Ouders Online
Archief
Opvoeding en gedrag - Privileges en jaloezie

26 mei 2013

Wie mag er in het grote bed, en wie mag voorin in de auto? Op school hanteren ze soms 'het kind van de dag' om discussies te voorkomen. Werkt dat ook in het gezin?
 


Lost 'het kind van de dag' jaloersheid op?

door Henk Boeke

In de nieuwsbrief van de Family Factory (een netwerk van ouders) lazen we een zogenaamde 'TopTip' om ruzietjes in het gezin te voorkomen:

"Hoe meer kinderen in je gezin, hoe gemakkelijker je ruzie krijgt. Meestal gaan die ruzies over dagelijks terugkerende dingen als wie er naast papa mag zitten, wie de film van vandaag mag kiezen, wie de deur open mag doen, of wie er in de auto voorin mag zitten. Heel frustrerend voor de kids en heel vermoeiend voor jou.

Het schoolidee van 'het kind van de dag' kan helpen. Om de beurt is een van de kinderen 'kind van de dag' en geniet die dag van extra privileges. Om de beurt mogen je kids dus het eerst een snoepje kiezen of in het bed van papa en mama in slaap vallen. Wie er aan de beurt is geef je aan door een kruisje op een gezinskalender of door de foto's van je kinderen aan een lijntje te hangen en met een knijper aan te geven wie het 'kind van de dag' is."

Volgens de boekjes
Is dit nu een goede methode of niet? De (wetenschappelijke) literatuur geeft eigenlijk geen uitsluitsel; daar kun je alle kanten mee op.

Enerzijds lijkt het een goede methode, omdat zo'n regeling de ouders buitenspel zet. Je hebt een 'structuur' geschapen, waardoor je geen partij meer hoeft te kiezen, en geen scheidsrechter meer hoeft te spelen. Het probleem – dat eigenlijk gaat over jaloezie en aandacht krijgen – lost zich als het ware vanzelf op.

Dat je jezelf als ouders buitenspel hebt gezet zou gunstig zijn, omdat (te) veel aandacht van ouders voor hun kinderen hun onderlinge rivaliteit vergroot. Kinderen gaan dan meer met elkaar concurreren om de aandacht, zo blijkt.

Maar anderzijds lijkt het juist géén goede methode, omdat je kinderen er niets van leren. Met zo'n kind-van-de-dag regeling ontneem je ze de mogelijkheid ('het leermoment') om te onderhandelen en zelf oplossingen te verzinnen. Zelfs als er ruzie van komt zou dat niet erg zijn, omdat kinderen ook daarmee moeten leren omgaan.

Overigens moet je er in het laatste geval natuurlijk wel voor waken dat ze elkaar niet te lijf gaan of pijn doen. Daarnaast kun je niet van kinderen verwachten dat ze hun problemen onderling kunnen oplossen wanneer een van hen sowieso altijd het onderspit delft (vanwege een fysieke of verbale achterstand), of als het permanent oorlog is.

Wetenschappelijk gezien valt er aan dit onderwerp dus niet zoveel eer te behalen. Daarom: op naar de praktijk. Eerst een opvoedingsdeskundige, daarna de ouders zelf.

Volgens een opvoedingsdeskundige
Saskia Nihom, opvoedingsdeskundige met een eigen praktijk in Amsterdam, verzucht: "Echt zo'n 'handige' oplossing die past in deze tijd. Het is een oplossing waarmee je als ouder denkt alles te kunnen regelen, maar die voorbij gaat aan de momenten waarbij je je kinderen juist iets kunt leren. Het is mijn indruk dat ouders snel te moe zijn voor dergelijke leermomenten."

Maar verder kijkt ze er pragmatisch tegenaan: "Ik ben niet echt tegen hoor, tenminste als het werkt. Maar ik denk dat het 'even' werkt en dat je dan toch terug moet naar uitleg geven, leiding nemen en grenzen stellen. En dat kost nu eenmaal energie..."

Volgens de ouders zelf
Wat vinden ouders er zelf van? Er werd massaal gereageerd op onze forum-oproep, en de tendens was duidelijk: bijna niemand vond het een goed plan. Tekenend was de reactie van 'Jippox':

"Ik ben eigenlijk niet zo'n voorstander van het tot achter de komma bijhouden wie wanneer met wat aan de beurt is. Want wat krijg je dan: "Mijn dag is op een lange schooldag en de dag van Pietje is in het weekend, dat is niet eerlijk," enzovoorts.

Daarnaast ben ik ook al geen voorstander van het als ouder oplossen van alle ruzietjes, problemen en onenigheden tussen de kinderen. Liever zie ik ze het zelf uitzoeken (uiteraard helpen we zo nodig wel met enige aansturing, maar ik ga het niet overnemen van ze).

Dus nee, ik vind het geen toptip. Wij hebben 4 kinderen (12, 9, 6 en 4 jaar) die natuurlijk ook regelmatig mot hebben, maar die dat steeds beter zelf kunnen oplossen. Ik ervaar dus ook eigenlijk geen 'probleem' op dit vlak. Dat 'gedoe' hoort er gewoon bij."

Andere bezwaren die genoemd werden:

Een beperkt aantal ouders vond het wél een goed plan, dat bij hen goed werkt en veel ergernissen kan voorkomen (vooral bij de ouders zelf). Om te voorkomen dat er een oneerlijke verdeling ontstaat, moet het schema dan wel regelmatig rouleren. Anneque:

"Ik heb mijn kinderen (10,8 en 6) dagen toegewezen: maandag is de dag van de oudste, dinsdag die van de middelste, en zo tellen we verder. En om het (mezelf) makkelijk te maken, hebben ze die dag niet alleen alle voordelen, maar ook de minder leuke dingen: zo moet degene wiens dag het is, als eerste het bed uit.

En om ruzie over de volgorde te voorkomen: na een periode rouleert het schema, anders is maandag altijd de dag van de oudste ;-) Je moet wát, om de vrede te bewaren.

Ik houd er zelf niet zo erg van om dagelijkse dingen heel geprotocolleerd te laten verlopen, liever neem ik het een beetje zoals het komt en handel ik naar bevind van zaken. Maar de ruzietjes over dit soort trivialiteiten die voor hen heel belangrijk zijn, was ik zat. Een goede sfeer is veel waard."

Tot slot de integrale posting van 'Mama5', die veel bijval wekte:

"Wij hebben vijf kinderen (van 6, 6, 12, 14 en 16). Ik ben ook niet onder de indruk van deze toptip. Ik word al moe van de gedachte van zo'n lijntje met foto's. Ik heb geen zin om thuis schooltje te gaan spelen hoor.

Hoe wij het doen:

Ten eerste trekken we ons op het moment zelf niet zo veel van dit soort ruzies aan. "Het leven is geen wedstrijdje!" "Vind je het nu echt zo belangrijk, dat je er helemaal boos van moet worden?" "Tja, de ene keer heb je mazzel, de andere keer pech." Dat zijn meestal de reacties van mij op dit gezeur. Want dat vind ik het, gezeur. Fair is not equal.

Ten tweede heb ik geleerd dat je in een groot gezin kunt leren om elkaar dingen te gúnnen. Dat stralen we naar de kinderen uit en dat pakken ze heel goed op. Je moet niet de hele dag meten. Niet alsmaar kijken wat de ander wel heeft en jij niet, daar word je zuur van. Je moet die ander zijn geluk gunnen, daar word je zelf ook blij van. En dan merk je dat je zelf ook heus wel een hoop geluk krijgt. Wat voor je zus belangrijk is, vind je zelf misschien helemaal niet zo boeiend, maar jij hebt weer andere dingen, die voor jou belangrijk zijn. Een dochter bijv. is op het moment wat onzeker, die wil heel graag naast mij zitten en knuffelen. Dat mag ze. En de rest snapt ook dat zij dat nu nodig heeft.

Ten derde let ik wel altijd op of er niet een kind is dat altijd het onderspit delft. Maar daar letten mijn kinderen zelf ook op. Dan komt mijn zoon van 14 naar mij toe en zegt: "Mam, ik vind het niet zo eerlijk. Broertje eet de hele tijd alle snoepjes op en Zusje komt niet aan bod." Daar doe ik dan wat mee.

Ten vierde zorgen we dat onze kinderen zich vrij voelen om het met ons te bespreken als ze iets niet eerlijk vinden. Dat is regelmatig een gespreksonderwerp hier. Soms hebben ze dan uitleg nodig, of maken we (tijdelijke) afspraken. Ze weten dit en ze vertrouwen ons daarin. En daarom is die hele rivaliteit niet zo nodig.

Ten slotte vinden we het belangrijk dat onze kinderen weten, voelen en merken, dat wij proberen om zoveel mogelijk aan hun behoeften tegemoet te komen, maar dat wij ook maar mensen zijn. Soms gaan dingen niet zo goed als je zou willen. Wij maken als ouders ook fouten en dat is geen schande. Als ze ons daarop aanspreken, zullen we het uitleggen en zo mogelijk het anders proberen te doen. Maar dat lukt niet altijd. Dat is het leven. In een wereld waarin alles naar wens verloopt, leer je niets, sta je stil.

We danken alle deelnemers voor hun nuttige bijdragen!

Henk Boeke
[email protected]