Terug naar boeken voor ouders | |
Patricia Nachman & Andrea Thompson, Uw enig kind (oorspronkelijke titel: You and your only child), De Boekerij bv, ISBN 90 225 2599 6, prijs ca. 32,-.
Vroeger, op het schoolplein, waren er wel eens vriendjes die mij vroegen hoe dat nou voelde, om "enigst kind" te zijn. Nog voor ik antwoord kon geven, daverden de omstanders er al overheen: het was enig kind, en niet enigst kind! Want eniger dan enig, dat kon natuurlijk niet. Ik was die malle discussie al láng weer vergeten, evenals de schijnbare 'problemen' van het enig kind zijn (die ken ik niet), tot ik "Mijn enig kind" in handen kreeg. Maar opeens voelde ik ze weer. Die gelukzalige momenten dat ik mij lekker terug kon trekken in mijn eigen lege huis, wanneer mijn vriendjes en vriendinnetjes, geboortig uit grote gezinnen, weer eens gillend en schreeuwend de strijd met hun broertjes en zusjes aanbonden. Geen gedoe aan de kop... wat een weelde. Steun en troost Is het hebben van één kind dan altijd een zorgeloze aangelegenheid? Nee. Het boek legt heel duidelijk uit hoe er wel degelijk problemen in het gezin kunnen ontstaan. Dat gebeurt echter vooral wanneer de ouders zich zorgen gaan maken (oei, we hebben maar één kind, dat is niet goed voor hem of haar). In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat enig kinderen vooral gaan vragen om een broertje of een zusje wanneer hun ouders er graag nog eentje bij zouden willen hebben (maar waarbij dat om fysiologische of andere redenen niet kan). Dus: zolang de ouders er zelf niet moeilijk over doen, doen hun enig kinderen dat ook niet, is de boodschap. Een overtuigende verklaring voor dit verschijnsel wordt overigens óók gegeven. Enig kinderen blijken namelijk heel gevoelig te zijn voor de stemmingen, gemoedstoestanden en ideeën van hun ouders. (Omdat ze geen 'uitlaatklep' hebben, in de vorm van broertjes of zusjes, zullen ze de heersende sfeer sneller absorberen dan kinderen die wél opgroeien met broertjes en zusjes.) Allicht dat ze dan ook die mogelijke zorgen overnemen, als die er zijn. Het klinkt een beetje als psychologie van de koude grond, maar één van de auteurs is een echte psycholoog die ervoor doorgeleerd heeft, dus helemaal onzin zal het niet zijn. Hoe leren ze hun levenslessen? Wat mij erg aansprak, was de manier waarop tegenover elk vermeend voordeel van een meerkinds-gezin een bijbehorend nadeel werd gezet. Wie bijvoorbeeld ooit zou denken dat een broer of een zus de ideale kameraad zou zijn, realiseert zich bij het lezen van dit boek dat dat een onzinnig ideaalbeeld is. In de praktijk zijn er natuurlijk net zo veel slechte broer- en zusrelaties als goede. Kortom Na zo'n 40 van de 223 bladzijden heb je wel door wat de auteurs willen zeggen, waarna de lust om door te lezen steeds geringer wordt. Het zijn niet wat je noemt 'begenadigde of meeslepende vertellers'. Anderzijds is dat niet zo'n probleem als het lijkt, omdat er kwistig met tussenkopjes gestrooid is. Aan de hand daarvan kun je heel gemakkelijk die onderwerpen eruit halen die je interesseren. Henk Boeke |