Ouders Online
Archief
Offline gelezen - de beeldschermcultuur

17 maart 2006

Everything Bad is Good for You van Steven Johnson is een provocerend boek waarin betoogd wordt dat tv, games en Internet weliswaar plat vermaak zijn, maar de mensheid tóch slimmer maken.

We lieten het boek lezen door Maurits In 't Veld, een vader die meer opheeft met boeken dan met beeldschermen.

Everything bad is good for you. Why popular culture is making us smarter
door: Steven Johnson
uitg.: Allen Lane, London, 2005
ISBN: 0 713 99802 4


Hoe plat is een beeldscherm?

door Maurits In 't Veld

Zelf kijk ik geen tv en we brengen onze vier kinderen in de eerste tien jaar van hun leven slechts sporadisch in aanraking met tv en computer. Wij vinden dat hun ontwikkeling gebaat is bij het ervaren van de échte wereld, niet die van het beeldscherm. Ook hechten we aan de stilte waarin je je concentreert en waarin nieuwe dingen geboren worden.

Maar ik laat me graag overtuigen. En vermaken! want Steven Johnson, de auteur van 'Everything Bad is Good for You', is behalve helder ook geestig.

Zo verzint hij bijvoorbeeld een waarschuwing voor boeken, uitgaande van de situatie dat het boek ná het beeldscherm uitgevonden zou zijn. Johnson: "Het lezen van boeken is chronisch ondervoedend voor de zintuigen [...] Alleen een klein deel van de hersenen wordt aangesproken [...] Boeken hebben ook een tragische isolerende werking [...] Veel kinderen vinden lezen leuk maar voor anderen [dyslectici] zijn ze discriminerend."

Enzovoorts. Dit meent hij natuurlijk niet, maar het helpt wel om het boek en het beeldscherm met andere ogen te zien.

Minder beeldenstormend dan de titel doet vermoeden
Paradoxaal genoeg schrijft Johnson een boek om te beweren dat boeken niet de enige opvoeders van ons denken zijn. Daaruit blijkt al dat Johnson minder beeldenstormend is dan de titel doet vermoeden. Hij pleit niet voor het afschaffen van het boek, noch voor onbeperkt computeren. Hij beweert dat het gemiddelde peil van computergames en tv-programma's stijgt, gemeten naar de intelligentie die ervoor nodig is om ze te volgen. Dus zó slecht zijn ze nou ook weer niet.

Johnson wil het nadrukkelijk niet over de inhoud hebben. Dat is een beetje jammer, want die telt wel mee. Bijvoorbeeld: een speler van het simulatie-spel Simcity, aan wie gevraagd werd wat hij had geleerd, zei: "Als je de belastingen verhoogt, krijg je rellen". Zo geformuleerd is dat niet waar, en je mag hopen dat deze speler op een gegeven moment leert inzien dat dit verband door de programmeur bedacht is.

Hoezo, slimmer?
Johnson beschrijft overtuigend hoe je complex moet kunnen denken om 'Simcity' te spelen, of om 'The Sopranos' te kunnen volgen. De betere games en tv-series zijn uitdagend en de lat komt steeds hoger te liggen. Gemiddeld gaan we vooruit.

Maar als de volkscultuur ons slimmer maakt, zoals de ondertitel van het boek belooft, kunnen we vragen: hoezo, slimmer? Slimmer dan literatuur en school ons maakt? Nee, want het spreekt een andere intelligentie aan (p.186). Of: slimmer dan wanneer we niets zouden doen? Nogal wiedes, je leert iets van alles wat je doet. Nee: slimmer 'dan vorige generaties'. Want kijk maar: de gemiddelde IQ-score stijgt al jaren en Johnson verbindt dit met de opkomst van de tv en de computer.

Goed voor volwassenen, slecht voor kinderen
Het beeldscherm is dus niet 'slecht', net zomin als slagroom. Dingen zijn moreel neutraal, je kunt ze alleen maar goed en slecht gebruiken. Maar Johnson wijdt helaas geen gedachten aan het feit dat iets wat goed kan zijn voor volwassenen, wel degelijk slecht kan zijn voor kinderen.

Daarvan was onlangs op de radio een belangwekkend voorbeeld te horen. Babyboomer Chris van der Heijden vertelde dat zijn puberdochter sinds kort doordeweeks in een internaat woont. De vrije opvoeding waar hij in geloofde, heeft bij haar averechts gewerkt. Zélf bepalen wat goed is, en de traditie afwijzen was goed geweest voor hemzélf, in zijn eigen adolescentie. Maar nu besefte hij, met bewonderenswaardige openheid, dat kinderen (0-16) datgene nodig hebben waar hij destijds tegen vocht: eerbied, structuur, regelmaat en regels.

Het gaspedaal maar niet de rem
Een ander bezwaar tegen Johnsons boek is dat het ons het gaspedaal wijst, maar niet de rem. Johnson: "Ik zeg niet dat ouders en opvoeders geen aandacht meer hoeven te besteden aan de manier waarop kinderen zich vermaken. Ik zeg dat we onze criteria moeten aanpassen waarmee we bepalen wat rommel is en wat voedend [...] Wat het media-dieet betreft, geldt voor iedereen – jong, middelbaar en oud – de regel: gematigdheid is alles." (p.193-4)

Maar waaróm geremd? Nogal logisch: omdat we méér vermogens hebben dan onze IQ-test-intelligentie. Dat blijkt wanneer we vragen: heeft die hogere IQ-score een betere wereld opgeleverd? Stijgt het culturele peil? Worden de sociale problemen beter opgelost? Johnson gaat hier helaas niet op in.

Zingeving boven genot
Gelukkig helpt een ander boek hier verder, namelijk het prachtige 'De adolescenten-maatschappij'. Daarin beschrijft Robert Bly hoe de samenleving in de laatste dertig jaar aan diepgang heeft verloren. De zin voor het 'verticale' is verdwenen, voor iets dat rijpheid vergt, voor zingeving die boven genot uitstijgt.

Oude mannen kleden zich als jongeren: met gymschoenen en sportpetjes. De hausse in de plastische chirurgie toont aan hoe belangrijk de buitenkant is geworden. Succes gaat boven kwaliteit, oordelen boven afwegen. De adolescent heeft de volwassene van de troon gestoten.

Bly pleit voor een nieuwe inwijding in de wereld van de volwassenen. In die wereld spelen noties een rol als:

  • weten dat de wereld niet om jezelf draait;
  • de bereidheid om te leren van wat onsympathiek lijkt;
  • omgaan met weerstanden;
  • het uitstellen van bevrediging.

    Vul maar aan. De adolescentenmaatschappij nodigt uit om te onderzoeken waarom de volwassen levensfase bestaansrecht heeft.

    Overmatig beeldschermgebruik
    Sommige gevolgen van overmatig beeldschermgebruik passen prima in Bly's beeld zoals:

  • taalachterstand en nieuw analfabetisme (Patzlaff, De bevroren blik);
  • gevoelsarmoede in het contact (Patzlaff, idem);
  • agressie die kan leiden tot zinloos geweld (Valkenburg, Beeldschermkinderen);
  • overgewicht (Patzlaff, idem).

    Wanneer een kind dit soort symptomen ontwikkelt, mag het 'slimmer' geworden zijn, maar geldt toch: "matigheid in alles" (Johnson).

    Grenzen stellen
    Ouders en opvoeders kunnen op elk moment beginnen met observeren, oordelen, en dan grenzen stellen. Daarom is het goed dat kinderen naar tv en computer kunnen kijken: dat roept de ouder vroeg of laat op tot verantwoordelijkheid.

    Als de volwassenen, welke grenzen ze ook stellen, in hun eigen leven diepgang ontwikkelen, merken kinderen en adolescenten dat er na of naast het zappen en gamen een echt leven bestaat dat de moeite waard is. In een 'volwassenenmaatschappij' kan elk kind door 'begeleid uitproberen' zijn eigen evenwicht vinden.

    Dan, en alleen dan, is het optimisme gerechtvaardigd van Johnsons titel: Everything bad is good for you.

    Intussen gewoon opletten
    En intussen moeten ouders gewoon opletten wat hun kroost zoal binnenkrijgt aan tv- en computervoeding. Kijk naar de inhoud én naar het denken waartoe die voeding uitdaagt. Dan zie je misschien meer kwaliteit dan je eerst dacht. En kwaliteit, dat willen we natuurlijk allemaal. Want Johnson zegt eigenlijk: "Some bad things are better for you than others".

    Maurits In 't Veld
    p/a [email protected]