Ouders Online
Archief
Opinie – Nationale Jeugdlezing 2002

15 november 2002

Op 6 november 2002 hield Peter Cuyvers de Nationale Jeugdlezing in de Rode Hoed te Amsterdam. Op veler verzoek publiceren wij hier de integrale tekst van de lezing (die nergens anders beschikbaar is).


Vertrouw de ouders

Het gezin als sociale partner
Nationale Jeugdlezing 2002

door Peter Cuyvers

Jan - tje is stout
foei pap - pa - s
foei mam - ma - s
van Ne - der - land

Dames en Heren,

Om te beginnen wil ik graag mijn dank uitspreken aan de organisaties die de Jeugdlezing mogelijk maken voor hun eervolle uitnodiging.

Die uitnodiging krijg je lang van tevoren. De titel en de inhoud van deze lezing zijn dan ook al een half jaar geleden vastgesteld. In zo'n geval kan de actualiteit je aardig inhalen. Dat is inderdaad gebeurd.

Ik heb in de afgelopen dagen veel e-mails en telefoontjes gekregen over de titel. Dat ik nu, na de afgrijselijke gebeurtenis in Venlo, maar ook algemeen met zoveel jeugdcriminaliteit, zoveel vandalisme, het vertrouwen in ouders wilde uitspreken!

Het commentaar dat ik kreeg, volgde meestal de redenering van het versje dat ik net heb voorgelezen.

Als jongeren in de fout gaan, komt dat omdat wij onze kinderen niet meer opvoeden.

Waarom vat ik die redenering samen in een kinderrijmpje? Welnu, dat was een advies van een communicatie-expert. Die vertelde dat zelfs Jip- en Janneke Taal niet werkte. Dus moest de boodschap aan de burgers tegenwoordig met Nijntje-taal worden overgebracht.

Dit zegt natuurlijk iets over hoeveel (of liever hoe weinig) vertrouwen men heeft in het niveau van die burgers. En daar gaat het vanmiddag over.

Sheet:

Naar mijn mening wordt ouderschap in Nederland systematisch ondergewaardeerd, waarbij meestal een mix van deze drie typen wantrouwen een rol speelt.

Ik kan er niet omheen dat mijn beschrijving daarvan ook complex zal worden. Jammer voor de communicatie-expert en zijn Nijntje, maar de werkelijkheid is ingewikkeld.

Ik wil de analyse beginnen bij het algemene wantrouwen ten aanzien van burgers dat de afgelopen tien jaar gemeengoed was in politiek en bestuurlijk Nederland.

Sheet:

Minister-president Lubbers begon er in feite mee: 'Nederland is ziek' zei hij. Zijn beoogd opvolger, Brinkman, noemde de burger calculerend, vooral uit op het eigen voordeel. Inderdaad, zei minister de Vries, nadat de commotie over de tientallen slachtoffers in Enschede en Volendam weer wat was gezakt. Eigenlijk eist de burger van de overheid teveel. Meer dan ooit waargemaakt kan worden.

Na de nederlaag van Paars werd de burger vergeleken met een verwend kind. Een verwend en eigenlijk ook dom kind dat niet ziet hoe goed het gaat, en dat aanrent achter een 'populistisch verhaal'.

En als de volwassenen al verwend zijn, wat moet er dan van de kinderen terecht komen?

Hoe kan men immers verwachten dat de Jeugdcriminaliteit, de verloedering, het algemene gebrek aan normen en Waarden, bestreden wordt, als men niet meer kan rekenen op het gezin?

In Nederland deed zich overigens een zeer interessant fenomeen voor. Nederland was het enige land in de wereld waar de culturele elite aanvankelijk massaal de instorting van het gezin toejuichte als een bevrijding.

Sociologen als Weeda voorspelden in de jaren '70 de netwerksamenleving: het laatste gezin zou in 2000 hoogstens te vinden zijn in het Arnhemse Openluchtmuseum.

Je hoorde een alternatieve leefvorm te kiezen; je hoorde je te verzetten tegen je ouders.

Inmiddels hebben de progressieven van toen zich deels bij het conservatieve kamp gevoegd, en betreuren ook zij de teloorgang van het ouderlijk gezag.

Ik ben echter van mening dat zowel de conservatieve als de progressieve interpretatie van de ontwikkelingen volkomen onjuist was. En is. Noch het gezin, noch het gezag is ten onder gegaan!

Om die mening te ondersteunen wil ik een paar gegevens uit het laatste Nationale Rapport van de Gezinsraad met u bekijken. Dat rapport heette niet voor niets: 'Gezin, beeld en werkelijkheid'.

Sommigen van u denken mogelijk dat er in ons land steeds meer alleenstaanden zijn, en dat er dus steeds minder mensen in gezinsverband leven. In afbeelding 1 ziet u boven de streep dat inderdaad slechts 1 op de 3 huishoudens een gezin is, maar in die gezinnen wonen wel iets meer mensen.

afb.1 Afb. 1
Aantal personen in gezin

 

Maar eigenlijk krijgen we het beeld pas compleet als we naar de levensloop kijken. In afbeelding 2 ziet u de GROENEN (de alleenstaanden) en de BLAUWEN (de paren) vooral sterk vertegenwoordigd tussen de 20 en 30 jaar en na 55.

afb.2 Afb. 2
Moment en levensloop

 

In de andere levensfasen is het gezin dominant... het PAARSE deel dus. De overgrote meerderheid van de Nederlanders woont in de middenfase van het leven samen met partner en kinderen.

Aantal echtscheidingen
Ook wat echtscheiding betreft is het heel nuttig om te denken in termen van levensloop. In afbeelding 3 ziet u dat jonge samenwoners het in de helft van de gevallen niet met elkaar uithouden.

afb.3 Afb. 3
scheidingen

 

Gehuwden hebben een scheidingskans van ongeveer een op vier. Als er eenmaal kinderen zijn, blijft meer dan 85% van de gezinnen intakt.

Het verhaal van het kind in de klas dat een uitzondering is omdat zijn of haar ouders niet gescheiden zijn, is een fabeltje. Net zoals het dus een fabeltje is dat alle kinderen tegenwoordig wel zes grootouders hebben. In werkelijkheid zijn dat heel kleine groepen.

Aantal werkende moeders en verdiensten vrouwen
Je kunt wel twee ouders hebben, maar als die allebei werken heb je daar niet zoveel aan. En de kans is vrij groot dat u ergens gelezen heeft dat het kostwinnersgezin bijna is uitgestorven. Toch iets voor het Openluchtmuseum dus.

Ook daar klopt echt he-le-maal niets van.

Op de eerste plaats heeft bijna de helft van de moeders helemaal geen baan. Twee miljoen kinderen in Nederland hebben een fulltime moeder. Van nog eens twee miljoen kinderen heeft de moeder een parttime baan. In feite zijn dat gezinnen met een hoofdkostwinner en een moeder die erbij werkt.

Aan de oranje blokjes in afbeelding 4 LINKS kunt u zien welk deel van het gezinsinkomen door degene met het laagste salaris wordt ingebracht. En dat is gemiddeld niet meer dan een kwart. (26 PROCENT om heel precies te zijn).

afb.4 Afb. 4
Werkende moeders?

 

Let wel: dit geldt dus alleen voor de moeders die werken. De helft van de moeders hééft helemaal geen betaald werk.

Mogelijk vraagt u zich af: hoe komen we aan dat idee van al die tweeverdieners? Ik kan u dat uitleggen.

In de statistiek is iemand tweeverdiener als allebei de partners een belastbaar inkomen hebben. Dus ook een gezin met een man die 50.000 euro verdient en een vrouw met 500 euro uit een bijbaantje is officieel een tweeverdienersgezin.

En dan een interessante vraag: wat vindt u daar nu van? Blij dat er slechts 200.000 kinderen in Nederland zijn waarvan de ouders echt allebei fulltime werken? Of huivert u van binnen een beetje bij de gedachte aan al die gezinnetjes waar ze nu aan de thee zitten? (Deze Jeugdlezing is immers op woensdagmiddag.)

Als dit de emancipatielezing was, ging ik daar natuurlijk zeer uitvoerig op in. Om te verklaren waarom. Misschien in de discussie straks, want het is een gevoelig punt, het conflict tussen emancipatie en moederschap.

In deze lezing moet ik voorrang geven aan een ander thema, namelijk dat van het opgroeien in een zogenaamde risico-situatie.

Risico-gezinnen
Als U de krant openslaat, lijkt het erop dat Nederland bestaat uit één grote risicogroep. Eenoudergezinnen, stiefgezinnen, allochtone gezinnen. U ziet al deze groepen in beeld gebracht (afbeelding 5), als een deelgroep van de 2,5 miljoen gezinnen in ons land.

afb.5 Afb. 5
Risico-gezinnen

 

Onderaan ziet u het éénoudergezin, met het arme gezin en het allochtone gezin in een overlap-situatie.

Verder: stiefgezinnen, en gezinnen met verslaafde of zieke ouders. Alles bij elkaar toch inderdaad wel degelijk eenderde van de kinderen.

Effecten van risico's
Wat is het effect van die verschillende leefsituaties? Dat verschilt heel sterk (zie afbeelding 6).

afb.6 Afb. 6
Effecten van risico's

 

In Nederland heeft bijvoorbeeld het kind uit een een-oudergezin maar een klein beetje meer kans om in de problemen te raken dan het kind uit een twee-oudergezin. Het effect van langdurige armoede is vrij groot, maar het is duidelijk dat kinderen met verslaafde en natuurlijk met mishandelende ouders er het ergst aan toe zijn.

De reden daarvan is dat in dat soort situaties het de OUDERS ZELF zijn die falen. Uit duizenden studies weten we dat de kwaliteit van ouderschap de belangrijkste factor is bij de opvoeding. Het is de buffer-functie van goed ouderschap die kinderen beschermt tegen de omstandigheden.

Kennelijk gebeurt dat ook in de meeste allochtone gezinnen.

Hoe valt dat te rijmen met de gigantische negatieve beeldvorming? Bijvoorbeeld met het feit dat de jeugdgevangenissen eigenlijk bijna zwart zien?

Allochtone (jeugd-)criminaliteit
Dit wordt begrijpelijker als we een model-berekening maken van wat zich afspeelt in een wijk in de grote stad met een forse minderheid aan allochtone jongeren. Hun criminaliteitscijfer ligt veel hoger, liefst zes keer zo hoog als dat van autochtone jongeren.

Het effect zien we in het onderste balkje van afbeelding 7, het balkje dat de politie en de hulpverlener te zien krijgen. Liefst 80% -- het fameuze BLOKKER-percentage -- van de criminele jongeren in deze wijk is allochtoon, terwijl zij maar een minderheid vormen.

afb.7 Afb. 7
Criminaliteit

 

Wat echter ook uit de figuur blijkt, is dat met de overgrote meerderheid van de allochtone jongeren volstrekt niets mis is. Die 80-20 verhouding in de gevangenis geeft dus een zeer scheef beeld van de werkelijkheid.

Hiermee sluit ik de weergave van de nuchtere gegevens over het Nederlandse gezinsleven en ouderschap af. In de wetenschap dat het weinig zal helpen. Want de media gaan vrolijk door met het scheppen van beelden die de werkelijkheid vertekenen. Over blanke ouders die hun kinderen te veel geven en allochtone ouders die hun kinderen te weinig geven.

Het centrale probleem is hier dat degenen die de toon zetten in het publieke debat als het ware geen afscheid genomen hebben van het idee van de Grote Verandering in de jaren '60. In feite zijn de meeste burgers gewoon doorgegaan met trouwen en kinderen krijgen. En die behoorlijk goed opvoeden. Met wat aanpassing, zoals wat meer gelijkwaardigheid tussen partners en ouders en kinderen. Het gezin is wel degelijk MODERN geworden, maar heeft geen plaats gemaakt voor andere leefvormen. Die zijn er wel 'omheen' gekomen, zoals jonge alleenstaanden en oudere paren.

Toch blijft een groep babyboomers in de media voortdurend op zoek naar bevestiging van hun idee dat ze geschiedenis maakten. Of ze slaan door naar de andere kant. Met Grof Generaliseren van wat er allemaal fout is in het moderne gezin.


Maar de tweeverdieners met het geadopteerd punkzoontje.... die zijn niet representatief voor de modale ouders in Nederland. Net zo min als de allochtone ouders die Eerwraak steunen.

Het is echter wel een interessante vraag waarom een bepaalde groep in vrij elitaire posities (media, politiek, etc.) zoveel moeite heeft met het accepteren van de stabiliteit van het gezinsleven in Nederland.

Ideologisch wantrouwen
Wat is ideologisch wantrouwen? Om het kort samen te vatten: het gezin past heel slecht in zowel het socialistische als het liberale gedachtegoed. Bij deze beide groepen zien we nog steeds dat in hun denken het gezin als een remmende factor geldt voor iets waar ze allebei heel sterk in geloven, namelijk vooruitgang.

Voor socialisten is dat het meest evident, als er iets is wat de 'oude vormen en gedachten' die volgens de tekst van de Internationale weg moeten in stand houdt, is dat wel het gezin. En van oudsher hebben socialisten een grote hang naar collectieve oplossingen. De commune gold lang als een wenkend perspectief. En het was Den Uyl zelf die besloot dat de Bijlmermeer niet mocht bestaan uit gezinswoningen met particuliere tuintjes... FLATS met de grote collectieve ruimten daartussen was beter voor de ontwikkeling van de gemeenschapszin.

Wat de liberalen betreft ligt het iets complexer. Zij hebben geen principiële bezwaren tegen het gezin, maar ze denken toch vooral in termen van het individu. En daarnaast in termen van efficiency, winst en groei.

Waar bij de communistische en socialistische staten de overheid de functies van het gezin over dient te nemen, zien we in de kapitalistische economie dat zaken als kinderopvang, voedselbereiding, het kinderfeestje, etc. langzaam maar zeker door ondernemers worden aangeboden als een marktprodukt.

Wat socialisten en liberalen gemeen hebben, is dus wat ik het UITBESTEDINGSMODEL wil noemen. Beide stromingen zijn sterk geneigd om gezinsfuncties over te nemen. Of liever gezegd: over te laten nemen door derden.

Gezinsfuncties:

Uitbesteden Ondersteunen
kinderopvang ouderschapsverlof
Brede School gezins-coaching

In het beleid van de afgelopen kabinetten waren de twee zaken die u ter linkerzijde ziet (kinderopvang en brede school) immens populair. De zaken die u ter rechterzijde ziet (ouderschapsverlof en gezins-coaching), werden als weinig interessant beschouwd. Terwijl ze toch in het buitenland -- ook in gidslanden als Zweden en Noorwegen -- heel populair en ook succesvol zijn. Men geeft er hier de voorkeur aan om problemen die een gezin of kind heeft op te lossen door externe instituties.

Zelf denk ik dat dat een nogal kortzichtige manier van denken is.

Als we weer naar de nuchtere gegevens kijken (zie afbeelding 8), dan zien we dat kinderen in onze maatschappij helemaal niet zo vaak in die instituten zitten. Tegenover de 1.000 uur in school en de 400 in de opvang, staan er meer dan 7.000 thuis.

afb.8 Afb. 8
Tijdsverdeling
gezin, school, opvang

 

Het is dus uiterst onwaarschijnlijk dat er zo genoeg compensatie gegeven kan worden voor een slechte invloed tijdens de 'gezins-uren'. Hoeveel uren je die Brede School nu ook erbij geeft. Totaal prof vervangen: 200.000 euro per gezin. Het zou zelfs veel goedkoper zijn om ouders direct steun te geven voor die vele duizenden uren dat ze de verantwoording dragen.

Feit is echter dat die Brede Scholen door het beleid massaal gesteund worden als het nieuwe panacee tegen allerlei achterstandsproblemen.

Maar hoeveel uur je die school ook breder maakt, het zal net zo min helpen als alle andere pogingen via het onderwijs in de afgelopen jaren. Al verlaag je de leerplicht tot het kind zelf een ons weegt. (Prenataal Onderwijs dus).

UITBESTEDING zal niet alleen falen omdat de tijd te kort is, maar omdat gezinnen dingen doen die scholen of professionals NIET kunnen. Maar dat wordt nogal eens over het hoofd gezien. Mooie overgang naar het volgende 'wantrouwen'

Professioneel wantrouwen
Professionals hebben behoefte aan problemen
... die zodanig zijn geformuleerd
dat zij ze kunnen oplossen.

Professioneel wantrouwen is in feite niets anders dan de interne logica van de hulpverlening. Die ontleent zijn bestaansrecht aan de incompetentie van de ander. In zijn bekende boek 'De markt van welzijn en geluk' heeft de filosoof Achterhuis al jaren geleden dit mechanisme geanalyseerd.

[ Kort door de bocht samengevat: zie sheet ]

Het woord dat professionals het vaakst gebruiken als het gaat om gezinnen, is ongetwijfeld OPVOEDING. En meestal in de zin van een probleem: opvoedingsonzekerheid, opvoedingstekort, opvoedingssteun.

Het woord 'opvoeding' is zó gebruikelijk dat we ons niet meer realiseren dat het in gezinnen eigenlijk draait om heel andere dingen.

Opvoeding is al een technocratische term

OUDERS 'LEVEN VOOR'
Permanente interactie
Onvoorwaardelijke relatie
Liefde

De term 'opvoeden' suggereert een set van handelingen met een bepaald effect. Maar dat, dames en heren, is niet de essentie van 'gezin' en 'ouderschap'.

Ouders en kinderen leven met elkaar samen en wat ouders doen zou je beter VOORLEVEN kunnen noemen.

En juist hierin ligt ook de grote kracht van gezinnen, een kracht die in mijn ogen eigenlijk op geen enkele manier vergeleken kan worden met die van een professioneel instituut.

Ik heb dan ook grote twijfels als ik hoor spreken van de gezamenlijke pedagogische opdracht. Van ouders en school. Een term die als een soort van 'mantra' voortdurend opduikt in discussies.

OUDERS moeten
... kinderen gelijk waarderen en (dus) ongelijk behandelen

SCHOLEN moeten
... kinderen gelijk behandelen en (dus) ongelijk waarderen

Het wezenlijke verschil tussen een gezin en de school ziet u uitgedrukt in deze twee zinnen.

Voor een kind is de liefde van ouders niet afhankelijk van gedrag of prestatie. Het gezin biedt voor een kind de unieke mogelijkheid om veilig grenzen af te tasten zonder die liefde te verspelen.

Het onderwijs biedt die mogelijkheid nadrukkelijk niet. Niet omdat de leerkrachten dat niet zouden willen. Maar hoe zij hun best ook doen, het instituut verlangt van hen dat kinderen met elkaar vergeleken worden op externe criteria.

In een gezin is het zinloos om te vragen van welk kind de ouders het meeste houden (al stellen kinderen voortdurend die vraag). In een school is het zinloos om te doen alsof je geen verschil maakt tussen 'wie 10 fouten maakt, krijgt een lager cijfer dan wie er geen maakt'. Hoe compleet Pietje ook is als individu, hoe asociaal Jantje zich ook gedraagt: als Jantje goed kan leren, mag hij naar het gymnasium en Pietje niet.

De school is een instituut dat opereert op basis van een aantal normen die de samenleving heeft opgesteld. Normen die dicteren dat taal en rekenen belangrijker zijn dan breien of tuinieren. Normen die inhouden dat kinderen worden gesorteerd op bepaalde vaardigheden.

Een gezin is gegrondvest op waarden van een -- naar mijn mening -- heel ander karakter, een veel fundamenteler karakter. Zelf-opoffering bijvoorbeeld. Maar het is natuurlijk nogal wat om te stellen dat het gezin veel geschikter is om kinderen moraal te leren dan het onderwijs. Ook een aardig punt voor de discussie, mogelijk.

Het punt waar het hier nadrukkelijk om gaat, is dat het idee van de 'gezamenlijke verantwoordelijkheid' miskent en maskeert dat het gezin een heel eigen competentie en verantwoordelijkheid heeft, die minstens gelijkwaardig is aan die van de school.

Wantrouwen totaal
Hoogste tijd om een en ander samen te vatten en tot een afronding te komen.

Ouders zelf, dat is eigenlijk het tragische, gaan zo langzamerhand zelf geloven dat ze niet deugen. Ook zij zijn immers slachtoffer van beeldvorming. Het kwam dan ook erg vaak voor dat na een lezing iemand naar me toe kwam, en zei: "Wat leuk om te horen dat er juist steeds meer mensen hun gouden bruiloft vieren. Ik dacht echt dat ik de enige was die al jarenlang gelukkig getrouwd was".

Of slachtoffer van een typisch spelletje, dat heet: u doet het niet goed, of u deugt niet. Stel immers: een vader wil extra les voor zijn zoontje betalen zodat hij naar het gymnasium kan. Niet goed, toch, die streberige ouders.

Maar stel nu eens dat hij niet bezig is met de school van zijn kind. Dan is dat toch zeer onverantwoordelijk. Hoe kan zo'n jong kind al weten hoe belangrijk diploma's zijn? Want ze ZIJN wel degelijk belangrijk...

Kortom, ouders zijn tamelijk kansloos (zie sheet).

Pers, politiek en professionals. In de praktijk versterken die groepen elkaar natuurlijk enorm. Zowel in beeldvorming als in overtuiging. Er ontstaat een vicieuze cirkel, waarin de Pers steeds op zoek is naar nieuwe schokkende thema's die bevestigen hoe slecht het gaat met de opvoeding.

Professionals en Politiek voeden dat proces elk op hun eigen wijze. We hebben er allebei ook baat bij ALS OUDERS WORDEN GEREDUCEERD TOT EEN DOELGROEP VAN PROBLEEMGEVALLEN.

Wie geen orde kan houden in de klas, hoeft dat niet aan zichzelf te wijten. En wie jarenlang heeft bezuinigd op alles wat de openbare ruimten een beetje controleert (zoals conciërges, en conducteur). Hoeft zich minder te verantwoorden als er ouders zijn die om de schuld te geven.

Voor de goede orde, ik wil ouders natuurlijk niet heilig verklaren. Maar ik doe wel mijn best. Helaas zijn er gezinnen genoeg waar men evident in de fout gaat. (Overigens aarzelt men dan ineens buitensporig lang met ingrijpen, maar dat is een ander verhaal). Hier gaat het erom dat ouders in het algemeen in de beklaagdenbank staan, en weinig kans hebben om zich te verdedigen. Want ze hebben gewoon te weinig MACHT. Dat heb je helaas, als je doelgroep bent.

Maar wat dan wel? Het gezin als sociale partner
Vandaar mijn ondertitel.

Wat betekent nu die zin dat we het gezin niet moeten zien als een doelgroep, maar als 'partner'?

In essentie gaat het mij hierom. Er zijn in Nederland 2,5 miljoen gezinnen die we gezamenlijk moeten beschouwen als een maatschappelijke sector, net zoals de economie (bedrijven) en het onderwijs (scholen). In feite is het de PRIMAIRE SECTOR van onze maatschappij. Zonder gezinnen geen volgende generatie!

Wat goed is voor ouders, is goed voor kinderen
Deze Jeugdlezing gaat over ouders, omdat die het belangrijkste zijn voor jongeren

[ sheets ]

Op dit moment is de afstemming tussen de gezinssector en de andere sectoren niet echt geweldig. We gooien er wel af een toe een project tegenaan (als ik tijd voor discussie, hoe rampzalig het projectenbeleid is, of het nu gaat om hulp of emancipatie), maar er is geen sprake van krachtig beleid dat een goede koppeling tot stand brengt... dat gezinnen echt eigen invloed geeft.

Parent power
Ik heb een paar dingen uit andere landen geplukt bij wijze van voorbeeld van wat er allemaal kan als je ouders serieus neemt.

Kroonlidmaatschap SER voor de voorzitter van de Gezinsraad (de vakbonden zitten er ook).

In Denemarken vinden ze dat kinderopvang bestuurd moet worden door ouders zelf.

In de Verenigde Staten -- maar ook heel dichtbij in België -- zijn grote organisaties van ouders zelf die aan belangenbehartiging doen. Dat idee begint hier ook wortel te schieten; er zijn belangenverenigingen als Ouders & Coo en Gezin van Nu.

Een aardig voorbeeld van wat we kunnen overnemen, is een idee dat in de provincie Brabant is uitgewerkt met als naam Vitaal Grijs. Ouderen hebben via deze organisatie bijvoorbeeld direct inspraak in de manier waarop senioren-woningen worden gebouwd.

Als de ouders van Nederland zelf iets te zeggen kregen over de Vinex-locaties waar ze gaan wonen, dan zouden ze niet 3 jaar hoeven wachten op een busverbinding, een winkel of een crèche.

Waarom geven we pleegouders geen behoorlijke vergoeding. Of nog beter: vertienvoudig het budget van vrijwilligers-organisaties. Vrijwilligers zitten immers het dichtste bij ouders qua instelling.

Waarom mag iemand die drie kinderen heeft grootgebracht niet in de kinderopvang werken bij gebrek aan diploma? Ik zou het zelfs willen omkeren: is het niet wenselijk dat je alleen maar pedagogiek mag studeren als je zelf kinderen hebt?

In Nieuw-Zeeland staat in de wet dat ouders of familieleden zelf mogen bepalen hoe het geld van de hulpverlening ingezet moet worden als er problemen zijn met een kind.

Naar mijn idee hebben we er alle baat bij om ouders op alle niveaus van de samenleving als partners te beschouwen. Partners echter met een eigen taak en inbreng die wezenlijk verschilt van andere sectoren. Dus niet als voortraject voor het onderwijs, maar ook niet met de Look\Feel van de beurs. Gezinnen zijn er niet om een functie te vervullen, gezinnen zijn een doel op zich, en hebben een eigen verantwoordelijkheid. Zelfs als die verantwoordelijkheid betekent dat jij zelf als vader of moeder het verslaafde of criminele kind niet afvalt.

TOT SLOT wil ik dan ook een voorstel doen dat vooral een symbolische actie is in dit kader. Laten we bij het allereerste begin beginnen. Bij het eerste contact dat de jonge ouder heeft met de overheid als vertegenwoordiger van ons allen.

U weet misschien uit eigen ervaring hoe dat gaat. Je staat in het gemeentehuis in de rij tussen mensen die een paspoort komen halen, want je komt AANGIFTE doen.

Aangifte, over wantrouwen gesproken, alsof het gaat om een misdrijf. Mijn vrouw heeft de euvele moed gehad om een kind te krijgen. Na enkele formaliteiten -- er staat nog net geen boete of leges op, Ga je weer naar huis. Iets minder blij dan je was.

Daarom is mijn voorstel dat er een totaal andere procedure komt. Een procedure die recht doet aan het belang van de gebeurtenis. Er wordt immers een levenslange verbintenis aangegaan. Een verbintenis met zorgplicht, net als een huwelijk. Dat rechtvaardigt volgens mij het geven van een aparte ontvangst aan de jonge vader en het opmaken van een hele mooie ouderschaps-akte:

"Dank u dat u de opvoeding van een toekomstig burger op u neemt. Wij van onze kant als overheid zullen ons uiterste best doen om u namens al uw medeburgers in die belangrijke taak te ondersteunen."


Peter Cuyvers was medewerker van de Nederlandse Gezinsraad (NGR) en is nu directeur van Family Facts (adviesbureau voor vraagstukken op gezinsterrein).