Ouders Online
Archief
Werkende moeders

Rubriek over het geworstel met werk en moederschap

juni 2002
onder redactie van Justine Pardoen

Een eigen kinderdagverblijf starten

Je hebt kinderen en je wilt werken met kinderen. Wat is er dan logischer dan het starten van je eigen kinderdagverblijf... Maar er komt nogal wat bij kijken tegenwoordig. Een ruimte vinden en opknappen is nog maar het begin; plannen opstellen en vergunningen regelen vormen het frustrerende vervolg... Hieronder een verhaal uit de praktijk.


Een kinderdagverblijf starten, hoe doe je dat?

Annemiek Vink is samen met een vriendin die ervaring had in de kinderopvang gestart met een eigen kinderdagverblijf in Leiden. Zelf volgde ze de hbo-opleiding Kunstzinnige therapie en werkte ze een half jaar als therapeute van problematische kinderen. Daarna ging ze naar Midden-Amerika om in een kindertehuis te werken. Bij terugkomst in Nederland koos ze voor de kinderopvang. Ze werkte een tijd in een kinderdagverblijf en studeerde ondertussen pedagogiek. Door vrienden kwam ze op de gedachte om zelf een kinderdagverblijf te beginnen: "Ach waarom niet?"

Al snel vond ze een oud studentenhuis in Leiden. Er moest veel opgeknapt worden. Het pand was er, nu de rest nog.

Vergunningen en frustraties
Annemiek: "Ik was al eerder begonnen met het halen van mijn middenstandsdiploma. Tijdens die studie heb ik ook het economisch plan geschreven. Op het moment dat dat plan werd goedgekeurd, ben ik de vergunningen gaan aanvragen. Dat kostte trouwens de meeste tijd en leverde de meeste frustratie op. Er zijn veel verschillende gemeentelijke partijen die hun goedkeuring moeten verlenen, zoals cultuur en educatie, verkeer en vervoer, milieu, en natuurlijk instanties als de Gemeentelijke Gezondheidsdienst en de brandweer."

"Zodra je het pand huurt, gaat de meter tikken. Er moet betaald worden. Je kunt dus niet eindeloos wachten met het aannemen van personeel, het werven van kinderen, het bestellen van meubilair en het verbouwen van de ruimtes. Dat vond ik het moeilijkst: steeds beslissingen nemen over zaken waar je weinig verstand van hebt en het risico lopen dat het toch anders gaat dan je zou willen."

Pedagogische inspiratie
Elk kinderdagverblijf moet zelf een pedagogisch plan maken. Ouders kunnen dat plan opvragen, zodat ze een beetje inzicht krijgen in de doelstelling van het kinderdagverblijf.

Voor hun pedagogische doelstelling hebben Annemiek en haar vriendin onder andere geput uit het gedachtengoed van 'Reggio Emilia', zoals zoveel kinderinstellingen tegenwoordig.

99 Gestolen talen
"Het kind heeft honderd werelden om te ontdekken, honderd werelden om uit te vinden, honderd werelden om te dromen. Het kind heeft honderd talen (en nog eens honderd, honderd, honderd), maar de school en de samenleving stelen er negenennegentig."

Loris Malaguzzi
pedagoog van Reggio Emilia

De pedagogiek van de kindergroepen in Reggio Emilia (Italië) gaat ervan uit dat elk kind competent is om zichzelf en de wereld te leren kennen. De volwassenen om hen heen hebben de taak om hen te begeleiden in hun ontdekkingstocht.

Kinderen kunnen zich op tal van manieren uitdrukken: zij gebruiken honderd 'talen' of expressiemiddelen, zoals praten, bewegen, tekenen, schilderen, bouwen, beeldhouwen, schaduwspel, collages, drama en muziek. Het is aan de volwassenen die hen begeleiden in hun zoektocht om de kinderen een uitdagende omgeving te bieden waarin ze zoveel mogelijk kunnen kennismaken met al die verschillende uitdrukkingsmiddelen.

Pedagogische basisdoelen
Ook de vier pedagogische basisdoelen, zoals geformuleerd door prof. Marianne Riksen-Walraven, vindt Annemiek Vink belangrijk:

1. Het bieden van een veilige basis waar de kinderen zichzelf kunnen zijn.
2. Gelegenheid bieden voor het ontwikkelen van de persoonlijke competentie.
3. Gelegenheid bieden voor de ontwikkeling van de sociale competentie.
4. Het leren omgaan met de waarden en normen uit de maatschappij.

Maar: of ergens een goed en prettig pedagogisch klimaat heerst, hangt uiteindelijk af van de leidsters en leiders die dagelijks met de kinderen werken.

Het team
Annemiek heeft gekozen voor een verhouding van één leidster op drie kinderen in de babygroepen, voor hoog opgeleid en ervaren personeel met verschillende achtergronden. Zo is één leidster afkomstig uit de psychiatrie en heeft een andere leidster ervaring op een afdeling neonatologie in een ziekenhuis. Ze hebben mbo of hbo en één leidster studeert pedagogiek.

De grote hoeveelheid leidsters per kind is gunstig; de leidsters ervaren daardoor minder werkdruk. Bovendien krijgen ze iets meer betaald, waardoor Annemiek hoopt dat ze lang zullen blijven. De ouders betalen dan ook wat meer, maar dat kan er blijkbaar af; het kinderdagverblijf wordt bezocht door kinderen met draagkrachtige ouders.

Aanloop-problemen
In het begin was het de bedoeling om met drie verschillende groepen te starten: een babygroep, een dreumesgroep en een peutergroep. De aanmeldingen voor dreumesen en peuters liepen niet zo snel als die voor baby's, zodat het kinderdagverblijf uiteindelijk startte met 40 baby's, een paar dreumesen en een enkele peuter.

De eerste maanden waren hectisch. In de weekenden stond Annemiek nog te verven en schoon te maken, ze moest zich verdiepen in de boekhouding en de administratie, en ze maakte lange dagen.

Voor de kinderen was het ook druk. Er waren voornamelijk kinderen die geen kinderdagverblijf gewend waren. Ze huilden veel en waren snel van slag. Er was nog geen routine en dat zorgde voor veel onrust.

Inmiddels gaat het zo goed dat er naast Madelief een tweede kinderdagverblijf – Sterre – is geopend.

Tips
Annemiek heeft de volgende tips voor wie er ook aan wil beginnen:

Zo ziet de website van kinderdagverblijf Madelief in Leiden eruit:

Website Madelief www.flowerkids.nl

Meer informatie
Het Netwerkbureau Uitbreiding Kinderopvang geeft een speciale starterskrant uit voor iedereen die geïnteresseerd is in het opzetten van een eigen kinderdagverblijf. Deze starterskrant is te verkrijgen bij de Kamers van Koophandel en bij het Project OK.

De starterskrant staat boordevol informatie over alle aspecten van het opzetten van een eigen onderneming in de kinderopvang, zoals:

  • het ondernemingsplan;
  • de Wet Basisvoorziening Kinderopvang;
  • taken en verantwoordelijkheden van een werkgever;
  • en verwijzingen naar instanties die je van dienst kunnen zijn.

    Bijzonder bruikbaar is het overzicht van de vijf fasen van het opzetten van een kinderdagverblijf:

  • de ideëen-fase;
  • de ondernemings-oriëntatie;
  • de concretiseringsfase;
  • de besluitvormingsfase;
  • en de startfase.

    Bij elke fase staat precies aangegeven welke informatie je nodig hebt, wat voor ondersteuning er is, en bij welke instanties je terecht kunt.


    De bovenstaande tekst is ontleend aan een artikel van Lizzy de Wilde in het tijdschrift Kiddo van juni 2002. Voor meer informatie over Kiddo, zie www.kiddo.net.

    Wilt u reageren? Mail dan naar [email protected].