Terug naar overzicht Magazine

Opinie

Een adoptiekind opvoeden
is soms onmogelijk

Hans Vereycken
december 2000 / januari 2001

Het gaat lang niet altijd goed met een geadopteerd kind. En soms kun je als adoptie-ouder daar eigenlijk niets aan doen. Hans Vereycken legt uit waarom.

Ongeveer 30% van de geadopteerde kinderen vertoont matige tot ernstige stoornissen. Er zijn mij gevallen bekend van kinderen met een ruime intelligentie die toch niet verder komen dan het lager middelbaar onderwijs en die in het hoger middelbaar geen enkele studie kunnen afronden. Ook in het beroepsleven sukkelen ze voort met vallen en opstaan. Andere minderbegaafden komen in het leger werklozen terecht of, erger nog, in het criminele circuit, de drugswereld of gaan bij het legioen daklozen behoren.

De hechtingsproblematiek
Waarom gaat de adoptie in veel gevallen goed maar in een groot aantal gevallen hopeloos fout? Een belangrijke oorzaak is vaak: de hechtingsproblematiek.

Adoptie zal het leven van elk kind blijven kleuren in positieve of negatieve zin:
- in positieve zin omdat een kind een nieuwe kans op een gezinsleven en wellicht een betere toekomst geboden wordt.
- in negatieve zin omdat het kind vervreemd wordt van z'n wortels, of dat nu Europese of andere zijn.

Het feit dat een kind wél is verwekt maar niet is opgevoed door zijn biologische ouders, om welke reden dan ook, veroorzaakt een litteken dat een leven lang pijn blijft doen.

Afgestaan of afgewezen?
Adoptie-kinderen kunnen grotendeels onderverdeeld worden in twee groepen: kinderen die zijn afgestaan en kinderen die zijn afgewezen.

Een kind dat is afgestaan, kan gewenst geweest zijn, maar door allerlei omstandigheden van buitenaf zijn aangeboden voor adoptie. Er was acceptatie van de vrucht in de moederschoot, er was acceptatie van het pasgeboren en opgroeiende kind totdat...

Zo'n kind kan best de 'bodem' hebben, waarop zijn verdere sociaal-affectieve hoedanigheden gebouwd moeten worden. Wat er verder ook met hem gebeurt, er is een basis, een bodem, waar de adoptie-ouders heel voorzichtig en met heel veel ruimte voor het verleden van het kind en voor zijn biologische ouders, mee verder kunnen.

Anders is het met het afgewezen kind. Vast staat dat er tijdens de zwangerschap meer tot stand komt dan alleen maar het delen van cellen tot foetus, tot mensje. Een onwelkome, ongewenste zwangerschap, is wel degelijk van invloed op de emotionele ontwikkeling van een kind. Een geboorte zal dan ook anders verlopen, om maar niet te spreken over de behandeling die het kind daarna ten deel valt. De ontwikkeling van tweezaamheid (dit is het vermogen om een langdurige, wederzijdse relatie in stand te houden) komt niet tot stand.

De sociaal-affectieve hoedanigheden van kinderen (alle kinderen) zijn voltooid voor de eerste verjaardag. Het 'zelfconcept', het doordrongen zijn van wie en wat men is voor anderen, hangt volledig af van hoe een kind zich in die meest kwetsbare, meest ontvankelijke eerste levensmaanden heeft gevoeld. Voelt het kind zich een hinderpaal, een lastpost, dan zal zijn zelfbeeld navenant gevormd worden.

Symptomen van hechtingsstoornissen
Omwille van hun onvermogen of diepgewortelde angst om relaties aan te gaan, spreken we bij deze kinderen van 'hechtingsstoornis'. Hieronder staan de globale symptomen op een rijtje.

Babyleeftijd

  • het kind past zich ogenschijnlijk zeer vlug aan bij aankomst
  • veel huilen
  • onrust
  • niet geknuffeld willen worden
  • niet willen aankijken
  • niet aan moeders borst willen drinken
  • verstijven als het wordt opgepakt

    Peuterleeftijd

    1. De actieve peuter

  • het kind heeft geen heimwee
  • zich niets aantrekken van de ouders
  • gevoel- en emotieloze indruk
  • niet bereikbaar voor de ouders; geen gevoel van wederkerigheid
  • chaotisch

    2. De passieve peuter

  • het kind voelt zich onmiddellijk thuis
  • nooit aandacht vragen
  • niet huilen
  • laat zich verzorgen en met zich spelen, zonder plezier te hebben

    Basisschoolleeftijd

    1. Het driftenkind

  • laat zich leiden door eigen wensen, doet wat in hem opkomt

    2. Het in schijn aangepaste kind

  • ontkent eigen wensen en past zich in schijn aan
  • wil sterke controle hebben over de omgeving
  • maakt met alles en iedereen contact (straathondjes-gedrag)

    3. Het kind met twee gezichten

  • is thuis onhandelbaar en buitenshuis zeer aangepast (of omgekeerd)

    4. Het agressieve kind

  • daagt uit
  • scheldt, schopt, slaat, pest, vernielt, etc.

    5. Het kind dat het laat afweten

  • trekt zich terug in zichzelf en zou het liefste dood willen zijn.

    6. Het kind dat nergens raad mee weet

  • maakt een chaotische indruk

    7. Het kind dat zich richt op leren en presteren

  • onderdrukt zijn gevoelens van onveiligheid en ongeborgenheid

    Sociale handicap
    Een kind met een hechtingsstoornis heeft een sociale handicap die voor de buitenwereld vrijwel onzichtbaar is. Hierdoor is de problematiek voor anderen, de mensen buiten het gezin, slecht invoelbaar. Die 'anderen', inclusief sommige hulpverleners, zien niets of weinig aan dat 'charmante kind'. Maar de adoptie-ouders ervaren wel degelijk wat het gevolg is van een hechtingsstoornis.

    Tegenover buitenstaanders komt het kind over als charmant, behulpzaam, beleefd, zeer meegaand. Deze kinderen hebben wel een sterke neiging tot korte oppervlakkige en gemakkelijk inwisselbare contacten. Maar binnen in het gezin is er geen huis mee te houden, en kan er geen band groeien.

    Ouders krijgen de indruk dat de kinderen door hun gedrag altijd weer afwijzing uitlokken. Het kind ervaart de emotionele banden in het gezin als bedreigend. Het weet geen blijf met belonen en negeert schouderklopjes.

    Dit gedrag heeft enorme consequenties voor de ouders die, binnen de warmte van hun gezin, een kind willen opvoeden dat met deze warmte geen blijf weet.

    Het klinkt tegenstrijdig, maar een kind met een ernstige hechtigsstoornis is vaak beter opvoedbaar in een instelling: wisselende opvoeders die ook gemakkelijker "afstand" zullen nemen. Zij zijn emotioneel niet verbonden met het kind.

    Hans Vereycken (Wemmel, België)

    e-mail: [email protected]
    web-site: http://home.tiscalinet.be/contactgroepwatnu/

    Verder lezen:
    Geertje van Egmont, Bodemloos bestaan, Ambo/Anthos, 1987, ISBN 902 6308 337, prijs ca. ƒ 32,55

    Hans Vereycken is ervaringsdeskundige, met biologische kinderen én adoptiekinderen. Hij is tevens degene die ons een hart onder de riem gestoken heeft toen wij de Forum-rubriek Adoptie wilden verwijderen bij gebrek aan belangstelling. Vereycken meldde ons dat het aantal berichten weliswaar gering is, maar dat de rubriek in een belangrijke behoefte voorziet.

    Archief van Opinies uit eerdere afleveringen.

  • Copyright © 1996-2001 Ouders Online BV
    Uitsluiting aansprakelijkheid
    Pagina voor het laatst bijgewerkt op: 12 januari 2001