8 april 2011 door David den Boer

Wanneer gaat een kind naar groep 3?

Kleutert je kind een jaar langer of stroomt hij door naar groep 3? Hoe wordt dat bepaald en wat kun je zelf doen? 

Wanneer ga je naar groep 3?

Tot 1985 moest een kleuter voor 1 oktober 6 worden, om door te stromen naar groep 3. Maar inmiddels is het al meer dan 30 jaar zo dat ook kinderen die tussen 1 oktober en 1 januari zijn geboren overgaan naar groep 3.  Er is geen harde grens meer. 

Maarrrr... de Onderwijsinspectie wil wel dat iedereen binnen 8 jaar de basisschool doorloopt. Word je in de herfst of net voor Kerst zes en ga je niet door naar groep 3? Dan red je dit niet. Blijf je een jaar langer bij de kleuters, dan noemen ze dit kleuterbouwverlenging. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. 

Blijven zitten

De specifieke ontwikkeling van een kind kan altijd een reden zijn om de doorstroming naar groep 3 nog even uit te stellen. De school heeft daar dan gegronde redenen voor en kan die uitleggen aan de ouders. De school moet dan voor het doublerende kind een individueel handelingsplan opstellen voor het volgende schooljaar. Dit om te voorkomen dat het kind niets anders doet dan nóg een keer dezelfde werkjes en taken.

Bij doorkleuteren of langer kleuteren spreken scholen doorgaans van 'kleuterverlenging'. Dat is helaas niets meer of minder dan een eufemisme voor 'blijven zitten' of 'doubleren'. Dat is geen schande, en soms is het gewoon heel wenselijk, maar de school moet dan wel goed kunnen uitleggen waarom dat nodig is voor uw kind.

Let wel: het gaat hier om méér dan een terminologische kwestie. Sinds de samenvoeging van de kleuterschool en de lagere school tot één basisschool is er gewoon geen kleuterschool meer, en hebben alle groepen, van groep 1 tot en met groep 8, dezelfde status. Groep 5 of 6 overdoen is dus hetzelfde als groep 1 of 2 overdoen, oftewel keihard 'blijven zitten'. En dat kan een kind nog lelijk opbreken, als het toegang wil krijgen tot het middelbaar onderwijs. Als ze bij over-inschrijving streng moeten selecteren, zullen ze geneigd zijn het zittenblijven op de basisschool (te zien aan het geboortejaar bij inschrijving) als een negatieve factor mee te wegen.

Overleg met de ouders

Een leerkracht kan doorgaans goed aangeven waarom een kind nog niet 'leerrijp' is. Meestal wordt dit tijdig met de ouders besproken en komt de beslissing tot stand in onderling overleg en met instemming van de ouders. Dat is prima.

Toch komt het nog vaak voor dat kleuterverlenging niet besproken wordt met de ouders. Sterker nog: veel kinderen blijven zitten in een kleutergroep zonder dat de ouders daarvan op de hoogte worden gesteld. Veel ouders denken namelijk - net als veel scholen - dat de 1 oktober-grens bepaalt wanneer een kind 'in het normale geval' moet doorstromen naar groep 3. Herfstkinderen zouden dan allemaal 'in het normale geval' langer dan 2½ jaar in de kleutergroepen zitten. Maar dat is al 20 jaar niet volgens de bedoeling van de wet (waar scholen zich sinds 1985 aan moeten houden).

Moeilijke gesprekken voorkomen

Ouders van herfst-kinderen voeren altijd al - meer dan ouders van andere kinderen - gesprekken op school over de overgang naar groep 3. Dat is normaal: het ene kind is er wel aan toe, het andere kind niet. En hoe jonger de kinderen zijn, hoe groter de twijfels soms. Zo'n beslissing is belangrijk, en de expertise van de school komt daarbij goed van pas.

Maar veel scholen vinden het blijkbaar vervelend om daar met ouders over te moeten praten en daarom proberen ze zich te wapenen tegen deze gesprekken met 'lastige' ouders. De school kan sinds kort zelfs een aparte brochure bestellen bij Pravoo, een organisatie die scholen begeleidt en ondersteunt (onder andere met leerling-volgsystemen), om goed voorbereid het gesprek met de ouders aan te gaan. Dat dat nodig is, is een veeg teken.

Brochure

Steeds meer ouders weten inmiddels dat de 1 oktober-grens niet meer geldt. Ook de Onderwijsinspectie wijst scholen daarop. En dat geeft problemen: "Scholen beginnen, mede onder druk van de inspectie en ouders steeds krampachtiger om te gaan met het zittenblijven", aldus Luc Koning, orthopedagoog bij Pravoo, in de recent uitgegeven brochure Inspectie, Pravoo en het zgn. zittenblijven in groep 1 en 2 (p.4).

Pravoo heeft daarom deze brochure gemaakt, zodat scholen zichzelf van argumenten kunnen voorzien om het zittenblijven in een kleutergroep te onderbouwen. Koning spreekt overigens over 'het zogenaamde zittenblijven'. Deze onderbouwing steunt volledig op het gebruik van het Pravoo-leerlingvolgsysteem en hun Groep 3 rijpheidsprotocol: vul alles goed in en je zit goed als school. De beslissing van de school is bindend en noch Inspectie noch ouders kunnen je iets maken, is de boodschap van Pravoo aan de scholen.

Strijd tegen de Inspectie

In een apart hoofdstuk keert Pravoo zich expliciet tegen de Onderwijsinspectie, die erop moet toezien dat scholen de wet naleven. De Inspectie maakt volgens Koning een aantal "denkfouten" en "men is niet op de hoogte van de kleuterpedagogiek" (p.11). En bovendien doen de inspecteurs hun werk niet goed (p.12). Wat de inspecteurs ook zeggen, ze kunnen de scholen niets opleggen, sust Pravoo de scholen, en zich al helemaal niet bemoeien met individuele gevallen.

De toon is gezet: voor 15 euro krijgen de scholen vooral een dosis peptalk. De brochure bevat opvallend genoeg geen enkel inhoudelijk argument tegen het opheffen van de 1 oktober-grens. Voor het gesprek met de ouders krijgen leerkrachten dus geen inhoudelijke argumenten aangereikt door Pravoo. En dat is een gemiste kans.

Strijd tegen de ouders

Over de rechten van ouders zegt de Pravoo-brochure het volgende tegen de scholen (we citeren letterlijk, p.13):

  • Ouders hebben het recht om van u te horen of u twijfels hebt over het al dan niet verlengen van een schooljaar. Deel minimaal uw twijfels mee in januari en geef ook aan wanneer ze zullen horen hoe volgens u hun kind zijn/haar schoolloopbaan gaat vervolgen.
  • Ouders hebben het recht om van u te horen wat u doet om de ontwikkeling te stimuleren.
  • Ouders moeten voorgelicht worden en duidelijkheid hebben over het feit dat de school de doorstroming bepaalt.
  • Ouders kunnen klagen bij de klachtencommissie en in mindere mate bij de inspectie. Beide instituties hebben geen rechtsprekende macht op dit gebied. De school kan dat gewoon naast zich neerleggen.

Kortom: behalve het recht op minimale informatie over de beslissing van de school hebben ouders eigenlijk helemaal geen rechten, volgens Pravoo. De ouders zullen zich moeten schikken in de beslissing van de school, die door Pravoo dan ook vooral geïnstrueerd wordt om standvastig te blijven en vooral niet al te veel naar de ouders of de Inspectie te luisteren. "De school kan dat gewoon naast zich neerleggen".

"Alsof de ouders dat wel even bepalen"

Op het Forum van Ouders Online vertellen ouders elkaar veel onzin, lezen we in de Pravoo-brochure. Leerkrachten moeten er maar niet te vaak kijken,

"omdat het voor leerkrachten demotiverend kan werken vanwege de agressieve toon van de ouders en de vele onjuistheden die beweerd worden. Uitspraken als Wij laten hem gewoon overgaan, komt men veelvuldig tegen, alsof de ouders dat wel even bepalen. De ouders jutten elkaar op om die leerkracht toch maar even te vertellen hoe het zit en hoe het moet. Er zijn ook al ouders die van die oktober-november-december-vuistregel weten. Kortom; een gewaarschuwde leerkracht telt voor twee." (p.13)

Wat Pravoo er niet bij vertelt, is dat ouders natuurlijk ook altijd nog naar de rechter zouden kunnen gaan. En ook niet dat scholen gewoon de wet moeten uitvoeren. Wanneer ze strikt de 1 oktober-grens hanteren, handelen ze niet overeenkomstig de wet.

Koning ziet een gang naar de rechter als kansloos. Hij refereert daarvoor aan een eerdere uitspraak (bekend als 'de zaak Frederique') en leidt daaruit af dat scholen altijd het laatste woord hebben. Maar de zaak Frederique ging niet over de wens van de school om het kind te laten doubleren, maar over de weigering van school om het een klas te laten overslaan. Daar zegt de wet niets over. In dat geval konden de ouders niet terugvallen op de wet. Voor doorstromen en zittenblijven zijn die richtlijnen er wel en daar moeten scholen zich dan ook aan houden.

Recht van kinderen

Wat vinden ouders nu werkelijk? Zij vinden dat kinderen er recht op hebben dat scholen voor hen zo goed mogelijk beslissen en dat ze die beslissing verantwoorden op een deskundige manier. Ouders vinden dat kinderen niet hoeven te doubleren op grond van hun geboortedatum. Kinderen hebben er recht op dat ze afzonderlijk beoordeeld worden en dat beslissingen voor doorstroming gemaakt worden op basis van hun eigen, indivuele ontwikkeling.

Kinderen hebben er bovendien recht op dat scholen proberen een goede relatie op te bouwen met de ouders. Pravoo zet met zijn adviezen de relatie tussen ouders en school onnodig onder druk. Bovendien benut Koning de mogelijkheid niet om scholen echt te helpen.

De brochure van Pravoo zou pas echt zijn geld waard zijn, als er werd ingegaan op het probleem dat scholen hebben om het onderwijs zo in te richten dat herfstkinderen zonder doublures en met een doorgaande ontwikkelingslijn de basisschool kunnen doorlopen. Want als je naar leerkrachten luistert, ligt dáár het werkelijke probleem.

Pravoo polariseert nodeloos

Het is jammer dat de orthopedagogische auteur van de Pravoo-brochure zijn deskundigheid niet gebruikt om een brug te slaan tussen ouders en school. Deze partijen moeten immers beide, en liefst samen, handelen in het belang van het kind. Pravoo polariseert nodeloos en helpt daarmee noch kinderen, noch leerkrachten.

De brochure is dus een gemiste kans om het echte probleem te benoemen en te helpen oplossen, namelijk het feit dat scholen blijkbaar niet weten hoe ze ieder kind een doorlopende ontwikkeling kunnen bieden binnen 8 jaar. Want als dat het probleem is, moet het dáárover gaan. Dan moet daarover gesproken worden met de wetgever, oftewel de Haagse politiek.

Alternatieven

Gelukkig kan het ook anders. Een intelligente benadering van het probleem is bijvoorbeeld gekozen door de organisatoren van het congres De kleuterschool moet terug, dat zal plaatsvinden op 25 november 2005, in Zwolle. Want misschien ligt dáár wel de kern van het probleem, dat de kleuterschool is opgegaan in de basisschool.

Eveneens gelukkig is het feit dat lang niet alle orthopedagogen, onderwijskundigen en scholen de ouders als demotiverende ballast zien. Deze maand verscheen van Cees de Wit de brochure Ouders als educatieve partner - Een handreiking voor scholen (Q*Primair, Den Haag, september 2005).

De Wit legt – geheel gratis – uit waarom het belangrijk is dat scholen ouders zien als verantwoordelijke partners in het onderwijs en hoe je zo'n educatief partnerschap vormgeeft.

Reactie Pravoo

In tegenstelling tot de Wit gelooft Luc Koning van Pravoo niet in samenwerking en overleg tussen ouders en school. Hij mailde ons, in antwoord op onze vraag waarom hij leerkrachten niet voorhoudt zich in te leven in het standpunt van ouders, dat hij er vooral is voor de begeleiding van leerkrachten, die vaak niet op kunnen tegen de grote druk van ouders:

"Uw suggestie [dat je leerkrachten ook begrip kunt bijbrengen voor de positie van ouders, en hen inzicht geeft in het beslissingsproces van de school met het doel dat iedereen tevreden kan zijn] staat buiten de werkelijkheid omdat je niet altijd beslissingen kunt nemen waarover iedereen tevreden kan zijn.

Veel ouders op het Forum van Ouders Online gaan er vanuit dat het over het algemeen beter is om de kleuterperiode niet te verlengen. Als de school het daar niet mee eens is en zijn verantwoordelijkheid neemt, dan is er een partij niet tevreden. De gedachte dat overleg altijd tevredenheid oplevert, is dan ook een denkfout."

Natuurlijk zal overleg niet altijd leiden tot tevredenheid bij iedereen, hoewel je er wel naar kunt streven. De conclusie dat overleg dan maar vermeden moet worden, zet ons is in ieder geval allemaal op een doodlopende weg.