Ouders Online
Archief
Opinie – overblijven

april 2000

Voor veel kinderen is overblijven (ook wel 'tussenschoolse opvang' genoemd) een nare ervaring. Ze zitten in de rotzooi en de herrie, ze worden gepest of aan hun lot overgelaten. Dat komt doordat deze klus meestal aan vrijwilligers (overblijfmoeders) wordt overgelaten, en doorgaans niet professioneel – vanuit de school – geregeld is.

Bij wijze van uitzondering vindt u deze keer twee artikelen in plaats van een. Het eerste artikel geeft een eerste indruk van de problematiek, gebaseerd op recente forum-discussies. Het tweede artikel vormt de eigenlijke opinie.

Inhoud van deze pagina:

  • Ouders maken zich zorgen over de overblijf – Justine Pardoen
  • Tussenschoolse opvang moet beter geïntegreerd worden – Annelies Lassooy

    Ouders maken zich zorgen over de overblijf

    door Justine Pardoen

    Kinderen die tussen de middag overblijven op school, komen meestal in handen van overblijfmoeders, die voor hun taak een kleine vergoeding ontvangen. Maar het leger vrijwilligers wordt steeds schaarser; moeders werken tegenwoordig ook. Op het Forum van Ouders Online uitten ouders onlangs hun zorgen.

    Grote verschillen
    De kinderen van Janny hebben vijf kwartier lunchpauze. Janny: "Als er geen oplossing komt, gaat de school een rooster opstellen voor alle ouders. Dat lijkt me een slechte zaak, omdat het veel onrust zal geven. Hoe doen jullie dat?"

    Uit de reacties blijkt dat er grote verschillen zijn tussen scholen. Het ene kind betaalt ƒ 2,50 per dag, het andere kan overblijven voor ƒ 1,50. De ene school heeft een apart overblijflokaal, de andere school klapt elke dag een paar lange tafels uit in de hal. Soms zijn er twee moeders beschikbaar voor alle kinderen en soms krijgt elke klas een eigen moeder.

    Marijke begrijpt het niet: "De school is toch wettelijk verplicht de overblijf te verzorgen? Dat er nu bij jullie een tekort aan overblijfhulpen dreigt, is niet zozeer het probleem van de ouders als dat van de school. Maar Janny weet dat de school alleen maar verplicht is kinderen 'in de gelegenheid te stellen' om over te blijven. Meestal zorgt de school voor een ruimte, maar de organisatie kunnen ze uit handen geven.

    Wie is verantwoordelijk?
    Uit de discussie op het Forum van Ouders Online blijkt dat er grote onduidelijkheid bestaat over wie er nu uiteindelijk verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de opvang. "De school", zeggen de ouders. "De ouders", zegt de school. En daartussenin bungelt het kind.

    Karina pleit voor professionalisering van de overblijf: "Ouders regelen vaak alles: de roosters, het betalen en innen van vergoedingen en het aantrekken van de overblijfhulpen. Helaas is gebleken dat er soms mensen solliciteren met een ongezonde belangstelling voor kinderen."

    Waardeloos geregeld
    Voor veel kinderen is het overblijven een nare ervaring. Ze zitten in de rotzooi en de herrie, worden gepest of aan hun lot overgelaten. Janny: "Iedereen lijkt het erover eens dat het overblijven waardeloos geregeld is. Waarom komt er dan geen massaal protest?"

    Anna reageert: "In september 1999 kreeg staatssecretaris Karin Adelmund het rapport 'van overblijven naar tussenschoolse opvang', een pleidooi voor de professionalisering van de overblijf van de FNV, de Vrouwen Alliantie en de Stichting Schoolkinderopvang. Opvangkrachten moeten hiervoor opgeleid worden en het werk moet als een volwaardige baan gezien worden. Zoek contact met andere ouders en de politiek. Laat van je horen."

    Gezinsenquête
    Een derde van de ouders maakt gebruik van de overblijfmogelijkheden op school (de 'Gezinsenquête', Nederlandse Gezinsraad 1996). De afstand tussen school en huis speelt een rol: in sommige wijken lopen bijna alle moeders vier keer per dag naar school, maar er zijn ook scholen waar bijna alle kinderen op school blijven.

    De school bemoeit zich bijna nooit met de kwaliteit van de opvang. Anna: "Het is nodig te erkennen dat de opvang van kinderen voor, tussen en na schooltijd een eigen pedagogische opdracht inhoudt. We moeten nadenken over de relatie tussen de tijd op school, thuis en tijdens de buitenschoolse opvang."

    Degene die zich op het Forum 'Anna' noemt, is in het echte leven Annelies Lassooy en lid van de werkgroep 'Overblijven' van de 'vriendenschool' De Duif in Diemen. Ouders Online nodigde haar uit om de opinie van deze maand te schrijven.

    Let op: mevrouw Lassooy vermijdt bewust het woord 'overblijven', omdat dat te veel gekoppeld is aan de huidige situatie, waar ze bezwaar tegen heeft en die ze graag anders zou zien. Daarom gebruikt ze liever het woord 'tussenschoolse opvang', waarmee meteen het door haar gewenste verband duidelijk wordt met voorschoolse opvang en naschoolse opvang, kortweg buitenschoolse opvang.

    Justine Pardoen - redactie Ouders Online


    Tussenschoolse opvang moet beter geïntegreerd worden

    door Annelies Lassooy

    De tussenschoolse opvang is een soort niemandsland met grote onduidelijkheid over de vraag wie er nu eigenlijk verantwoordelijk is voor de kwaliteit ervan. Voor veel ouders hoort de tussenschoolse opvang als vanzelfsprekend bij het basisonderwijs, maar daarin vergissen ze zich.

    De wet op het basisonderwijs verplicht een bestuur of directie van een school de leerlingen in de gelegenheid te stellen de middagpauze op school door te brengen. Niet meer en niet minder. In de praktijk komt het er veelal op neer dat er ruimte beschikbaar gesteld wordt en dat de organisatie uit handen gegeven wordt. Meestal zijn het dan de ouders die de organisatie op zich nemen. Door vrijwilligers in te zetten wordt er toezicht gehouden op de aanwezige leerlingen.

    Toezicht door vrijwilligers - is dat wenselijk? Ik denk van niet. Hieronder zal ik uitleggen waarom ik dat denk, en wat eraan gedaan zou kunnen worden.

    Op vrijwilligers kun je geen kritiek uitoefenen
    Werken met vrijwilligers houdt in dat het voor ouders niet eenvoudig is om kritiek te uiten. Zij mogen immers blij zijn dat er vrijwilligers zijn die dit op zich willen nemen? Vaak toont de school zich ook niet ontvankelijk voor kritiek, omdat ze zich niet verantwoordelijk voelen voor de gang van zaken tijdens de middagpauze.

    Werkgever/werknemer-verhouding kan óók niet
    Wanneer de school zich als werkgever zou opstellen, ontstaat er een probleem. Want als er een 'gezagsverhouding' zou bestaan tussen de school en de vrijwilliger, dan zou de school gedwongen kunnen worden de vrijwilliger in dienst te nemen. En dat is veel te duur.

    De vrijwilligers krijgen nu een financiële vergoeding, die aan een maximum gebonden is. Dit komt de continuïteit van de opvang niet ten goede.

    Kortom: tussenschoolse opvang wordt over het algemeen primair als een verantwoordelijkheid van de ouders gezien. Noodgedwongen wordt deze verantwoordelijkheid soms overgenomen door anderen. De opvang wordt daarmee veelal teruggebracht tot een stelsel van voorzieningen, waarbij de nadruk ligt op het overbruggen van de tijd, het regelen van de inzet van medewerkers, en soms de organisatorische inbedding in de school.

    Geen ruimte voor pedagogische invulling
    Al met al is er in deze situatie geen ruimte voor een pedagogische invulling van de tussenschoolse tijd. Daarmee wordt de reeds langer bestaande scheiding tussen onderwijs/school enerzijds en opvoeding/gezin anderzijds bevestigd. Een scheiding die overigens ook tot uitdrukking komt in de organisatie van de tussenschoolse opvang, waarbij de school vooral gelegenheid geeft tot het overblijven, maar er zich inhoudelijk niet mee bemoeit.

    School, gezin en opvang
    Om iets aan deze situatie te veranderen, is het belangrijk om te kijken naar inhoudelijke overeenkomsten tussen de school, het gezin en de opvangsituatie. Hier en daar begint dit besef door te dringen, wat blijkt uit verschillende initiatieven.

    Zo is op basisschool De Duif in Diemen een werkgroep 'Overblijven' actief, die zich sterk maakt voor goede tussenschoolse opvang die zoveel mogelijk geïntegreerd is in de school. Zelf maak ik deel uit van deze werkgroep.

    Vriendenschool
    Basisschool De Duif in Diemen wordt geafficheerd als "vriendenschool". Wat betekent dat voor de buitenschoolse opvang?

    Het is belangrijk om te definiëren wat vriendschap betekent op school, maar ook daarbuiten. Vriendschap eindigt niet bij de schooldeur, maar zegt iets over de waarden die kinderen ten opzichte van elkaar hanteren en is een opstapje naar de verantwoordelijke burger op termijn. Het houdt daarmee meteen een gezamenlijke opdracht in voor de school, het gezin en de buitenschoolse opvang.

    Buitenschoolse opvang
    Tijdens de uren buiten schooltijd zouden kinderen in de gelegenheid gesteld moeten kunnen worden om geleerde vaardigheden toe te passen. Wanneer we het tot nu toe strikt gehanteerde onderscheid tussen school en vrije tijd zouden opheffen, kunnen we de buitenschoolse opvang gaan zien als een waardevolle bijdrage aan en wordt gezien als een kans om de ontwikkeling van kinderen zowel op intellectueel als emotioneel en creatief niveau gestalte te geven, is er een kans weggelegd voor de buitenschoolse opvang als waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen. In plaats van een noodzakelijk kwaad of als bijproduct van onderwijs en opvoeding, zoals nu.

    Bijtanken
    De middagpauze is bedoeld om te kunnen bijtanken. Zowel letterlijk: door te eten en te drinken, als figuurlijk: door kracht op te doen voor de nog resterende uren. De middagpauze is een moment om tot rust te komen en ontspanning te vinden. Hoewel de tussenschoolse opvang vaak als collectieve activiteit wordt gezien, is het juist belangrijk om ruimte te scheppen voor de individuele behoeften van het kind.

    Ook belangrijk is dat het kind zich veilig moet kunnen voelen. Structurering van tijd, activiteiten en ruimte kunnen daartoe bijdragen. De houding van de medewerkers is daarbij van essentieel belang. Kinderen moeten kunnen ervaren waar de grenzen liggen en wat er van hen verwacht wordt. Het is minstens van even groot belang dat zij zich geaccepteerd weten. Dat betekent dat er goed naar de kinderen gekeken moet worden -- ook individueel. De leerkracht en de ouder(s) moeten dus regelmatig contact hebben met de overblijfkracht over het functioneren van hun kind.

    Besluit
    Hedendaagse ouders met schoolgaande kinderen hebben het drukker dan welke andere bevolkingsgroep ook. Tegelijkertijd groeit hun ambitie om goede opvoeders te zijn. Hierdoor is een grote behoefte ontstaan aan buitenschoolse opvang, waaronder de tussenschoolse opvang of het overblijven. Daarom verdient de tussenschoolse opvang een duidelijker plaats in de driehoek school, gezin en buitenschoolse opvang.

    Annelies Lassooy
    p/a [email protected]


    Annelies Lassooy is actief in de werkgroep 'Overblijven' van basisschool De Duif in Diemen.

    Justine Pardoen is hoofdredacteur van Ouders Online.