Terug naar boeken voor ouders | |
Ad Bertens en Jacqueline Weeda-Hageman, Kinderen die stotteren. Een gids voor ouders. Amsterdam: Boom, 1998. ISBN 90 5352 457 1. prijs ca.: 32,25. Mijn collega Kees heeft een dochtertje van vier. Ze is klein en ziet er breekbaar uit. Ze is scheel en draagt een brilletje. "En nu gaat ze nog stotteren ook!", verzuchtte hij. "Wat moeten we dáár nu weer mee? Zou het kunnen dat die oogoperatie een te grote belasting voor haar is geweest?". Met zo'n vader heb je te doen. Voor vaders als Kees is het boek Kinderen die stotteren geschreven: het zal hen geruststellen. Het boek van Bertens en Weeda-Hageman, beiden stottertherapeut, bevat alles wat ouders van een beginnend stotteraartje moeten weten. Het beantwoordt alle vragen en roept er nog een paar extra op die het denken een goede kant op sturen. Het boek besluit met een lijst van adressen, een begrippenlijst, een literatuurlijst én een doe-het-zelf-test om zelf de ernst van de situatie in te schatten. Aanleg voor stotteren is aangeboren Een aanleg voor stotteren openbaart zich meestal vroeg: ergens in de voorschoolse periode, als het kind nog volop bezig is taal te leren. Niet ieder kind dat stottert, heeft onmiddellijk logopedie nodig. Een op de twintig kinderen gaat op enig moment haperen. Het grootste deel daarvan (80%) stopt daar vroeg of laat mee: de meeste kinderen groeien eroverheen. De rest heeft hulp nodig. Hoe voel je je als ouder? Maar meer nog: elke ouder die dit boekje leest, zal ook zichzelf een aantal vragen moeten stellen. De belangrijkst is: waar maak ik me nu eigenlijk zorgen om? Om mijn kind? Wie heeft er nu eigenlijk last van dat mijn kind stottert? De houding van ouders is heel belangrijk: hoe meer moeite zij ermee hebben dat het kind stottert, hoe groter de kans is dat het een blijvende probleem wordt. Hoe voelt je kind zich? De aanleg voor stotteren heeft te maken met een gebrekkige 'timing' van de spraakbewegingen. Stotteren heeft dus niet een psychische oorzaak. Maar toch heeft het wel te maken met het psychisch welbevinden van een kind. Zo valt ook te begrijpen dat een aantal zaken in het boekje aparte aandacht krijgen. Als een kind snel wil of moet spreken, gespannen is of om andere redenen problemen heeft om zich uit te drukken, zal dat invloed hebben op het stottergedrag. Kinderen die onder te grote druk staan of zich niet gelukkig voelen, zullen niets hebben aan logopedie als er aan dat basisgevoel niets verandert. Een goede logopedist zal natuurlijk niet op de stoel van een psychotheratpeut gaan zitten, maar hij of zij kan de ouders wel helpen zich bewust te worden van uitlokkende factoren. En als ze dat willen, kunnen ofwel alleen de ouders, ofwel ouders en kind allerlei tips en truuks aangereikt krijgen. Eerste screening kun je thuis doen Service voor u: de ScreeningsLijst Stotteren is met toestemming van de auteurs en de uitgever bij ons gepubliceerd in het Naslag-gedeelte van de Leeszaal. We hebben hem interactief gemaakt, zodat u niet meer hoeft te turven of te tellen: dat doe de PC voor u. Zie verder: de Screening-lijst voor stotteren. Conclusie Justine Pardoen |