Dyslexie voor een (te) breed publiek

Titia Verwey - de Jongh
februari 2000

Bespreking van:
Jos Avontuur, Begeleiding van kinderen met dyslexie in het basisonderwijs, uitgeverij Nelissen, ISBN 9024414393, ƒ 39,50.

De uitgever presenteert dit werk als een praktisch boek vol voorbeelden, wenken en aanwijzingen voor het helpen en begeleiden van dyslectische kinderen, waarmee je direct aan de slag zou kunnen.

Eindelijk een boek dat antwoord geeft op de vele vragen die er leven over dyslexie. Zoals: wat is dyslexie eigenlijk? Welke invloed heeft dyslexie op het leren op school? En natuurlijk: hoe kun je zo goed mogelijk hulp bieden? Hieronder leest u of al deze beloften worden waargemaakt. (Het antwoord luidt: nee.)

Door wie, voor wie?
Het boek is geschreven door een psycholoog van een Onderwijs Begeleidingsdienst, die specialiseerd is in dyslexie en gedragsproblemen.

Het boek is bedoeld voor ouders, leerkrachten en PABO-studenten.

De opzet
Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel (65 bladzijden) wordt het verschijnsel 'dyslexie' behandeld, en in het tweede deel (80 bladzijden) wordt de begeleiding en de behandeling van kinderen in het basisonderwijs besproken.

Achterin is een verklarende woordenlijst opgenomen, plus een aantal bijlagen met oefeningen. Het boek bevat geen literatuurlijst.

Het boek is behoorlijk lijvig en niet bepaald aantrekkelijk vormgegeven. Het telt 170 bladzijden met vrij kleine lettertjes. Het ziet er ongezellig uit, met een saaie lay-out en veel onderverdelingen per hoofdstuk. Je raakt er gauw de weg in kwijt.

Anderzijds staat er in zo'n omvangrijk boek natuurlijk wel veel. Maar eerlijk gezegd: té veel, voor het praktische doel dat wordt nagestreefd.

Wat word je wijzer van de theorie?
Het boek begint met een theoretisch deel over wat dyslexie eigenlijk is. De schrijver wil veel kwijt over de aard van het fenomeen en de manier waarop het te herkennen is. Dat is wel leuk voor de liefhebbers, maar niet direct verhelderend voor de gerichte begeleiding waarvoor het boek bedoeld is.

Ook formuleert de auteur helaas niet bondig waar de kern van het probleem nu eigenlijk zit. Hij noemt het wel ergens, maar zeker voor leken zit het wel erg verstopt. Hij stelt zelfs voor om de praktische werkdefinitie van de Commissie Dyslexie van de Gezondheidsraad (1995) uit te breiden met een minder praktische toevoeging over de oorzaak van het probleem in de taalverwerking.

De oorzaak van dyslexie zit inderdaad in de taalverwerking. Met name de omzetting van geschreven taal (letters) naar klanken levert problemen voor dyslectici, in het bijzonder bij de automatisering daarvan. Deze fonologische achtergrond van het probleem is echter al lang bekend.

Verder vindt de auteur dat dyslexie vooral een "stoornis is in het greep krijgen op de taalstruktuur". Dit wordt helaas niet verder toegelicht (ook de verklarende woordenlijst geeft geen uitsluitsel), waardoor de leken-doelgroep van ouders en hulpverleners er weinig van zal begrijpen.

De praktijk: begeleiding en behandeling
Doordat de achterliggende theorie niet duidelijk omschreven wordt, waaiert de voorgestelde begeleiding uit naar allerlei verschillende richtingen. Er zit geen duidelijke lijn in. De oefeningen richten zich bijvoorbeeld op een veelheid van facetten van de taalverwerking, in plaats van op het klankaspect bij uitstek. Ook de opbouw van het woord in klinkers en medeklinkers wordt onvoldoende belicht.

Verder bevat het boek veel nutteloze, overbodige en energie-verspillende oefeningen. Er wordt bijvoorbeeld te veel geoefend op het memoriseren (uit het hoofd leren) van woorden, wat beslist niet altijd nodig is, en wat voor dyslectische kinderen juist heel moeilijk is. Ook zijn de oefeningen veelal verouderd en achterhaald. [ Noot van de redactie: dit laatste kritiekpunt werd taalkundig onderbouwd door de recensente, maar is door ons verwijderd vanwege het te technische karakter ervan. ]

Besluit
Het is op zich toe te juichen dat er (weer) een uitgebreid boek over dyslexie is verschenen, met veel informatie. De inhoud is echter niet nieuw en niet vernieuwend. Taalkundig rammelt het. En voor ouders is het niet bepaald praktisch. Misschien heeft de auteur het zich ook te moeilijk gemaakt, door te veel doelgroepen tegelijk te willen bedienen.

Maar hoe moet het dan wel? Wat is er te koop wat wél nuttig is voor ouders? Bijvoorbeeld: de boekjes van Tom Braams ("Dyslexie, een complex taalprobleem", en "Kinderen met dyslexie", beide van uitgeverij Boom). Die zijn veel duidelijker en beknopter. Ze belichten veel kritischer de aanpak van dyslexie. Bovendien klopt de taalkundige onderbouwing ervan, en bieden ze goede literatuurverwijzingen voor het vinden van meer informatie.

Titia Verwey - de Jongh
[email protected]

Titia Verwey is psycholinguïst/logopedist, en aangesloten bij de Stichting Taalhulp (secr. Hilversum).

Copyright © 1996-2001 Ouders Online BV
Uitsluiting aansprakelijkheid
Pagina voor het laatst bijgewerkt op: 30 januari 2000