24 december 2004 door Jan Durk Tuinier

Theo van Gogh voor kinderen verklaard

De klappen van het afgelopen jaar dreunen nog hevig na. Ook in het gezin. Hoe praat je erover met je kinderen? Jan Durk Tuinier geeft suggesties.

Elke samenleving reageert volgens een vast patroon op traumatische gebeurtenissen. Eerst de klap, dan de ontkenning (Dit kan niet waar zijn!). Vervolgens de shock-toestand en dan 'het duiden'.

Vingerwijzingen alom. Schuldigen worden aangewezen. De individuele dader verandert al snel in een groep. De leden van de groep moeten schuld bekennen. De zondebok krijgt een naam. Er moeten 'harde maatregelen' genomen worden. "Het is oorlog!", roept een minister.

Het lijkt allemaal heel heftig, en dat is het ook, maar het is ook heel normaal en heel begrijpelijk.

Stoere taal

Scherpe tegenstellingen, vooroordelen en stoere taal zijn het gevolg. Het lijkt alsof het even helpt, maar het staat een echte oplossing in de weg. Want morgen moet je nog harder roepen en schelden. En als een lid van 'de schuldige groep' een fout maakt, roep je: "Zie je wel hoe slecht ze zijn!"

Hoe soft het misschien ook klinkt in deze tijd van stoere taal, mensen kunnen alleen met elkáár tot vreedzaam samenleven komen. Daar hoort spreken en luisteren bij, vragen stellen en begrijpen, begrip hebben en onrecht aanpakken. Maar vooral: de wil en het verlangen hebben om er samen uit te komen.

Hieronder geef ik 7 overwegingen voor opvoeders. Niet als recepten, maar als bagage in de omgang met onze kinderen.

1. Samen doen

door de massamedia is het onderscheid tussen kinderen en opvoeders weggevallen. Televisie, internet en krant laten alles zien aan allen. Ouders en kinderen zitten samen in een crisis.

Ouders en kinderen weten het allemáál even niet meer. Opvoeden is niet meer het eenzijdig overdragen van levenswijsheid van ouders aan kinderen. Opvoeden is nu 'samen doen'.

De uitdaging is daarom: samen de klap opvangen, samen door de shock heenkomen en samen begrijpen wat er aan de hand is.

2. Geborgenheid geven

De meeste 'slecht nieuws'-berichten gaan grotendeels aan kleuters en jonge kinderen voorbij. Ze kunnen de impact ervan niet overzien. Ze zijn echter wel heel gevoelig voor de reactie van hun opvoeders.

Wanneer opvoeders ontzet reageren, kunnen kinderen heel angstig worden. Ze worden in ieder geval zeer alert. Het is dan een overlevingsinstinct om elke beweging van hun opvoeders nauwgezet te volgen. Ze lijken dan te zeggen: "Ik blijf bij je in de buurt". Of: "Ik kruip bij je weg".

Houd rekening met deze reactie en geef kinderen de geborgenheid waar ze om vragen.

3. Greep krijgen op de situatie

Het is volstrekt normaal dat opvoeders schrikken en ontzet raken van een drama in de maatschappij. Dat gebeurt gewoon. Laat kinderen ook merken hoe je daar weer bovenop krabbelt en de situatie probeert te begrijpen. Daar leren ze van.

De manier waarop we weer greep krijgen op de situatie, is enorm vormend voor kinderen. Voor een deel verlopen deze processen onbewust, op basis van onze levenservaringen. We kunnen erover praten hoe het tot stand kwam. Bijvoorbeeld door de volgende dag aan het ontbijt met een opmerking te laten zien hoe je ermee omgaat.

4. Vragen stellen

Oudere kinderen – tot een jaar of 10 – willen heel veel weten. Waar was jij toen het gebeurde? Hoe hoorde je het? Wat dacht je toen? Werd je boos? Is het veilig op straat? Zijn alle moslims zo? Zal de school niet afbranden? Kan het nog een keer gebeuren? Wat zeg ik tegen een kind in de klas die de moord niet afkeurt? Vragen, te veel om op te noemen.

Door vragen te stellen krijgen kinderen greep op de situatie. Praat en denk hardop mee. Laat kinderen zelf denken.

Het stellen van vragen en het onderzoeken van problemen geeft kinderen gereedschap waar ze hun hele verdere leven wat aan hebben. Het is ook noodzakelijk om onze ingewikkelde, verrukkelijke, maar soms volslagen dolgedraaide maatschappij te begrijpen.

5. Nuanceren

We ervaren dat de samenleving minder vriendelijk wordt. Dat alles gezegd mag worden. Dat respect en fatsoen ouderwets zijn, en kwetsen een leuk volksvermaak lijkt te worden.

Kinderen en opvoeders zien dat haat en frustratie, die voorheen bedekt werden door een vernisje van verdraagzaamheid, ineens naar boven komen. Zakelijke argumenten worden overspoeld door gevoelens. Politici ruiken zetels en verruilen feiten voor moralisme. Er heerst angst alom.

De angst heeft geen betrekking op wat er feitelijk gebeurt, maar op wat er kán gebeuren.

Dus: blijf nuanceren. Desnoods tegen de klippen op. Niet door je kinderen te beleren, maar door vragen te stellen. Weiger mee te gaan in het groepsdenken, en mijd genearalisaties als "de" Marokkanen, "de" moslims en "de" buitenlanders.

6. Vertrouwen zoeken (en vinden)

Veel opvoeders en kinderen ervaren dat het leven weinig zekerheden biedt, vooral in een crisis. Toch kunnen we niet leven zonder vertrouwen. Opvoeden is: samen met kinderen vertrouwen zoeken in de samenleving, waarin soms zeer gewelddadige incidenten plaatsvinden.

Mensen kunnen op verschillende manieren vertrouwen zoeken. Sommigen richten zich op de kleine kring en gaan veel praten. Anderen reageren luchtig en houden de oorzaken en gevolgen liefst zo ver mogelijk weg. Weer anderen willen alles lezen en zien wat er geschreven en gemaakt wordt.

Al die methodes zijn legitiem; er bestaat geen perfecte manier om vertrouwen te vinden. Dus: zoek je eigen manier om tot rust te komen.

Hoe kun je tot rust komen? Volwassenen kunnen zichzelf bijvoorbeeld op een 'nieuwsdieet' zetten. Kinderen kunnen het doen door middel van spel. Ze spelen het hele drama door met Duplo-poppetjes, op tekenvellen, of met spelletjes op het schoolplein.

Voor kinderen zijn spellen en spelletjes een belangrijke manier om een maatschappelijk probleem te begrijpen en een plek te geven.

7. Doen wat je zelf goed vindt

Door maatschappelijk drama's – zoals zinloos geweld, onbegrijpelijke moordpartijen en terroristische aanslagen – realiseren we ons plotseling hoe kwetsbaar een land eigenlijk is. Achterdocht, angst en onzekerheid leiden dan al snel tot extreme standpunten en gedragingen. Maar democratie is niet voor bange mensen. Dat is iets wat je je kinderen kunt meegeven. En waar ze zich ook dapper bij kunnen voelen.

In Nederland leven meer dan 16 miljoen mensen. Oude Nederlanders en nieuwe Nederlanders. Autochtonen en allochtonen. Voor al deze mensen gelden de Nederlandse wetten en regels in gelijke mate. Die wetten en regels vormen een schamele maar toch wezenlijk houvast in een chaotische tijd. Ze geven vrijheid om te denken, te zeggen en te doen wat je zelf goed vindt.

Maar iedereen is verantwoordelijk voor de wet, voor de vrijheid van elkaar. Dat vinden heel veel kinderen boeiend om te onderzoeken. Het is de uitdaging voor opvoeders om ze daarin te ondersteunen. Het is maatschappelijk opvoeden.