Ouders Online
Archief
Puberteit - Praten met pubers

9 april 2010

Justine Mol heeft twee boeken geschreven over communiceren met pubers. Een voor de ouders en een voor de jongeren zelf. Hieronder legt ze haar aanpak uit.
 


Zorg dat je 'aan' staat

door Justine Mol

"Pubers willen niet praten. En luisteren doen ze al helemaal niet." Komt die verzuchting u bekend voor? Als trainer Geweldloos Communiceren en auteur van opvoedboeken hoor ik het vaak. Het ademt frustratie en machteloosheid. Vanaf een jaar of 13 lijken jonge mensen tussen de vingers van hun ouders door te glippen naar een wereld waar ze de ouwe lui geen plaats gunnen. Ze zijn aan het ontdekken wie ze zijn en daar kunnen ze hun ouders niet altijd bij gebruiken.

Ik hoor ouders regelmatig zeggen dat ze wel weten dat ze hun kinderen los moeten laten, maar dat ze ook bang zijn voor de gevolgen. Ze willen nog graag bepalen hoe laat ze thuiskomen, wat ze bijdragen aan het huishouden, dat ze hun huiswerk moeten maken en meer van dat soort zaken.

Twee boeken
Hoe houd je een vinger in de pap (of aan de pols) terwijl je tegelijkertijd on speaking terms blijft? Ik besloot daar een boek over te schrijven. Uiteindelijk werden het er twee: 'Geweldig Communiceren met jongeren' en 'Geweldig Communiceren voor jongeren'.

Het eerste boek is voor volwassenen die 'pubers' in huis hebben of met hen werken. Het tweede boek is voor de 'pubers' zelf. Ik zet 'pubers' tussen aanhalingstekens omdat ik dat woord liever niet gebruik. Er zit een luchtje aan van 'eigengereid en onhandelbaar'. Jongeren of jonge mensen is voor mij neutraler en die woorden helpen me belangstelling te hebben voor wat er in hen omgaat en me in hen te verplaatsen.

Diezelfde boodschap geef ik ook aan de jongeren zelf. Kun je belangstelling hebben voor wat er omgaat in je ouders, als ze je voor de zoveelste keer vertellen dat je nu eindelijk eens je kamer moet opruimen? Voor hen verwoord ik het zo:

Sta je 'aan', dan ben je in contact met wat er in jezelf omgaat en wil je ook weten wat er in een ander omgaat. Contact is dan belangrijker voor je dan je zin krijgen en je hebt respect voor iedereen. Je motto is connect with respect.

Sta je 'uit', dan heb je oordelen, ook over jezelf. Je houdt met niks en niemand rekening. Het kan je (zogenaamd) allemaal niks schelen.

Bediening van de aan/uit-knop
Je kunt leren waar de aan/uit-knop zit en hoe je die kunt bedienen. Je hebt alleen toegang tot je eigen knop, helaas. Niet tot die van een ander.

Die laatste regel kun je als ouder ook ter harte nemen. Je kunt een ander niet veranderen. Maar je kunt wel inspireren. Dat verschil zit voor mij tussen 'Je moet het zo doen' (of 'Je kunt het beter zo doen') en: 'Ik zou dit zo doen.' Dit laatste biedt je kind de vrijheid om zelf te kiezen: jouw woorden als een nuttige suggestie zien en er wat mee doen, of ze voor kennisgeving aannemen.

Liefdevolle belangstelling
Ik heb eens een conciërge van een middelbare school geïnterviewd. Ik had gehoord dat deze man heel populair was, en dat de leerlingen hem vaak in vertrouwen namen. Wat was zijn geheim? Om te beginnen was het een spontane, opgewekte man. Maar vooral viel me op dat hij de jongens en meisjes van zijn school op geen enkele manier veroordeelde. Hij had een liefdevolle belangstelling voor ze.

Okay, een conciërge hoeft natuurlijk niks te bereiken met deze jongeren. Hij hoeft ze niet op te voeden, en niks te leren. Misschien gaat hij wel heel anders om met zijn eigen kinderen thuis. En daar zit denk ik de uitdaging. Kun je de balans vinden tussen grenzen stellen enerzijds en vrij laten anderzijds, ook als je een bepaalde verantwoordelijkheid hebt voor het welzijn van de jonge mensen die aan jouw zorg zijn toevertrouwd?

Dochter naar de disco
Of je nu een grens aangeeft of vrij laat, beide kan gebeuren vanuit verbinding, dus met de knop op 'aan'. Verbinding met wat je zelf voelt en nodig hebt.

"Ik voel me onzeker en zou willen weten wat het effect van haar bezoek aan die disco op mijn dochter is." Verbinding met wat zij voelt en nodig heeft. "Wat voelt zij bij het idee naar die disco te gaan en wat denkt ze daar te vinden?" Als je daar begint, gaat het niet meteen over 'Mag ze wel of niet gaan?' Je laat dat nog even open. Met een beetje geluk kom je dan bij een oplossing waar je allebei tevreden over bent.

Theorie en praktijk
Beide boeken bevatten een deel theorie en een deel praktijk. Het praktijkgedeelte sluit aan bij het verhaal van Evelien, dat de titel 'Uit Verzet' heeft. Evelien heeft het helemaal gehad op school en besluit vlak voor haar eindexamen er de brui aan te geven.

In het boek voor volwassenen staan suggesties voor zelfreflectie en manieren om met je kinderen in gesprek te komen. Hieronder een voorbeeld uit het praktijk-gedeelte, bestaande uit een stukje tekst, gevolgd door twee opdrachten ('zelfreflectie' en 'in gesprek').

"Mama en ik hebben het over jou gehad vanavond, omdat jij vanmiddag alweer niet thuis kwam voordat je naar je werk ging. Tijdens het 10-minuten gesprek op school vorige week, waar jij per se niet bij wilde zijn, hoorden we dat je geen fluit uitvoert de laatste tijd. Je zit je tijd gewoon uit te zitten. Je mentor zei dat je vanaf nu minstens 2 uur per dag thuis voor school bezig zou moeten zijn om voldoendes voor je toetsen te kunnen halen en allerlei zaken op tijd te kunnen inleveren. Je bent al drie weken niet bij je eindwerkstuk-begeleider geweest en je hebt nog niets op papier staan. Je zult vanmiddag wel weer bij Coco op de bank hebben gehangen, want je maakt mij niet wijs dat je daar iets aan je huiswerk doet. Mama en ik hebben besloten dat je moet stoppen met werken bij de Tafelronde of hoe dat restaurant ook heet, als hier geen verandering in komt."

Zelfreflectie

  • Onderstreep of noteer de woorden in de preek van vader Peter, die tegen de haren van zijn dochter Evelien instrijken.
  • Hoe voelt het als iemand zo tegen je praat? Hoe komt dat?
  • Wat wil Peter bereiken met deze preek? Zal dat lukken? Waarom wel of waarom niet?
  • Verander de tekst zo dat Evelien er open naar kan luisteren.

    In gesprek
    Je zou op de volgende manieren hierover in gesprek kunnen gaan:

  • Vraag de jongere eens voor te doen hoe jij of een andere volwassene 'preekt'. Vul elkaar hierbij aan. Overdrijven mag.
  • Neem een tekst uit een krant of een tijdschrift en haal er samen de woorden uit waar verwijten of irritatie vanaf straalt.
  • Leg een groot vel papier en een pen of stift op een hoek van de tafel of een andere plek waar het een tijdje kan blijven liggen en vul dat papier samen met verwijtende woorden.

    In het boek voor de jongeren is het theoretisch deel kort en bondig. Het verhaal is hetzelfde verhaal van Evelien. Opnieuw een voorbeeld uit het praktijkdeel, maar dan voor de jongeren zelf:

    Peter zet onmiddellijk de tv uit en zegt: "Hi, dochter van me, kom even zitten. Ik zie je zo weinig de laatste tijd. Ik zou bijna vergeten hoe je eruit ziet." Nel staat op en vraagt of Evelien wat wil drinken. Evelien wordt achterdochtig. Zoveel vriendelijkheid, daar moet iets achter zitten.

  • Eveliens achterdocht is niet een direct gevolg van de feiten. Welke gedachten zouden eraan ten grondslag kunnen liggen?
  • Vertel over een situatie in jouw leven, waarin jij iemands vriendelijkheid niet vertrouwde.
  • Wat dacht je? Wat voelde je? Waar had je behoefte aan?

    Voor school en thuis
    De gestructureerde oefeningen in het praktijkgedeelte maken dit boek (het jongeren-deel van de twee) heel bruikbaar als lesmateriaal in de lessen maatschappijleer of mentor-uren vanaf klas 3 van het voortgezet onderwijs en op mbo- en hbo-opleidingen.

    Ook voor thuis zijn die oefeningen geschikt. Zoon of dochter op zijn of haar eigen kamer met het ene boek, en jezelf met het andere beneden op de bank... En als je nieuwsgierig bent naar wat er in het andere boek staat, dan is het binnen handbereik. Wel even vragen of je het mag lenen natuurlijk.

    Justine Mol
    [email protected]