27 maart 2012 door Henk Boeke

Crèche mag burgerservicenummer vragen

Mag een kinderopvangorganisatie uw burgerservicenummer vragen? Ja, dat mag. Maar prettig is dat niet. Ouders Online legt uit waarom.

Een moeder vroeg ons of ze verplicht is haar burgerservicenummer (BSN) en dat van haar kind door te geven aan het kinderdagverblijf, dat daar behoorlijk dreigend om vroeg. Een verwijzing naar relevante wetgeving ontbrak.

De moeder vond het allemaal niet prettig. Ze is zuinig op haar persoonsgegevens, en gaat ervan uit dat het BSN bedoeld is voor de communicatie tussen burgers en de overheid. Niet voor de communicatie tussen burgers en bedrijven. Dus waarom zou ze haar BSN aan de crèche geven?

Toch zijn kinderopvangorganisaties wettelijk bevoegd – en zelfs verplicht – om ouders te vragen naar hun burgerservicenummer en dat van hun kinderen, vanwege de kinderopvangtoeslag.

Alle bedrijven en organisaties die iets te maken hebben met toeslagen, mogen – of zelfs moeten – naar uw BSN vragen:

  • kinderopvangorganisaties vanwege de kinderopvangtoeslag;
  • woningbouwverenigingen vanwege de huurtoeslag;
  • en zorgverzekeraars vanwege de zorgtoeslag.

Bron: Kinderopvangorganisaties bevoegd om BSN op te vragen (Rijksoverheid.nl)

Wat is het probleem?

Op zich is het wel begrijpelijk natuurlijk, dat de overheid wil weten waar het geld blijft, en dat er niet gesjoemeld wordt. Dat is ook in het belang van ons, als belastingbetalers. Via het burgerservicenummer kan de Belastingdienst gegevens aan elkaar koppelen, en nagaan of er echt wel zoveel opvanguren gebruikt zijn (bij de crèche) als iemand heeft opgegeven (bij de Belastingdienst). Dat is dus nuttig.

Het burgerservicenummer is vooral zo handig – voor de overheid – omdat het personen uniek identificeert. Handiger dan alleen een naam bijvoorbeeld, omdat er zoveel Jansens zijn. Jansen op Plagweg 9 in Rommeldam is al een stuk specifieker, maar mensen verhuizen wel eens, wat het al een stuk ingewikkelder maakt. Het BSN kent dat soort problemen niet; dat blijft altijd constant.

Maar al die handigheid en nuttigheid heeft wel een keerzijde. Of twee eigenlijk:

  • ten eerste: als érgens een fout optreedt, dan werkt die door in álle gekoppelde systemen. Corien Prins, hoogleraar recht en informatisering aan de Universiteit van Tilburg en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zegt het zo: "Als één digitale steen omvalt, is er kans dat het hele digitale kaartenhuis in duigen valt". (de Volkskrant, 1 okt. 2011)
  • ten tweede: wat handig is voor de overheid, is ook handig voor criminelen. Het vergemakkelijkt identiteitsfraude. Hoe meer je van iemand weet, des te gemakkelijker het is om je als die persoon voor te doen, met alle narigheid van dien. Zo kunnen er bijvoorbeeld op uw naam uitkeringen worden aangevraagd, of producten worden gekocht. Het burgerservicenummer is op zich niet schuld daaraan, maar het vergemakkelijkt identiteitsfraude wel degelijk. (Overigens moet je voor het aanvragen van een simpele Bijenkorfkaart ook al je BSN opgeven, wat waarschijnlijk onrechtmatig is, maar het gebeurt.)

Wat kun je doen?

Aan het feit dat de overheid het burgerservicenummer gebruikt, valt weinig te doen. Dat is nu eenmaal zo besloten, met steun van het parlement.

Wat je wél kunt doen, is ervoor zorgen dat je burgerservicenummer niet bekend wordt bij personen en instanties die er geen recht op hebben. Soms is dat lastig, omdat er omstandigheden zijn waarin je een kopie van je paspoort (met burgerservicenummer) moet laten maken. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) adviseert dan het volgende:

Wordt uit praktische overwegingen een kopie van uw paspoort gemaakt, terwijl niet bij wet geregeld is dat een bedrijf of organisatie uw BSN mag verwerken? Dan kunt u uw BSN afschermen bij het kopiëren of uw BSN wegkrassen op de kopie. Heeft u al een kopie van uw identiteitsbewijs afgegeven? Dan kunt u het bedrijf of de organisatie om verwijdering van uw persoonsgegevens vragen. (Bron: CBP - Veel gestelde vragen)

Wie heeft er recht op inzage in het BSN?

U hoeft uw burgerservicenummer dus niet af te geven aan instanties die daar wettelijk geen recht op hebben. Maar wie hebben er dan wél recht op? Op dit moment (maart 2012) zijn dat:

  • alle overheidsinstanties;
  • uw werkgever - vanwege de loonbelasting;
  • organisaties die iets te maken hebben met toeslagen - dus: de kinderopvang, woningbouwverenigingen en verzekeraars.

Maar ook:

  • de gezondheidszorg - sinds 2009 moet het BSN vermeld worden bij informatie-uitwisseling tussen zorgverleners onderling en tussen zorgverleners en zorgverzekeraars;
  • het onderwijs - kinderen moeten op school worden ingeschreven met hun BSN;
  • de financiële sector - banken mogen het BSN vragen van cliënten die belastingplichtige diensten afnemen.

Heeft u een eenmanszaak? Dan heeft u een probleem. Uw btw-nummer is namelijk hetzelfde als uw burgerservicenummer (met 'B01' erachter). En aangezien u verplicht bent om uw btw-nummer te vermelden op uw facturen, maakt u uw burgerservicenummer dus automatisch kenbaar aan al uw klanten, die meestal geen recht op inzage zullen hebben. De ChristenUnie heeft hier Kamervragen over gesteld, maar staatssecretaris Weekers (Financiën) zag hierin geen aanleiding om het beleid te wijzigen. Zijn argumenten deugen niet, maar de Kamer ging ermee akkoord, dus het probleem blijft bestaan.