzin dan maar een smoes dat je even moet gaan liggen of zo, terwijl hij de baby verschoont – en als je dan gewoon wegloopt, is er geen ruimte voor mitsen en maren.

Zodra het kind een kik geeft, zit je met gespitste oren – misschien heb je je hand al op de deurknop, klaar om naar binnen te rennen. Niet doen!

Jij bent weliswaar de moeder van het kind, maar hij is de vader.

Jij zult het vast ook niet prettig vinden als iemand over jouw schouder meekijkt, terwijl jij nog een beetje onhandig met de baby omgaat. Nu begrijp je het.

En het gaat natuurlijk niet alleen om papa's recht op zijn kind. Het is niet een aardig gebaar of een moreel hoogstandje – je moet een stapje terug doen. Het is een investering in de toekomst.

Als je de vader nu bij het kind weghoudt, zal hij je later ook niet bijstaan.

Je blijft niet eeuwig borstvoeding geven. Binnenkort moeten jullie het kind, de verantwoordelijkheid en het werk delen. Denk aan de toekomst! Het is niet zozeer lief van je, als je het kind aan zijn zorg toevertrouwt, het is verstandig.

Boertjes laten doen, verschonen, contact maken – daar kan papa ook voor zorgen. Probeert hij er onderuit te komen en zegt hij dat jij het veel beter kunt, dan moet je opeens zogenaamd een boodschap doen – je verdwijnt dus.

De grote wasbeurt 's avonds kan bijvoorbeeld zijn taak worden.

Commentaar leveren op zijn prestaties is taboe, dus geen lof en geen kritiek uiten.

Misschien staat hij daar dan transpirerend, met een kop als een boei en in zijn handen een verfomfaaid en protesterend kindje – dan moet je dus je gezicht in de plooi houden en doen alsof alles in orde is. Oefening baart kunst, nietwaar?

Je kunt hem vragen of hij het leuk vond, of hij het net als jij zo lastig vond om dat wikkelhemdje goed aan te doen of iets dergelijks, maar je als je er überhaupt over wilt praten, dan moet je vragen – dus geen commentaar en al helemaal geen kritiek leveren!
Geef hem van begin af aan ten minste één bepaald moment van de dag waarop hij voor het kind zorgt.

Uit de regelmaat ontstaat een gewoonte. Gewoonten kenmerken het leven van alledag. De vader zal er snel aan wennen dat hij op een bepaald moment van de dag het alleenrecht op het kind heeft en daarmee wordt de basis gelegd voor een waardevolle relatie.

Het kind heeft een vader gekregen.



Deel 2 - Zuigelingenzorg

Psychisch welzijn

Een mens wordt klein, weerloos en naakt geboren.

Als er niemand was die haar zou opwachten en verzorgen, zou ze het niet veel dagen volhouden. Misschien nog niet eens een dag.

De weerloosheid van het pasgeboren kind roept bij de beide ouders een beschermingsinstinct wakker.

Een vader vertelt over de geboorte van zijn kind:

'Maar plotseling was er een alles doordringende schreeuw die mij als het ware wakker schudde. Ik was verbijsterd. Niet haar schreeuw, maar die van het kind... Anders dan alles wat ik ooit had gehoord, zo ongelofelijk zwak en hulpeloos, het leek een oproep. Ik kreeg een brok in mijn keel. Zij had het verschrikkelijk gehad, dat begreep ik wel en met mij ging het ook niet bepaald geweldig, maar de baby... De baby had het meest geleden – opeens drong het tot me door.

En tegelijkertijd werd ik overrompeld door een gevoel – een nieuw, onbekend gevoel, waarvan ik niet eens wist dat ik het in me had. Een gevoel van verantwoordelijkheid. Ik wilde dit hulpeloze wezentje te hulp schieten. Ik wilde het steunen en beschermen, tot elke prijs. Dit was een volkomen afhankelijk, overgeleverd, weerloos mensenkind... en hij schreeuwde vertwijfeld, alsof hij zich, vanaf zijn eerste ademtocht, bewust was van zijn weerloosheid.

"Het is een jongen," zei de vroedvrouw en lachte, herinner ik me, maar ik dacht: het is meer, veel meer dan dat. Ik werd door elkaar geschud. Het werd een soort keerpunt. Mijn wereld kreeg een extra dimensie, een verdieping...

Vanaf dat moment heb ik het vaderschap op me genomen. Niet als een zware last, maar als een taak die ik heel serieus neem.'

Een man kan misschien de zwangerschap van zijn vrouw de rug toekeren, maar hij kan nooit voorkomen dat hij tot in zijn diepste wezen wordt geraakt door de aanblik van de geboorte van zijn kind.

De aanstaande moeder aan zijn zijde is zowel lichamelijk als geestelijk voorbereid op de komst van dit kind dat uit haar baarmoeder geboren wordt.

Maar er wordt bij de ouders niet alleen een beschermingsinstinct gewekt; er is ook ruimte voor blijdschap en trots.

Een moeder die haar kind laat zien of een vader die een rondje geeft vanwege de geboorte van zijn kind, wordt niet alleen bevangen door een gevoel van tederheid en verantwoordelijkheid. Plotseling besef je: ik heb een kind gekregen, potverdorie, ik heb echt wat gepresteerd!

Dat resultaat moet natuurlijk getoond worden.

Hoe beschaafd en onbevooroordeeld we ook zijn, diep van binnen huist nog die primitieve oerwoudbewoner, die een gat in de lucht springt en zich op de borst slaat:

'Het is me gelukt, het is me gelukt! Ik heb me voortgeplant! Ik ben sterk genoeg om voort te leven in een kind! Kijk maar!'

Je kunt zeggen wat je wilt: de verrukking bij de aanblik van een pasgeboren kind is onmiskenbaar bij de liefdevolle kersverse ouders – de 'kudde' – en je kunt alleen maar wensen dat dit zo blijft.

Maar waarom blijft deze toestand niet altijd bestaan?

Bijvoorbeeld omdat een pasgeboren baby natuurlijk veeleisend is. Een mensenkind kan niet in de steek worden gelaten. De behoefte aan voedsel is groot en onophoudelijk, de behoefte aan bescherming tegen gevaren is constant.

Bovendien sluipt er al vroeg een element van ontoereikendheid in het ouderschap, juist in onze tijd, in onze cultuur – paradoxaal genoeg; want juist in onze tijd, in onze cultuur, met alle voordelen van welvaart en veiligheid waarover we in feite nog steeds beschikken in de zogenaamde ontwikkelde landen, kunnen we garanderen dat onze pasgeborenen krijgen wat ze acuut nodig hebben: voedsel en bescherming.

Daarom zouden we gelukkig, dankbaar en trots moeten zijn. In plaats daarvan heeft het slechte geweten gigantische proporties aangenomen.

We komen later nog op die paradox terug!


Deel 5 - Opvoeding

Van wie houd je het meest? (kadertekst)
"Denk eens goed na, meisje. Wat heeft papa gezegd?"
"Niets."
"Heeft hij niet gezegd dat jij met hem bij Monique gaat wonen?"
"Weet ik niet."
"Hij heeft je toch wel verteld dat wij gaan scheiden?"
"Dat weet ik niet."
"Maar lieve hemel! Luister je wel als hij met je praat?"
"Wat?"
Mama bijt op haar lip.
"Op een keer zei hij dat ik Moniques hond mocht uitlaten," zegt het kind. "Maar toen we daar kwamen, mocht het toch niet."
(Aha, ze heeft dus een hond...)
"Vind je papa aardig?" vraagt mama.
"Jawel."
"Houd je van papa?"
"Jawel."
"Houd je van mama?"
"Jawel."
"En van Monique dan?"
"Jawel, hoor."
"Van wie houd je het meest?"
"Wat?"
"Het meest? Van wie houd je het meest?"
"Van Liesje," zegt het kind.
Mama is perplex.
"Wie is Liesje?!"
"Mijn cavia. In de crèche," zegt het kind.