Het hoe en waarom
van straffen en belonen

Justine Pardoen
februari 1998

Ludo Driessen: Straffen? Uitgeverij Garant, Apeldoorn. ISBN 90 53 50 57 76. Prijs: ƒ 39,90. (N.B. Bij www.boeknet.nl wordt als uitgever 'Maklu' genoemd.)

Een beloning vergeten uit te voeren is een straf, en een straf niet uitvoeren is een beloning: het hoe en waarom van straffen en belonen.

Onze peuter van drie speelt regelmatig een spelletje van een CD-ROM. Vorige week ontdekten we -- toen hij in bed lag -- dat er enkele CD-ROMs spoorloos verdwenen waren. Laadjes leeg, foetsie! Dat zal-ie weten. Mijn man stelde voor om hem de volgende dag te straffen met een week onthouding van de computer. Ik had net het boek Straffen? gelezen, en twijfelde eraan of we dat wel moesten doen.

Een straf die een week duurt, is voor een driejarige veel te lang, zo heb ik geleerd van Ludo Driessen. Als de straf op zondag ingaat, weet hij op woensdag al niet meer waar het over gaat. Hij heeft niet eens notie van de tijdspanne van een week. Zo'n straf is waarschijnlijk niet zinvol, als het ons al lukt om hem eraan te houden.

In zijn boek laat Driessen de lezer voordurend nadenken over de zin van straffen. Wat wil je ermee, hoe doe je het eigenlijk, en waarom? Hij bespreekt verschillende soorten straf, en legt uit wat de mogelijke doelen en effecten daarvan zijn. Zijn uitgangspunt is -- terecht -- dat ouders moeten nastreven zo weinig mogelijk te straffen. Dat houdt in dat elke straf het beste zo vormgegeven kan worden dat hij een volgende straf voorkomt. "De beste straf is de straf die je niet hoeft te geven", is het adagio van Driessen.

Te veel ervaring
Driessen is bepaald geen voorstander van een 'slappe' opvoeding. Hij pleit voor duidelijkheid over wat we van onze kinderen verwachten, en vindt juist dat we hun gedrag flink moeten sturen in een gewenste richting.

Tijdens het lezen van het eerste deel drong zich het beeld op van de auteur als een rigide man van de oude stempel, met zeer rechtlijnige en ouderwetse ideeën. Zijn toon trof me als van iemand met zo veel ervaring in de begeleiding van ouders -- misschien wel te veel -- dat hij het gewoon altijd het beste weet. Iemand met een beperkte visie op wat een kind eigenlijk is. Alsof een kind niet meer is dan de optelsom van twee soorten gedrag. Gewenst gedrag dat je moet belonen, en ongewenst gedrag dat je moet corrigeren. Als een schoolmeester die geen tegenspraak duldt, zet hij in dit boek zijn principes uiteen, in een simpele -- soms simplistische -- stijl met veel uitroeptekens, hier en daar zijn afkomst uit het zuiden verradend (bijvoorbeeld door het veelvuldig gebruik van het woord nochthans).

Naarmate ik verder vorderde in het boek, kon ik mijn speculaties over de persoon van de auteur laten voor wat ze waren. Wel bleef ik zo nu en dan mijn wenkbrauwen optrekken bij wat ik las. Zo gaat hij ervan uit dat baby's vaak alleen maar huilen om aandacht te krijgen, en dat negeren dan "de enige oplossing" is. En wat te denken van formuleringen als: "Ouders kunnen dan bijvoorbeeld wel pleiten voor een ideaal als naastenliefde en verdraagzaamheid, maar wat concreet gedaan als zoon- of dochterlief een vreemdeling als beste vriend of vriendin mee naar huis brengt?" (blz. 38) En hoe is déze zin door de correctie gekomen: "Willekeurige veranderingen in de eisen worden in ieder geval zoveel mogelijk uitgeband." (blz. 39)? Maar steeds meer kreeg ik ook iets nieuws aangereikt waar ik blij mee was.

Elke reactie is een straf of een beloning
Zo laat Driessen zien dat elke reactie op een bepaald gedrag van een kind, of dat nu gewenst gedrag is of niet, ofwel aangenaam is voor hem, ofwel onaangenaam. Elke reactie is dus altijd te zien als een straf of een beloning. Oef! Dat betekent dus dat ook als je niets zegt, dat door het kind op een bepaalde manier geïnterpreteerd wordt. In mijn reactie op zijn gedrag is alles beloning of straf: mijn zwijgen, mijn lachen, mijn zuchten, mijn weglopen, enzovoorts.

Dat betekent trouwens ook, dat het kind bij elk gedrag tegelijkertijd zowel een straf als een beloning kan krijgen. Zo moet hij wellicht een afweging maken tussen datgene wat het hem oplevert: de beloning die hij krijgt (bijvoorbeeld in de vorm van aangenaam gedrag van leeftijdgenootjes) en datgene wat het hem kost: de straf van pa en ma. Bovendien houdt Driessen ons voor dat eigenlijk alle kinderen geneigd zijn alleen rekening te houden met de gevolgen op korte termijn. En dan ineens -- ergens halverwege het boek -- besef je dus dat je toch maar beter twee keer kan nadenken voordat je straft, en vooral over de manier waarop je straft. En dat is nu precies de bedoeling.

Afkeuring wordt begrepen als afwijzing
Behalve dat Driessen de lezer graag veel wil leren, kan hij dat ook. Zo leert hij dat een afkeuring door het kind snel begrepen wordt als een afwijzing. Sommige ouders negeren niet zozeer het gedrag als wel kind zelf. Er kan nog veel fout gaan bij het straffen. Een straf kan zich bijvoorbeeld tegen je keren als het kind het effect ontkent ("Ik vind voetbal toch niet leuk meer"). En voor straf een beloning intrekken lijkt misschien onschuldig, maar een kind ervaart zo'n straf waarschijnlijk als heel zwaar.

Tik op de billen en zachtjes bijten
Driessen legt haarfijn uit wanneer een straf onverantwoord is. Opvallend is daarbij overigens wel dat hij zich niet expliciet uitspreekt tegen lijfstraffen. Een fysieke straf in de vorm van een tik op de billen wil hij niet helemaal veroordelen. Zijn stelling dat een pets toch eigenlijk altijd een impulsieve reactie is uit boosheid en onmacht, verdedigt hij naar mijn smaak te weinig. Op blz. 94 adviseert hij zelfs als volgt. In geval van hardnekkig bijten kan men "een mildere vorm van pijnigen overwegen, zoals het kind zachtjes bijten en het bijten geleidelijk opdrijven tot tegen de pijngrens." Alsof we het kind willen leren dat hij maar beter masochistisch kan genieten dan sadistisch. Gggrrr!

Straffen kan niet zonder belonen
Overigens heeft Driessen mijn repertoire om op een manier die wel bij mij past corrigerend op te treden, beslist uitgebreid. Maar ook zijn belangrijkste boodschap is duidelijk: straffen werkt niet als het niet tegelijkertijd samengaat met belonen. Goed belonen is een voorwaarde van goed straffen. Nog te vaak wordt het belonen van een kind verward met het verwennen van een kind. Soms zien ouders het geven van een beloning als een aantasting van hun eigen gezag. In zulke gezinnen roepen ouders het ongewenste gedrag van hun kinderen uiteindelijk zelf op, en meestal leidt al dat straffen gemakkelijk tot geweld.

Goede sfeer behouden
Driessen houdt de lezer voor dat straffen en belonen ook kan plaatsvinden met behoud van de goede sfeer. Na enig overleg besloten mijn man en ik onze peuter als volgt te straffen. Hij mocht drie dagen niet op de computer spelen. Elk van de drie dagen mocht hij dan zelf een kruisje zetten in een hokje op een vel papier dat aan de binnenkant van een kast was opgehangen (dus niet voor iedereen zichtbaar). Het zetten van de kruisjes mondde uit in een groot feest. Elke dag memoreerden we waarom hij dit deed en nét voordat het vervelend begon te worden, was het alweer afgelopen. Hij speelt alweer een paar dagen op de PC. We wachten nu eigenlijk op het moment dat hij met viltstift het scherm gaat inkleuren, maar dat is een ander verhaal...

Kortom
Kortom, een aardig boek met hier en daar een eigenaardige passage. Belerend, maar leerzaam. Goed gestructureerd, en met veel praktijkvoorbeelden. Voor het hoe en waarom van straffen kunt u goed bij Driessen terecht.

Justine Pardoen (redactie Ouders Online)
[email protected]

Copyright © 1996-2001 Ouders Online BV
Uitsluiting aansprakelijkheid
Pagina voor het laatst bijgewerkt op: 6 februari 1998