Ouders Online
Archief
Opinie - Juffen en meesters

2 maart 2012

"Het wordt tijd dat we jongens eens jongens laten zijn," stelt meester Frank Jongbloed, die het opneemt voor de sufgejufte jongens.
 


Sufgejufte jongens

door Frank Jongbloed

Toen ik laatst klaar was met dansen in de vensterbank, en mijn blauwe skisokken weer ónder mijn broekspijpen deed in plaats van eroverheen, verzuchtte ik tegen mijn collega: "Ik heb wel eens het vermoeden dat ik tegenwoordig ook makkelijk in aanmerking kom voor een ADHD-diagnose."

Mijn collega, die mijn gedans van begin tot einde genegeerd had, keek even van haar tijdschrift op, beet in haar appel, en mompelde iets van: "Ja. Zou kunnen joh."

Ik heb wel eens medelijden met de jongens. Laatst leidde ik een geïnteresseerde ouder door mijn school en ze vertelde mij dat haar zoontje hoopte bij mij in de klas te komen, omdat hij dan 'een stoere meester' zou hebben. Het arme sufgejufte schaap, dacht ik. Voor hem is een meester op een school net zoiets als een Pabo-student die perfect kan spellen. Je weet dat ze er zijn, maar je komt ze nooit tegen.

Het wordt tijd dat we jongens eens jongens laten zijn. Dat wij ons aanpassen en niet gelijk een ADHD-sticker op de – in onze ogen – te grote mond slaan. Jongens zijn niet veranderd, maar hoe wij tegen ze aankijken. Dát is veranderd, zo concludeert historica Angela Crott, die in december 2011 promoveerde op onderzoek naar opvoedingsliteratuur over jongens tussen 1882 en 2005.

Een artikel van de Nijmeegse Radboud Universiteit zegt over dat onderzoek:

"Jongens doen het in het onderwijs minder goed dan meisjes, daar is de afgelopen tien jaar al veel over geschreven. Dat zou mede komen omdat het huidige onderwijs beter aansluit bij 'meisjescompetenties', zoals communicatieve vaardigheden.

Angela Crott, gefascineerd door opvoeding en sekseverschillen (in 2004 publiceerde ze het boek 'Is mijn zoon een macho?'), zag er aanleiding in om de geschiedenis in te duiken. Wat is er aan de hand met de jongen als 'opvoedeling'? Is er eigenlijk wel wat met hem aan de hand?

Om met het eind te beginnen: nee, met jongens is niks aan de hand. Zij zijn, aldus Crott, wezenlijk hetzelfde gebleven: "Jongens hebben altijd een drang tot lawaai, actie, exploratie en gelding gehad." Wat door de tijd verandert, is de waardering voor dergelijke 'jongenseigenschappen' – wat weer een gevolg is van veranderingen in de samenleving."

"De geschiedenis overziend, pleit Crott voor meer begrip en waardering voor jongensgedrag: "Als jongens moeilijk schools kunnen leren, moet je ze dan iedere keer vragen om reflecties op hun eigen gedrag te schrijven en portfolio's in te leveren? Er moeten toch ook onderwijsvormen te bedenken zijn die meer inspelen op hun fysieke energie, hun durf en nieuwsgierigheid."

Ze noemt de ambachtsschool, het schooltype waar jongens het altijd goed hebben gedaan en de enige school die positief besproken wordt in de bronnen. "Als er nu gesproken wordt over kenniseconomie, dan gaat het niet over deze vorm van kennis. Die verdient meer waardering, zodat ouders hun zonen daar weer met trots naar toe laten gaan."

Toevallig heb ik vanmiddag mijn oude Jeep Cherokee naar de garage gebracht, waar dat bakbeest verkocht gaat worden. In die auto heb ik me drie jaar lang een wilde avonturier gevoeld. Ook al heb ik zelden een ongeasfalteerde weg onder mijn banden gehad, ik voelde een zucht van testosteron door me gaan als ik het gaspedaal flink intrapte. Ook al stond ik op het parkeerterrein van de C1000, ik voelde me een man. Ik had onderweg altijd het gevoel bezig te zijn met een mysterieuze queeste, ook al reed ik naar de afhaalchinees voor een vegetarische loempia met pindasaus.

De jongens in mijn klas vonden het ook jammer, toen ik aangaf een nieuwe auto gekocht te hebben. Nu rijd ik in een luxe schoolmeesterauto. Wel een 2.2 diesel automaat.

Ik snap de jongens uit mijn klas wel. En zij snappen mij. Meestal. Ik snap die Angela Crott ook wel. Maar de vraag is: snappen de andere meesters en juffen in Nederland haar ook?

Frank Jongbloed
p/a [email protected]


Reacties

1.

Zo herkenbaar! Onze oudste zoon heeft zowel op de peuterspeelzaal als op de basisschool alleen maar juffen gehad. Er zijn wel wat meesters op school maar ze zijn zwaar in de minderheid.

Ook zijn de juffen vaak jonge moeders die behalve hun zwangerschapsverlof soms ook weinig slapen want met een jonge baby en soms ook nog een of meer oudere kinderen valt overdag werken ook niet mee. Dat merk je dus ook want dan zijn ze begrijpelijk maar onterecht minder verdraagzaam.

Mijn beide zoons moeten weleens nablijven voor dingen waarvan ik denk dat als ik ze daarvoor zou straffen ze nooit meer van de gang af zouden komen bij wijze van spreken. Er moet zo lief gespeeld worden en er mag nooit eens geduwd of getrokken worden. Je moet: stop hou op ik vindt het niet leuk zeggen als je het gedrag van een ander kind niet leuk vindt of klagen bij de juf. Vooral niet zelf oplossen maar klikken terwijl wij dat thuis niet stimuleren.

Ook gym wordt door juffen gegeven, de RT en intern begeleidster zijn allemaal vrouwen. Alleen de directeur is een man, dat dan weer wel. Nou zal ik de laatste zijn om te beweren dat de oudste een makkelijk kind is. Hij is best pittig maar wel voor rede vatbaar. School is echter lastig voor hem omdat hij moeite heeft met zijn concentratie en een actief kind is wat altijd buiten is. Het op school wenselijke gedrag botst enorm met zijn karakter en dat levert dus vaak problemen op. Al die energie moet in dat kwartiertje buitenspelen eruit en 's middags wordt er vanaf groep 5 al niet meer buiten gespeeld.

In groep 6 had hij een juf die als straf voor het volgens haar slechte gedrag van bv mijn zoon de hele klas niet liet gymmen. In mijn ogen een afschuwelijke straf die een kind het mikpunt maakt van de hele klas. Dat is dus ook gebeurd want als jij het pispaaltje van de juf bent volgt de rest vanzelf.

Daar is nooit met ons over gepraat want de juf was niet zo van de conversatie, ze heeft alleen een keer gebeld om ons te bewegen een afspraak met de schoolarts te maken want: sociaal emotioneel liep het niet lekker. Nou dan was zij zeker aan de beurt maar dat gebeurt dus niet. Er wordt al jaren over deze juf geklaagd, ook door meisjes moeders maar ze staat elk jaar gewoon weer voor de klas.

Ik ben blij dat voor onze oudste de basisschool afgelopen is en op de middelbare school waar wij hebben gekeken lopen vrij veel mannen rond! Hopelijk wordt dat dus leuker voor hem. In ieder geval heeft hij daar de eerste 2 jaren 4 uur gym per week, van een man!!

Voor mijn andere kind - dat nog 2 jaar moet - en alle andere jongens, hoop ik op meer "mankracht" voor de klas maar ik vrees dat dat niet gaat lukken.

Sterkte voor alle ouders!
Jolanda


2.

Meer meesters voor de klas (en meer mannen in de kinderopvang): hHelemaal voor. Alleen al om de vrouwencultuur die op scholen en kindercentra heerst, te doorbreken. Maar hebben we het dan over de basisschool of meer in het algemeen over het onderwijs van 4 � 18? Ik ga van het eerste uit.

Wat ik me altijd afvraag als ik dit soort hartenkreten lees, is wat nu het verschil is met vroeger, toen er in het basisonderwijs haast alleen mannen werkten en in de volle klassen ook rust en regelmaat moest heersen. Hoe gingen jongens vroeger met hun tomeloze energie in de klas om waar De Meester streng optrad als je praatte of teveel bewoog? Toen moest je toch ook de hele dag stilzitten? 'Op de ambachtsschool (12+) was het anders'. Ja, maar wat deden leerkrachten op de lagere school tot �zeg- 1970 met onrustige kinderen die we nu de diagnose ADHD geven?

Hoe werd er destijds in de klas met 'lawaai, actie, exploratie en geldingsdrang' omgegaan, vroeg ik mijn vader (Kweekschool 1957-1961, werkzaam in het basisonderwijs tot 2003). Antwoord: "Niet. Dat strafte je af, dat was gebruikelijk. Zulke (meestal) jongens werden in de hoek of op de gang gezet, kregen 100 strafregels te schrijven en als het ècht niet lukte gingen ze naar het BLO. Zulke jongens hoefden immers niet zoveel te leren, de lat lag voor hen veel en veel lager.

In de jaren '70 kwam de kentering. Niet door de komst van meer juffen maar door een ander pedagogisch kindbeeld en het introduceren van kringgesprekken, groepstafeltjes en projectweken. Tegelijkertijd moesten alle kinderen de kans krijgen om ook door te kunnen leren, dus ook arbeiderskinderen." Wat mijn vader (als vooroorlogs arbeiderskind met kweekschool en overtuigd PvdA'er) overigens zeer toejuichte.

Maar hij vindt nu dat het een 'gelijke kansen-dogma' is geworden dat nog eens versterkt wordt doordat de meeste lesmethodes tegenwoordig ontwikkeld zijn door 'tekentafelpedagogen', die zelf een goed stel hersens hebben en van nature talig, cognitief en leergierig zijn ingesteld. Die methodieken zijn net zo min toereikend voor aansluiting op de diversiteit aan leerstijlen als het klassikale opdreun-onderwijs van vroeger, volgens hem. Net zoals het inperken van druk gedrag in feite niet anders is dan vroeger, alleen de manier waarop (soft en psychiatriserend) is anders.

Nu jongens het in het onderwijs slechter doen dan meisjes (nadat het minstens 1000 jaar andersom is geweest), moeten de kansen voor jongens weer worden gekeerd. Maar hoe?

Het is te makkelijk om het alleen maar op de aanwezigheid van vrouwen te gooien. Het type vrouw dat nu in het onderwijs werkt is beperkt, dus kunnen we er beter voor zorgen dat de aanwas vanuit de PABO's, naast uiteraard meer jongens, ook uit stoere meiden gaat bestaan.

En laten we beginnen op de PABO al die juffen in spe te leren hoe ze op niet-softe maar ook niet-repressieve wijze met drukke en beweeglijke kinderen om kunnen gaan. Leer ze dat het helpt om elke groep elk uur even 5 minuten een bewegingsoefening te geven.

Er zijn ook allerlei lesmethodes waarbij bewegingen en bijvoorbeeld tafels leren worden gecombineerd, beproefd in het speciaal onderwijs. Leer ze ook oefeningen uit de Oosterse vechtsporten om aan de kinderen te leren.

Niet voor niets bereiken vechtsportscholen met achterstandskinderen (lees: Marokkaanse, ongeremde impulsieve jongetjes) zulke goede resultaten. Ik zie het al voor me: alle nieuwe juffen ook een zwarte band!

[naam en adres bekend bij de redactie]


3.

In een eerdere reactie werd gesuggereerd dat er te weinig ruimte zou zijn om energie kwijt te kunnen. Onze Montessori school, met ca. 100 leerlingen, heeft een mannelijke directeur die ook voor de klas staat en een meester voor groep 4,5,6. Ik zie op onze school dat de kinderen 's morgens een half uur naar buiten kunnen, onder de middag en ook 's middags.

Er is een groot speelveld en een grote natuurlijke tuin. De kinderen kunnen al hun energie prima kwijt.

Een en ander kan blijkbaar ook organisatorisch aangepakt worden en heeft niets met meesters en juffen te maken.

Verder vraag ik mij af waarom er niet gekeken wordt naar de positieve kanten die kinderen van juffen kunnen leren. De zaken die genoemd zijn in het artikel ( vorm van communiceren bijvoorbeeld) daar kunnen jongens veel van leren om zich nog beter in de maatschappij te kunnen redden.

Want ook de maatschappij vraagt erom dat je op een bepaalde manier kunt communiceren enz. Jammer dat er alleen gedacht wordt dat het te maken heeft met het "gejuf".

Alsof alleen meesters, die jongens goed onderwijs kunnen geven? Ik denk dat het breder gezien moet worden. In onze steden bijvoorbeeld, zijn we niet gewend dat kinderen vies worden bij het spelen want dat mogen ze niet uit veiligheid overwegingen. En geld voor behoorlijke formele en ( groene) informele speel plekken is er niet. De juf krijgt vervolgens op haar kop omdat kindlief (meisjes en jongens) met smerige kleren thuis komen.

Alle voordelen die buiten spelen bieden dat wordt vergeten. Ik zie het voor mijn ogen gebeuren: we wonen naast een prachtig park. Mijn dochter van 7 wil op het gras een beetje zitten en een kroontje van madeliefjes plukken en ze wordt weg gestuurd door een bewoonster die hier in het park woont, want zijn mag niet op het gras zitten/spelen. En margrietjes plukken heet de boel vernielen!

Nee, het moet breder worden gezien, het heeft met meer dingen te maken. Niet alleen manier van leren door juffen of meesters.

[naam en adres bekend bij de redactie]