27 maart 2009 door Mirjam Blumenthal

Moet je met een zwak auditief geheugen naar het speciaal onderwijs?(8 jr)

Mijn zoon is 8 jaar en heeft een zwak auditief geheugen. Dit is geconstateerd door de logopediste. Hij heeft voornamelijk problemen met rekenen, en als er opdrachten worden gegeven om alles te onthouden.

Kan hij hiermee op een gewone school blijven of moet hij naar het speciaal onderwijs? En valt het probleem op te lossen?

Ikzelf had gedacht dat het meer een taalprobleem is omdat mijn kind dubbeltalig wordt opgevoed. Bij een onderzoek bij de logopediste voor begrippen scoorde hij onder het gemiddelde. Hangt dit ook samen met het auditief geheugen?

Antwoord

Een zwak auditief geheugen houdt in dat een kind moeite heeft om informatie te onthouden die het te horen krijgt. Een zwak auditief geheugen op zich is beslist geen aanleiding om naar het speciaal onderwijs te gaan.

Soms is een zwak auditief geheugen echter onderdeel van een groter probleem, namelijk moeite hebben met de auditieve verwerking van informatie. Kinderen met moeilijkheden in de auditieve verwerking komen soms wel in het speciaal onderwijs terecht, maar dan vooral als dit optreedt in combinatie met andere problemen.

Hieronder zullen we eerst wat meer vertellen over een zwak auditief geheugen. Omdat het ons niet helemaal duidelijk is hoeveel zorgen u zich maakt over uw zoon, zullen we vervolgens wat meer vertellen over bredere auditieve verwerkingsproblemen. Herkent u uw zoon hierin, dan is het wellicht raadzaam om aanvullend onderzoek te laten verrichten.

Auditief geheugen

Kinderen met een zwak auditief geheugen vinden het moeilijk om informatie die ze te horen krijgen, te onthouden en/of te reproduceren. Zulke informatie kan bijvoorbeeld een cijferreeks zijn, of de spelling van een woord, of een zin in een dictee, of een ingewikkelde instructie.

Een bekende manier om het auditief geheugen te testen, is het reproduceren van ritmes (zie:
Waarvoor dient het natikken van ritmes bij de schoolarts?) of het laten herhalen van reeksen cijfers. Voor een kind met een zwak auditief geheugen is dat lastig (of té lastig), met name omdat de cijfers ook nog in de juiste volgorde herhaald moeten worden.

Typerend is dat het kind andersoortige informatie, zoals informatie die het te zien of te lezen krijgt, wél kan onthouden.

Moeite met rekenen

Dat uw zoon moeite heeft met opdrachten die mondeling gegeven worden, past dus helemaal in het plaatje van een zwak auditief geheugen. Moeite met rekenen echter, zou alleen moeten optreden bij mondeling aangeboden informatie. Bijvoorbeeld wanneer de leerkracht vraagt: "Hoeveel is 2 keer 24?" of als er een verhaaltjessom wordt voorgelezen. Sommen maken op papier zou – puur op basis van een zwak auditief geheugen – geen problemen moeten opleveren.

Wat u thuis kunt doen, is proberen het auditief geheugen wat te oefenen met spelletjes als "Ik ga op vakantie en ik neem mee...", en variaties daarop, zoals "Ik ga naar de winkel en ik koop..." of "Ik ga naar de dierentuin en ik zie..."

School

Nog belangrijker is dat u de leerkracht op de hoogte stelt van het probleem van uw zoon, zodat die er rekening mee kan houden. Bijvoorbeeld. In plaats van te zeggen: 'Lodewijk' spel je als EL-OO-DEE-EE-WEE-LANGE IJ-KAA, kan de leerkracht de naam beter even op het bord schrijven.

En een instructie als: "Als je klaar bent met je toets, leg je hem omgekeerd op de rechterbovenhoek van je tafeltje zodat ik hem kan ophalen, en daarna haal je je leesboek uit je kastje tevoorschijn" kan beter even in kleine stukjes gehakt worden of, nog beter, even voorgedaan worden.

Auditieve verwerkingsproblemen

Een zwak auditief geheugen komt ook voor als symptoom bij kinderen met auditieve verwerkingsproblemen (wat weer iets anders is). Maar nog even voor alle duidelijkheid: je kunt het niet omdraaien. Kinderen met een zwak auditief geheugen hoeven helemaal geen bredere problemen te hebben met de auditieve verwerking. We weten dan ook niet of er in het onderstaande lijstje andere dingen staan die u bij uw zoon herkent.

Andere dingen die je vaak tegenkomt bij kinderen met auditieve verwerkingsproblemen, zijn:

  • ze verstaan regelmatig iets fout en ze hebben moeite met het onderscheiden van verschillende spraakklanken;
  • ze hebben moeite met 'hakken en plakken', wat een belangrijke rol speelt bij leren lezen en schrijven;
  • ze hebben moeite met het verstaan van spraak in een rumoerige omgeving. In een stille omgeving gaat het (veel) beter;
  • ze hebben moeite met het volgen van iemand die snel spreekt, of van iemand die een onbekend dialect spreekt;
  • ze zijn zich er niet altijd van bewust dat er tegen hen gepraat wordt;
  • op logopedische en psychologische tests scoren ze wisselend;
  • ze zijn onrustig en snel afgeleid in luister-situaties;
  • ze hebben geen sterke muzikale vaardigheden, en herkennen moeilijk melodieën of ritmes;
  • ze spreken zonder sterke zinsmelodie;
  • er bestaat een kloof tussen hun taalbegrip en hun taalproductie-vaardigheden.

Typerend hierbij is dat de prestaties in luisteren en spreken sterk verbeteren in een stille omgeving, en als het kind individueel wordt benaderd.

Maar het meest kenmerkend is toch wel dat de problemen met het horen en spraakverstaan optreden terwijl puur lichamelijk gezien het gehoor toch in orde is.

Deze kinderen komen dus wel gewoon door een gehoortest heen. U vertelde niet of uw zoons gehoor onlangs nog getest is. Maar zoals u zult begrijpen zijn gegevens over zijn gehoor wel van groot belang.

Regulier of speciaal onderwijs?

U vroeg zich af of uw zoon misschien naar het speciaal onderwijs zou moeten. Nog even afgezien van het feit dat dat geen schande is, en dat het altijd gunstig is om extra aandacht te krijgen, is het natuurlijk heel moeilijk om daar vanaf een afstand, en met de beperkte informatie die u gaf, iets over te kunnen zeggen. Maar...

Uit onderzoek is gebleken dat maar liefst 81% van de kinderen met auditieve verwerkingsproblemen normaal regulier onderwijs volgt. Van hen maakte 11% wel gebruik van remedial teaching of ambulante begeleiding. Zie:
Signalering van auditieve verwerkingsproblemen.

Begrippenonderzoek

U vertelde dat uw zoon bij de logopediste ook beneden gemiddeld scoorde op een 'begrippenonderzoek'. We zien zo 1-2-3 niet hoe die score verband zou kunnen houden met een zwak cognitief geheugen.

Dat wil zeggen: als het een onderzoek was waarbij de logopediste telkens één begrip voorlas (zoals "minder" of "grootste") en het kind een bijbehorend plaatje moest aanwijzen, dan is het resultaat van die test moeilijk bruikbaar. Ging het echter om een test voor taalbegrip, waarbij langere zinnen voorgelezen werden, dan kan een zwak auditief geheugen het kind wél parten spelen. Vraagt u dit gerust even na bij de logopediste, want zij weet exact hoe het onderzoek is afgenomen.

Tweetaligheid

U vertelde dat uw zoon 'dubbeltalig' wordt opgevoed. Als u daarmee bedoelde dat hij twee talen gelijktijdig heeft geleerd vanaf de geboorte, dan kan de schoen eigenlijk niet wringen bij de tweetaligheid.

Van een 8-jarige die al vanaf zijn 4e jaar op een Nederlandse school zit, kan verwacht worden dat hij dominant is in het Nederlands. Zo'n kind zal dus niet benadeeld worden door logopedische tests die afgenomen worden in het Nederlands.

Een ander verhaal zou het zijn als uw zoon pas op latere leeftijd in aanraking is gekomen met het Nederlands. Mocht het zo zijn dat hij het Nederlands nog niet zo goed verstaat, dan zou dat natuurlijk kunnen verklaren waarom hij bijvoorbeeld moeite heeft met gesproken instructies, en laag scoort op een Nederlandstalige begrippentest.

In dat geval zou zijn begripsvaardigheid in de moedertaal flink vooruit moeten lopen op zijn begripsvaardigheid in het Nederlands. En als zijn moedertaal inderdaad veel sterker is dan het Nederlands, dan zou zijn auditieve geheugen ook getest moeten worden in die moedertaal. (In dat geval is het namelijk heel goed mogelijk dat hij bijvoorbeeld wél beter cijferreeksen kan herhalen in de moedertaal (want daarin kent hij de cijfers al veel langer).

Taalstoornissen en tweetaligheid

Voor alle duidelijkheid: tweetaligheid kan zelf géén taalstoornissen veroorzaken. Het omgekeerde geldt wel. Zo zal een aangeboren stoornis altijd tot uiting komen in beide talen.

Dus als het kind – vanwege een zwak auditief geheugen – geen cijferreeksen kan onthouden in het Nederlands, dan kan hij dat ook niet in de moedertaal. En helaas kan een zwak auditief geheugen ook in algemenere zin lastig zijn voor het verwerven van meerdere talen.

Audiologisch centrum

Mocht u zich zorgen maken over het functioneren van uw kind op school, en als u denkt dat het taalvermogen van uw kind daarbij een rol speelt, dan kunt u overwegen om een multidisciplinair onderzoek te laten doen bij een Audiologisch Centrum. Zie ook:
Wat doet een Audiologisch Centrum?

Er kan dan onder andere een non-verbale IQ-test worden afgenomen. Want misschien zijn er bijkomende problemen die niet te maken hebben met de auditieve verwerking van gegevens, maar die in een andere hoek gezocht moeten worden. We adviseren u om dit nog eens te bespreken met uw logopediste.

Succes ermee!