27 juni 2003 door Mieke Beers

Mijn zoon spreekt sommige klinkers niet goed uit. Wat kunnen we doen? (6 jr)

Mijn zoon van bijna 6 jaar spreekt de O uit als U en de OO als EU. Bijvoorbeeld: "soms" wordt "sums" en "boor" wordt "beur". Volgt er een harde medeklinker na de O, dan gaat het wel goed, zoals bij "rok" en "zot".

Ook na een aantal maanden logopedie is dit niet verbeterd. De logopediste heeft nog niet eerder met dit spraakprobleem te maken gehad.

Waar kunnen we wel terecht met dit hardnekkig probleem? Ik moet erbij zeggen dat hij tot zijn 4e jaar te kampen heeft gehad met gehoorproblemen.

Antwoord

Het probleem van uw zoontje met de uitspraak van klinkers komt vaker voor bij jonge kinderen en heeft te maken met de manier waarop zij klinkers horen. De huidige problemen van uw zoontje kunnen dus te maken hebben met de gehoorproblemen uit het verleden.

Ik zal proberen dit uit te leggen, gevolgd door enkele suggesties om er wat aan te doen.

Klank-omgeving

De juiste uitspraak van klinkers en de manier waarop ze klinken, wordt sterk beïnvloed door de klanken eromheen. In de voorbeelden die u noemt, is dat ook duidelijk. De O in
rok en
zot klinkt anders dan de O in
soms, en de OO in
boor klinkt anders dan de OO in
boot. Dat komt, zoals u zelf al aangeeft, door de klank die erop volgt.

Voorafgaand aan klanken als de K, de T en de P klinkt een O kort, en voor andere klanken, die langer kunnen worden aangehouden – zoals de M, en vooral de R – klinkt een O langer.

Twee klanken, twee uitspraak-varianten

Laten we ons voor het gemak even beperken tot de O (in
soms en
rok) die wij als één klank beschouwen. Het ziet ernaar uit dat uw zoon denkt dat het om twee verschillende klanken gaat: een lange O (zoals in
soms) en een korte O (zoals in
rok). Vervolgens maakt hij daar ook verschillende uitspraakvarianten voor: de U voor de lange variant (
soms wordt
sums) en de O voor de korte variant (
rok blijft
rok).

De keuze voor de U is overigens niet opmerkelijk. Qua uitspraak lijkt die immers sterk op de O; de lipronding is bijna hetzelfde (probeer maar). Het enige verschil is dat de tong iets anders staat (tongwortel iets verder naar voren) dan bij de O.

Voor de OO en de EU kan een vergelijkbare uitleg gegeven worden.

Wat kun je eraan doen?

Het lijkt er dus op dat uw zoon wel het verschil tussen kort en lang hoort (bij de korte O en de lange O), maar niet het verschil in klank (tussen de O en de U).

Een manier om hier iets aan te doen, is om hem in zijn gehoor bewust te maken van de verschillen tussen de diverse klanken. Dit kan een logopedist doen door middel van een auditieve training (gehoortraining).

Lezen

Naast de gehoortraining is er nog een andere mogelijkheid. Vaak worden kinderen zich ook bewust van de verschillen en overeenkomsten tussen klanken wanneer ze leren lezen. Ze
zien dan dat in
soms geen U staat maar een O.

Maar helaas is het niet altijd zo eenvoudig. Het omgekeerde kan namelijk ook gebeuren. Sommige kinderen hebben juist moeite met het leren lezen, omdat ze een ander klankbeeld van woorden hebben opgebouwd.

Audiologisch centrum

Ik zou u in ieder geval willen aanraden om het gehoor nog eens op een Audiologisch Centrum te laten testen.

Daar kan men ook testen hoe de klanken worden waargenomen. Er kunnen namelijk nog altijd lichte of gedeeltelijke gehoorverliezen zijn, die ervoor zorgen dat uw zoon klanken als de O en de U, die zo op elkaar lijken, niet goed waarneemt.