Ouders Online
Archief
Zomervakantie: tips voor thuisblijvers

30 juni 2001

Een recent Amerikaans onderzoek wees uit dat 33% van de ouders geen zin had in de vakantie. Maar of u er nu naar uitkijkt of niet: iedereen heeft wel eens een moeilijk moment als de kinderen wekenlang de hele dag thuis zijn. Daarom geven wij hier een aantal tips en ideeën voor de invulling van een dagje zomervakantie thuis.


Màhàm... ik vervéél me...

door Nicole Orriëns

De zomervakantie kan een periode zijn waarin je als gezin tijd hebt voor elkaar. Samen tijd doorbrengen en dingen ondernemen. De tijdsdruk van school en werk vallen weg. Even geen last van de structuur die school en werk opleggen aan het gezin.

Veel gezinnen trekken er een of meer weken op uit voor de jaarlijkse gezinsvakantie. Maar niet iedereen gaat weg en na de vakantie zijn er altijd nog een aantal weken die thuis doorgebracht worden. Kinderen genieten van de vrijheid die de zomervakantie hen biedt. Maar na een tijdje als het nieuwtje eraf is, als de buren, vriendjes en vriendinnetjes op vakantie zijn en er niemand is om mee te spelen, dan wil de verveling weleens toeslaan. Hoe houd je de vakantie dan leuk?

Bewust omgaan met de structuur van de dagen en de weken
Stel dat je kinderen de gewoonte hebben om zes uur 's ochtends wakker te worden, en dan verder weigeren te gaan slapen. Er ligt dan een lange, lange dag in het verschiet. Zeker wanneer de kinderen zich ook nog gaan vervelen en verlangend naar jou kijken als bron van vermaak.

Er zijn moeders voor wie de dag niet lang genoeg kan duren in de vakantie, maar er zijn er ook die dat niet zo voelen. Zij hebben misschien iets aan de tip om vantevoren structuur aan te brengen in de dagen en weken.

Het in kaart brengen van de weken van de zomervakantie kan een hoop onrust voorkomen. Laten we uitgaan van 5 weken zomervakantie waarin je alleen bent met de kinderen. Plan per week een aantal grote en kleine activiteiten in, een aantal rustige dagen enz. Wanneer de kinderen al wat ouder zijn kun je dit samen met hen invullen.

Zo kun je in week 1 naar de Efteling gaan en in week 2 een reisje met de trein maken naar een nader te bepalen plaats en met een nader te bepalen doel, enz. Naast het in kaart brengen van de weken kun je daarbij bepaalde vaste momenten creëren: zoals iedere maandagmorgen met de kinderen zwemmen, iedere woensdagmiddag naar het voorlees-uurtje in de bibliotheek.

Als je enig idee hebt wat je die dag gaat doen, helpt dat vaak enorm op gang te komen en niet om twaalf uur 's middags nog in pyjama te lopen... of voor de tv te gaan zitten en daar te blijven hangen. Ook het aanbrengen van vaste routines helpt daarbij: stel vaste tijdstippen in voor het opstaan, aankleden, ontbijten, opruimen enz. Je kinderen zijn tenslotte niet de enigen die vakantie hebben en daarna kun je dan ook zonder enige gewetensbezwaren dingen gaan doen.

Ook 's avonds is het goed een bepaalde routine te hebben wat betreft het naar bed gaan. Vaak mogen kinderen in de vakantie later naar bed dan normaal, maar ook dan is het prettig om vast te houden aan een vast tijdstip en ritueel.

Zelf ook nog een beetje vakantie
Als je zelf ook nog een beetje vakantie wilt hebben, is het te overwegen om de vakantieperiode te gebruiken om je kinderen nieuwe taken te leren, zoals bloemen water geven, tafel dekken, wastafels schoonmaken, kleine handwasjes doen, de eigen kamer opruimen enz. De zomervakantie is hier de perfecte gelegenheid voor. Gewoontes die je je kinderen aan kunt leren in de zomervakantie beklijven vaak wanneer de school weer begint.

De zomervakantie is sowieso een tijd waarin je nieuwe dingen kunt introduceren of dingen kunt veranderen. Wil je bijvoorbeeld een actievere levensstijl, dan zou je hieraan vorm kunnen geven door meer lichamelijke activiteiten te plannen in de zomervakantie. Gebruik de tijd dat het leven anders is om wezenlijke veranderingen door te voeren.

Geef grenzen aan! In de vakantie is alles losser en vrijer, maar toch is het goed om bepaalde grenzen te bewaken. Een goed voorbeeld is televisie-kijken: bepaal vooraf wat de limiet is en welke regels je wilt invoeren om te voorkomen dat ze de hele dag voor de televisie hangen. Houd je daaraan, ook als het veel regent.

Hoe vind je uitgaanstips?
Om uitjes te kunnen maken, is enige planning noodzakelijk. Maar maak het ook niet al te ingewikkeld. Kinderen hebben vaker een dierbare herinnering aan die dag toen ze samen met jou een (mislukt!) brood hebben gebakken, dan aan die keer dat ze naar het (veel te drukke!) pretpark gingen.

  • Lokale activiteiten - Hou de huis-aan-huisbladen in de gaten: ze bevatten vaak tips met lokale activiteiten.

  • Tips via Internet - Via het Internet kun je talloze tips verzamelen, voor uitjes en activiteiten. Zie daartoe ons aparte artikel met surftips.

  • Gemeente-sites - Probeer het ook eens bij de site van de gemeente waar je woont (voor zover die er is).

  • Bibliotheek (1) - Ga eens in de bibliotheek zitten; geef de kinderen een boek en blader zelf door de papieren tijdschriften (Margriet, Libelle, Ouders van Nu): ze staan deze tijd bol van de tips, vaak met kortingsbonnen.

  • Bibliotheek (2) - Ga naar de bibliotheek: er is meestal airconditioning, het is gratis en het biedt iets voor iedereen. Je zou je bezoek aan de bibliotheek kunnen wijden aan een bepaald thema (bijvoorbeeld indianen). Bekijk samen boeken over het thema, kijk hoe een wigwam eruit ziet en bedenk samen wat je nog nodig hebt om er thuis ook eentje te kunnen bouwen. Wat heb je wel (lakens, losse stofjes, naald en draad) en wat gaan jullie nog kopen (stevig touw, lange bamboe-stokken). Bouw samen de wigwam, bedenk wat indianen eten met het avondeten.

  • 'Ik-verveel-me-pot' - Maak een 'ik-verveel-me-pot' met daarin papiertjes met daarop ideeën voor activiteiten. De ideeën kunnen bestaan uit een mengeling van leuke dingen en karweitjes. Als je kind zich verveelt laat je hem of haar een papiertje trekken en de genoemde activiteit uitvoeren. Desnoods met jouw hulp. Voorbeelden: 20 minuten lezen, 20 minuten onkruid wieden, ramen lappen, fiets schoonmaken, verzin het maar. Als het kind wat uit deze pot trekt, is het verplicht de activiteit ook uit te voeren!

  • Toerist (1) - Benader je eigen woonplaats eens alsof je een toerist bent. Verdiep je in de plaatselijke geschiedenis, en bezoek de musea.

  • Toerist (2) - Ga eens als een toerist naar je eigen VVV; dat kan een hoop verrassingen opleveren.

  • Fietsen - Ga eens fietsen op plekken waar je normaal nooit hoeft te komen. Kijk en geniet. Neem een picknick-mand mee voor onderweg.

  • Bewust kijken / luisteren - Ga met de kinderen naar buiten en laat ze gaan zitten. Geef ze drie tot vijf minuten de tijd om heel bewust om zich heen te kijken. Daarna gaan ze naar binnen en schrijven ze alles op wat ze gezien hebben. Vergelijk met elkaar wat je opgeschreven hebt. Hetzelfde kun je doen met geluiden: laat de kinderen 3 tot 5 minuten met gesloten ogen luisteren. Daarna noemen of schrijven ze alle geluiden op die ze gehoord hebben.

  • Verzamelen in de natuur - Verzamel planten, of bekijk vogels. Ga ze vervolgens determineren of identificeren. Haal hiervoor een boek uit de bibliotheek.

  • Wegwerp-camera Als je wel geld wilt uitgeven, koop dan een wegwerp-camera voor je kind. Laat hem of haar foto's maken, die hij dan later in kan plakken in een speciaal vakantie-plakboek. Help desnoods met tips over hoe je daar commentaar bij schrijft en hoe je het mooi kunt maken.

  • Kerk, politiebureau of postkantoor - Bezoek een kerk, politiebureau of postkantoor. Bel even van tevoren om te ontdekken wat de mogelijkheden zijn. Soms krijg je zelfs een rondleiding. Dit kun je dan weer combineren met boeken uit de bibliotheek en vergeet de wegwerp-camera niet mee te nemen.

  • Familie-filmmiddag of -avond - Plan een familie-filmmiddag of -avond. Kies, leen of huur desnoods een video, maak popcorn en speel bioscoopje. Nodig andere kinderen uit, met of zonder hun ouders. Spreek af dat op andere regendagen jouw kinderen naar de 'bioscoop' bij hun vriendjes gaan. Zo heb je zelf eventueel ook een vrije middag.

  • Landkaart - Maak een (land)kaart van de buurt waarin je woont:
    stap 1: Bepaal met je kind welk deel van je buurt je in kaart wilt brengen.
    stap 2: Maak een wandeling door de wijk met een schetsboek en pen, en schets een kaart. Laat je kind dingen benoemen, zoals hoeveel huizen er in een bepaalde straat staan, zijn er bomen, hoe loopt de straat? Noteer de observaties van je kind.
    stap 3: Thuis schets je de kaart op een groot papier. Schets huizen en bomen en andere kinderen die je kind heeft gezien en genoemd in de kaart. Geef op de kaart aan in welke huizen vrienden wonen.
    stap 4: Je kind kan de kaart gaan kleuren, en beplakken.
    stap 5: Met grotere kinderen kun je de kaart gebruiken om een visueel denkspel te doen: waar ben je als je van de voordeur links afslaat, de tweede afslag rechts? Hoe ziet de voordeur eruit van de buren, en de etalage van de bakker?

  • Fiets versieren - Geef je kind de gelegenheid om zijn of haar fiets te versieren. Laat ze de fiets beplakken met stickers, verven, maak slingers van crêpepapier vast aan het stuur, maak rietjes om de spaken van je wiel (rietjes in lengte door midden snijden en om spaak maken). Denk ook aan het maken van vlaggetjes. Maak pilonnen en organiseer een slalom-fietswedstrijd.

  • Karweitjes - Doe karweitjes met het gezin. Maak een lijst van karweitjes die je kinderen leuk vinden om te doen. Bijvoorbeeld het bij elkaar zoeken van sokken. Je kunt er een wedstrijd van maken: wie de meeste paren vindt krijgt een prijs. Is je zoon of dochter 'autogek', laat hem dan de auto wassen (en die van de buurman).

  • Waterballonnen - Waterballonnen gooien. Gooi een met water gevulde ballon naar elkaar toe. De persoon die de ballon het eerst laat vallen krijgt een punt. Winnaar is de persoon met de minste punten. Je kunt natuurlijk ook tikkertje spelen met de waterballonnen.

  • Een tent in de tuin - Zet een tent op in de tuin of bouw een hut. Gebruik lakens, karton, of planken. Als het weer en de situatie het toelaat, mogen ze misschien wel een nachtje slapen in hun eigen tent of hut?

  • Dagboek - Kinderen vinden het vaak leuk een eigen dagboek te hebben. Ook kinderen die nog niet naar school gaan kunnen dit doen: reserveer elke dag een moment voor het maken van een tekening in hun eigen boek.

  • Knutselen - Zorg voor spullen om te knutselen. Bewaar verpakkingen (dozen van macaroni, boter enz) en dozen. Koop lijm (kun je ook heel goed maken van behangplaksel), vouwblaadjes, karton, stiften, schaar en verf. Zo heb je een basispakket aan knutselspullen voor regenachtige dagen. Op www.kleurplaten.nl kun je ook leuke dingen uitprinten om te knutselen.

  • Bakken - Ga met je kinderen bakken. Maak koekjes of muffins. Als je niet van bakken houdt: er zijn dozen speciaal voor kinderen, met bijvoorbeeld muffins of koekjes die héél simpel zijn klaar te maken.

  • Kralen rijgen - Jonge en oudere kinderen vinden het leuk kettingen te rijgen. Ga samen op zoek naar alternatieven voor gewone kralen: macaroni die je kunt verven, balletjes sneldrogende klei...

  • Eigen stad - Vindt je kind het leuk om te spelen met auto's en treinen? Met wat hulp kan hij zijn eigen stad maken waarin de auto's en treinen kunnen rijden. Koop een goedkoop vinyl tafelkleed (al voor ƒ 2,50 bij de Wibra) en teken daarop straten, scholen en huizen e.d. Uit vilt kun je meren, dieren, bomen etc. knippen.

  • T-sirts verven - Koop een simpel wit t-shirt. Span het t-shirt over een groot stuk karton. Laat je kind het t-shirt een persoonlijke 'touch' geven met textiel-stiften.

    Nicole Orriëns
    p/a [email protected]