Ouders Online
Archief
Expat-tips en ervaringen uit het buitenland

1 juni 2002

In mei 2002 vroegen we onze buitenlandse lezers naar hun beste expat-tips en hun mooiste buitenland-ervaringen. Hieronder vindt u de meer dan lezenswaardige oogst.


1. Meteen naar de bibliotheek
Annemarie Albersen, Groot Brittannië

Wij wonen nu een jaar in Groot Brittannië. Florine was net twee jaar toen we hier aankwamen.

Een van de eerste dingen die we hebben gedaan is naar de bibliotheek gaan. Daar hebben we Engelse boekjes, cassettebandjes en videotapes gehaald. Ondanks dat ze er niets van verstond, vond ze het best leuk om Spot (beter bekend als Dribbel) Engels te horen praten.

Florine houdt erg van zingen. In de bibliotheek vonden we ook bandjes met Engelse kinderliedjes en boeken met de tekst. Samen hadden we de meeste liedjes binnen enkele weken onder de knie.

Verder lieten we haar veel Engelse kinderprogramma's zien. Met name de Tweenies waren favoriet. Zij zingen dezelfde liedjes die wij ons al snel eigen hadden gemaakt.

Wij hadden het geluk dat we naast een Engels gezin met drie kinderen kwamen wonen. Het jongste meisje kwam al gauw bij ons over de vloer. Van haar heeft ze veel uitdrukkingen geleerd. Of kinderen elkaar nu verstaan of niet. Ze spelen toch wel. En communiceren ook met elkaar. Het buurmeisje spreekt inmiddels een aardig woordje Nederlands.

Na een paar maandjes thuis geoefend te hebben met de nieuwe taal is Florine twee maal per week naar een kinderdagverblijf gegaan. In het begin was dat best moeilijk. Met name vanwege de taal. Maar iedere keer als ze er vandaan kwam, had ze weer wat meer Engels geleerd.

Nu, na een jaar, spreekt ze heel verstaanbaar Engels. Ze durft iedere Engelsman in zijn/haar taal aan te spreken. Of ze de woorden nu kent of niet. Weet ze een woord niet, dan spreekt ze de Nederlandse versie gewoon op zijn Engels uit. Haar uitspraak is trouwens fantastisch. Dat doen papa en mama haar echt niet na. We hopen dat ze van deze buitenland-ervaring later ook voordeel heeft.

2. Veel liefde, tijd en aandacht
Daphne Pleiter, Italië

Wij zijn Jan en Daphne en hebben drie kinderen (Ian 9 jaar, Yvanka 8 jaar en Colin 4 jaar). Wij zijn aan het eind van de zomervakantie 2001 met onze kinderen naar Italië geëmigreerd. In maart 2001 hebben wij onverwacht deze beslissing genomen (zie ook ons online dagboek www.pleiter.homestead.com) en besloten om het voorlopig rustig aan te doen.

We hebben de kinderen vanaf de eerste dag overal bij betrokken (het uitzoeken van een woning in Italië, het inschrijven op school, de eerste taallessen in Nederland, etc.).

We hebben alles in Nederland verkocht zodat we niet meteen aan het werk hoefden te gaan. Zodoende konden wij vanaf dag 1 zoveel mogelijk tijd doorbrengen met de kinderen.

In de beginperiode hebben wij 's middags (ze gaan hier zes ochtenden per week naar school) veel met ze gedaan, de omgeving verkend, veel gewandeld, andere plaatsen bezocht, lokale vrienden bezocht (goede oefening voor de taal) en regelmatig naar het strand gegaan (lekker rennen, spelen, uitrusten en vooral lol maken).

Voor de kinderen is het heerlijk om papa en mama de hele dag om zich heen te hebben. We merken dan ook dat de kinderen zeer ontspannen zijn en het heel leuk vinden om veel met hun ouders op te trekken (in Nederland werkte Jan van april tot en met oktober meestal zeven dagen per week in ons eigen bedrijf en ook Daphne moest in die periode veel tijd in de zaak steken).

Nu we het bedrijf verkocht hebben, komen we dan ook zo tot rust dat dat zijn weerslag heeft op de kinderen. Dat merken we heel goed. Geen stress, veel meer lol en dus ook een veel makkelijker leven.

Inmiddels heeft Jan van zijn hobby (parachute-springen) zijn werk gemaakt en werkt hij twee of drie dagen per week op een springclub. Als het lekker weer is, gaat Daphne met de kinderen mee want dat doen ze daar allemaal. Kunnen de kinderen lekker spelen, de sfeer is altijd gezellig en 's avonds is het uitgebreid met z'n allen eten (terwijl de kinderen de hele avond op de dansvloer staan). Gezellig en ontspannen, dat is momenteel onze prioriteit.

Ook hebben we de kinderen vanaf het begin gezegd dat ze hun vriendjes en vriendinnetjes uit Nederland mochten bellen, mailen of chatten, maar daar hebben ze weinig gebruik van gemaakt.

We zijn vanaf het begin ingegaan op alle uitnodigingen voor kinderfeestjes en gingen dan (zoals hier ook gebruikelijk is) zelf mee. Goed voor de taal om met andere ouders te praten en de kinderen met hun klasgenootjes (buiten schooltijd om), gezellig en toch vertrouwd omdat papa en mama erbij zijn. Zo hebben we ons ook zoveel mogelijk aangepast aan de gebruiken hier, om het zo snel mogelijk vertrouwd te maken voor de kinderen.

Dus waar het bij ons voornamelijk op neer komt is: de kinderen (en elkaar) heel veel tijd, liefde en aandacht geven. Het gaat al zo snel en voor je het weet zijn ze de deur uit, dus blijven wij voorlopig nog even genieten van onze drie kinderen.

3. Video's en chocolade-tandpasta
Margit Loukisas - Mijnsbergen, Griekenland

Mijn kinderen groeien allebei sinds hun geboorte op in Griekenland, maar mede door veel Nederlandse video's, zoals de Teletubbies en de heerlijke Hollandse-liedjesvideo van Bassie en Adriaan, leren ze alle liedjes en ze zingen echt mee!

Ik spreek uitsluitend Nederlands met ze, en hun Griekse papa alleen Grieks. Onze oudste (Charis, net 4 jaar) is nu helemaal tweetalig en wil ook absoluut niet dat ik Grieks tegen hem spreek. Ons dochtertje (17 maanden) verstaat ook beide talen.

Als Charis verdrietig is omdat oma toch zo ver weg woont, zegt hij zelf dapper: ik heb altijd een beetje heimwee naar Nederland, maar geeft niets hè, oma komt over een poosje weer lekker lang hier naartoe EN neemt chocolade-tandpasta mee!

4. Niet naar de internationale school
Ingeborg Hansen, Japan

In september 2000 zijn we met onze zoontjes van toen 2 en 5 naar Japan verhuisd. Voor ons weliswaar bekend terrein, maar voor de kinderen nog niet. Dus om hen maakten we ons wel zorgen, met name om de oudste, die alles het meest bewust mee zou maken. Die zou hier naar de kleuterschool moeten, en wat kies je dan: de Japanse school om de hoek of de internationale school waar hij niet het enige hoogblonde jongetje is?

We kozen voor een lokale school, omdat het ons beter leek als hij de vriendjes van school ook op straat weer tegen zou komen, maar ook omdat we hem niet twee nieuwe talen tegelijkertijd aan wilden doen (Japans en Engels). Bovendien is de internationale school peperduur en hebben wij geen bedrijf dat die kosten vergoedt.

Ter voorbereiding heeft hij twee maanden lang op woensdagmiddag de Japanse kleuterschool in Amsterdam bezocht. En hoewel hij daar geen zin Japans heeft geleerd, was dat toch enorm nuttig. Al was het maar omdat hij daardoor die eerste schok rustig heeft kunnen verwerken: geen woord kunnen verstaan van wat de juf zegt! Hij heeft er ook twee simpele kinderliedjes en een paar losse woorden geleerd, en dat was voldoende om hem een heel brok 'vertrouwen in de toekomst' te geven.

We hebben het denk ik goed aangepakt, want binnen een half jaar had hij hier op school nauwelijks communicatieproblemen meer. Hij spreekt het plaatselijke dialect nu vloeiend, en heeft een hele rits vriendjes en vriendinnetjes. Daarbij moet ik aantekenen dat hij van nature een ontzettende kletskous en bepaald niet verlegen is, en dat beide ouders Japans spreken; dat maakt het wel gemakkelijker.

We waren natuurlijk 'gewaarschuwd' dat kleine kinderen een nieuwe taal snel oppikken, maar waren desalniettemin zeer onder de indruk van de snelheid waarmee die twee jongens zich aan het leven hier hebben aangepast.

Het enige wat ons nu nog zorgen baart, is hun kennis van de Nederlandse taal; we doen binnenshuis niets anders dan manen tot Nederlands praten, tot vervelens toe. Ik vrees (serieus) dat ze de grootste cultuurschok pas zullen krijgen als we weer terug naar Nederland verhuizen!

5. Thuis voelen in het buitenland
Susan Wolters, Argentinië

Onze ervaringen:

- Voor onze zoon zijn onschuldige speeltjes als vliegtuigjes, wereldbol, en boekjes over reizen erg belangrijk en indicatief met het oog op het thema in den vreemde wonen, verhuizen en reizen.

- Oma en opa uit Nederland die regelmatig persoonlijke leuke kaartjes naar je kind sturen en die zelf uit de brievenbus mogen halen, is erg leuk! "Die kaarten komen van ver en speciaal voor mij!"

- Samen een plakboek maken met anekdotes, tekeningen, foto's van alles wat met Nederland te maken heeft is een leuke referentie voor het kind, zeker na elke reis die je naar Nederland maakt.

- Speelgroepje met andere landgenoten is leuk en zinnig voor de taal!

- Je kind op zijn nieuwe school iets laten vertellen, tekenen of maken over zijn land of zijn leven daar.

- Je kind niet dwingen om in een bepaalde taal te spreken maar wel als ouder consequent blijven en steeds in die taal blijven spreken al geeft je kind in een andere taal antwoord terug!

- Hoe beter je je als ouder voelt in het nieuwe land, hoe sneller je kind goed zal voelen! Ik raad iedereen om als volwassene je je zoveel mogelijk te integreren, en te interesseren voor de nieuwe cultuur en taal.

6. Gauw aanpassen
Gea Fidom, land onbekend

Het aanpassen aan de gewoonten en gebruiken van het land. Langzaam leven is moeilijk om te leren maar essentieel in warme landen.

7. Engelse nursery rhymes
Corine Lambers, Maleisië

Sinds een jaar wonen wij, Corine en Harmjan Boonstra met onze drie kinderen in Kijal, Terengganu, Maleisië. Dat heeft wel wat aanpassingen gevraagd. Anne is nu 4½, Iris en David zijn beide 2½ .

Anne is vorig jaar op koninginnedag (en dat voor een Nederlands kind!) voor het eerst naar school geweest: een internationale (Britse) school. Ze was (en is) het enige Nederlandse kind op school.

Ze heeft de eerste twee weken veel alleen gespeeld en gezongen. Ze zei: "Mama, de kinderen op school praten zo raar, ik kan ze niet verstaan. Wanneer gaan ze nou eens gewoon praten?" Het kwam niet aan dat ik zei dat zij degene was die anders praatte.

Gelukkig vonden haar juf en ik snel een aanknopingspunt: Engelse nursery rhymes. Ik heb die uit den treuren met haar geoefend, maar na drie weken sprak ze nog steeds geen Engels, hoewel ze al wel veel begreep. We hebben haar de noodzaak duidelijk gemaakt: "Er willen geen kindjes komen spelen, want ze kunnen niet met je praten". Thuis zijn we alleen nog maar Engelstalige video's gaan kijken.

Verder hebben we een tweeling: een jongen en een meisje. Er zijn hier veel tweelingen maar geen gemengde. We (lees: mijn man) worden vrij geregeld gefeliciteerd en iedereen wil met hen op de foto. Vooral chinezen: een keer zei er een: "a phoenix and a dragon." Zo hebben wij ze nog niet bekeken, maar leuk is het wel.

Ook wordt hier anders gereageerd: in Nederland is het meestal "Een tweeling, dan heb je het wel druk". Maar hier zeggen ze: "Kun je het wel aan? Heb je hulp?" Dat maakt net het verschil. Toen we op Bali op vakantie waren, vertelde men ons dat in Indonesië gemengde tweelingen gescheiden worden. Ze zijn zo voor elkaar voorbestemd, dat ze tegelijk geboren worden! Mooi toch?

Een voordeel van het wonen in de tropen: geen dassen, sokken, handschoenen, dikke jassen etc. Altijd korte broek, t-shirt of jurk!

En zo kan ik nog veel vertellen, maar ik laat het hierbij. Groetjes vanuit een vandaag erg heet Maleisië, Corine

8. Eerst Nederlands, toen Thais en daarna Engels
Maureen Ezendam, Thailand

Onze dochter is 4 en een half jaar geleden geboren in Phuket Town in Zuid-Thailand. Ze heeft een Thaise vader en een Nederlands paspoort. Tot mijn genoegen en verwondering begon ze te praten in het Nederlands: haar eerste woordje was 'aaien' (van poesje mauw).

Omdat ik destijds 50 tot 60-urige werkweken draaide en 24 uur per dag oproepbaar was, heb ik niet veel van haar babytijd meegemaakt: de reden dat Nederlands haar eerste taal is, danken we helemaal aan de meer dan een dozijn videobanden van Teletubbies door Oma Hengelo opgenomen en opgestuurd.

Een Thais nichtje woont sinds onze gezinsuitbreiding bij ons in als nanny. Onze dochter heeft haar een beetje Nederlands geleerd omdat het even duurde voor ze de taal die ze overal om haar heen hoorde ook zelf begon te spreken.

Nu spreekt ze sinds een half jaar bijna geen Nederlands meer met haar Thaise papa en 19-jarige nichtje, maar Thais. Voor mijn man en onze nanny dus een verademing en een groot plezier, want ze is kwiek!

Twee maanden voor haar 3e verjaardag hebben wij onze dochter in de ochtenden naar een Engelse nursery gebracht voor het contact met leeftijdgenootjes. Daar heeft ze in 3 maanden tijd de grondbeginselen van het Engels geleerd en ze spreekt die taal nu prima voor een 4-jarige.

Zij en ik praten 80% van de tijd Nederlands. De overige tijd is het op mijn dochters verzoek in het Engels. Daar krijg je grappige situaties mee: tijdens een kano-tocht langs de Mangroven wees ik haar op de wortels van deze bomen die op zout water kunnen leven. Ze begon toen over konijntjes, wat ik niet meteen volgde. Tot ik begreep dat zij aan de oranje groente dacht! Ik heb toen hopelijk duidelijk gemaakt dat niet alle talen evenveel woorden gebruiken. En dat een "carrot" niet gelijk is aan een "root".

Ik vind het belangrijk dat ze weet waar haar wortels liggen: het eiland Koh Quiam in Phang Nga en het dorp Hengelo in Twente. We hebben Delfts Blauw, en eten kaas en gekleurde muisjes op het brood. Maar de meeste maaltijden bestaan uit rijst.

De Thaise cultuur is heel anders dan de Europese: wij kunnen alleen maar afwachten of ze het weet te combineren en dat wij eventuele innerlijke conflicten tijdig bij haar zullen signaleren. Daarna moeten we zien hoe we daar als gezin mee kunnen omgaan.

9. Monkey en andere wondermiddelen
Astrid ter Braak, Frankrijk

Sinds tweeënhalve maand wonen we (partner Marcel, dochter Maartje van 3½ en zoonlief Luuk van 11 maanden) in Parijs. Het duurde even voordat de inschrijfprocedure voor de 'école maternelle' geregeld was, dus de eerste weken zat ik voortdurend met de kinderen in hetzelfde park in de buurt van haar toekomstige schooltje, om vooral mijn dochter te laten wennen aan die 'vreemde taal' die ze niet kon verstaan en ook niet kon praten.

Eerst speelde ze alleen (in de zandbak), maar na enkele dagen naast andere kinderen (ook aan de rekstok hangen als daar al andere kinderen in de buurt waren) en daarna samen met andere kinderen (om de beurt van de glijbaan), waarbij ze ook enkele simpele Franse woordjes gebruikt (non, qui, un... dix, merci, au revoir, etc.). Bijvoorbeeld hard 'non' als haar iets niet zinde.

Onder het motto 'al spelende leert men', heeft mijn dochter ontdekt dat ze die 'vreemde taal' weliswaar niet echt kan spreken en verstaan, maar dat het heel leuk kan zijn om met de kinderen in Parijs te spelen.

Tips:

- Mijn kinderen zaten in Nederland vanaf drie maanden al op de crèche en mijn dochter wilde al voordat ze 3 was naar de basisschool. Dat leek haar helemaal het einde. Toen eenmaal de plannen rezen om naar Parijs te gaan, hebben we haar verteld (om het voor haar ook leuk te maken) dat ze dan ook naar de basisschool mag (en lekker wat eerder dan d'r vriendje die ouder is dan zij...). Ze had zo'n zin om naar de Parijse basisschool te gaan, dat ze het vreemde taaltje maar voor lief nam. (En gelukkig pakt het voor dochter en ouders heel goed uit.)

- Vrij snel na aankomst in Parijs ben ik naar een goede speelgoedzaak gegaan en heb ik me laten adviseren over de kinderliedjes die op scholen geleerd worden. Ik heb een boekje (met prachtige tekeningen en notenschrift voor piano) gekocht en een bijbehorende muziekcassette. Mijn dochter heeft nu een eigen bandje en is er trots op en wil de liedjes graag horen. Voor haar is het goed om aan de Franse melodie van de taal te wennen. Bovendien vraag ik de juf op school welk liedje ze binnenkort aan de kinderen gaat leren en dat draaien we dan wat vaker en we zingen er naar harte lust bij.

- Vanuit Nederland hebben we natuurlijk onze stapels met kinderboeken meegenomen, een van de boeken is Monkey van Dieter Schubert; een beeldverhaal zonder tekst dus. Maartje is dol op het verhaal en kent ieder detail van de plaatjes en het verhaal. Dit boekje heb ik een van de eerste dagen aan haar meegegeven en de juf op school heeft het aan de kinderen verteld. Het luisteren naar een verhaaltje dat ze niet verstaat, maar wel begrijpt, geeft vertrouwen en motiveert om in het kringetje te gaan zitten, te luisteren en mee te doen. Zo zijn er vast meerdere boeken die een buitenlandse juf/meester kan lezen zonder de nederlandse tekst te begrijpen, zoals de Dikkie Dik-avonturen.

- Al de eerste schooldag heb ik aan twee kinderen en ouders gevraagd hoe hun kind heette en mijn dochter als het ware aan deze ouders en kinderen voorgesteld. Zelf goed de namen onthouden en die thuis al spelende geoefend met mijn dochter. De volgende dag bij aankomst in haar klas weer naar deze kinderen gegaan en bewust deze gedag gezegd. Wonderbaarlijk snel leerden deze kinderen elkaars lastige namen onthouden en zeggen. Een van deze twee kinderen is nu al na vier weken d'r vriendje en ze geven elkaar al afscheidszoentjes.

- Ook grapjes maken over die vreemde taal is een wondermiddel om het niet begrijpen en verstaan van de taal aan te kunnen. Zo hebben we samen erg gelachen over de manier waarop ze de naam van mijn dochter (Maartje) uitspraken. Het lukt die Fransen maar niet om er een harde R van te maken. We doen dat dan lekker na en komen samen tot de conclusie dat juffie en de andere kinderen nog veel moeten leren. Ook 'pipi' (een plasje doen) hebben we al snel verbasterd tot Pippie (Langkous); die gekke Fransen toch. Zo heeft ze zelf bedacht onder het ouderwetse drinken van een kopje thee na schooltijd, dat ze d'r vriendje Timothee ook timokoffie kan noemen. In iedere taal zijn er wel grappigheden of vreemde zaken die uitnodigen tot humor, zodat duidelijk wordt dat niet alleen zij (mijn dochter in dit geval) iets moet leren wat ze nog niet kan, maar dat dat voor de anderen ook geldt. Ook benadruk ik altijd dat ik het ook allemaal niet weet.

- Alle kinderen hebben wel zo hun voorkeuren op het gebied van eten, drinken, spelletjes doen, boeken lezen. Zodra mijn dochter een van deze voorkeursdingen deed, heb ik er direct de Franse naam aan gekoppeld. Vaak halen we bij het bakkertje haar geliefde broodje chocola, maar dat broodje hebben we vrij snel gebombardeerd tot 'pain au chocola'. Als ik nu vraag wat voor heerlijks ze van de bakker wil, dan is dat dus 'pain au chocola' en zeer zeker geen broodje chocola.

- Verder zijn er veel overeenkomende woorden in het Frans en Nederlands (ook in veel andere talen is dat het geval). Dat soort woorden zoek ik op en ik vertel ze (natuurlijk spelenderwijs) aan mijn dochter. Op school hebben ze een legpuzzel met dieren, waarvan er veel qua naam overeenkomen (zoals zebra en olifant). Met een Frans klasgenootje heb ik deze dieren eens doorgenomen en heb ik ze aan elkaar laten vertellen hoe de beesten heten. Spelenderwijs ontdekten ze dat het allemaal niet zo moeilijk is.

- Ik vind het overigens 't belangrijkst dat mijn dochter het naar d'r zin heeft op school. Hoe snel of hoe langzaam ze de taal oppikt, vind ik minder van belang. Laat een kind vooral in zijn eigen tempo wennen aan het nieuwe leventje met o.a. taal en school. Een voorbeeld om te illustreren dat je toch plezier kan hebben, ook al ben je de taal niet machtig. Toen ik Maartje de eerst schooldag ophaalde, zei ze tegen me dat ik haar de volgende dag niet zo vroeg moest halen want ze had nog niet in het keukentje gespeeld.

Ik kan nog tijden doorgaan met opschrijven van voorbeelden en ik realiseer me nu dat je als ouder onbewust bezig bent en veel doet om 'die vreemde taal' zo min mogelijke een belemmering te laten zijn.

10. Zoek mede-Nederlanders op
Familie Adriaanse, Hongarije

Op 30 juni 2000 werd onze zoon geboren en ruim een jaar later, in september 2001, vertrokken we met ons kleine gezin naar Budapest. Ondanks de diverse verhalen van ervaren expats bleek ook onze zoon deze verandering terdege mee te maken. In Nederland had hij een parttime werkende moeder en een kinderdagverblijf; nu kreeg hij opeens te maken met een fulltime moeder in een volledig nieuwe omgeving.

Zowel wij, als ouders, als onze zoon werden geconfronteerd met een gewenningsproces die toch met diverse emoties gepaard ging. Van ontevredenheid tot het hoogtepunt van geluk en voldoening dat altijd zijn weerslag heeft op een kind.

Ondanks mijn voornemen om ook hier weer een baan te gaan zoeken, was de gewenning van ons kind prioriteit nr. 1. Heel bewust heb ik gewacht tot wij als ouder aanvoelden dat het moment gekomen was dat onze zoon zich qua gevoel enigszins had gesetteld en klaar was voor de volgende stap, te weten een Hongaars kinderdagverblijf.

Wat wij als ouders in het buitenland dus als tip aan toekomstige expats willen meegeven is: gun jezelf de tijd en niet alleen jezelf maar ook het kind, hoe jong hij of zij ook is!

Houd rekening met een mogelijke emotionele crisis voor jezelf en de relatie rond de 3e tot 6e maand. Heb je deze periode binnen het nieuwe thuisland "overleefd", dan begint de periode van genieten en aanpassen pas binnen het nieuwe thuisland.

Ben je enigszins gewend aan de andere gebruiken, waarschijnlijk zelfs aan het geluid van de vreemde taal, dan kan het "normale" leven van start gaan danwel de route hiervoor worden uitgestippeld en ingevuld.

Zoek in ieder geval mede-Nederlanders in jouw omgeving want het scheelt enorm in de beginfase. Zeker wanneer deze ook kinderen hebben en jou dus de nodige tips kunnen geven.

Ook wij hadden ons voorgenomen om zoveel mogelijk te integreren in de Hongaarse maatschappij en ons zo min mogelijk te bemoeien met onze mede-Nederlanders. Het tegendeel is nu het geval en ik voel me er heerlijk bij om ervan te profiteren.

11. Nederlands in de badkamer
Sylvia Agerbeek, Australië

Wij wonen nu al een aantal jaren in Australië en allebei onze kindertjes zijn hier geboren. Ramon is net vijf maanden en Zoë is inmiddels tweeënhalf.

Vanaf het begin hebben wij vrij veel Nederlandse boekjes voorgelezen, Sesamstraat video's gekeken en Nederlandse liedjes gezongen. Ze verstaat dan ook zo goed als alles. Het spreken is echter een stuk moeilijker voor haar.

We hebben nu een soort spelletje verzonnen: in de badkamer en in haar slaapkamer verstaan wij (zo goed als) alleen Nederlands! Spelenderwijs verbeteren wij haar dan, en tot nu toe werkt dat prima.

Verder doen wij regelmatig woordspelletjes:
- What do we call 'red' in opa & oma's language? - Rood!
- What do we call the rocking-horse in Opa & Oma's language? Hobbel-horse??

Tja, wel blijven oefenen natuurlijk

12. Vertrouwde dingen meenemen
S. Repelaer van Driel, Ierland

Zorg dat je altijd een paar vaste spullen bij je hebt als je naar het buitenland gaat, zoals een pop, kleine spelletjes, een eigen deken of een hoofdkussen.

Zo zijn er steeds vertrouwde dingen waar ze houvast aan kunnen hebben. In een omgeving die zelf verandert.

13. Tropenjaar
Laurien Witteman, Suriname

Ruim een jaar geleden kreeg mijn man het aanbod om in Suriname te gaan werken. Zijn droombaan: bioloog bij het WWF. Ik schrok. We hadden al eerder in Suriname gereisd; gezwommen tussen de piranha's, geslapen tussen de vogelspinnen en geleefd tussen de muskieten. En in dat land moesten we gaan wonen met een kind van 15 maanden?

Ik ben altijd al een trut geweest, maar sinds de geboorte van onze zoon is dat alleen maar erger geworden. Rust, reinheid en regelmaat zijn volgens mij meer voor mij dan voor mijn zoon uitgevonden. Ik liet de dutjes van de baby voorgaan op bezoek aan vrienden en was een week in paniek voor een dagje naar het strand.

Ja, we zijn gegaan. En natuurlijk valt het allemaal heel erg mee. Het klimaat is alleen voor mij zwaar: zoontje blijkt het gestel van mijn man te hebben en wordt lekker bruin zonder zorgen. Binnen een week was hij ook aan de andere tijd gewend en rijst blijkt net zo lekker te zijn als aardappelen. Bovendien wonen we in Paramaribo, en daar ben ik nog geen vogelspin of piranha tegengekomen. Muskieten in overvloed, dat wel. Maar dat went, ook na een jaar, helemaal niet.

In het begin moesten we allemaal wel wennen. En hoe moest dat met de opvoeding? Die is hier toch heel anders dan in Nederland. Kinderen krijgen hier veel snoep en ook veel straf. Een lolly is heel gewoon voor een kind van 1, maar een klap ook. Zoontje komt minstens een keer per week thuis met een zak felgekleurde zoetwaren, vanwege een verjaardag, maar ook vraagt hij om slaag als hij stout is.

Wij proberen ons aan de Nederlandse normen te houden, maar dat lukt niet altijd.

Medische zorg is hier vaak slecht en achterhaald. De eerste huisarts die wij raadpleegden over diarree, gaf ons het advies veel appelsap te geven. De tweede vond natte rijst het beste en de derde gaf antibiotica.

Inmiddels is mijn zoon 2 geworden en hij is helemaal ingeburgerd. Hij gaat 's ochtends naar een oppashuis om de hoek en speelt daar met veel plezier. Hij is dol op spelen met -- en in -- water en dat kan ook met deze temperaturen. Hij loopt de hele dag in zijn blootje en mag zo nat en vies worden als hij wil. Een kinderparadijs.

Mijn man is gegroeid in zijn baan. Hij heeft leuke collega's en interessant, verantwoordelijk werk.

Maar ik wil naar huis. Ik verlang naar de natte straten van Amsterdam, naar de Albert Heijn en de Hema. Ik wil weer boekwinkels, vrienden en familie. En over een maand gaan we ook. Het contract van mijn man loopt af en de terugreis is geboekt.

Ik meende na dit tropenjaar eindelijk van mijn truttigheid af te zijn. Maar nu de vertrekdatum nadert, maak ik me toch weer dezelfde zorgen: kan hij wel wennen, zal hij het niet koud hebben, zal hij zijn vriendjes niet missen? Ik weet dat het wel zal loslopen, maar het blijft een heel gedoe, zo'n emigratie.

14. Fietsen, vloeken, en een schotel kopen
Gelske Terpstra, Wales

Na ruim een jaar in den vreemde heb ik een drietal tips voor expats en aankomende expats.

Tip 1: Koop voor je kind(eren) een fiets met handrem(men). Niet elk land is even vlak als Nederland en al terugtrapremmend bergaf is niet eenvoudig voor een beginnende fietser. De gestapelde stenen muurtjes en weelderige heggen aan de kant van de weg maken het er ook niet minder gevaarlijk op. Bovendien kan het handig zijn om alvast enige reserve-onderdelen vanuit Nederland mee te nemen want, oh verassend, niet elk land heeft een fietscultuur zoals in Nederland met de bijbehorende fietsenwinkels.

Tip 2: Als het enigszins kan is het natuurlijk beter als kinderen in het geheel niet schelden en vloeken. Helaas blijkt in de praktijk dat ook kinderen weleens een onvertogen woord over de lippen komt. Als je in het buitenland woont is het handig om dit in het Nederlands te doen. De juf of meester op school verstaat het niet en zo ontloop je eventueel strafwerk.

Tip 3: Tot slot nog een echt serieuze tip. Mocht je tijdelijk naar het niet zo verre buitenland vertrekken, en wil je dat je kinderen een goede band met Nederland houden, informeer dan of het mogelijk is om via een digitale schotel de Nederlandse televisie te ontvangen. Het bereik van de Astra-satelliet die de programma's uitzendt is vrij groot (in elk geval West Europa) en zo kunnen de kinderen hun favoriete Nederlandse programma's blijven zien. Voor de kosten hoef je het niet te laten. Een abonnement kost circa 7 euro per maand en dat is een stuk minder dan de kabel in Nederland. Daarvoor kun je alle Nederlandse tv- en radio-zenders ontvangen. plus circa 100 buitenlandse zenders. Wel moet je natuurlijk eenmalig de schotel en decoder aanschaffen.


15. The silent period
Inge Oudenaarde, USA

Eind juni 2001 arriveren wij met twee kinderen (Bram van 5 en Rik van 2) in San Diego (USA). Negen weken zomervakantie liggen voor ons... Om enigszins in een ritme te komen, beginnen we met dagelijkse zomer-zwemles bij het zwembad in de buurt, en daar leert Bram zijn eerste Engels: "Good job!" Daarnaast verkennen we de plaatselijke bibliotheek voor boeken met rijmpjes, versjes en liedjes. Maar in september op school begint het natuurlijk pas echt. Dat is voor iedereen even wennen! Tot aan de kerstvakantie doet Bram zijn mond niet open.

Hij absorbeert het Engels als een spons, en begrijpt na een paar maanden prima wat er bedoeld wordt, maar zelf Engels praten is toch wat anders. Zolang hij niet het gevoel heeft dat hij het kan, begint hij er niet aan.

Na een paar maanden begin ik me zorgen te maken; moet ik daar nu wel of niet wat aan doen, en wat dan? Meer vriendjes uitnodigen na schooltijd? De kinderen in de klas vinden het maar raar, zo'n kind dat helemaal niet praat, dus erg veel contact heeft hij niet op school. Met kerst zijn we op bezoek in Nederland, en is alles weer even "gewoon".

En wat gebeurt er tijdens de vliegreis terug naar Amerika? Bram begint zomaar tegen een andere passagier aan te praten. In het Engels! Daarna is de knop om blijkbaar, en rollen er op school (en thuis) hele volzinnen uit zijn mond. Een vriendje zegt: "Now you speak our language!" en school wordt er beslist leuker op voor Bram. Later lees ik ergens over de "silent period" die kinderen kunnen hebben als ze een nieuwe taal leren, en die zelfs tot zes maanden kan duren. Had ik dát eerder geweten...

Nu, na zowat een jaar, hebben we een ander probleem. Bram zei onlangs: "What is the Dutch word for carry?" Kortom, de vraag is nu: hoe houd je het Nederlands op peil?

Daarom ben ik met andere Nederlandse ouders begonnen met het oprichten van een Nederlandstalige school voor drie uur per week. Kijken of dat werkt. Het is wel een hele ervaring om binnen een jaar van het ene in het andere uiterste te vallen!

Tot slot een tip voor ouders die naar de USA verhuizen: The Interchange Institute (www.interchangeinstitute.org) is een non-profit research-organisatie die maandelijkse nieuwsbrieven uitgeeft voor nieuwkomers in de States. Vol met informatie over (o.a.) culturele gewoontes, tips over dagelijkse zaken, uitleg over feestdagen en opmerkelijke feiten uit de Engelse taal. Een andere publicatie is een boek over het Amerikaanse schoolsysteem. Kortom, de moeite waard.


16. Hoera, naar Nederland!
Deirdre Joukes, Nederland

Elf jaar was ik, en ik zat in de eerste klas van de middelbare school toen mijn moeder aankondigde dat "we" naar Nederland gingen emigreren. Van de vijf kinderen was ik de enige die het helemaal zag zitten. Nederland, het Walhalla van gepasteuriseerde melk, pindakaas, reclame op televisie, schoolagenda's mét plaatjes erin, waar alles kon en alles mocht en nog veel meer fraais. De taal zou geen probleem zijn, want daarin waren we opgevoed.

Op naar Nederland, maar niet voordat er eerst fatsoenlijk afscheid was genomen van ons oude thuisfront. Mijn moeder organiseerde een groot "wij gaan weg"-feest voor de kinderen en we mochten elk vrienden naar behoefte uitnodigen. Ik was destijds nogal een einzelgànger en weet eigenlijk niet zeker óf ik wel iemand gevraagd heb, maar de mogelijkheid was er.

Vóór het feest had mijn moeder al scholen uitgezocht en in die keuze waren wij niet gekend. Nu was de keuze in onze nieuwe woonplaats niet groot en werd er voornamelijk op schooltype geselecteerd. Mijn oudere broer en ik zaten op iets wat in Nederland V.W.O. bleek te heten. Het zelfstandig gymnasium viel af en de keuze tussen een Christelijke en openbare scholengemeenschap resteerde.

Via-via ervaringen bleken in het voordeel van de kerkelijke school. Die werd het, niettegenstaande mijn moeders voorkeur voor neutraal onderwijs en de kleinere afstand naar de openbare scholengemeenschap. Mijn zussen gingen naar een V.M.B.O.-school en een kleine, openbare basisschool in de buurt. Voor de oudste kinderen gingen er kratten met boeken en schriften naar hun toekomstige scholen, zodat de docenten inzicht hadden in hun kennis.

Op naar Nederland, en op naar school. We verhuisden op 9 augustus en tot onze verwondering moesten de jongsten twee dagen later al naar school (de middelbare scholieren hadden nog een week respijt). We waren gewend om pas in september de zomervakantie af te sluiten, maar het was nu eenmaal zo.

Mijn jongste zusjes kwamen voortaan tussen de middag thuis: op school werd niet collectief overgebleven, laat staan dat de warme maaltijden die wij gewend waren daar verschaft werden. Mijn zusjes gingen niet meer naar de voor- en naschoolse opvang, al was het maar omdat die simpelweg niet bestond. Ik was jaloers op ze, want zij kregen geen huiswerk meer; daar deden Nederlandse basisscholieren kennelijk niet aan.

Geen huiswerk, geen agenda's: mijn zusjes hoefden ook niet meer bang te zijn voor commentaar van de onderwijzer omdat mijn moeder het vertikte om wekelijks onze schoolagenda's af te tekenen. Daarin stond naast ons huiswerk ook ons wangedrag vermeld. De zusjes hoefden evenmin té zware boekentassen naar school te slepen, want het leermateriaal bleef daar. Ach, dan bleven hen voortaan ook verdere gênante acties van mijn moeder bespaard. Die zette ons en de tassen om de haverklap op de weegschaal en schopte vervolgens stennis omdat we meer dan een vijfde van ons lichaamsgewicht moesten dragen.

Alle vrijheid dus, zowel voor mijn jongere zusjes als voor mij en de ouderen. Ik dacht dat ik dat leuk zou vinden, maar in de praktijk vond ik het vreselijk. Alle duidelijkheid en zekerheden waren weggevallen en ik wist niet meer hoe ik me moest gedragen.

Een grotere jungle dan mijn nieuwe school bestond vast niet. Mijn medeleerlingen zaten plompverloren met al hun spullen in de gang, sjokten naar de klas wanneer het hen beliefde en spraken onze docenten met de voornaam aan. Schriften zagen er over het algemeen niet uit en huiswerk werd niet stelselmatig gemaakt. Waarom zou je? Het werd zelden gecontroleerd en mocht je bij zo'n spaarzaam voorval in gebreke blijken te zijn, dan volgde hoogstens een berisping.

Zogenaamde onverwachte schriftelijke overhoringen waren meestal niet onverwacht en er waren altijd herkansingen of andere compensatiemogelijkheden. Trouwens, echt je best doen was toch niet aan te bevelen: presteren was een vies woord. Bewondering was er voor de mensen die brutaal durfden te zijn.

Ik deed mijn best om te integreren en werd erg goed in zaken van die categorie. Terwijl mijn medeleerlingen steeds minder lachten om mijn accent, sloeg ik door en bleef ik met glans twee keer zitten. Daar werd ik niet warm of koud van, hetgeen mijn moeder enigszins zorgen baarde.

Desalniettemin begon ik in 4 VWO zowaar de noodzakelijke minimale inspanningen te leveren en ik haalde de eindstreep. Was ik toen gewend aan het Nederlandse systeem? Nee, dat ben ik dik twintig jaar later nog steeds niet.

Mijn oudste kind zit nu op de basisschool, maar dezelfde dingen brengen mij weer in verwarring. Nederland is schitterend en ik woon hier graag, maar qua onderwijs snak ik af en toe naar een flinke portie Belgische duidelijkheid.

17. Silent period, silent grief
Vera en Jan-Peter Mout, Zwitserland

Als je kind op school de nieuwe taal niet praat, kan het helpen om een babysitter of een au-pair (die de taal spreekt) aan te nemen, die thuis een paar uur per week met het kind speelt en de taal spelenderwijs en in een vertrouwde omgeving kan aanleren.

Een silent period kan een paar maanden duren, maar ook een jaar of meer. En dat is echt niet leuk voor je kind.