Ouders Online
Archief
Voeding: Het Detox-dieet (voorpublicatie)

28 maart 2002

Omslag: het Detox-dieet

Waarom eten we minder en worden we toch steeds dikker? Volgens de Britse onderzoekster Paula Baillie-Hamilton komt dat onder andere door veel chemicaliën in ons eten. Die doen iets met de hormoonhuishouding, en van een verstoorde hormoonhuishouding kun je dik worden.

In haar boek Het Detox-dieet (het ontgiftings-dieet) analyseert Baillie-Hamilton de oorzaken van overgewicht en de mogelijkheden om het probleem op te lossen. Daarbij komt ook de voeding van kinderen uitvoerig aan de orde.

Het boek bestaat uit vier delen:

  • Deel 1 – Vergiftigde lijven – behandelt de oorzaken van overgewicht.
  • Deel 2 – Chemische calorieën – laat zien van welke chemicaliën je het dikst wordt, waar ze in zitten, en hoe je ze kunt vermijden.
  • Deel 3 – Ontgiften en afvallen – gaat over het veilig afvoeren van dik makende chemicaliën uit het lichaam.
  • Deel 4 – Leven met weinig chemische calorieën – vat samen hoe je in vorm blijft.

    Hieronder volgt een voorpublicatie van het boek dat op 2 april verschijnt.

    Let op: naar aanleiding van enkele (terecht) zeer kritische lezers-reacties op de onderstaande tekst, willen we benadrukken dat het om een voorpublicatie gaat en niet om een analyse van Ouders Online. We signaleren slechts datgene wat op dit moment sterk in de belangstelling staat.


    Paula Baillie-Hamilton, Het Detox-dieet
    Forum (de Boekerij)
    ISBN 90 225 3095 7
    Prijs: EUR 16,95
    www.boekerij.nl/db_titel.asp?9022530957

    Hoofdstuk 9 - Weinig chemische calorieën eten

    Kies, bewaar en kook levensmiddelen met een
    minimum aan chemische calorieën

    Je bent dus je eerste voorraadje organische levensmiddelen gaan kopen. Gefeliciteerd! Binnenkort ben je slanker dan ooit, maar om zo veel mogelijk ponden kwijt te raken, moet je beseffen dat alleen biologisch eten niet genoeg is. Want hoe zorgvuldig je ook inkoopt, er zijn manieren genoeg waarop chemische calorieën zich in je voedsel kunnen nestelen voordat je aan tafel gaat, zodat zelfs het zuiverste biologische ingrediënt een ziedende massa synthetische chemicaliën wordt.

    In dit hoofdstuk leer je niet alleen te vermijden dat extra, ongewenste chemische calorieën na aankoop (en zelfs in je bloedeigen keuken) in je voedsel doordringen, maar ook hoe je het aantal chemische calorieën in zowel conventioneel als biologisch geproduceerd voedsel kunt verkleinen.

    Je kunt inderdaad heel veel doen om je blootstelling daaraan tot een absoluut minimum te beperken. Als je mijn raad opvolgt, val je niet alleen sneller af maar bevorder je ook dat je de rest van je leven slank blijft.


    Voedsel met weinig chemische calorieën kiezen

    Als je de voorafgaande hoofdstukken gelezen hebt en gewapend bent met de tabellen van chemische calorieën (zie hoofdstuk 18), kun je bij je boodschappen weloverwogen keuzes maken, want je weet welke levensmiddelen veel chemische calorieën bevatten en welke niet. En als je het te duur vindt om van alles op je boodschappenlijst een biologische versie te kopen, kun je kijken welke producten waarschijnlijk het meest verontreinigd zijn en beperk je je biologische inkopen tot die groep.

    Dat is misschien de verstandigste aanpak. Zolang je je aan de adviezen in dit hoofdstuk (en de rest van het boek) houdt, is het lichaam dat je hebben wilt, bereikbaar, zelfs als je weinig of geen biologische levensmiddelen kunt krijgen. Het kost dan alleen wat extra inspanning om ervoor te zorgen dat je voedsel zo weinig chemische calorieën bevat als redelijkerwijs mogelijk is.

    Om te beginnen geef ik je wat algemene regels. Op grond daarvan kun je ingrediënten met zo weinig mogelijk chemische calorieën kiezen.

  • Koop wat dierlijke producten betreft zo veel mogelijk biologisch.
  • Neem zo weinig mogelijk dierlijk vet en koop vetarme melk en mager vlees, zelfs als ze biologisch zijn (maar vooral als ze niet-biologisch zijn). Zorg dat je vetarme en voorbewerkte voedsel niet stampvol additieven zit.
  • Zacht fruit en kwetsbare groenten zijn vaak vervuilder dan robuustere vruchten en goed houdbare groenten.
  • Neem producten in natuurlijke verpakkingsmaterialen (karton, papier, glas) of verwijder plastic verpakkingen zo snel mogelijk.


    Waarom je beter weinig dierlijk vet kunt eten

    Uit het bovenstaande kun je afleiden dat een beperking van je consumptie van dierlijk vet verstandig is. Dat komt doordat de meeste milieuvervuilende stoffen zich in dieren ophopen, en wel in hun vetweefsel. Door de hoeveelheden dierlijk vet te beperken, beperk je automatisch ook de overdracht van chemische calorieën naar je lichaam.

    Door dus gewoon halfvolle in plaats van volle melk te kopen en vetarme cottage cheese in plaats van volvette oude kaas te eten beperk je de potentiële hoeveelheid milieuvervuilende stoffen die vermoedelijk in je voedsel aanwezig is. Het zal je niet verbazen dat dat zowel voor biologisch als voor niet-biologisch voedsel opgaat.

    De aankoop van vlees met weinig zichtbaar vet of vetarme zuivelproducten is geen heksentoer, maar het is lastiger te bepalen hoeveel en welke soort vet in voorbewerkt voedsel zit. Visolie is bijvoorbeeld vaak extra verontreinigd met chemische calorieën maar kan in allerlei soorten producten verwerkt zijn.

    Het is je vergeven als je denkt dat visolie een te sterke geur heeft om in iets anders dan kant-en-klare visproducten bruikbaar te zijn, maar niets is verder bezijden de waarheid. Visolie is een normaal ingrediënt in bakvetten, margarine, roomijs, diervoedsel en zelfs cosmetica. Als je dus weer eens naar een kant-en-klare maaltijd grijpt, kijk dan eerst op het etiket. Houd je zo mogelijk bij plantaardige oliën, want die zijn minder riskant dan dierlijk vet.

    En dan nog iets. Je moet weten dat de meeste bestrijdingsmiddelen gemengd met vet veel makkelijker in het lichaam worden opgenomen, of je nu biologisch eet of niet. Om die reden kun je de opname van bestrijdingsmiddelen uit je voedsel ietwat beperken door het vetgehalte van je voedsel te verlagen.

    Als je bijvoorbeeld een niet-biologische salade opdient, geef er dan een vetarme of vetloze saus bij. En als je écht dol bent op zalm of tonijn uit blik maar niet veel chemische calorieën wilt eten, koop dan liever vis in pekel dan in plantaardige olie en eet nóóit in eigen olie geconserveerde vis.


    Waarom de verpakking zo belangrijk is

    Beperking van het aantal chemische calorieën is niet alleen een kwestie van het voedsel dat je koopt, maar ook van de verpakking. De tegenwoordig meest gebruikte verpakkingsmaterialen kunnen helaas veel extra chemicaliën aan je voedsel toevoegen.

    Voedsel werd ooit verkocht in traditionele, natuurlijke materialen zoals glas, papier en karton. Tegenwoordig zit het in plastic omdat dat materiaal goedkoop, licht, slijtvast, waterdicht, 'hygiënisch' en minder breekbaar dan glas is.

    Maar anders dan bij de genoemde natuurlijke materialen het geval is, staat plastic makkelijk chemicaliën af die het gehalte aan chemische calorieën aanzienlijk kunnen vergroten. Zelfs de opdruk van de verpakking kan een bron van chemische calorieën zijn, want moderne inkten bevatten veel synthetische chemicaliën die via de verpakking gemakkelijk kunnen overgaan op de inhoud.

    Producenten van biologisch of niet-biologisch voedsel zijn tegenwoordig niet verplicht om de verpakkingsmaterialen op te sommen. Maar als je naar een minimum aan chemische calorieën streeft, moet je weten welke soorten verpakking in welke omstandigheden problemen geven.


    Chemische calorieën in plastic

    Wil je weten hoe plastics chemische calorieën aan je voedsel kunnen toevoegen? Dan moet je eerst weten wat plastic is.

    Plastics hebben twee hoofdbestanddelen. Op de eerste plaats het plastic zelf, dat wil zeggen: lange ketens identieke monomeren die gezamenlijk sterke moleculen vormen. Op de tweede plaats een groot aantal giftige additieven die de plastics hun kenmerkende buigzaamheid en sterkte geven.

    Laten we met de macromoleculen beginnen. Voorbeelden daarvan zijn polystyreen en bisfenol. Beide stoffen bevatten aanzienlijke hoeveelheden chemische calorieën en worden op grote schaal als voedselverpakkingen en bij caterings gebruikt. Wie van ons heeft nog nooit koffie uit een bekertje van polystyreen gedronken?

    We zijn het ons nauwelijks bewust, maar ook plastics van bisfenol komen veel in voedselverpakkingen voor, bijvoorbeeld in de plastic binnenbekleding van metalen voedselblikken, als waterdichte laag op karton en in talrijke andere producten.

    Maar nu de additieven. Waarschijnlijk de belangrijkste van de vele additieven die in plastics verwerkt worden, is de groep chemicaliën die bekendstaat als de ftalaten. Deze stoffen blijken rijk aan chemische calorieën te zijn en zitten in bijna alle plastics omdat ze dit materiaal zijn kenmerkende buigzaamheid geven. Ook zitten ze vaak in drukinkt.

    Een andere veelgebruikte groep additieven zijn de brandvertragende polybroombifenylen (pbb's), die het aantal chemische calorieën nog verder kunnen vergroten. Maar plastics kunnen ook nog een hele reeks andere additieven bevatten die rijk zijn aan chemische calorieën, zoals organofosfaten en zware metalen zoals lood. Bovendien kunnen de hoeveelheden additieven sterk verschillen. pvc bevat bijvoorbeeld veel meer additieven dan polyethyleen.

    In principe is het mogelijk om 'veiliger' plastics met minder additieven en chemicaliënvrije inkt toe te passen (sommige biologische producenten gebruiken die inkt al voor hun etiketten), maar in de praktijk is nauwelijks te zien in welk materiaal en met welke inkt je voedsel verpakt is. Wees met elke plastic verpakking dus voorzichtig, tenzij je de soorten goed kunt onderscheiden, maar er is één vuistregel: hoe buigzamer het plastic, des te hoger het gehalte aan weekmakers.


    In welke omstandigheden wordt voedsel door plastic besmet?

    Als alle chemicaliën in plastics netjes in de verpakking bleven, zou er geen probleem zijn. Maar in werkelijkheid doen ze dat niet en kunnen ze makkelijk vanuit de verpakking naar de inhoud lekken. De mate waarin dat gebeurt, hangt vooral van de volgende factoren af:

  • Hitte of een andere bron van temperatuurstijging (zoals een magnetron of opslag in een warme omgeving) bevordert het lekken van plastics en additieven aanzienlijk.
  • De lengte van de opslagtijd: hoe langer je het voedsel verpakt bewaart, des te meer plastics en additieven komen erin terecht.
  • De afstand tussen voedsel en plastic: voedsel in rechtstreeks contact met plastic (bijvoorbeeld melk in plastic flessen) wordt sterker verontreinigd.
  • Het vetgehalte van het voedsel: hoe groter de hoeveelheid vet, des te sterker de vervuiling. Dat komt doordat de meeste van deze chemicaliën uitstekend in vet oplosbaar zijn.

    Als je vetrijk voedsel dus lange tijd in nauw contact met plastic houdt en dan ook nog verhit, is de kans op meer vervuiling dus erg groot. Om de verontreiniging tot een absoluut minimum te beperken, zul je dus iets moeten doen aan de manier waarop je je etenswaren bewaart en klaarmaakt.

    Bewaar vooral geen voedsel in plastic folie van pvc, die bijzonder giftig is, en liefst ook niet in de 'veilige' versie daarvan, die het voedsel ondanks zijn naam tot boven het veilige niveau blijkt te besmetten. Als je iets onder plastic folie in de magnetron zet, wordt alles nog erger, en om dezelfde reden kun je ook beter geen kant-en-klare maaltijden in hun plastic verpakking opwarmen.

    Vetarme producten worden gelukkig veel minder door plastic verpakkingen aangetast. In plastic verpakte fruit en groenten (bijvoorbeeld appels op een kartonnen schaaltje met velletjes noppenfolie ertussen of in plastic voorverpakte groente) zullen dus betrekkelijk weinig verontreinigd zijn.

    Voedsel in aluminium folie blijkt weinig extra chemische calorieën op te doen, behalve als het bijzonder zoute of zurige voedingsmiddelen (bijvoorbeeld gare vruchten) betreft. Vet voedsel, graanproducten en groenten zijn in deze folie echter veilig.


    Pas op voor stiekeme bronnen van chemische calorieën in verpakkingen

    Wat je ook moet onthouden, is dat het gebruik van plastic en andere additieven niet altijd meteen duidelijk is. Verpakkingen van schijnbaar natuurlijke materialen kunnen toch voor een deel uit plastic bestaan. Een paar voorbeelden:

  • De materialen waarmee zakken voor etenswaren (bijvoorbeeld suiker) gecoat worden, kunnen plasticadditieven bevatten die naar de inhoud kunnen verhuizen. (Als zakken suiker bij 40 graden worden opgeslagen, verdwijnt 80% van de ftalaten naar de suiker)
  • Druk-inkt op papieren verpakkingen kan ftalaten bevatten die naar het voedsel verhuizen. Ook veel snacks, koekjes en zoetigheden blijken door drukinkt verontreinigd te worden.
  • Glazen flessen voor dranken of kartonnen yoghurtpotten kunnen deksels hebben met weekmakers die naar de inhoud weglekken.
  • Kartonnen verpakkingen kunnen aan de binnenkant met een laagje plastic bedekt zijn.
  • Datzelfde geldt voor blikken.

    Maar goed: je hebt in de supermarkt inkopen gedaan en een deel ervan is in plastic verpakt. Wat doe je dan? Verwijder het plastic al dan niet, maar bewaar alles zo koud mogelijk. Als je in plastic verpakt voedsel in de diepvries zet, wordt het gevaar voor besmetting veel kleiner. Maar als het heel vet voedsel betreft, kun je dat het beste uit de plastic verpakking halen en in iets zonder chemische calorieën doen voordat je het in de koelkast zet.

    Zelf gebruik ik daarvoor glazen schalen met deksels, die de inhoud tonen zonder dat ik ze hoef open te maken. Vette vloeistoffen zoals melk giet ik in een kan van glas of aardewerk. Voordat ik voedsel opsla, haal ik ook alle eventuele lagen plastic folie weg. Je kunt geen aangerichte schade ongedaan maken maar wel verdere vervuiling beperken. Dat kost alleen wat extra nadenken en inspanning.


    Hoe beperk je het aantal chemische calorieën bij het klaarmaken?

    Zoals ik al gezegd heb, is biologisch eten goed om de aantallen chemische calorieën te beperken, maar strikt noodzakelijk is het niet. Als je weet hoe, kun je de hoeveelheid chemische calorieën sterk beperken door de manier waarop je alles voorbereidt en klaarmaakt. Die technieken zijn vooral nuttig bij conventionele levensmiddelen, maar zorgen ook ervoor, dat je van biologische producten maximaal profijt hebt.


    Wassen en schoonmaken

    De meest logische manier om je groenten en fruit van resten bestrijdingsmiddelen of plastic te ontdoen, is goed wassen. Er is heel wat wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de doeltreffendheid van chemicaliënverwijdering door wassen in gewoon water en in water met schoonmaakmiddelen. De resultaten blijken over het geheel genomen af te hangen van de soorten chemicaliën.

    Sommige bestrijdingsmiddelen zijn bedoeld om op het oppervlak te blijven, maar andere moeten juist diep in het voedingsmiddel doordringen. Het zal je niet verbazen dat wassen alleen helpt tegen de eerste categorie. Maar zelfs binnen die groep wisselt het succes, want sommige chemicaliën zijn in water oplosbaar en dus met gewoon water te verwijderen, terwijl andere in vet oplosbaar zijn en dus alleen met een schoonmaakmiddel verwijderd kunnen worden.

    Uiteraard vinden maar weinig mensen het een prettig idee om hun fruit en groenten met een afwasmiddel schoon te maken. Dat is niet alleen een kwestie van smaak, want sommige schoonmaakmiddelen brengen ook hun eigen chemische calorieën mee. Er zijn tegenwoordig echter natuurlijke producten verkrijgbaar die (naar men zegt) allerlei gifstoffen van fruit en groenten kunnen verwijderen. Ik gebruik ze als ik me niet zeker van mijn zaak voel.

    Fruit en groenten wassen gaat in sommige gevallen dus beter dan in andere gevallen, maar is een eerste verdedigingsmaatregel. Zelfs bij voedingsmiddelen die een zekere hoeveelheid chemicaliën in zich opnemen (zoals aardbeien, druiven, sinaasappels, perziken, spinazie en tomaten) is wassen een goed begin, als je maar weet dat je daarmee heel wat chemicaliën misschien niet kunt weghalen.


    Schillen

    Vergeleken met wassen is schillen een echt drastische manier om chemische calorieën te verwijderen. Neem bijvoorbeeld een sinaasappel. Als je de schil mee-eet (bijvoorbeeld in kleine stukjes), is dat een van de meest verontreinigde voedingsmiddelen die er zijn, maar alleen al door hem te schillen, beperk je de hoeveelheid chemische calorieën zeer aanzienlijk. Dat komt doordat bij sinaasappels de meeste chemicaliën op de dikke schil zitten.

    Voor appels geldt hetzelfde. Ongeschild kunnen ze sterk verontreinigd zijn, maar na schillen valt dat erg mee. De smaak van een geschilde conventionele appel is niet te vergelijken met die van een biologische appel (die je ook ongeschild kunt eten), maar een conventionele appel is na het schillen veel veiliger omdat hij aanzienlijk minder chemische calorieën bevat dan een ongeschilde.

    Bij groenten zoals tomaten en vooral aardappelen is hetzelfde aan de hand. Bij niet-biologische vruchten en groenten is een dunschiller dus onontbeerlijk.


    Vlees en vis klaarmaken

    Ik heb je al verteld hoe chemische calorieën zich ophopen in vet. Je begrijpt dus dat de hoeveelheid chemische calorieën in principe sterk daalt door al het zichtbare vet van vlees, gevogelte of vis te verwijderen.

    Bij vis kun je voor het klaarmaken het beste het vel weghalen, want daaronder zit vaak veel vet. Ook de visliefhebbers kunnen dus aan hun trekken komen.


    Chemische calorieën verwijderen door verhitting

    Hitte kan bepaalde chemicaliën geheel of gedeeltelijk afbreken, en gare dingen bevatten dan ook meestal minder chemische calorieën dan rauwe. In het algemeen geldt: hoe hoger de temperatuur en hoe langer de bereidingstijd, des te effectiever wordt het chemische calorieënniveau verlaagd.

    Stel bijvoorbeeld dat je van niet-biologische sinaasappels marmelade maakt (doe dat alleen van bittere sinaasappels en nooit van zoete). Dan is langdurig koken in een open pan op het fornuis veel effectiever dan de snellere methode bij een lagere temperatuur in de magnetron.

    Groenten daarentegen kook je kort, maar ook dan komen veel chemicaliën in het water terecht. De groenten worden daar veiliger van maar dat geldt niet voor het kookwater. Als er dus veel chemische calorieën op je groenten kunnen zitten, kun je het water beter niet gebruiken om er sauzen van te maken.

    Sommige chemicaliën kunnen echter goed tegen de hitte en worden tijdens het koken niet afgebroken. Koken kan niet erg giftige stoffen zelfs giftiger maken, zoals het geval blijkt te zijn met een van de bestrijdingsmiddelen die vaak op tomaten worden aangetroffen.

    Hardnekkige bestrijdingsmiddelen zoals chloorkoolwaterstoffen worden door koken niet aangetast, en gelet op hun hittebestendige eigenschappen is dat geen wonder. Ook sommige additieven in plastics en restanten veterinaire geneesmiddelen in vlees (bijvoorbeeld middelen tegen wormen) worden misschien evenmin vernietigd.

    Het belangrijkste voordeel van verhitting is in die gevallen dat het vet van het vlees of de vis deels wordt afgevoerd, en de meeste al genoemde hardnekkige chemicaliën hopen zich juist daarin op. Je kunt ze grilleren en het vet weggooien. Maar je kunt ze ook in de oven klaarmaken, als je het vet maar niet in de saus verwerkt. Of bak ze in plantaardige olie en gooi dan alle olie en vette delen weg.

    Ik vind het treurig dat het zover gekomen is, want natuurlijk, dierlijk vet haalt de smaak van veel gerechten echt op, maar als je niet weet hoe erg het vet vervuild is, blijft het je beste keuze. Als echter vaststaat dat het vlees betrekkelijk 'schoon' is, is dat allemaal van minder belang.

    Al dat schillen en koken betekent natuurlijk extra werk, maar er zit nog een ander nadeel aan vast. Met deze technieken verlaag je inderdaad het totale aantal chemische calorieën, maar tegelijkertijd verlaag je ook vaak de voedingswaarde, want vitaminen zijn erg gevoelig voor hitte. Als je deze methoden dus toepast, moet je ervoor zorgen dat je genoeg bouwstoffen naar binnen krijgt, en wel met de supplementen die ik in hoofdstuk 15 aanbeveel.


    Voeg bij het koken en opdienen geen nieuwe chemische calorieën toe

    Door koken kunnen de aantallen chemische calorieën dalen, maar ook het koken zelf kan een bron van zulke calorieën zijn, bijvoorbeeld als hete gerechten en vloeistoffen in contact komen met warm plastic. De plastics en de additieven komen dan namelijk tweemaal zo snel in je voedsel terecht. Denk eens aan de keren dat je warme koffie uit een beker van polystyreen hebt gedronken! Je goot er misschien melk uit een plastic bakje bij en roerde alles met een plastic lepeltje om. Soms eet je zelfs warm uit een plastic schaaltje of bord, zoals bij fastfood vaak gebeurt.

    Als je een kant-en-klaarmaaltijd uit een plastic bak eet, het eten in plastic kommen in de magnetron opwarmt, plastic kookgerei gebruikt of een pan gebruikt met een antiaanbaklaag van plastic, eet je ongewild misschien niet alleen je eten maar ook een extra dosis chemische calorieën uit het plastic.

    Vermijd dus ongewenste toevoegingen en neem borden van glas, aardewerk of zelfs papier en metalen bestek, want daarmee verlaag je de inname van chemische calorieën. Als ze in restaurants niet klaarliggen, vraag er dan om. Je weet maar nooit: als je er nog eens terugkomt, hebben ze misschien ook dingen met weinig chemische calorieën op het menu.

    Je ziet dus dat je je blootstelling aan chemische calorieën tot een absoluut minimum kunt beperken, zelfs als je maar weinig biologische producten kunt krijgen. Er is echter nog één belangrijke kwestie, die ik nog niet heb aangesneden.

    Afgezien van ons eten is er namelijk nog een andere belangrijke bron van chemische calorieën, namelijk ons water. Als je wilt weten hoe groot dat probleem is en wat je eraan doen kunt, lees dan het volgende hoofdstuk.