25 september 2005 door Justine Pardoen

Mijn kind leert schrijven (of niet)

Op dit moment leren 200.000 kinderen voor het eerst lezen en schrijven. Justine Pardoen beschrijft hoe het werkt (of niet werkt) en wat u thuis kunt doen.

Van de 200.000 kinderen die dit jaar in groep 3 de eerste beginselen van het schrijven onder de knie proberen te krijgen, heeft 60% er grote moeite mee, zo blijkt uit onderzoek. Leren schrijven gaat beslist niet vanzelf. Het is vreselijk moeilijk. Maar op veel scholen is er eigenlijk onvoldoende aandacht voor schrijfonderwijs.

Eigenlijk zou het schrijfonderwijs de hele schooltijd in beslag moeten nemen; de motorische ontwikkeling stopt immers niet in groep 4. Soms ontdekken ouders in de brugklas opeens dat hun kind eigenlijk niet goed heeft leren schrijven, en ineens achterop raakt doordat hij te langzaam schrijft. Maar dan is het al te laat natuurlijk.

De rol van de school

Leerkrachten hebben niet alleen weinig tijd om veel te oefenen met het schrijven, sommigen hebben er ook geen zin meer in, lijkt het. Er zijn zelfs scholen waar ze besloten hebben om niet langer een lopend verbonden schrift aan te leren, en overgaan op blokschrift. Want ach, wie schrijft er nog een handgeschreven brief tegenwoordig?

Bovendien zijn leerkrachten soms slecht op de hoogte. Het komt nog vaak voor dat ze niet weten hoe ze een linkshandig kind het beste kunnen instrueren. Dat zo'n kind beter kan werken zonder buurman aan de linkerkant (tenzij die ook linkshandig is), en dat hij zijn blad anders moet neerleggen dan een rechtshandig kind. Welke leerkracht weet dat een linkshandig kind het potlood nét iets hoger moet vasthouden dan een rechtshandig kind, en waarom?

Bewegingsonderwijs

Schrijven is niet alleen een fijn-motorische activiteit. Het gaat om de gehele motoriek, waarbij een goed lichaamsbesef en een goede coördinatie van alle zintuigen enerzijds en de beweging van het lichaam anderzijds heel belangrijk is.

Marc Litière, schrijver van het boek Mijn kind leert schrijven (uitg. Lannoo), vindt dan ook dat schrijfonderwijs eigenlijk bewegingsonderwijs is. Het houdt in dat je om te leren schrijven heel veel moet oefenen. Niet alleen met de pen in je hand, maar met je hele lichaam.

Het lichaam van kinderen verandert nog snel. Daarom is bewegingsonderwijs een belangrijke hulp bij het ontwikkelen van een goed lichaamsbesef en een soepele coördinatie. En dat lijkt precies op veel scholen het probleem: er is steeds minder tijd om heel veel te oefenen.

De rol van de ouders

Schrijven leer je op school, maar thuis kunnen ouders ook veel doen. Juist als op school te weinig wordt geoefend. Het is dan goed dat ouders ook thuis weten wat ze kunnen doen om het kind te ondersteunen.

Waar kunt u thuis op letten:

  • Oefen thuis met schrijven met potlood. Dat is het beste voor een kind dat begint met schrijven. Gebruik een hard potlood (type H). HB en B zijn meer om te tekenen. Gebruik eventueel een driekantig potlood, te koop in de kantoorboekhandel. Leer het kind géén blokletters (hoofdletters) als handschrift.
  • Oefen niet met het overtrekken van gestippelde (blok)letters (zoals je vaak ziet in de oefenboekjes die je bij de drogist kunt kopen), maar oefen alleen met het volgen van vloeiende lijnen en bewegingen. Oefen met het kind om rechte en schuine lijnen te tekenen, maar ook krommen, lussen, krullen en zigzaglijnen (ook vormen als cirkels, vierkanten, driehoeken etc.), waarbij ze vooral het potlood op het papier houden.
  • Oefen met je kind het totale lichaamsevenwicht: met dansen, springen, wiebelen op een grote bal, op een muurtje lopen, etc.
  • Doe (ontspannings)oefeningen voor de handen en armen: speel piano op tafel, duim en vingers elkaar laten aantikken, knikkers verwisselen in de hand, spelen met vingerpoppetjes, rijgen, vlechten, boetseren, draaiende bewegingen met de pols, symmetrische grote bewegingen met de armen, en 8-vormige bewegingen.
  • Zorg ervoor dat uw kind voldoende beweegt: ga hinkelen, oefen de koprol, laat het vangen en gooien met een bal, en oefen met touwtjespringen.
  • Kijk goed naar hoe je kind schrijft. De meeste kinderen zijn rond het 6e jaar schrijfrijp. Een kleuter kan met zijn vuistgreep (krijtje in de volle hand) nog niet dezelfde fijne bewegingen maken als een ouder kind. In groep 3 mag het kind bij het tekenen niet meer vanuit het schoudergewricht bewegen of met de elleboog, maar juist alleen vanuit de pols en de vingers. Zo kan hij leren een vloeiende en nauwkeurige beweging te maken, waarin de bewegingen een zeker ritme krijgen. Ook moet een kind in staat zijn om zijn bewegingen af te stemmen op zijn zintuigen: er moet een goede samenwerking zijn tussen ogen en handen, het voelen met de vingers, de hand en de arm.
  • Als ouder kun je het beste kijken naar het proces en niet zozeer naar het product. Let dus niet op de hanepoten, en 'niet tussen de lijntjes schrijven', maar op eventuele moeilijkheden bij het proces. Het doel is niet 'mooi', maar wel 'soepel en vlot'. Als je ontdekt wat goed gaat en wat niet, kun je daarin bijsturen.
  • Let erop dat je kind het potlood goed vasthoudt. Dat wil zeggen: 2 cm boven de punt voor rechtshandigen, 3 cm voor linkshandigen, niet krampachtig, met weinig inspanning in alle schrijfbewegingen.
  • Schrijft je kind linkshandig, controleer dan of hij de bijbehorende instructies heeft gekregen. Dat wil zeggen: de linker bovenhoek van het papier iets hoger legger, en het potlood iets hoger vasthouden. Zo nee, ga dan praten met de leerkracht of geef zelf instructies.
  • Controleer uw kind een goede schrijfhouding heeft. Dat wil zeggen: de ellebogen net iets over de tafelrand, een kleine ruimte tussen het lichaam en de tafel, rechtop met de voeten op de grond, de afstand tussen de ogen en het papier ongeveer 30 cm, papier schuin, de niet-schrijvende hand losjes op papier (en niet onder het hoofd).