Ouders Online
Archief
Vaderdag - Scheiding en hereniging

16 juni 2006

Na vijf jaar kon Paul van Rijn zijn dochter dit jaar weer zien met vaderdag. Hieronder vertelt hij wat dat voor hem betekent. Maar wel met een zure nasmaak, vanwege een onterechte beschuldiging van seksueel misbruik.
 


Eindelijk weer een vaderdag met mijn dochter

door Paul van Rijn

Haar navelstreng heb ik nog symbolisch doorgeknipt. Ik heb haar vanaf haar geboorte in mijn armen gehad, geknuffeld, de fles en eten gegeven en verzorgd. Ik maakte haar mee en zag haar van kleine baby opgroeien tot peuter en kleuter. Haar eerste woordjes en moeizame eerste stapjes, de eerste dag naar school, alles was bijzonder.

Ik woonde niet samen met haar moeder, maar ik zag mijn dochter veel. Ik keek uit naar de dagen dat ik haar kon ophalen. Ook tijdens de vakanties. Ik nam haar ook regelmatig mee naar mijn ouders, haar oma en opa, haar neefje en nichtje, naar vrienden en hun kinderen.

Ze kregen, net als ik, allemaal een band met haar en zij met mij en hen. Ze genoot er zichtbaar van en herkende mij en hen en kende hun namen en stemmen.

We hadden altijd veel plezier, ook in de gewoonste dingen. Dat ging op een prettige manier en vijf en een half jaar lang was ze regelmatig bij mij. Haar moeder en ik hadden geen relatie, maar we kwamen wel op elkaars verjaardagen. Ook oma en opa kwamen meestal met mij op de verjaardagen van mijn dochter en haar moeder. Alles ging in goede harmonie.

En toch ging er iets mis.

Mijn dochter had, toen ze klein was, wel eens last van rode, geïrriteerde schaamlipjes. Haar moeder vertelde dat. Een vriendin van mij, ervaren jeugdarts, vertelde dat het wel vaker voorkwam dat jonge meisjes hier last van hadden. Van de moeder kreeg ik hiervoor een tube Calendula zalf mee om te smeren als ze pijn had. Dat verzachtte.

Toen onze dochter 5 jaar was, maakte ze een keer bij haar moeder thuis een tekening van mij en haar moeder. Ik was een poppetje met een streepje als piemel. Ze sliep in die tijd – als ze bij mij was – graag naast me op het grote bed. Ze was te klein geworden voor het ledikantje, en toen ze thuis een groot bed had gekregen, mocht ze een tijdje bij mij in het grote bed slapen – totdat ik haar kamertje opgeknapt had en we samen een eigen bed voor haar zouden kopen. Ze vond het prachtig en fijn om veilig en dicht bij haar papa te zijn.

En toen het voorval: mijn dochter kuste haar moeder een keer op haar mond en stak haar tong tegelijk uit. Haar moeder schrok hiervan en vroeg van wie ze dat geleerd had. "Van papa", zei ze. Ze had het bij mij ook eens gedaan, waarop ik had gezegd dat ze dat niet moest doen. Er stond een bericht op mijn antwoordapparaat: "Dag Paul, je weekend met je dochter gaat niet door, ik ben bij vrienden, je hoort nog van me." Ik was in shock.

Een waanidee had zich vastgezet in het hoofd van haar moeder, zelf Gestalt-therapeute. Ik moest in haar beleving onze dochter seksueel misbruikt hebben, dat kón niet anders. Kijk maar naar dat streepje op die tekening, dat moet wel een erectie zijn. En die kus!

Ze sprak er met mij niet over. Later hoorde ik dat ze bij de huisarts geweest was, bij het AMK, erover gesproken had met vrienden... en al die tijd wist ik van niets. Niemand die mij eens zelf benaderde om uitleg. De huisarts niet, het AMK niet, haar vrienden niet.

Ondertussen werd mijn dochter in therapie gedaan. De hele omgeving van haar moeder werd door haar met het misbruik-verhaal vergiftigd. En dan blijkt dat veel mensen denken: "waar rook is, is vuur". Dat werkt pijnlijk efficiënt. Iemand die mij niet kent en "het ook niet weet", wordt zo al snel besmet met de gedachte van mogelijk seksueel misbruik.

Op de school van mijn dochter voelde ik mij als een melaatse. Het overkwam me, zonder dat ik iets kon doen. Mijn wereld stortte in. Door het verlies van mijn dochter die ik niet meer te zien kreeg. Door de valse beschuldiging. Ik voelde me diep getroffen, op de meest smerige, zieke manier beschuldigd van misbruik én daarna als mens en vader weggezet als onbelangrijk. En – erger nog – als een bedreiging voor mijn kind.

Ondertussen werd mijn dochter als slachtoffer behandeld. Dat heeft haar onnodig belast. Niemand kan overzien welke schadelijke invloed dat heeft gehad.

Ik heb voor de rest van mijn leven een stigma meegekregen, ook al heeft de officier van justitie de aangifte geseponeerd. Er volgde geen automatisch eerherstel, en ook geen sanctie voor de moeder vanwege valse aangifte. In haar hoofd bleef ik mogelijk toch die dader.

Het ergste was dat ik mijn dochter niet terugkreeg. Haar moeder bleef de omgang tussen mij en mijn dochter weigeren.
Er volgde een psychische martelgang van ruim 5 jaar. Ik werd gedwongen een advocaat te zoeken en een rechtszaak te beginnen voor het herstel van het familieleven met mijn dochter. Zo werd ik ook financieel uitgeknepen.

Vanaf het moment van de beschuldiging in maart 2001 tot nu heb ik mijn dochter moeten missen. Dat zijn vijf vaderdagen, die ik nooit meer kan inhalen. Vijf jaren voorbij, waarin mijn dochter veranderde van peuter tot pre-puber.

Nu, ruim 5 jaar later, heb ik door een uitspraak van een rechter eindelijk mijn dochter weer voor het eerst gezien. Twee weken geleden. Ik heb haar mogen horen praten, mogen zien bewegen, mogen aanraken, mogen zeggen "Dag, lieve schat" en haar na 5 jaar voor het eerst weer een kus mogen geven. Ik herkende haar stem absoluut niet meer. Om over haar uiterlijk maar te zwijgen. Ze was zo gegroeid... Haar hoofd, een stuk groter en niet meer de bolle kinderwangetjes van toen ze 5 was, haar mimiek, haar haar, haar bewegingen.

Ik heb haar nog nooit zelfstandig zien fietsen. Ik heb nog nooit samen met haar een stukje gefietst (behalve veel op het fietszitje en achterop mijn fiets, vroeger).

Ik kon haar bij het eerste contact dat we hadden bij goede vrienden van mij gedurende 3½ uur gewoon horen praten bij het Rummikub spel dat ze deed met de twee dochters van mijn vrienden. Ik hoorde haar optellen bij het sjoelen (ze heeft intussen leren rekenen). We hebben samen overgegooid met twee frisbees, ze noemde mijn naam regelmatig en met de dochters werd daarbij veel gerend en gelachen. Ik mocht haar gewoon ook optillen. Ze vond het leuk.

Ze kan nu schaatsen, ze zit op hockey (dat wil ik zien!). Ik wist niets van haar, behalve door de briefjes 'informatie' die haar moeder me maandelijks van de rechter moest sturen. Enkele jaren geleden heb ik een foto gekregen waarop ze met een gitaar op de rand van haar bed zit. Maar ik heb haar nog nooit horen spelen.

Dat moeten we allemaal weer inhalen. Dat gaan we allemaal inhalen. Maar hoe begin je? Ik weet niet welke muziek ze leuk vindt, welke kleren ze allemaal heeft. Wat ze nu het liefst doet, op welk niveau ze is en ik haar kan helpen met haar leerdingen.

Gewoon maar langzaam-aan weer opbouwen.

Op vaderdag zie ik haar voor de tweede keer. Ik verheug me erop. Over enige dagen wordt ze 11. Ik hoop dat het een fijne dag voor haar wordt en er misschien zelf deze keer ook weer iets van mee te kunnen maken, al was het maar dat ik de mogelijkheid krijg om haar gewoon te feliciteren.

Haar 6e, 7e, 8e, 9e en 10e verjaardag heeft ze zonder haar papa, oma en opa door moeten brengen. Ook alle feestdagen, vakanties, speciale dagen en gebeurtenissen in haar leven, in al die vijf jaren. Geen enkel contact werd haar door haar moeder mogelijk gemaakt. Ze bleef gegijzeld en ze vervreemdde verder en verder van mij en haar familie.

Mijn dochter heeft, mede door de bizar slechte werkwijze van de Raad voor de Kinderbescherming en de familierechters in dit land, een belangrijk deel van haar familie moeten missen. Ze moest onnodig leven zonder hun liefde, hun aandacht, hun waardering of hun steun.

Je dochter, die je na vijf vreselijke onthechtingsjaren weer met een lach aankijkt. Weet iemand hoe dat is? Vijf gestolen jaren kijken je weer lachend aan. Het voelt bijna als een nieuwe geboorte, een nieuw leven. Een intens cadeau om haar weer live mee te maken. We hebben weer hoop op een fijne toekomst, met elkaar in ons familie-leven.

Paul van Rijn
p/a [email protected]