Ouders Online
Archief
Boekbespreking - Gedragsproblemen

5 november 2010

Boos en opstandig gedrag dat 'voorbij het normale' gaat, hoe ga je daarmee om? Kinder- en jeugdpsychiater Michiel Noordzij schreef er een boek over, ervaringsdeskundige Marijke de Vries testte het in de praktijk.

Bespreking van:

Echt wel! - De aanpak van gedragsproblemen
door: Michiel Noordzij
uitg.: De Merel
ISBN 978-90-9025271-1
prijs: EUR 28,45 (excl. verzendkosten)
bestellen: www.echtwel.info
 


Ik zie dat het je nog niet lukt...

door Marijke de Vries

Ik heb een kind van 7 met pittige gedragsproblemen dat mij soms tot wanhoop drijft. Daarom was ik wel benieuwd wat Echt wel! van kinder- en jeugdpsychiater Michiel Noordzij voor nieuwe inzichten zou kunnen geven.

Het is een echt werkboek, met een heldere indeling en een duidelijk stappenplan. De stappen worden steeds goed uitgelegd, en geïllustreerd met een portret van een jonger kind (basisschoolleeftijd) en een ouder kind (puberteit). Voorin het boek zit een kaart die alle stappen nog eens weergeeft in een overzichtelijk schema. Maar werkt het ook?

Zeg wat je doet, en doe wat je zegt
Eén van de kernpunten uit het programma is de steeds terugkerende mantra: "Zeg wat je doet, en doe wat je zegt." Ja, hèhè, dat weet natuurlijk elke ouder die wel eens wat leest over opvoeden. Dat doen we automatisch. Dacht ik...

- Ik: Jelle, hou op met je broer te schoppen onder tafel, anders ga je naar de gang.
- Broer: Aaah! Auw!
- Ik: Jelle, ik had je gewaarschuwd; naar de gang!
- Jelle: Ah nee, please, ik wil niet naar de gang, ik hou er echt mee op!
- Ik: Okee, maar als je het nog eens doet ga je echt!
- Broer (met veel gevoel voor dramatiek): Aaah! Mam, hij doet het weer.
- Ik: Jelle, moven! Je mag niet schoppen, ga naar de gang.
- Jelle: Nee! Ik zit helemaal niet te schoppen, mijn voet schoot alleen een beetje uit. Ik wil eten.
- Ik (zucht): Okee, ga dan maar eten, maar geen gezeur meer. Allebei!

Oeps! Daar ligt dus nog wel een verbeterpuntje. Zeg wat je doet, en doe wat je zegt. Consequent blijven dus, en als je een sanctie aankondigt die ook daadwerkelijk uitvoeren. Loze of onuitvoerbare dreigementen sorteren weinig effect. Sterker nog: ze dragen bij aan het in stand houden van het ongewenste gedrag.

Greep verloren
Wat leer ik nog meer uit het boek? Noordzij betoogt dat je niet alle problemen tegelijk kunt aanpakken. Hij neemt de lezer stap voor stap mee in de analyse van wat er allemaal mis gaat, hoe je keuzes maakt, en hoe je prioriteiten kunt stellen. Maar allereerst is het belangrijk om je eigen (werk)houding te repareren.

"Ongewenst gedrag leidt tot een vicieuze cirkel waarin het kind onwillig is en jij als volwassene machteloos bent. De machteloosheid in je aanpak voedt de onwil van het kind om gewenster gedrag te vertonen. En die onwil van het kind versterkt jouw machteloosheid."

En: "Als volwassene heb je de greep op het gedrag van het kind verloren. Je hebt het gevoel dat het kind de regie heeft overgenomen. Je hebt van alles geprobeerd, maar dat heeft voornamelijk frustratie opgeleverd. Of je hebt vurig gehoopt dat het ongewenste gedrag vanzelf over zou gaan en moet nu constateren dat dit niet het geval is."

Au! Die herken ik ook. Bij mij ziet dat er ongeveer zo uit.

Stomme kutblokfluit! Ik háát die meester!
Jelles eerste blokfluit-les, waar hij zich op verheugd heeft, maar die zo spannend is dat het mis gaat.

Bij binnenkomst verschuilt hij zich achter mijn rug en geeft hij de blokfluit-meester geen hand. Ik blijf nog even positief, maar daar gaat al een stoel omver. Ik kan nog net verhinderen dat de blokfluit door het lokaal gaat. Hij stormt weg en roept: "Stomme kutblokfluit! Ik háát die meester!"

Ik geef het op, en val gefrustreerd en verdrietig uit: "Waarom kun jij nou nooit eens een keer normaal meedoen?! Alle kinderen zitten daar gezellig, en jij moet weer als een dolleman de boel verstoren! Als je maar niet denkt dat je ooit nog naar iets leuks mag!"

Het boek legt uit dat het gedrag van mijn kind (waar ik zelf zo boos van word) een uiting van onvermogen is om het anders te doen. Het biedt ook praktische alternatieven om hem een volgende keer in zijn waarde te laten, en zelf minder gefrustreerd te raken.

Ik had dus iets moeten zeggen als: "Ik zie dat het je nu nog niet lukt om naar de blokfluitles te gaan. We proberen het volgende week weer."

Tevreden zijn met kleine stapjes
Wat vooral zou moeten werken, is mezelf als trainer te zien van mijn kind. Dat schept een noodzakelijke, professionele afstand, en helpt om tevreden te zijn met kleine stapjes.

Wat ook zou moeten helpen, is mij op maar één project tegelijk te richten. Net als een voetbaltraining (een metafoor uit het boek), waarbij je niet tegelijkertijd de penalty én de kopbal kunt oefenen. Als je de penalty oefent, weet je dat de kopbal voorlopig niet beter gaat worden. En als je die penalty gaat oefenen, kijk je natuurlijk naar het huidige niveau van je voetballer: wat kan hij nú. Je weet wel wat je einddoel is, maar op dat niveau ga je nog niet oefenen.

Het klinkt logisch, maar ik betrap mezelf er vaak op dat ik mijn kind aanspreek op een niveau dat hij domweg nog niet heeft. Slim genoeg, maar qua gedrag functionerend op een lager niveau. Dat is dus het niveau waarop ik hem moet aanspreken, en dat was een eyeopener waar ik veel aan had.

Time-out
De sanctie die het meest wordt gebruikt, is de time-out. Nu denk ik bij een time-out altijd aan een rustmoment, maar bij ons gaat het er allerminst rustig aan toe. Ik moet een hevig tegenstribbelend en schreeuwend kind naar de gang slepen, de deur snel sluiten en er met mijn volle gewicht tegenaan gaan staan, terwijl hij vanuit de gang probeert de deur weer open te beuken.

Volgens het boek is dit een mooi moment om nieuw gedrag aan te leren. Als je merkt dat het kind weer binnenkomt, zeg je: "Ik zie dat het nog niet lukt om 5 minuten op de gang te blijven. Als je nog een keer binnenkomt, moet je een minuut langer op de gang blijven."

Omgekeerde time-out
Werkelijk briljant van eenvoud vond ik de omgekeerde time-out, waarbij je als opvoeder even apart gaat zitten, desnoods op de wc. Na de afgesproken tijd kom je weer terug. Loopt het tijdens het eten uit de hand, dan stap je met bord en al op, en ga je 10 minuten op de slaapkamer zitten.

Is dat gezellig? Nee. Maar dat was het ongewenste gedrag aan tafel ook niet.

Aankondigen, doen, en nabespreken
Belangrijk is dat je kind weet waar het aan toe is. Dat betekent dat je van te voren (op het 'pro-actieve moment') aankondigt welk gedrag je wilt aanpakken (zeg wat je doet) en wat de sanctie is.

Op het moment dat het ongewenste gedrag optreedt, kun je doen wat je gezegd hebt, en hoef je niet meer in discussie te gaan.

Daarna, op het 'post-actieve moment', bespreek je kort met het kind na wat er gebeurd is. Consequentheid (en dus betrouwbaarheid van jou als opvoeder) zijn daarbij van groot belang.

Conclusie
Heb ik iets gehad aan dit boek? Ja, het heeft me zeker de ogen geopend op een aantal punten. Bijvoorbeeld mijn eigen bijdrage aan het in stand houden van het ongewenste gedrag, hoe belangrijk het is om consequent te zijn, en dat ik mijn kind op een jonger niveau moet aanspreken.

Ga ik het hele programma stap voor stap uitvoeren? Daar moet ik nog even moed en energie voor verzamelen, want dat is een hele klus. Maar, zoals Noordzij stelt: het niet aanpakken van probleemgedrag en maar doormodderen kost óók een hoop energie.

Marijke de Vries
p/a [email protected]