Terug naar Magazine | |
Juf Strengstra en een schuttingwoord |
Dit gaat over: mijzelf 28 oktober 1999 Katinka Kersting [email protected] In de eerste klas van de lagere school was de tweede klas een andere wereld. Dan begon Het Echte Leven. Vol geheimen en gevaren, waarvan wij slechts een vage voorstelling hadden. Zo kreeg je bijvoorbeeld Huiswerk. Iets wat ons heel groots en gewichtig leek. 'Je moet heus niet denken dat je dan gewoon kunt gaan spelen als je thuiskomt', hielden de tweede klassers ons voor. En ze lieten duidelijk merken dat het leven in de eerste kinderspel was, vergeleken met dat van hen. Verder hoorde bij de tweede klas mevrouw Streekstra. Huiverend keken wij naar haar op als ze langs liep door de gang. Lang, dun, bril, zwart haar in een strakke knot. Strengstra, noemden ze haar. 'Want ze is héééél streng'. Dat was nog eens iets anders dan die lieve, ronde mevrouw Bussink van ons. Ja, er stond je heel wat te wachten als je naar de tweede ging. En dat dit heus niet alleen rozengeur en maneschijn was, dat begrepen wij ook wel. Netste handschrift Iedereen in mijn groepje wees naar mij. Ik zwol van trots en nam me vast voor ervoor te zorgen dat ons groepje de beste lijst zou maken. Zo zou mevrouw Streekstra snel merken dat ik een modelleerling was. Dat was dan alvast een gevaar minder. Want strenge juffen houden van brave en ijverige kinderen. Het enige waar ik me zorgen om maakte waren de twee branieschoppers van de klas. Die waren bij mijn groepje ingedeeld. Als zij gingen klieren kon ik een goede lijst wel vergeten. Omdat ze de aanvoerders van de klas waren zou niemand tegen ze in zou durven gaan. Ik ook niet. Het begon goed. 'Leuk, deuk, reuk, keuken...' Ik noteerde ijverig alle woorden die de kinderen opnoemden. En toen ging het mis. 'Neuken!' riep een van de jongetjes voor wie ik bang was. Ik deed alsof ik niets had gehoord. 'Neuken', riep hij nog een keer. Ik werd rood. Ik wist dat mevrouw Streekstra dit soort woorden niet had bedoeld.
Onder druk van branieschopper
Daarna mochten de lijstenschrijvers hun lijstje voor de klas voorlezen. Ik werd steeds zenuwachtiger.
Geen raad Het is daarna nooit meer echt goed gekomen tussen mevrouw Streekstra en mij, voor de branieschoppers bleef ik de rest van mijn lagere schooltijd een beetje bang, en het woord neuken geeft me nog altijd een ongemakkelijk gevoel. Maar het heeft me ook wat opgeleverd. De ervaring dat in Het Echte Leven rampen soms onvermijdelijk zijn. |
Geworstel met borstrok op wc |
Dit gaat over: mijzelf 27 oktober 1999 Hans Beijer [email protected] Vroeger was het kouder in Nederland. Als kleuter droeg ik een hemd, borstrok -- dat was een soort hemd, door mijn moeder gebreid van grijze wol -- een overhemdje en een trui. Daaronder een lange broek, die door al die bovenkleding maar moeilijk bleef zitten. Ik moest, omdat ik zo mager was, bovendien de broek altijd op zijn plaats houden met bretellen. Die bretellen werden ook nog kruislings over de rug gedragen. Ik ging al anderhalf jaar naar de kleuterschool en al die tijd was het mij gelukt op school niet naar het toilet te hoeven gaan. Thuis kon ik zonder schaamte assistentie van mijn moeder vragen bij het opnieuw aantrekken en ordenen van al die kleding, maar op school zou dat niet gaan. Het leek mij een hopeloze zaak als je eenmaal de bretellen los had en de broek had laten zakken om alles weer op orde te krijgen.
Fatale dag De paniek sloeg toe. Ik zat nu al enige tijd in het toilet, maar realiseerde mij dat dat niet kon voortduren. Ik moest assistentie gaan vragen. Vol paniek, de broek zo goed mogelijk omhoog houdend, de bretellen achter mij aan slepend, liep ik terug naar de klas. "Juffrouw, wilt u mij helpen?", vroeg ik staande in de deuropening. Dertig hoofden draaiden zich in mijn richting. Een luid gegil ging op. "Hij kan niet eens zijn broek aandoen, hahaha". Het schaamrood steeg mij naar de kaken. Tot overmaat van ramp riep de juffrouw: "Ja, hoor eens, hier heb ik niet voor geleerd." Mopperend begon ze mij toch ten overstaan van de hele klas te assisteren. De hele zaak ging naar beneden. Ik stond in mijn blootje voor de klas. Dat duurde maar kort, maar leek een eeuwigheid. Die dag heb ik met niemand meer gesproken. Toen de bel ging rende ik snel naar huis. Nu, als ik een slechte droom heb, dan zie ik mij nog in de klasdeur staan. Ik kan het nog altijd voelen. |
Niet katholiek |
Dit gaat over: mijzelf 18 oktober 1999 Deirdre Joukes [email protected] De basisschool waar ik naar toe ging was een openbare, maar waar wij woonden betekende dat evengoed katholiek. Als één van de weinige niet-katholieke leerlingen op die school betekende dit dat ik uitgesloten werd van allerlei Roomse geneugten. Zo was het op school de gewoonte om jaarlijks kaarten met nieuwjaarswensen te schrijven. Ik hoefde er twee minder te doen dan mijn klasgenootjes; ik had immers geen peter en meter. De investering van twee kaarten had ik graag gedaan: wanneer je de kaarten aan je peetouders bracht, kreeg je forse geldbedragen als dank. Die liep ik mis. Geen hostie Het wekelijks onderricht van Mijnheer Pastoor was evenmin voor mij bestemd. Het ging mij niet zozeer om de religieuze vorming, maar het betekende dat ik geen Grote Communie mocht doen in de zesde klas. Geen mini-bruidsjapon, zoals de andere meisjes. Geen groot familiefeest in een afgehuurde zaal, met veel lekker eten. Geen stereo of nieuwe fiets, wat de gebruikelijke geschenken waren van je ouders. Geen royale donaties van (alweer) peter en meter en je familie. Dat alles ging aan mijn neus voorbij. |
Sombere herfst |
Dit gaat over: mijn kind 17 oktober 1999 J. Yperlaan [email protected] De schoolspullen zijn met grote zorg uitgekozen, de boeken netjes gekaft en alles zal keurig worden vervoerd in een veel te dure rugzak van bijna tweehonderd gulden. Maar het geeft niets, want het is onze eerste die naar het voortgezet onderwijs gaat. In de laatste vrije week lopen de zenuwen toch op. Verborgen raadgevingen worden feilloos ontmaskerd en afgedaan met een langgerekt �Jahaa, ik weet het nu wel� of �Pech, ik merk het wel!� Kortom: bemoei je er niet mee. Tot en met de eerste schooldag is alles verder koek en ei in huis. Maar dan gaat het beginnen: Heb je nog huiswerk? Mag ik je agenda eens zien? Zou je dit hoofdstuk niet nog eens nalezen? Dit moet je volgens mij uitschrijven, want dat leert makkelijker! Heb je je overhoring al terug? Zal ik je overhoren of je moeder? Kun je niet beter boven op je eigen kamer leren; het is daar rustiger? Langzaam zie ik de relatie met onze dochter bekoelen, haar gordijnen gaan stukje bij beetje dicht. Met enige wanhoop probeert ze het gesloten kamp van haar ouders open te breken. Ze vraagt mij terloops of ik mama wil vragen of ze niet altijd en eeuwig over school en huiswerk wil praten. Haar �splijt-poging� lukt, want ik zie in dat zij eigenlijk gelijk heeft. Er zijn immers belangrijkere zaken dan school, huiswerk en overhoringen; een goede sfeer in huis. Ik kaart het gevoelige onderwerp aan en de discussie hierover gaat van start. De sfeer wordt er opnieuw niet beter op, want de meningen lopen erg uiteen en visieverschillen worden pijnlijk zichtbaar. Nu heb ik het echter niet meer over vader/moeder versus puberdochter. Met haar gaat het nu uitstekend. Die dochter zit nu prettig uit de wind en schurkt tevreden tegen moeder aan. De storm die nu opsteekt bekoelt een andere relatie. En het ziet er voorlopig niet naar uit dat er beter weer op komst is. Het wordt een lange en sombere herfst. |
Eén leraar maakt de schooltijd goed |
Dit gaat over: mijzelf 12 oktober 1999 Daan Voortman [email protected] Het eerste wat ik zie als ik opgewonden de 'Grote school' binnenloop met mijn moeder, zijn twee mevrouwen met een knotje die achter een tafel zitten met voor zich houten bordjes. 'Zo meisje, hoe heet jij?' vraagt de een. 'Danielle' zeg ik. 'Jij kunt vast nog niet lezen, ik pak je naambordje voor je' zegt de ander. Gretig antwoord ik 'Ik kan mijn naam wel schrijven, en daar ligt mijn bordje'. Ik wijs op mijn naam die met rode letters op het houten plankje geschreven staat. De mevrouwen kijken verstoord naar mij op. De jongste zegt vervolgens tegen mijn moeder 'Haantje de voorste, geen geduld, ik zie het al, dat wordt een moeilijk kind in de klas'. Mijn moeder steekt haar neus in de lucht en trekt me mee aan mijn arm. Ze zegt: 'Kom maar Daan, van sommige grote mensen moet je je niets aantrekken. Je bent een knapperd'. Dat probeerde ik te geloven, die hele lagere schooltijd, maar de gebeurtenissen op school vervaagden die woorden jaar na jaar. Regels, regels, regels. Ik werd er soms moedeloos van. Hoe moest je je gedragen in de klas? Gretig antwoorden als je het antwoord wist of was je dan een uitslover? En waarom was de beloning van het snel maken van sommen nog eens een berg sommen? En waarom moest de grootste van de klas altijd achteraan staan?
Ik zag soms door de bomen op de binnenplaats het speelbos niet meer. Onbezorgde jeugd? Ja, alleen buiten schooltijd. Want ook tijdens het speelkwartier was het overleven. Op het schoolplein leek het wel een aandelenmarkt. Niet alleen narigheid Tien jaar na het verlaten van de school kwam ik hem tegen bij een reünie. Ik had maar een doel voor ogen: Meneer Posthumus zien. Zeggen dat het in het leven inderdaad maar om een ding gaat: je dromen waarmaken. Zou hij me nog herkennen? Ik zag hem, inmiddels meer grijs dan rood, het vertrouwde gebouw binnen lopen. Hij keek in het rond en de eerste woorden die hij sprak toen hij de school binnenkwam waren: waar is Daantje... Weg slechte schoolherinneringen. Had iedereen maar een meester Posthumus! Reken maar dat ik er over 3 jaar een voor mijn dochter ga zoeken! (P.S. Wim Posthumus schijnt inmiddels verhuisd te zijn naar Leiden, als u hem zoekt kunt u hem daar vinden. Wie weet geeft hij nog les!) |
Eervol vermeld:
|
Dit gaat over: mijzelf 14 oktober 1999 [naam en e-adres bij de redactie bekend] Een pleidooi voor 'de brede school', ofwel een schokkend verhaal.
Begin van een doordeweekse schooldag: In de gang blaast een ijzig koude wind door het kapotte ruitje van de voordeur. Snel naar de wc; ik hoop dat ik niet droom, heel vaak droom ik dat ik op de wc zit en plas, maar steeds weer word ik wakker in bed, zeiknat. Voor de zekerheid knijp ik in mijn dij. Zo hard ik kan pers ik mijn plas eruit, mijn ogen knijp ik alvast stijfdicht uit voorzorg de pijnsteken op te vangen. Een bijtende pijn vermindert als ik snel hardop achter elkaar au, au, au zeg, zodra ik mijn plas eruit druk. Daarna klem ik mijn kiezen stijf op elkaar en zuig hard sissend lucht door mijn mond naar binnen zodra de laatste druppels er uit zijn. Terwijl het geluid van mijn stem de wc ruimte vult, valt het me op dat mijn stem de laatste tijd steeds holler klinkt, het geluid dat ik maak rolt langs de muren omhoog en stopt tegen het plafond. De stilte die volgt klinkt dof. Geschikte onderbroek Gelukkig geen zondag De benedenbuurman vertrekt als eerste, iedere ochtend slaat hij de portiekdeur met een smak dicht en hoor je het starten van zijn auto. Gevolgd door de bovenbuurman die eerst de wc doortrekt, het water klatert door de afvoerbuizen langs onze kamer terwijl hij de trap afloopt. Als hij de portiek deur achter zich dicht heeft getrokken duurt het meestal acht negen tellen voordat zijn brommer start. Dan volgen de buurkinderen met veel gestamp rennen ze de trappen af, achterna geschreeuwd door de buurvrouw. Het teken voor mij om ook naar school te gaan. Mijn hond dek ik toe ze kijkt me na als ik mijn jas aantrek. Buiten is het zo te zien erg koud; terwijl ik de trappen afloop bedekken de ijsbloemen de ramen van het portiek. Ik hoop dat mijn buurmeisje haar boterhammen met speculaas niet wil. Af en toe krijg ik tijdens de pauze een stuk als zij tenminste geen trek heeft. MMMM witte brood met speculaas. Bovenstaand verhaal is waar gebeurd. Ik was hier twaalf jaar oud en leefde een half jaar zwaar verwaarloosd alleen in huis. Mijn moeder was stervende in het ziekenhuis. School, buren en huisarts wisten ervan. Mijn moeder kwam als enige eerste buitenlandse vrouw wonen in een achterstandsbuurt. Wij werden daar heel erg gediscrimineerd, daardoor leefden wij met gordijnen dicht totaal geïsoleerd. Vandaag de dag gaan er heel veel kinderen om verschillende redenen zonder ontbijt naar school. Kinderen hebben nooit voor zo'n situatie gekozen ik hoop dat mijn verhaal bijdraagt om werk te maken van 'de brede school'
De jury dankt iedereen voor de deelname, want er zat nog veel meer moois bij dan deze selectie. Overtuig uzelf en bekijk alle inzendingen.
Redactie Ouders Online |
Copyright © 1996-2001 Ouders Online BV
Uitsluiting aansprakelijkheid
Pagina voor het laatst bijgewerkt op: 8 november 1999