Ouders Online
Archief
Babytijd - Samen slapen

22 december 2011

Artsen en wiegendoodspecialisten waarschuwen tegen een nieuw boek over samen in één bed slapen met je baby.

Bespreking van:

Slapen met je baby
door: James J. McKenna
vert.: Marianne Vanderveen-Kolkena
uitg.: Panta Rhei, 2011
ISBN 9789080682030
EUR 19,95
 


Zorgen over 'Slapen met je baby'

door Henk Boeke

De Amerikaanse antropoloog James McKenna is een groot voorstander van 'co-slapen', oftewel samen slapen met je baby in één bed. Zijn ideeën en adviezen zijn vooral populair onder borstvoedingsprofessionals, die co-slapen beschouwen als 'de biologische standaard voor de mens'. Een van de belangrijkste kanalen waarop het gedachtegoed van McKenna wordt uitgedragen is Borstvoeding.com.

Artsen en wiegendood-specialisten zijn minder enthousiast. Zij wijzen erop dat onze moderne Westerse cultuur onvergelijkbaar is met de culturen die McKenna als voorbeeld neemt, wanneer hij zegt dat co-slapen de normaalste zaak van de wereld is. En dat juist daar waar co-slapen gebruikelijk is, wiegendood veel vaker voorkomt.

Uitmuntend! Nee, gevaarlijk!
Inmiddels heeft de discussie een nieuwe impuls gekregen door de Nederlandse uitgave van McKenna's laatste boek: Slapen met je baby, vertaald door de lactatiekundige Marianne Vanderveen-Kolkena. In borstvoedingskringen wordt de vertaling 'uitmuntend' genoemd. Maar Nederlandse artsen en wiegendood-specialisten vinden juist die vertaling nog gevaarlijker dan de oorspronkelijke Engelse tekst.

De lijst van bezwaren is aanzienlijk. De critici spreken onder andere van:

  • fouten en onjuiste conclusies;
  • onduidelijke terminologie die de onveiligheid van co-slapen verdoezelt;
  • onbewezen en deels onjuiste beweringen over flesvoeding en uitgeademde lucht;
  • illustraties die gevaarlijk gedrag in de hand werken;
  • selectieve en subjectieve verklaringen van voorstanders.

    Kortom: pas heel goed op, als je dit boek aanschaft en doet wat daarin staat. Dat is de boodschap die de bezorgde artsen en onderzoekers vorige week openbaar maakten. Hieronder publiceren we hun volledige verhaal.

    Henk Boeke
    [email protected]


    Missers en minpunten in 'Slapen met je baby'

    Het oorspronkelijke boek Sleeping with your baby van de Amerikaanse antropoloog James McKenna is geënt op de Amerikaanse samenleving. Die verschilt nogal van de Nederlandse. Zo is er bijvoorbeeld in de Verenigde Staten een veel hogere incidentie van wiegendood dan in Nederland. Daar spelen culturele gewoonten en de daaruit voortspruitende conclusies een niet te onderschatten rol in. Dat maakt een vertaling in het Nederlands tot een lastige opgave.

    Helaas moeten wij constateren dat deze obstakels door de Nederlandse lactatiekundige Marianne Vanderveen-Kolkena, die het boek vertaalde in 'Slapen met je baby', over het hoofd zijn gezien. Dat heeft geleid tot onzorgvuldig gebruik van begrippen als co-slapen (op armlengte afstand slapen), bedding-in (gedeelde matras), co-bedding (meerlingen in één bed) en rooming-in (slapen in dezelfde kamer, in de literatuur ook wel aangeduid met room-sharing) worden verward, waardoor onduidelijk blijft wat in bepaalde situaties met samen slapen wordt bedoeld.

    Ook lijkt zij niet te hebben begrepen dat omgang met een baby in niet-westerse culturen, waar McKenna als antropoloog veel aandacht voor heeft, niet zonder meer zijn te extrapoleren naar de Nederlandse situatie.

    In het boek wordt bovendien genegeerd dat de opvattingen van de antropoloog McKenna over het slapen met een baby in het ouderlijk bed sinds 2005 worden verworpen door de overkoepelende artsenorganisatie American Medical Association. In de VS is het advies inmiddels gelijkluidend aan dat in Nederland: Tot tenminste vier maanden loopt een baby daarmee ernstig risico en is slapen in eigen wieg of bedje dichtbij het ouderlijk bed het veiligst. In geval van roken, oververmoeidheid, zwaarlijvigheid, drank- of medicijngebruik is het risico langer aanwezig.

    Verwarrende terminologie
    In de inleiding wordt gesuggereerd dat de Engelse term 'SIDS (Sudden Infant Death Syndrome)' beter het onverklaard overlijden zou beschrijven dan de Nederlandse term 'wiegendood'. Wanneer een baby plotseling en onverwacht is overleden, spreken we van 'onder het beeld van wiegendood overleden', omdat op dat moment nog geen nader onderzoek is gedaan. Pas na een uitgebreide anamnese, een onderzoek op de plaats van overlijden (death scene investigation) en een postmortaal onderzoek, kan de term SIDS worden gebruikt. In beide gevallen houdt de definitie in dat de oorzaak van het overlijden niet bekend is.

    Vermeld wordt de lage SIDS incidentie in Nederland (0,10 per 1000 levendgeborenen, in 2009 19 baby's). Maar uit niets blijkt dat de vertaalster zich realiseert dat deze, internationaal opmerkelijk lage incidentie is bereikt in een cultuur waarin samen in één bed slapen niet gebruikelijk is.

    Diverse illustraties in het boekje tonen slapende baby's in erkend riskante posities als zijligging of met een andere baby ernaast. Zijligging is niet-stabiel, een kind kan gemakkelijk naar de buik draaien en significant risico voor wiegendood ontstaat. Zijligging op zich is overigens, ook zonder draaien naar de buik, al risico verhogend in vergelijking met rugligging. Elders worden een wieg getoond met veel knuffels, een groot zacht kussen en een dekbed, allemaal attributen die vanwege het risico dat zij scheppen in de preventieadviezen al lang worden ontraden.

    Verwarrend is de introductie van de term 'bedding-in' (voor het samen in één bed slapen van ouders en kind) in plaats van het gebruikelijke 'bed-sharing'. Daarnaast zijn 'co-sleeping' en 'room-sharing' in zwang. Vanderveen gebruikt ' co-slapen' en geeft daaraan twee betekenissen: ouders met kind samen in hetzelfde bed of het kind in een eigen bedje naast het ouderlijke bed. Handhaven van de bestaande termen zou duidelijker zijn geweest, ook voor de vertaalster, die haar aanduiding herhaaldelijk inconsistent gebruikt.

    Niet steeds is duidelijk of samen slapen slaat op samen in het ouderlijk bed of op ouders en baby elk in eigen bed. Ook het door elkaar gebruiken van co-slapen en co-bedding maken niet duidelijk wat wordt bedoeld.

    Als voordeel van samen in één bed slapen wordt aangegeven dat het koolzuurgas in de uitademingslucht van de moeder de ademhaling van de baby zou stimuleren. Dat echter zou men evengoed als een nadeel kunnen zien. Immers, bij apneus die het kind in normale fysiologische situatie vertoont in het kader van periodiek ademen, stijgt ook het koolzuurgehalte in het kind zelf. Dat weerhoudt sommige kinderen er helaas niet van om in die situatie te overlijden. Het stijgen van het koolzuurgehalte door de uitademing van de moeder zou onzes inziens eerder als een risicofactor dan als een voordeel moeten worden gezien.

    Fles of borst
    In het boek wordt gesuggereerd dat kinderen met flesvoeding dieper slapen, omdat de 'darmen harder moeten werken om voedingsstoffen eruit te halen'. Ons is geen onderzoek bekend waaruit dit zou blijken.

    Gesteld wordt voorts dat de kans op borstkanker toeneemt als er geen borstvoeding wordt gegeven of wanneer dat niet langer dan enkele maanden gebeurt. Die kans zou wel 150 tot 230 % hoger liggen dan bij moeders die 15 tot 40 maanden de borst geven.

    In de originele uitgave van McKenna is deze bewering niet terug te vinden. Het risico kan dan ook niet op deze wijze worden aangegeven en het hoge percentage dat wordt genoemd, roept alleen maar angst op. De suggestie dat de borstvoeding tussen 15 en 40 maanden zou moeten duren, gaat voorbij aan de reële Nederlandse omstandigheden.

    Meningen
    Het hoofdstuk dat is ingeruimd voor voorstanders van samen slapen die hun mening geven over het ontraden ervan riekt naar stemmingmakerij. Relevante argumenten of wetenschappelijke onderbouwing ontbreken. Het aansluitende hoofdstuk met meningen van experts getuigt van een selectieve voorkeur voor positieve ervaringen (inclusie bias) en ook hier ontbreekt evidence-based onderbouwing.

    Als tenslotte de voorwaarden worden behandeld waaraan moet worden voldaan om samen slapen veilig te maken komen vele mitsen en maren aan de orde. Zo veilig is het kennelijk ook in de ogen van voorstanders toch niet!

    Het is maar de vraag of een doorsnee lezer zich aan al deze voorwaarden zal houden om het 'bedding-in' veilig toe te passen. Te vrezen valt dat alleen zeer sterk gemotiveerde en ontwikkelde ouders dat zullen kunnen opbrengen. Vanderveen zelf benadrukt dat er 'zorgvuldige inspanningen' nodig zijn.

    Conclusie
    Alles overziend moeten wij concluderen dat het boekje niets toevoegt aan de Nederlandse adviezen ten aanzien van een zo veilig mogelijke omgang met een baby. In tegendeel zelfs kan het ouders ertoe verleiden hun baby onbedoeld in een riskante situatie te brengen. Veilig is niet samen in een grote mensenbed, maar de baby dichtbij in het eigen wiegje of bedje, zodat moeder het kind na het voeden steeds op een veilige plek kan terugleggen. Dát is veilig co-slapen.

    Slapen met je baby is uitgegeven door een borstvoedingscentrum. Borstvoeding is in vele opzichten gerelateerd aan positieve effecten op de gezondheid. Het is dus verstandig om borstvoeding te bepleiten als het beste voor de baby als in de omstandigheden van de moeder de keuze daarvoor mogelijk en haalbaar is. Maar zo'n pleidooi verdient een beter doordacht en zorgvuldiger op de Nederlandse cultuur afgestemd boek dan deze uitgave.

    Namens de Stichting Wiegedood en de Landelijke Werkgroep Wiegedood:

    Dr. Ben Semmekrot, kinderarts-neonatoloog
    Dr. Adèle Engelberts, kinderarts
    Dr. Monique L'Hoir, psychotherapeut
    Dr. Bregje van Sleuwen, bioloog/onderzoeker


    Reacties

    1.

    Het boek zet de lezer aan het denken over onze (westerse) slaapgewoontes en overtuigingen. Ik ben het niet met alles eens, maar wellicht dat bedding-in als slaapsituatie niet per definitie onveilig is. Bedding-in is een verzamelnaam waaronder ook het onveilige samen met je baby op een bank slapen, dit wordt goed benoemd in het boek. Ook wordt beschreven dat bij bedding-in andere wiegendood-risicofactoren kunnen meespelen zoals roken. En staat ook dat je een baby nooit alleen in een ouderbed moet laten slapen. Het is vanuit een borstvoedings-perspectief geschreven en daarom niet bruikbaar voor ouders die hun baby flesvoeding geven. Van mij mag dit duidelijker benadrukt worden: dat het een boek is voor borstvoeding-mama's.

    Nabijheid is belangrijk bij borstvoeding, maar ook als wiegendood-preventie. Bedding-in is goed voor borstvoeding, maar ook het meest veilig? Ik denk als je de Nederlandse cultuur en slaapgewoonten nu bekijkt, dat je maar 1 conclusie kunt trekken: Nee, niet veilig. Aan de andere kant zijn er ouders die in staat zijn zichzelf goed te informeren en bewuste keuzes maken, ook t.a.v. de veiligheid. Maar als advies zitten er veel te veel haken en ogen aan. St. Wiegedood is heel streng, maar als je landelijke richtlijnen maakt, dan kunnen die nooit op alle individuele situaties passend antwoord hebben.

    Wat voor mij heel belangrijk blijft in deze discussie zijn de lage cijfers in Nederland. Dat moeten we niet zomaar op het spel zetten. De waarschuwingen lijken overdreven, maar keerzijde is, dat als dat niet wordt gedaan, dat de aandacht ook weer verslapt. Ik zie veel foto's voorbij komen van onveilig opgemaakte bedjes en bedjes met veel grote knuffels er in. Buikligging was en is een risicofactor, het heeft jaren geduurd voordat iedereen daarvan overtuigd was. En nog zijn er genoeg ouders die dit advies niet serieus nemen.

    Spleten tussen matrassen of matras en ombouw zijn gevaarlijk. Het matras tegen de muur is ook gevaarlijk. Dit zijn beschreven fatale situaties. Wil je veilig samen slapen moet je het oudermatras op de grond leggen, vrij van wanden, veilig beddengoed, geen fluffy donzen dekbed etc. Ik denk dat naarmate je een meer bewuste keuze maakt, de onveiligheid afneemt. Maar dan nog� hoe hou je je baby bij je hoofdkussen vandaan? Hoe zorg je ervoor dat je baby niet onder de dekens terecht komt?

    In mijn werk heb ik te maken met oververmoeide, wanhopige ouders die hun baby midden in de nacht bij zich nemen omdat ze anders gek worden van moeheid. En daarom is het gevaarlijk als men samen slapen met je baby in zijn algemeenheid gaat promoten.

    Over veilig slapen mag best meer discussie gevoerd worden. Nog steeds legt 25% van de Nederlandse ouders hun jonge baby in een apart kamertje te slapen. Is dat ook een risicofactor? Wat neem je als norm, als uitgangspunt? Is borstvoeding wiegendood-verlagend of is kunstvoeding wiegendood-verhogend? Tja... daar zijn we nog niet aan toe in onze maatschappij.

    Sylvie Zuidam
    moeder van 5, verpleegkundige en schrijfster van Inbakeren.nl


    2.

    Wat jammer dat Ouders Online niet verder kijkt dan hun neus lang is en kritiekloos de aanbevelingen van Stichting Wiegedood overneemt ten aanzien van het boek 'Samen slapen met je baby' van James McKenna.

    Stichting Wiegedood trekt aan de bel: het boek van McKenna zou gevaarlijk zijn. Dat is spijtig. McKenna's boek geeft juist in detail aan hoe je veilig met je baby kunt slapen. Zijn aanbevelingen zijn zeer uitgebreid en gebaseerd op degelijk onderzoek. McKenna waarschuwt dan ook tegen alle vormen van samen slapen die niet voldoen aan de randvoorwaarden. Daarbij geeft hij aanbevelingen voor vormen van samen slapen die niet in het ouderlijk bed plaats vinden.

    Verreweg de meeste baby's die overlijden aan SIDS liggen in een eigen bedje. Het grootste deel van de baby's die overlijden aan wiegendood krijgen kunstmatige zuigelingenvoeding (zie: Minder wiegendood bij met de borst gevoede baby's - Trouw 14-6-2011). Dit zijn feiten die Stichting Wiegedood een beetje onder tafel veegt.

    Echter, door die houding is de logica zoek. Stichting Wiegedood wil niet dat baby's bij ouders in bed slapen, en waarschuwt daarom tegen tips over hoe dat op een veilige manier kan. Dat is vergelijkbaar met seksuele voorlichting weigeren om tienerzwangerschap te voorkomen. Sommige ouders slapen nu eenmaal met hun baby op één oppervlak � omdat zij per ongeluk in slaap vallen na een voeding of omdat zij daar bewust voor kiezen. Dan is het belangrijk dat ouders weten hoe zij dat veilig kunnen doen. Ouders deze informatie willen onthouden zorgt juist voor onveilige situaties.

    In de brief met waarschuwingen die Stichting Wiegedood rondstuurt, staan vreemde uitspraken. Ik geef een paar voorbeelden: de "mitsen en maren" die in het boek staan, zouden bewijzen dat samen slapen "toch niet zo veilig zou zijn". Dat is natuurlijk onzin. Ook Stichting Wiegedood geeft advies omtrent veilig slapen, dat betekent toch niet dat hun praktijken niet deugen? Ook wordt gesuggereerd dat het boek aanbeveelt om altijd samen in één bed te slapen. Dat is pertinent niet waar. McKenna stelt zelfs dat kinderen die met poedermelk worden gevoed, helemaal niet in het ouderlijk bed zouden moeten slapen en geeft een lange lijst van omstandigheden waarbij samen slapen in één bed af te raden is.

    De aanbevelingen van prominente artsen in het boek worden "stemmingmakerij" genoemd, maar deze brandbrief van Stichting Wiegedood is dat nog veel meer. Door advies over veilig samen slapen (of coslapen) te willen boycotten worden ouders niets wijzer. In plaats van ouders zelf een geïnformeerde keuze te laten maken, denkt Stichting Wiegedood te moeten betuttelen. Ik zou daarom mensen juist willen aanraden om McKenna's boek te lezen, en daarnaast de aanbevelingen van stichting Wiegedood tot zich te nemen, om zo tot de meest verstandige keuze voor hun gezin te komen. Dat kunnen ouders helemaal zelf, daar is geen betutteling voor nodig.

    Gabriëlle Jurriaans
    Auteur van de recensie op Slapen met je baby op Borstvoeding.com, redactielid Kiind magazine, bestuurslid werkgroep OOuders, schrijver, pedagoog en moeder.


    3.

    Ik had toch wel gedacht dat jullie met zo'n drogredenering als deze (hieronder herhaald) korte metten zouden maken. Een jij-bak van de bovenste plank:

    "Als tenslotte de voorwaarden worden behandeld waaraan moet worden voldaan om samen slapen veilig te maken komen vele mitsen en maren aan de orde. Zo veilig is het kennelijk ook in de ogen van voorstanders toch niet!"

    Hetzelfde geldt ook voor dit stukje:

    "Ook lijkt zij niet te hebben begrepen dat omgang met een baby in niet-westerse culturen, waar McKenna als antropoloog veel aandacht voor heeft, niet zonder meer zijn te extrapoleren naar de Nederlandse situatie."

    Dat lijkt me niet op de bal, maar op de man spelen. De vertaalster - Marianne Vanderveen - kan zich natuurlijk niet verweren tegen deze zinsnede. McKenna afdoen als een antropoloog die niet van deze wereld is, doet hem geen recht.

    En verder: 15-40 maanden borstvoeding geven zou "voorbij gaan aan de reële Nederlandse omstandigheden". Bedoelt men hier nu dat de aanbeveling niet gedaan zou mogen worden omdat het resultaat toch niet haalbaar is in de ogen van de briefschrijvers?

    Ik sluit me verder geheel aan bij de reactie van Gabriëlle Jurriaans.

    Suzan Put
    Moeder van 3 kinderen, cumulatief inmiddels 6 jaar borstvoeding gevend, en even lang co-slapend.