Terug naar boeken voor ouders Home
Leeszaal
 
Rederij Hofland bootjes, karretjes en machines om zelf te maken, ontworpen door H.J.A. Hofland,
De Bezige Bij,
ISBN 90 234 3877 9.
prijs ca. ƒ 25,05 (87 blz),

Ik zet de televisie aan, en val middenin een onduidelijk programma. "Ploats de wiele' diametroal tegenauver mekoar", zegt de ene jongen in plat Amsterdams tegen de ander. Ingespannen turen ze naar een opengeslagen boekje, dat naast een onaf karretje ligt. "Diametroal..." herhaalt hij nog eens, en kijkt wanhopig in de camera. "Wat betekent-tát nou weer...?"

Volgende scene. Een oude man die sterke gelijkenis vertoont met Yassar Arafat, zit in zijn studeerkamer. Henk Hofland, de éminence grise van de Nederlandse journalistiek, dat kan niet missen. Aha, nu komt het, denk ik. Nu gaat mijn favoriete commentator het geklungel met dat karretje vergelijken met half-analfabete Russische soldaten die hun wapentuig niet meer kunnen onderhouden, of zo. Maar nee. Het blijkt over iets heel anders te gaan. "Oh. Kenden ze dat woord niet?", vraagt Hofland brommerig. "Nou, dan zoeken ze dat maar op in het woordenboek".

Het vederlichte
Ik blijk terecht te zijn gekomen in een programma van de lokale omroep AT5, die aandacht besteedt aan het nieuwe boek(je) van de Amsterdamse journalist Henk Hofland. Dat gaat nu eens niet over Oost-Europa-politiek of andere zwaarwichtige onderwerpen, maar behandelt juist het vederlichte: zoals bootjes van plastic waterflessen, en rijdende sigarenkokers met een duivenveer bij wijze van grootzeil.

Mijn hebzucht was gewekt; dat boek moest en zou ik hebben.

Waarom wilde ik dat boek zo graag hebben? Ten eerste omdat ik nu eindelijk wel eens wilde weten wat ik vroeger allemaal fout heb gedaan. Waarom mijn bootjes alsmaar omsloegen, waarom ze steevast de verkeerde kant opvoeren, en waarom mijn karretjes niet vooruit te branden waren. Ten tweede omdat ik mij voorstelde hoe dat boek mij de weg naar het ideale vaderschap zou tonen. Ik zag het al helemaal voor me: samen de stad afspeuren naar bruikbare materialen, eendrachtig mooie dingen maken, in onderling overleg constructies verbeteren..., en dit boek zou me vertellen hoe ik dat aan moest pakken. Tenslotte was ik natuurlijk reuze benieuwd hoe Hofland, met zijn enorme ervaring als journalist, essayist en romancier, het eraf zou brengen als gebruiksaanwijzing-schrijver. Want dat is – zoals bekend – een vak apart.

Geen gebruiksaanwijzing
Om met dat laatste te beginnen: bruikbaar als gebruiksaanwijzing is het boek niet echt. Dat ligt onder andere aan datgene waar het over gaat: knutselen met materialen die je op straat kunt vinden. Klassieke gebruiksaanwijzingen, variërend van montage-voorschriften voor IKEA-kasten tot recepten voor het bereiden van gerechten, beginnen altijd met een nauwgezette opsomming van datgene wat je ervoor nodig hebt. En dat is niet voor niets, want als je halverwege tot de ontdekking komt dat je een bepaald ingrediënt of een bepaald gereedschap mist, loopt de hele boel spaak. Het curieuze – en ook wel frustrerende – van Hoflands gebruiksaanwijzingen is dat ze enerzijds tot op de millimeter nauwkeurig zijn uitgewerkt, terwijl ze het anderzijds juist moeten hebben van de improvisatie. Van de objets trouvés, die zich per definitie niet aan vaste maten houden.

Verder draagt ook de leesboek-vormgeving niet echt bij tot de typografische helderheid die nodig is voor een goede gebruiksaanwijzing. Achtereenvolgende handelingen worden bijvoorbeeld achter elkaar (in lopende tekst) in plaats van onder elkaar (als opsomming) gepresenteerd, waardoor je subiet de draad kwijtraakt als je de instructies probeert op te volgen.

En tot slot: al geef ik Hofland volkomen gelijk dat de beoogde lezers (kinderen vanaf een jaar of tien) gewoon maar een woordenboek erbij moeten nemen als ze een begrip niet kennen, en al heeft hij opvallend zijn best gedaan om korte zinnetjes te schrijven, het is soms echt heel moeilijk te volgen. Bijvoorbeeld:

"Begin met de dwarsverbindingen voor de vier masten. De eerste, die voor de fokkenmasten, bevestig je ongeveer tien centimeter van het punt waarop de flessen cilindrisch worden. Voor de tweede, die van de grote masten, doe je hetzelfde op tien centimeter van het overeenkomstige punt aan de achterzijde."

Of:

"Derde assemblage. Het vastzetten van het klavier langs de nokkenas vergt enig passen meten. De lijn waarlangs de toetsen zijn omgebogen is geen loodlijn. Dit betekent dat het klavier enigszins hellend ten opzichte van de nokkenas geplaatst moet worden, wil je de uiteinden van de toetsen parallel aan de nokkenas krijgen. (Zie tekening 'Klavier op voet'.)

Bron van inspiratie
Kortom: als gebruiksaanwijzing is het boek niet zo geslaagd, maar als bron van inspiratie des te meer. Zo leerde ik bijvoorbeeld de enorme veelzijdigheid van de ijzeren kleerhanger kennen (nooit meer weggooien!), ik weet nu waarom een zware kiel belangrijk is (een straatklinker kan wonderen doen!) en wielen zullen bij mij nooit meer ongelagerd zijn (met plastic rietjes!).

Ik las het boek op mijn vakantie in Frankrijk, en toen ik het uit had – na een uurtje, anderhalf – voelde ik mij een ander mens. Ik had werkelijk het gevoel dat ik het licht had gezien. Dat bleek bijvoorbeeld toen mijn zoon (5) kwam vragen of ik samen met hem een hengel wilde maken. Voorheen zou ik beslist in paniek zijn geraakt (ik heb hier toch geen vishaakje?! wat moet ik zonder bamboe?!) maar nu niet meer. Gesteund door het uitgangspunt van Rederij Hofland dat alles in je omgeving bruikbaar is, kon ik met allerlei toevallig aanwezige materialen en gereedschappen opeens een prachtige hengel maken. Mijn kleine Midas was dik tevreden, en kwam aan het eind van de middag thuis met een emmer vol zoetwater-garnalen.

Henk Boeke

Copyright © 1996-2001 Ouders Online BV
Uitsluiting aansprakelijkheid
Pagina voor het laatst bijgewerkt op: 16 november 2000