Ouders Online
Archief
Ouderschap - Hersenonderzoek

25 juni 2010

De een spreekt laatdunkend van 'de hersen-hype', de ander is gefascineerd door de stormachtige ontwikkelingen van het huidige hersenonderzoek. Justine Pardoen hoort bij de laatste categorie. Met veel plezier las ze twee nieuwe hersenboeken, waar allemaal spannende dingen in staan. Bijvoorbeeld dat een man geen goede vader kan zijn (of worden) op wilskracht alleen.

Bespreking van:

De vrouwelijke hersenen (Waarom vrouwen anders zijn dan mannen)
door: Louann Brizendine
uitg.: Sirene
ISBN 978 90 5831 434 5
EUR 19,95
bestel dit boek bij onze partner 6B.nl

De mannelijke hersenen (Waarom mannen anders zijn dan vrouwen)
door: Louann Brizendine
uig.: Sirene
ISBN 978 90 5831 515 1
EUR 19,95
bestel dit boek bij onze partner 6B.nl
 


Wat maakt een man tot een zorgzame vader?

door Justine Pardoen

De Amerikaanse psychiater Louann Brizendine schreef twee interessante boeken: eentje over de vrouwelijke hersenen en eentje over de mannelijke hersenen. Dit tweeluik is een aanrader voor de vakantiekoffer. Ga je met een partner van het andere geslacht op pad? Ruil dan halverwege van boek. Je blik verandert geheid: op je partner, jezelf én je kinderen.

Mannelijke en vrouwelijke hersens
Sinds de jaren '70 heeft het hersenonderzoek een grote vlucht genomen, omdat er vanaf dat moment onderzoek gedaan kon worden naar werkende hersens bij levende mensen. Het nature-nurture debat is sindsdien voorgoed ten einde gekomen: we worden bepaald door onze hersens, die weer beïnvloed worden door genen en hormonen, én we worden bepaald door onze omgeving, onze opvoeding en dingen die we meemaken. Het is niet óf de opvoeding die ons bepaalt, óf onze aanleg. Het is van allebei wat, in een ingewikkeld samenspel.

Onlangs verschenen de vertalingen van twee boeken van Louann Brizendine, psychiater, neuroloog, en hoogleraar aan de Universiteit van San Francisco (UCSF). Haar beide boeken, De vrouwelijke hersenen en De mannelijke hersenen zijn een aanrader voor ouders die het leuk vinden om iets meer te begrijpen over de rol van hormonen in het leven van hun kinderen. En ondertussen leren ze vanzelf ook meer over zichzelf en elkaar. Kan geen kwaad. Als je weet wat hersens doen, kun je beter begrijpen hoe je je eigen gedrag kunt sturen, wat zinvol is in de opvoeding, en waarom je partner wil wat hij of zij wil.

Brizendine richtte een kliniek op voor vrouwen en tienermeiden, de Women's and Teen Girls' Mood and Hormone Clinic, waar ze met haar speciale kennis over de invloed van hormonen op de hersens zelf ook patiënten (met PND, PMS, etc.) behandelt. In haar boeken verweeft ze op soepele wijze allerlei verhalen over patiënten met kennis uit wetenschappelijk onderzoek. Daardoor lezen de boeken zo gemakkelijk als een damesblad.

Hersens en hormonen bepalen voorkeursgedrag
Wat duidelijk wordt uit het moderne hersenonderzoek, is dat het een stuk ingewikkelder is dan we dachten, en dat het soms ook heel anders zit dan we hadden gewild. Zo valt door het hersenonderzoek niet meer te ontkennen dat er verschillen zijn in de hersenen van mannen en vrouwen en dat die verschillen verband houden met verschillend voorkeursgedrag. Dat levert interessante informatie op.

Zo wisten we al dat mannen bij bepaalde ruimtelijke opdrachten sneller zijn dan vrouwen, maar nu blijkt dat ze het niet beter doen. Mannen doen het alleen maar sneller doordat vrouwen het antwoord vinden via het deel in de hersens waar de talige verwerking zit, terwijl mannen dat overslaan. Dat scheelt tijd.

Vrouwen zijn weer sneller in verbale taken. Ze gebruiken per dag ook wel zo'n 20.000 woorden, terwijl mannen met gemiddeld 7.000 woorden toekunnen. Dat verschil in verbale oriëntatie zie je trouwens al als kinderen 20 maanden oud zijn: meisjes hebben dan al een drie keer zo grote woordenschat als jongetjes. Het een is niet beter dan het ander. Wel is het goed om te weten, zodat je niet denkt dat een jongetje van 2 jaar dat nog nauwelijks iets zegt, per se achterloopt. Terwijl je daar bij een meisje wel rekening mee moet houden.

Hormonen
Tussen mannen en vrouwen (als groepen) zitten er dus verschillen die in verband te brengen zijn met de structuur van hun hersens en de manier waarop ze die gebruiken. Daarnaast is er nog het hormonale verschil, dat grote invloed heeft op de hersens.

Elke vrouw weet dat: je menstruatiecyclus, zwangerschap en de overgang hebben grote gevolgen voor hoe je je voelt, en wat je liever wel of niet wilt doen. Je ertegen verzetten heeft geen zin. Erom lachen wel. Maar net als het hersenonderzoek staat het onderzoek naar hormonen nog maar aan het begin. Er staat ons dus nog heel wat te wachten.

Van baarmoeder tot bejaardentehuis
Het moderne onderzoek naar hersens en hormonen vertelt ons interessante dingen. Het verschil in ontwikkeling begint al vroeg, en gaat het hele leven door.

Met 8 weken is de foetus op weg richting jongetje of meisje door de hormonen die de testikeltjes dan al afgeven. En een maand na de geboorte gaan er nog eens grote golven hormonen door het babylijfje, die de hersens van het kleine mensje eigenlijk al helemaal klaarstomen voor de voortplanting. De hoeveelheid hormonen is dan zelfs zo groot, dat de tepels van de baby kunnen opzwellen, en er bloed uit de vagina kan komen.

Helemaal aan het eind van een mensenleven komen mannen en vrouwen ook hormonaal tot rust. Het is een periode waarin mannen en vrouwen hormonaal gezien weinig meer verschillen. Als echtparen de veranderingen rond de 65 jaar goed doorgekomen zijn, zijn het stellen die maximaal naar elkaar toe gegroeid zijn. Ze kunnen meer dan ooit samen genieten van dezelfde dingen en zijn beide meer gericht op gemeenschappelijkheid dan op hun ego. Mannen zijn dan even zorgzaam als vrouwen, en vrouwen willen net zo graag als mannen het huis even uit.

Goede vaders
Om samen het bejaardentehuis te halen, moet je natuurlijk wel veel eerder in je leven de goede keus maken. Bovendien wil je dat je man ook een goede vader voor je kinderen is. Niet alle mannen zijn goede vaders als ze jong zijn. Er zijn mannen die te onrustig zijn om op het nest te blijven zitten. Vaak worden deze rokkenjagers alsnog rustiger als ze de vijftig gepasseerd zijn, en kunnen ze zich alsnog ontpoppen als goede vaders.

Wat nu blijkt, is datgene wat een man tot een goede vader maakt, in z'n genen zit. Er zijn mannen die niet aan kinderen moeten dénken en het is sneu als een vrouw steeds dit type man kiest, juist als ze kinderen wil. Maar gelukkig komen de meeste vrouwen al snel tot de juiste conclusie: you can't have it all. Een man voor het wilde leven, of een man voor de kinderen. Dit dilemma los je niet op door je man naar een therapeut te slepen of er een vals boek over te schrijven.

Brizendine tipt dan ook: bedenk dat een man die gaat voor de one-night stand en goede seks geeft, écht een ander soort is dan de man die in een bakfiets de kinderen van school haalt. Het eerste type is de man met gemiddeld meer mannelijke trekken (rechte gezichtsvormen). Het tweede type is een man met gemiddeld meer zacht trekken (ronde gezichtsvormen). Die laatste biedt misschien niet elke keer die zwetende seks, maar hij beschermt wel agressief zijn gezin als het moet. Hij is overigens ook zo gek om kinderen te verzorgen die niet van hem zijn. Dat is handig, aangezien vrouwen ook niet zo monogaam zijn als het lijkt: zeker 6% van vaders voedt een kind op van een ander, zonder dat hij het weet.

De hersens van rokkenjagers en trouwe huisvaders zijn dus verschillend. Dat zit 'm in de genen én in vroege hechtingservaringen die de hersens op een bepaalde manier gevormd hebben, waardoor het gemakkelijker is geworden om een langdurige emotionele band met iemand aan te gaan. Ook zijn mannen in het voordeel met een lange versie van het receptor-gen voor vasopressine, waardoor dit hormoon meer effect heeft. (Vasopressine is de mannelijke versie van het vrouwelijke oxytocine, dat paarvorming stimuleert, maar ook zorgt voor de nodige agressie om het gezin te kunnen beschermen.)

Mannenhersens zijn ook zwanger
Ongeveer 4 tot 6 weken nadat een man hoort dat hij vader wordt, schiet hij in de stress. Hij produceert dan enorme hoeveelheden van het stress-hormoon cortisol. Misschien is het de schrik die hem flink wakker schudt: 'nu komt het erop aan, vader, laat zien wat je waard bent'. In de maanden daarna, als hij in de tussentijd niet de benen genomen heeft, is het gunstig als hij ook zoveel mogelijk bij zijn vrouw in de buurt is.

Een zwangere vrouw produceert in haar zwangerschap feromonen (geurstoffen die bedoeld zijn om iets voor elkaar te krijgen bij een ander) die mannen onbewust 'ruiken' en die ook de mannelijke hersens klaarmaken voor het vaderschap. Mannen die veel tijd hebben doorgebracht met hun vrouw tijdens de zwangerschap, schieten na de geboorte van het kind soepeler in de luier-verschoon-stand dan mannen die door omstandigheden minder tijd hebben doorgebracht met de moeder.

Het is dus niet alleen een kwestie van 'samen de baby-kamer inrichten' of 'samen boeken lezen', maar deze voorbereiding van de vaderhersens heeft ook een biologische kant.

In de dagen vlak voor de bevalling krijgt de aanstaande vader nóg een enorme hormoonstoot te verwerken: zijn prolactine (borstvoedingshormoon!) stijgt met meer dan 20% en zijn testosteron daalt met 33%. De oude waarden komen langzaam weer terug als de baby 6 weken oud is. En tegen de tijd dat de baby (die je dan een dreumes noemt) kan lopen, is alles weer bij het oude.

In die eerste 12 à 18 maanden hebben de hormonen hun belangrijke werk gedaan: vaders hechten zich in die periode net zo aan hun kinderen als moeders (ook al geeft de baby dan zelf nog de voorkeur aan de moeder, omdat zij nu eenmaal de borsten heeft waar de melk uit komt).

Maakbaarheid is relatief
Het idee waar ik zelf nog mee opgegroeid ben, dat 'mannelijkheid' en 'vrouwelijkheid' door de maatschappij en de opvoeding worden opgelegd, heeft dus voorlopig z'n langste tijd gehad. Net als de gedachte dat homoseksualiteit ontstaat door iets in je jeugd: zo is de oorzaak gezocht in seksueel misbruik, maar ook in een hardvochtige moeder. Het idee dat je kunt 'genezen' van homofilie is hardnekkig, zeker in kringen waar dat idee goed uitkomt.

Maar op den duur zullen we allemaal moeten erkennen dat onze hormonen een beslissende invloed hebben op de manier waarop onze hersens zich ontwikkelen. Je hersens bepalen of je als jongen of als meisje geboren wordt, en of je je seksueel aangetrokken voelt tot je eigen geslacht of het andere geslacht.

Net zoals veel ouders in de jaren '70 ontdekten dat hun feministisch opgevoede jongens ruzies op het schoolplein liever bleven uitvechten dan uitpraten, en dat ze ook zonder speelgoedpistooltje elkaar wel konden neerknallen, is nu ook een andere mythe gesneuveld. Namelijk dat mannen goede vaders zouden kunnen zijn op wilskracht alleen. Dat is dus niet zo. Hun genen en hormonen maken de dienst uit, maar ook de manier waarop ze bemoederd zijn in hun jeugd is van belang.

Niet al te hard dwingen
Brizendine heeft jammer genoeg geen tip voor mannen, om te kunnen voorspellen of een vrouw een goede moeder en monogame partner zal zijn.

Maar in ieder geval lijken we te kunnen concluderen dat partners die geen kinderen willen, niet al te hard moeten worden gedwongen. De kans is immers groot dat hij of zij vroeg of laat het honk weer verlaat, of de ander uit het nest duwt.

Het type 'rokkenjager' zou kunnen wachten tot na z'n 50e, als de testosteron plaats maakt voor meer vrouwelijke zorghormonen. Mannen hebben tenslotte – in tegenstelling tot vrouwen – de tijd om zo lang te wachten...

Justine Pardoen
[email protected]