Ouders Online
Archief
Commentaar: de KRO-opvoeddag

22 april 2005

Er wordt wat afgeklaagd over hoe slecht ouders opvoeden. "De ouder" is iemand die geen tijd heeft voor zijn kinderen, geen grenzen meer durft te stellen en zijn kinderen doodmoe op school aflevert, alwaar de leerkracht alle rommel moet opruimen van de ouderlijke nalatigheid.

Dit soort pedagogisch pessimisme doet het lekker in de media, zoals bij de opvoeddag van de KRO van afgelopen woensdag, maar is fnuikend. We verliezen hiermee het zicht op de werkelijke problemen, stelt Justine Pardoen (hoofdredacteur van Ouders Online). De helft van de kinderen heeft het niet fijn op school, maar daar hoor je niemand over.


Pedagogisch pessimisme

door Justine Pardoen

Woensdagmiddag 20 april beleefden we de grote opvoed-themadag van de KRO. "Opvoeden doe je zo". Een soort "Neuken doe je zo", zoals BNN ons in 2003 voorschotelde, maar dan fase 2, zeg maar.

De KRO maakt zich zorgen over allerlei maatschappelijke ontwikkelingen en wil daarom aandacht besteden aan opvoeding. Kijkers mochten woensdag vertellen wat zij ervan vinden in "Vertel het ons". Prikkelende stellingen vlogen er over het scherm, zoals "Vrije opvoeders maken kinderen egoïstisch" en "Slechte ouders moeten op opvoedcursus".

Patat-televisie
Dat was dus patat-televisie. Je snackt in 55 minuten van alles een hapje, zonder te hoeven proeven. Snel en gemakkelijk. Ook bij de publieke omroep is er geen tijd meer voor diepgang. Sudderlapjes zijn uit, ook bij de KRO.

"Er wordt tegenwoordig veel te vrij opgevoed", zei De Burger tegen presentator Frits Spits. "We zien al die vreselijk slecht opgevoede kinderen in de supermarkt rondrennen en als je er wat van zegt, krijg je een grote mond van het kind", zei De Bewust Kinderloze.

Nee, dan de pedagogische wijsheid van de deskundigen. "Ouders moeten weer ouder durven zijn" en als het aan professor Micha de Winter ligt, krijgen ouders allemaal een cursus waarin ze leren dat het doel van de opvoeding is om kinderen af te leveren die weten hoe je een goed democratisch burger moet zijn. Want dat weten ze blijkbaar nu niet meer. "Kinderen hebben liefde en grenzen nodig." En klaar was de KRO.

Ouders zijn slechte opvoeders
Diezelfde dag meldde Netwerk, dat zelf onderzoek had gedaan, dat leerkrachten massaal van mening zijn dat ouders slechte opvoeders zijn.

Volgens de leerkrachten hebben ouders te weinig tijd voor hun kinderen en laten ze de opvoeding te veel over aan school. Ouders verwachten ook te veel van hun kinderen. Die arme stakkers komen moe en zwaar overbelast naar school. Er ligt veel te veel druk op de kinderen. Kinderen worden gezien als 'projecten'. Meer dan de helft van de leerkrachten (60%) maakt zich zorgen over de thuissituatie van de kinderen.

Het roer moet om
De redenering is simpel: er zijn allerlei dingen mis in de maatschappij, al die rottigheid wordt veroorzaakt door mensen, dus moeten die mensen beter worden opgevoed. Kennelijk hebben de opvoeders dat tot nu toe niet goed of niet goed genoeg gedaan, en moeten ze dat van nu af aan beter gaan doen. Het roer moet om.

De oplossing voor alle maatschappelijke onrust ligt in de bemoeizorg. Ouders kunnen het nu eenmaal niet alleen, is het idee, en dus moeten anderen zich ermee gaan bemoeien. Ook de overheid. En het liefst al vanaf het moment dat het kind de buik uit is. De wijkverpleegster moet niet alleen wegen en meten, maar zich ook gaan bemoeien met de opvoeding. Vroeger ging de wijkverpleegster toch ook ongevraagd achterom het huis binnen om te controleren of het kind wel goed groeide? Dat moet ze dan nu ook maar doen met de opvoeding.

Contra-productief
Dé ouder wordt natuurlijk niet vrolijk van dit soort opvoed-pessimisme. Erger nog: hij of zij wordt er ook niets wijzer van. Ouders staan in eerste instantie nog wel open voor goede suggesties van anderen, maar met deze geluiden stoppen ze zo langzamerhand hun oren dicht.

Vergelijk het maar met het kind dat steeds van de juf te horen krijgt dat hij het niet goed doet. Als je de ene onvoldoende na de andere krijgt, zul je steeds minder zin krijgen om nog naar school te gaan. Dus: hoe vaker ouders te horen krijgen dat ze het niet goed doen, hoe minder ze zullen luisteren. Er zijn er ook die er heel onzeker van worden. Maar hoe dan ook, niemand schiet er wat mee op: pedagogisch pessimisme werkt alleen maar contra-productief.

Het zijn trouwens niet alleen de ouders die niets wijzer worden van dit soort pedagogisch geklaag, ook de kinderen niet. Het is heel geruststellend dat leerkrachten zich zo zorgen maken over hun leerlingen. Maar aangezien zij verantwoordelijk zijn voor wat er op school gebeurt met die kinderen, zou het misschien toch beter zijn als ze zich eens zorgen gaan maken over wat er onder hun eigen neus gebeurt. Op school voelen kinderen zich namelijk veel minder goed dan thuis.

Niet fijn op school
Uit recent gepubliceerd onderzoek van het Sociaal-Cultureel Planbureau (SCP) en TNO blijkt dat kinderen zich thuis heel goed voelen. Ze kunnen goed met hun ouders opschieten (95%) en ook de sfeer is thuis goed (90%). Maar zodra ze naar school gaan, komt de ellende.

Van alle 8- tot 12-jarigen vindt minder dan de helft het heel leuk op school (47%). Nog eens 41% vindt het "een beetje leuk" en de rest (12%) vindt het niet of helemaal niet leuk. Iets meer dan 1 op de 3 kinderen is recent gepest, en 30% daarvan zegt dat het structureel gebeurt. In elke schoolklas worden dus 3 kinderen structureel gepest. Dag in, dag uit.

De helft van de kinderen voelt zich goed, maar de andere helft is somber, of heeft andere negatieve gevoelens. In 3% van de gevallen is het zo erg, dat je zou kunnen spreken van een depressie.

Depressie en pesten
Een minderheid van de kinderen tussen 8 en 12 jaar is depressief: het gaat om 3 %. Voor de duidelijkheid: in totaal gaat het wel om heel veel kinderen. Van elke jaargroep zijn er ongeveer 200.000 kinderen. Er zijn dus 200.000 8-jarigen, en daarvan zijn er 6.000 depressief. Dezelfde getallen voor de 9-jarigen, de 10-jarigen, de 11-jarigen en de 12-jarigen: bij elkaar zijn dat zo'n 30.000 depressieve kinderen.

De kinderen die depressief zijn, worden vrijwel allemaal gepest op school. Er worden in totaal veel meer kinderen gepest dan die 3%, maar die kinderen voelen zich daar (nog?) niet zo beroerd onder dat ze depressief zijn. Niet duidelijk is natuurlijk of de depressie de oorzaak is van het pesten of juist het gevolg, maar de relatie op zich is veelzeggend. Ook is uit onderzoek bekend dat waar het pesten afneemt, de depressieve klachten ook verminderen.

Thuis gaat het goed
Thuis gaat het goed met de meeste kinderen: ruim 90% vindt het er fijn. Maar slechts een kleine 50 % van de kinderen gaat ook fluitend naar school. De rest sukkelt de schooltijd door, met name kinderen van hoger opgeleide ouders. Wie horen we daarover?

Hoe voelen kinderen zich buitenshuis? Waarom vragen leerkrachten zich niet af of de druk die kinderen ervaren in hun leven te maken zou kunnen hebben met het feit dat ze het niet fijn hebben op school? Er zijn veel kinderen die op school dingen moeten doen die ze niet fijn vinden, die ze niet goed kunnen, die niet passen bij hun ontwikkeling en hun behoeftes van dat moment. Daar wordt een mens ziek van. Kinderen dus ook.

Hollandse hutspot
Er kan niet genoeg aandacht komen voor de moeilijke situatie waarin leerkrachten hun werk moeten doen: veertig nationaliteiten in één school, maak daar nog maar eens Hollandse hutspot van. Dat leerkrachten dan niet meer toekomen aan kennisoverdracht en zich vooral opvoeder voelen, is niet verbazingwekkend.

Of, zoals Kees Beekmans – leraar op een praktijkschool en columnist van de Groene en de Volkskrant – het zo mooi zei in de KRO Reporter-documentaire die afgelopen woensdag werd herhaald: "Als je kinderen zou kunen laten doen waar ze wél goed in zijn, zouden ze veel minder lastig gedrag vertonen, en zouden wij dus veel minder opvoedproblemen hebben."

De KRO had natuurlijk veel beter een hele dag kunnen luisteren naar mensen zoals Beekmans, in plaats van naar de kinderloze buurvrouw met haar alledaagse ergernisjes over dreinerige kleuters in de supermarkt. Maar ja, wie eet er tegenwoordig nog hutspot met sudderlapjes?

Justine Pardoen
[email protected]


Reacties van lezers (een selectie)

1.

Wat een fijn stuk om te lezen van Justine Pardoen. Natuurlijk kun je het ook als ouder altijd beter doen, maar inderdaad van al die kritiek krijg je als ouder een sik.

Daarnaast is er in Nederland te weinig geld voor onderwijs en kinderopvang. Ik noem bijvoorbeeld de overblijf: bijna alle kinderen moeten er gebruik van maken, maar mijn kinderen en veel andere kinderen die ik ken vinden dat het niet leuk. Ze worden zonder begeleiding in hun spel en zonder speelgoed een half uur buiten op een schoolplein losgelaten. De begeleiders zijn niet opgeleid en kunnen vaak maar met moeite tegen de brutaalste kinderen van de klas op. Inderdaad misschien een goed idee om daar eens naar te kijken.

Wat ik ook tegenstrijdig vond in de door de leerkrachten geuite kritiek, is dat zij enerzijds vinden dat ouders hun kinderen zien als "project" (dus de kinderen te veel achter de vodden zitten met allerlei activiteiten) waardoor de kinderen moe zijn, en anderzijds vinden dat de kinderen geen aandacht krijgen (verhoudt zich niet met de project-gedachte, lijkt mij). Ik denk dat iedere bezigheid in je leven in zekere zin een "project" is, van je werk tot het organiseren van het huishouden etc. Het is maar welk woord je ervoor gebruikt.

Bovendien heb ik weleens het gevoel dat de kritiek die er op opvoeders wordt gegeven voor een groot deel valt terug te voeren op een soort van heimwee naar de o zo duidelijke tijd, dat moeders thuis zaten en de opvoeding deden en vaders aan het werk gingen. Hoezeer ook geaccepteerd lijkt te zijn dat moeders en vaders beide werken en beide voor een deel zorgen en voor een deel de zorg overlaten aan opvang, de kritiek komt er naar mijn mening vaak op neer dat een van de ouders (meestal: de moeder) toch maar weer zo veel mogelijk moet gaan thuiszitten.

Ga zo voort met prettige stukken.
Daphne Schreuder


2.

Dankjewel Justine, voor dit verhelderende en to-the-point-commentaar.

Ik ben een moeder van drie kinderen en ik keek, twee dagen later – 's avonds – alsnog naar het KRO programma, ook omdat ik beroepshalve te maken heb met het opzetten van interventie voor gezinnen waar het opvoeden niet zo makkelijk gaat en waar het gevaar bestaat dat er mishandeling of verwaarlozing ontstaan.

Ik erger me in dit publieke opvoedingsvertoog zeer aan al die "wij weten het beter"-deskundigen die dikwijls de ene na de andere normatieve opmerking maken en net als de KRO wel heel gemakkelijk oordelen.

Om iets te veranderen moet je het eerst begrijpen. Maar begrijpen en begrip zijn uit de mode. Het is dus niet alleen pedagogisch pessimisme, maar vooral pedagogisch pessimistisch oordelen.

Vandaag las ik in de ESTA een artikel over opvoeden, waarin wordt gesteld dat ouders willen scoren met hun kind. In dit artikel wordt mevrouw Delfos geciteerd, die haar hand ook niet omdraait voor een oordeel meer of minder. Er lijkt haast sprake te zijn van een vijandige houding jegens ouders in de samenleving. Dat wat aan kinderen niet bevalt, dat geef je dan terug aan de ouders. Ze moeten hun kinderen beter opvoeden. En eigenlijk is de impliciete eis dat je geen last van kinderen wilt hebben. Ze ontregelen, ze zijn lawaaiig, verwend, brutaal of prestatiegericht.

En om te besluiten: dat venijn ten opzichte van ouders is in feite een verpakte afkeuring van kinderen in onze samenleving en een weigering om zelf enige verantwoordelijkheid te dragen. Maar gelukkig zijn er ook anderen die zich inzetten met hart en ziel, zoals onze leerkracht van groep 1-2 en iemand als Kees Beekman!

Met vriendelijke groeten,
Sietske Dijkstra


3.

Bedankt Justine, voor het geruststellende betoog.

Ik heb het grote gebeuren op de KRO gemist omdat ik namelijk bezig was tijd aan mijn kind te besteden. Maar ook mijn ergernis groeit de laatste tijd over de manier waarop er over kinderen en opvoeding in de media gesproken wordt. Veel liefde is er niet bij.

De term 'bemoeizorg' vind ik heel mooi en is mijns inziens weer de zoveelste maatregel om een symptoom te onderdrukken i.p.v. daadwerkelijk onderzoek naar de oorzaak te doen. Volgens mij ligt die oorzaak in het feit dat mensen nauwelijks meer tijd voor elkaar en de kinderen schijnen te mogen hebben.

Nee, dan liever een pilletje, een doktertje, een doekje voor het bloeden.

Wat ik vooral schrijnend vind, is dat e.e.a. zo duaal gesteld wordt. Ik mis de samenwerkingsgedachte van onderwijzers, ouders, consultatie en verpleging. (Gelukkig is dat in mijn eigen directe omgeving wel anders.)

En wat ik zeker mis, is de ondersteuning (dus niet: verplichting) van de overheid daarin.

Ouderschapscursussen lijken mij niet slecht, maar waarom niet gratis? Maak het leuk - haal de dwang en het taboe eraf. Waarom geen subsidies, vergoedingen, of belasting-aftrek voor ouders die wel en ook tijdig ondersteuning zoeken bij het ondersteunen van hun kind? Nu worden alleen de probleemkinderen geholpen en vaak nog te laat ook. Dat vind ik erg.

De overheid heeft de mond vol van normen en waarden. Nou, de discussie bewijst dat tijd (lees: geld) de norm is en dat het kind niets waard is. Volgens mij moeten we dat nu eens gaan omdraaien!

Vriendelijke groet,
S. Mensingh