Ouders Online
Archief
Hoogbegaafdheid - Boekbespreking

23 september 2011

Hoogbegaafde kinderen worden niet vanzelf gelukkiger als je ze naar een Leonardo-school of een plusklas laat gaan. Maar hoe krijg je ze dan wél gelukkig?

Bespreking van:

Gelukkig hoogbegaafd
door: Rineke Derksen
uitg.: 248media
prijs: EUR 21,95
ISBN 9789079603008
Online bestellen bij onze partner 6B.nl
 


Een boek dat focust op geluk

door Jacqueline Wouda

Leonardo-scholen en plusklasjes voor slimme leerlingen schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar volgens Rineke Derksen is dat niet voldoende. In haar boek Gelukkig hoogbegaafd betoogt ze dat hoogbegaafde kinderen pas echt gaan leren en zich pas echt gaan ontwikkelen als ze gelukkig zijn. Dat gaat echter niet vanzelf.

Het lijkt een open deur. Om te kunnen presteren moet je goed je in je vel zitten. Menig zelfhulpboek en cursus 'persoonlijke groei' is op die leest geschoeid. Ook in het onderwijs gaat men er meestal vanuit dat een gelukkig kind beter leert. Voor leerlingen met een hoog IQ is dat niet anders. Wel anders is de manier waarop hoogbegaafde kinderen emotioneel in elkaar steken, en hóe ze gelukkig worden. Kennis daarover is essentieel voor iedereen die met hoogbegaafde kinderen te maken heeft, aldus Derksen.

Vaak ongelukkig
Derksen weet waarover ze het heeft. Vanuit haar eigen advies- en begeleidingsbureau coacht ze dagelijks hoogbegaafde kinderen en volwassenen. Daarnaast begeleidt ze plusgroepen en traint ze schoolteams en hulpverleners die met hoogbegaafden werken. Als moeder van drie hoogbegaafde kinderen, en zelf hoogbegaafd, is ze dubbel en dwars ervaringsdeskundige.

Derksen ziet dat veel hoogbegaafde kinderen ongelukkig zijn. Ze lopen vast in het reguliere onderwijs, worden murw van het aanpassen, en gaan onderpresteren. Ze lopen op tegen een muur van onbegrip en missen aansluiting met leeftijdsgenootjes.

Tot zover weinig nieuws. Er is de afgelopen jaren ook steeds meer aandacht voor gekomen. Steeds meer scholen bieden specifieke begeleiding voor hoogbegaafde leerlingen, schaffen speciaal lesmateriaal aan, organiseren plusklassen, of beginnen speciale Leonardo-afdelingen. Op cognitief gebied worden slimme kinderen dus steeds beter bediend. Maar dat is maar één kant van het verhaal.

Emotionele ontwikkeling
Derksen maakt een onderscheid tussen vier verschillende ontwikkelingsgebieden:

  • de cognitieve ontwikkeling;
  • de sociale ontwikkeling;
  • de emotionele ontwikkeling;
  • en de lichamelijke ontwikkeling.

    Anders dan bij het gemiddelde kind, lopen die ontwikkelingen bij hoogbegaafde kinderen niet in de pas. De cognitieve en sociale ontwikkeling gaan bij hen (veel) sneller dan de emotionele en lichamelijke ontwikkeling. Hierdoor vertonen deze kinderen vaak tegenstrijdig en complex gedrag. Dat doen ze niet expres; het hoort bij hun asynchrone ontwikkeling.

    Daarnaast wijst Derksen erop dat hoogbegaafde kinderen vaak veel heftiger emoties hebben dan andere kinderen, doordat ze hun ervaringen anders verwerken. Wie zich daar als ouder of leerkracht niet van bewust is, kan onvoldoende inspelen op de emotionele behoeftes van zo'n kind.

    Heftig huilen bij een schaafplekje
    Een hoogbegaafd kind dat heftig huilt bij een klein schaafplekje, of compleet van slag raakt als de dingen anders gaan dan gepland, wordt al snel als aansteller bestempeld. Helemaal als zo'n kind cognitief een flinke voorsprong heeft en 'beter zou moeten weten'. Zulk gedrag wekt irritatie en onbegrip.

    Toch horen zulke overdreven en op het oog onnodige reacties juist bij hoogbegaafde kinderen. Ouders en leerkrachten zouden daar begrip en hulpvaardigheid voor moeten tonen, in plaats van het gedrag te veroordelen.

    Nuttige aanvulling
    Door de nadruk op de emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen is Gelukkig hoogbegaafd een nuttige aanvulling op de vele boeken en artikelen over hoogbegaafdheid die de afgelopen jaren al zijn verschenen. Aan de hand van pakkende voorbeelden uit de praktijk, aangevuld met wetenschappelijk onderzoek, deelt Derksen haar kennis over de behoeften van hoogbegaafde kinderen. Ook geeft ze tips die zowel thuis als op school en op de (naschoolse) opvang toepasbaar zijn.

    Een aardig voorbeeld is het gedrag van Stijn, dat Derksen in haar boek beschrijft. Zoals veel hoogbegaafde kinderen loopt Stijn de hele dag door vragen te stellen. Niet alleen om zijn grote kennishonger te stillen (cognitieve behoefte) maar ook om in zijn onzekerheid grip te krijgen op zijn omgeving (emotionele behoefte): "Is dit echt wel groen? Moet ik daar gaan zitten?"

    Derksens oplossing is het geven van vragenkaartjes, om de vraaghonger een beetje te reguleren. Bij iedere vraag die Stijn stelt, moet hij een kaartje inleveren. Als de kaartjes op zijn, mag hij geen vragen meer stellen. Op die manier leert hij geen vragen meer te stellen waarop hij het antwoord al weet. Dat geeft hem rust en zelfvertrouwen, en zo blijft er meer tijd over om in te spelen op zijn cognitieve behoeftes.

    Hoewel het boekje – meer dan 96 pagina's is het niet – wel wat steken laat vallen op het gebied van structuur en vormgeving, biedt het onmisbare handvatten om hoogbegaafde kinderen te begrijpen en te helpen. De schat aan kennis die wordt overgedragen, en Derksens liefdevolle schrijfstijl, maken de tekortkomingen meer dan goed.

    Kortom: een boek dat focust op geluk. Een groter geschenk kun je een kind niet geven. Want tegen geluk kan geen IQ op.

    Jacqueline Wouda
    p/a [email protected]