Ouders Online
Archief
FAQ: de meest gestelde vragen - Deel 2

25 april 2005

Dagelijks ontvangen wij honderden vragen. Veel daarvan blijken steeds terug te keren, in verschillende vormen maar meestal met een gelijksoortige strekking. Om ons eigen werk te verlichten en u aan een sneller antwoord te helpen, maakten we deze nieuwe rubriek met FAQ's: frequently asked questions oftewel veel gestelde vragen.

De vragen zijn geordend per rubriek. Hieronder:

  • Borstvoeding

      FAQ - Borstvoeding

    Wat is een goede zuigtechniek?

    Een baby met een goede zuigtechniek zal binnen een redelijke tijd alle benodigde voeding binnen kunnen krijgen. Wat 'een redelijke tijd' is, kan per kind verschillen. Ook hangt het af van de leeftijd.

    Variatie:

  • Een rustige drinker kan makkelijk drie kwartier met een voeding bezig zijn
  • Een snelle drinker is in vijf tot tien minuten klaar.

    Van belang is of de baby daadwerkelijk 'werkt' aan de borst.

    Melkproductie
    De natuur heeft het zo geregeld dat de melkproductie op gang komt zodra de baby is geboren (of beter gezegd: zodra de placenta is geboren). De meeste vrouwen merken dat na zo'n 2 tot 5 dagen de hoeveelheid melk flink toeneemt. Dit wordt hormonaal geregeld door de afgifte van prolactine, het hormoon dat zorg draagt voor de melkproductie.

    Uit onderzoek blijkt dat na een aantal weken tot maanden, deze hormonale regeling vermindert. De hoeveelheid melk die dan wordt aangemaakt, wordt grotendeels bepaald door de hoeveelheid melk die uit de borst wordt gehaald door de baby of door een goede borstkolf.

    Goed groeien ondanks slechte drinktechniek
    Een baby kan dus in de eerste weken een flinke hoeveelheid voeding binnenkrijgen en goed groeien, terwijl zijn drinktechniek misschien niet optimaal is.

    Het kan zijn dat een baby de melkproductie toch weet te stimuleren, zodat deze op peil blijft. Het kan ook zijn dat na een paar weken de melkproductie is teruggelopen als gevolg van een niet optimale zuigtechniek.

    Mooi getuite lippen
    De baby moet zijn lippen mooi tuiten. Maar wat is 'mooi'? Lijkt het alsof hij aan een rietje zuigt? Met een zuinig, spits mondje? Of ziet zijn mondje eruit als de wijd open mond van een vis, met naar buiten gekrulde lippen?

    De eerste houding, alsof hij aan een rietje zuigt, is minder gunstig. De tweede houding, met wijd open mond en gekrulde lippen, is beter. In dat laatste geval is een baby namelijk in staat een grote hoeveelheid borstweefsel in de mond te nemen, wat precies de bedoeling is.

    Waarvoor dient dat vacuüm?
    Veel mensen denken dat een baby vacuüm zuigt om de melk naar binnen te krijgen. Dat is een misverstand.

    De werkelijke reden waarom een baby vacuüm zuigt, is om de borst op de goede plaats in de mond te kunnen houden. Het vacuüm werkt wel wát mee aan het naar buiten stromen van de melk, maar de toeschiet-reflex die de moeder krijgt tijdens het voeden, gecombineerd met de beweging van de kaakjes van de baby, zorgen voor het leeg 'melken' van de borst.

    Let op: als uw baby een erg sterk vacuüm maakt, dan kan dat een aanwijzing zijn dat hij niet goed aan de borst ligt!

    Kenmerken van een goede zuigtechniek
    Ervaart u problemen, probeert u dan eens te kijken, eventueel met hulp, hoe de zuigtechniek van uw kind eigenlijk is.

    Let daarbij op het volgende:

  • het mondje van de baby moet een flink deel van de tepel en de tepelhof omvatten;
  • het mondje moet wijd open zijn;
  • de lippen moeten naar buiten gekruld zijn;
  • de tong moet onder de tepel en over de onderkaak van de baby liggen;
  • als de baby drinkt, moet dat zichtbaar zijn doordat de kaakjes bewegen. Let daarbij ook op de slapen, die mee moeten bewegen tijdens het zuigen;
  • de baby moet een rustig zuig/slik-ritme hebben, en ademen tussen het slikken en het opnieuw zuigen.

    Zuig/slik-patroon en wisseling van borst
    Over het zuigen en slikken zijn nog een paar extra dingen op te merken:

  • soms is tijdens het zuig/slik-patroon een zacht geluidje hoorbaar;
  • na een aantal keren slikken kan een baby even een pauze nemen, waarna het zuigslik ritme na korte tijd weer wordt hervat;
  • na verloop van tijd wordt het ritme anders: de baby maakt dan meer zuigbewegingen dan dat er geslikt wordt. Dit is een mooi moment om van borst te wisselen.

    Wat te doen als de techniek niet optimaal is?
    Als u naar aanleiding van het bovenstaande denkt dat uw baby zijn mondje niet op de juiste manier om de borst sluit, of als het zuig/slik-patroon niet aanwezig is, dan is het raadzaam om contact op te nemen met een lactatiekundige.

    Een lactatiekundige kan tijdens een voeding bekijken wat de baby doet of juist niet doet. Op grond daarvan kan ze aanwijzingen geven.


    Wat zijn regeldagen?

    Regeldagen zijn periodes waarin kinderen een groeispurt doormaken, waardoor ze een grotere behoefte aan voeding hebben. De regeldagen treden doorgaans op in de volgende periodes:

  • rond 2 weken;
  • bij 4 à 6 weken;
  • bij 3 maanden;
  • bij 6 maanden.

    Zie ook:

  • [...] Hoe zit dat eigenlijk met regeldagen?
  • Hoe kan ik voorkomen dat mijn dochter zo gulzig drinkt?

    Mijn baby weigert de borst - hoe kan dat?

    Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor een kind de borst weigert. De meest voorkomende oorzaken zijn:

  • spruw
  • oorpijn
  • keelpijn
  • het doorkomen van tanden
  • pijn die verergert in de drinkhouding
  • schrik of angst
  • vreemde smaakjes op de borst, bijvoorbeeld door een nieuwe zeep of een nieuwe lotion

    Zorg ervoor dat u de borst in ieder geval zo ontspannen mogelijk aanbiedt. En waak ervoor dat u uw kind niet dwingt: dat lukt toch niet en hij zal eerder een hekel aan de borst krijgen dan dat hij de borst als een prettige plek voor voedingen zal zien.

    U kunt proberen of de baby wil drinken als hij bijna slaapt. Of als hij nog wat slaperig is na een dutje of in de ochtend. Ook het aanbieden van de borst op andere eet- en drink-momenten is 'een keuzemogelijkheid op de menukaart'.

    Soms komen baby's weer op het idee bij hun moeder te drinken wanneer ze veel huid-op-huid contact hebben, bijvoorbeeld onder de douche of in bad.

    Met volle borst...
    Zorg ervoor dat u niet net gekolfd heeft: een vollere borst drinkt makkelijker en zal sneller geaccepteerd worden dan een lege borst.

    Als oorpijn of tanden de oorzaak zijn van het borstweigeren, dan kan het helpen de borstvoeding aan te bieden in een houding waarbij de baby meer rechtop zit.

    Zien drinken doet drinken
    Zien drinken doet drinken. Dus als u andere borstvoedende moeders kent, dan kan het soms helpen om een middagje samen door te brengen waarbij de andere moeder haar kindje gewoon voedt.

    Het kan zijn dat uw kind erdoor aangestoken wordt en weer aan de borst wil (op het moment zelf, of misschien wat later).

    Spruw
    Is er sprake van spruw, voorkom dan dat u en uw kind elkaar aansteken.

    Dus: alles dagelijks uitkoken. De kolfspullen, het drinkgerei van uw kind en alle andere dingen die in contact met zijn of haar mondje komen. Als uitkoken (steriliseren) om de een of andere reden niet mogelijk is, dan alles goed reinigen met een heet sopje.


    Wat kan ik verwachten van een tepelhoedje?

    De meningen over het tepelhoedje (siliconen-beschermkapje voor de tepel) zijn verdeeld. Sommige lactatiekundigen vinden dat het nooit gebruikt zou mogen worden, andere zijn gematigder en vinden dat een tepelhoedje in bepaalde gevallen heel bruikbaar kan zijn.

    De rode draad is echter dat ernaar gestreefd moet worden om het tepelhoedje altijd zo kort mogelijk te gebruiken.

    Mogelijke problemen
    De problemen die door het tepelhoedje kunnen ontstaan, zijn onder andere:

  • afname van de melkproductie als de borst niet goed geleegd wordt;
  • verstopte melkkanaaltjes of borstontsteking als de borst niet goed geleegd wordt;
  • verminderde groei van de baby;
  • herbesmetting bij eventuele spruw;
  • het ontstaan van tepelkloven als de baby – door het hoedje heen – alleen de tepel in de mond neemt;

    Correct gebruik van het tepelhoedje
    Een tepelhoedje moet, net als een baby, zo goed mogelijk over de tepel en tepelhof gelegd worden. Door zoveel mogelijk tepel en tepelhof in het hoedje te hebben, is de baby in staat om de borst zoveel mogelijk te stimuleren door het hoedje heen.

    Ook wordt bij goed 'aanleggen' van het hoedje de kans op tepelkloven door gebruik van het hoedje kleiner. Vervolgens dient de baby zo lang mogelijk aan één borst te drinken: liefst tot de baby zelf aangeeft niet meer te willen. Na een boertje en een eventuele verschoning kan de andere borst aangeboden worden.

    Na het voeden kunnen de borsten nagekolfd worden met een goede – dubbelzijdige – kolf, om de borsten zo goed mogelijk te legen. Op deze manier blijft de melkproductie op peil. Deze melk kan eventueel aan de baby aangeboden worden, liefst door middel van vingervoeden of door voeden met een kopje.

    Door de baby regelmatig te wegen, kan in de gaten gehouden worden of de baby niet te kort komt, en of de melkproductie op peil blijft.

    Let op: wanneer de baby of de moeder spruw heeft, moet zeer hygiënisch met het tepelhoedje gewerkt te worden, om herbesmetting te voorkomen. Dus: goed uitwassen na elke voeding en dagelijks uitkoken.

    Afbouwen
    Bij voorkeur dient het gebruik van het tepelhoedje afgebouwd te worden. Dat kan – bijvoorbeeld – door een voeding te beginnen met een tepelhoedje en dan na het toeschieten van de melk het hoedje te verwijderen.

    Soms wordt geadviseerd om bij wijze van ontwenning steeds een stukje van het tepelhoedje af te knippen. Het gevaar van deze werkwijze is echter dat er schade aan de tepel of in de mond van de baby kan ontstaan, doordat er scherpe randjes op de snijvlakken van het siliconen hoedje ontstaan.

    Uitproberen en testen
    Soms ontdekken moeders dat baby's het voeden zonder tepelhoedje aan één borst al accepteren, maar aan de andere nog niet. Dat is een goed begin: de andere borst komt nog wel.

    Test het voeden zonder hoedje als moeder en baby ontspannen zijn, en als de baby niet al te hongerig is. Een gefrustreerde baby wil niet zo gauw iets nieuws proberen.

    Sommige baby's blijken ineens, na een paar weken drinken met een tepelhoedje, goed aan de borst te kunnen drinken. U kunt dit af en toe op een rustig moment uit proberen.

    Symptoom-bestrijding
    Het tepelhoedje bestrijdt slechts symptomen, het lost de problemen met de borstvoeding niet echt op.

    Het is dan ook belangrijk om na te gaan waaróm de baby niet aan de borst wil of kan drinken. U kunt hiervoor contact opnemen met een lactatiekundige in uw buurt. Zij kan u ook bijstaan in het afbouwen van het tepelhoedje.

    Reactie van een lezer

    Ik las wel iets over tepelhoedjes, maar niets over borstschelpen/tepelvormers, die mij enorm hebben geholpen. Omdat ik te vlakke tepels had, kreeg ik in het ziekenhuis waar mijn dochter per keizersnee werd geboren tepelhoedjes. De borstvoeding kwam niet op gang, de hoedjes maakten het er niet beter op.

    Eenmaal thuis gaf de kraamhulp me 'tepelvormers': door die in mijn bh te dragen had ik al na een dag goed uitstekende tepels waaraan mijn dochter zonder tussenkomst van hoedjes of iets anders kon leren drinken. Ik heb de tepelvormers nog ca. twee weken permanent gedragen. Nu (na 5 weken) is het voldoende ze nog een paar tellen voor de voeding te dragen.

    Bijkomend voordeel: de vormers vangen de lekkende melk op (bijvoorbeeld van de borst waaraan op dat moment niet gedronken wordt), waardoor je altijd wat extra's in het vriesvak hebt zonder te hoeven kolven.

    Bij het merk Medela heten het 'tepelvormers' (ca. 10 euro per setje). Etos en de DA-drogist verkopen 'borstschelpen' van het merk Avent.

    [naam en adres bekend bij de redactie]


    Mag ik lijnen tijdens de borstvoeding?

    Ja. In principe mag u best afvallen tijdens de borstvoeding, maar er zijn wel een paar punten waar u rekening mee moet houden.

    Groei tijdens zwangerschap
    Tijdens de zwangerschap komen de meeste vrouwen meer aan dan nodig is. (De 'normale' gewichtstoename heeft betrekking op de toename van het bloedvolume, de groei van baarmoeder, de placenta, de borsten en de groei van de baby).

    Een deel van dat extra gewicht is water dat in het lichaam wordt vastgehouden onder invloed van hormonen, en een deel is het gevolg van vet-opslag (voor gebruik tijdens de eerste periode na de bevalling). Bij de meeste vrouwen verdwijnt dit extra vet heel geleidelijk tijdens de eerste maanden na de bevalling. Het kan echter soms lang duren voor het gewicht van voor de zwangerschap weer bereikt is.

    Afvallen tijdens de borstvoedingsperiode
    Tijdens de borstvoedingsperiode is extra energie nodig voor de productie van melk. Voor een deel wordt deze energie gehaald uit het extra aangelegde vet uit de zwangerschap. Het blijkt echter, dat veel vrouwen een heel efficiënte manier hebben om nu met hun energie om te gaan. Erg veel meer eten dan normaal hoeft dan ook niet.

    Om af te vallen moet altijd minder energie genuttigd worden dan er nodig is. In het geval van borstvoeding wordt een limiet aangehouden van 1 pond per week. Door zo – geleidelijk – af te vallen, komt de melkproductie niet in gevaar. Te snel vermageren zou de melkproductie kunnen doen verminderen. De kwaliteit van de melk blijft echter altijd gehandhaafd.

    Een ander nadeel van sterk afvallen in deze periode, naast vermindering van de melkproductie, kan zijn dat er extra afvalstoffen uit het vetweefsel in de bloedbaan van de moeder kunnen komen, waarna ze uiteindelijk in de melk terecht kunnen komen. In hoeverre dit schadelijk is voor de baby is niet helemaal te zeggen. De hoeveelheid afvalstoffen die opgeslagen is in vetweefsel verschilt van persoon tot persoon en is afhankelijk van het voedingspatroon in het verleden. Wel blijkt uit onderzoek dat het geven van borstvoeding bescherming biedt tegen de schadelijke effecten van afvalstoffen in de moedermelk.

    Toch is het verstandig om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid afvalstoffen in de melk niet toeneemt door extreem afvallen. De effecten op lange termijn zijn nog niet onderzocht. Overigens vindt de grootse belasting van schadelijke stoffen bij de baby plaats tijdens de zwangerschap.

    Beheerste voedsel-inname en meer bewegen
    Voedingskundig gezien heeft het de voorkeur om af te vallen door een combinatie van beheerste voedsel-inname en meer bewegen. Op deze manier kunnen veel mensen heel geleidelijk af vallen, wat vaak op langere termijn een beter resultaat geeft. Dat komt doordat men in de lijnperiode went aan een andere, betere manier van eten en bewegen (beter voor die persoon).

    Omdat deze vorm van lijnen geen aparte producten vraagt, en ook geen enorme inspanning ten gevolge van een zwaar dieet, is het ook langer vol te houden. Uiteindelijk wordt het een nieuwe levenswijze waar men lang profijt van kan hebben.

    Afvallen met shakes
    Het nadeel van shakes kan zijn dat de tijd tussen de shakes erg lang is en er toch een hongergevoel ontstaat. Juist tijdens het geven van borstvoeding ervaren veel moeders dat ze zich het beste voelen wanneer er tussen de maaltijden kleine extra's worden genuttigd. Door gezonde tussendoortjes te kiezen, zoals fruit, een boterham met beleg, melk, of yoghurt (in plaats van koekjes, chips of snoep), voelt de moeder zich fitter en hoeft er niet per se een probleem met gewichtstoename te ontstaan. Vaker per dag een kleinere maaltijd is langer vol te houden dan drie keer per dag grotere hoeveelheden energie binnenkrijgen.

    Een ander nadeel van shakes kan zijn dat het gaat vervelen om twee keer per dag te kunnen kiezen uit slechts een paar smaken. De hunkering naar wat anders, wat lekkers, wordt dan wel erg groot.

    Raadpleeg zonodig een diëtiste
    Een goed opgeleid voedingskundige zal bij het berekenen van de benodigde hoeveelheid energie rekening houden met een geleidelijke afname van het gewicht tijdens de borstvoedingsperiode en het bewegingspatroon van die persoon. Een goed dieet zorgt ervoor dat er geen tekorten ontstaan aan bepaalde voedingsstoffen.


    Mag ik doorvoeden als ik griep heb?

    Ja, tijdens een griep kunt u gewoon doorgaan met voeden, evenals bij een borstontsteking, etc.
    Zie ook: Vraagbaak Borstvoeding - archief


    Kan ik weer zwanger worden als ik borstvoeding geef?

    Ja, dat kan. Maar de kans dat dat gebeurt binnen 6 maanden na de geboorte, is heel klein. Dat komt door de stof prolactine. Na 6 maanden vermindert het prolactine-gehalte in uw bloed, en wordt de kans op zwangerschap groter.

    Vlak na de geboorte van de baby is het niveau van prolactine in het bloed van de moeder als gevolg van de borstvoeding het hoogst. In de maanden erna neemt dit niveau langzaam af. Uiteindelijk zal de hoeveelheid prolactine in het bloed alleen verhogen tijdens een voeding.

    Prolactine onderdrukt de hormonen die nodig zijn om de menstruatie-cyclus op correcte wijze te laten plaatsvinden. Dit heeft tot gevolg dat de meeste vrouwen die uitsluitend borstvoeding geven en dit op vraag van hun baby doen, de eerste 6 maanden een hele kleine kans hebben om zwanger te worden.

    Na die eerste zes maanden, als de meeste baby's bijvoeding gaan krijgen, maar ook omdat de hoeveelheid prolactine in het bloed dan meer naar normale waarden gaat, wordt de kans op zwangerschap groter.

    Voor vrouwen die het opnieuw zwanger worden willen uitstellen, is dit een prettige bijkomstigheid van de borstvoeding. Voor andere vrouwen, die graag weer snel zwanger willen worden, kan het een nadeel zijn.

    Een mooie uitleg over het verband tussen een hoog prolactine gehalte en het uitblijven van de ovulatie vindt u elders op deze site, in een artikel over de Lactatie Amenorroe Methode van lactatiekundige Siemian Berghuis: Borstvoeding als voorbehoedmiddel: de LAMmethode.

    Kans op zwangerschap vergroten
    Om de kans op zwangerschap te vergroten, kan het nodig zijn om het aantal borstvoedingen op een dag én de duur van de overgebleven voeding(en) te beperken.

    Hoe eerder een vrouw na de bevalling menstrueert terwijl ze borstvoeding geeft, hoe groter de kans dat er nog geen ovulatie is geweest. Naarmate de tijd langer wordt tussen bevalling en eerste menstruatie, is het steeds waarschijnlijker dat de menstruatie voorafgegaan wordt door een ovulatie.

    Zelfs als er een ovulatie plaatsvindt, is het nog niet altijd meteen mogelijk om zwanger te worden. Soms is de tijd tussen ovulatie en menstruatie zo kort, dat een eventueel bevruchte eicel nog geen kans heeft zich in te nestelen.

    Na verloop van tijd zal de cyclus steeds meer gaan lijken op een cyclus zoals deze voor de zwangerschap ook was. Verschillen kunnen blijven bestaan, al is het alleen maar omdat een vrouw tijdens zwangerschap en borstvoedingsperiode ouder is geworden en een cyclus daardoor anders kan worden.

    Wel ongesteld maar geen ovulatie
    Soms lijkt het erop dat er geen ovulatie plaatsvindt, terwijl u wél ongesteld wordt.

    Omdat u al een cyclus heeft, zou u kunnen overwegen om door middel van dagelijks temperaturen na te gaan hoe de cyclus verloopt. Als er een duidelijke temperatuursprong plaatsvindt, dan heeft er waarschijnlijk een ovulatie plaatsgevonden. U kunt dan zelf nagaan hoeveel tijd er tussen de ovulatie en de menstruatie zit.

    Is er geen duidelijke temperatuursverhoging waar te nemen, dan kan het zijn dat de cyclus zich nog niet helemaal goed heeft ingesteld en er nog geen ovulatie heeft plaatsgevonden.

    Meten is weten
    Het beste kunt u de opgemeten temperaturen in een grafiek weergeven, zodat u makkelijk ziet hoe het temperatuurverloop is.

    De beste methode om te meten is in de ochtend voor u uit bed komt, bij voorkeur elke dag op dezelfde tijd.

    Noteer ook eventuele bijzonderheden, zoals verkoudheid en ziekte, reizen, een feestje de avond ervoor, of gaan slapen op een ongebruikelijk tijdstip.

    Bijzondere gevallen
    In een heel enkel geval blijkt dat het prolactine gehalte in het bloed aanzienlijk hoger is dan voor de desbetreffende situatie gebruikelijk is, ook zonder dat er borstvoeding wordt gegeven. In dat geval kan een ovulatie ook onderdrukt blijven.

    Soms vindt er behandeling met medicijnen plaats. Het hangt van de aard van de medicijnen af of de borstvoeding hierdoor onderdrukt wordt en wat de lange-termijn-effecten daarvan zijn, ook voor een volgende borstvoedingsperiode.

    Zwanger worden
    Wilt u graag weer zwanger worden, dan zijn er drie mogelijke oplossingen:

  • U kunt de natuur haar gang laten gaan en bekijken of er na verloop van tijd een cyclus met ovulatie ontstaat waarbij zwangerschap mogelijk is. Als iemand een grote kinderwens heeft, is dit echter niet altijd een aantrekkelijke keuze.

  • U kunt proberen de tijdsduur van de borstvoeding in te korten, door bijvoorbeeld een maximum aantal minuten vast te stellen dat uw dochtertje mag drinken aan de borst. Als zij ook nog af en toe een slokje neemt als troost, dan kunt u proberen deze troostslokjes tot een minimum te beperken of zelfs te stoppen. De kans is wel groot dat uw melkproductie verder omlaag zal gaan of dat uw dochtertje bij een verminderd aanbod de interesse in de borst verliest (of beide).

  • U kunt stoppen met de borstvoeding en bekijken wat voor invloed dit heeft op uw cyclus en het optreden van een ovulatie. Bij sommige vrouwen blijft de ovulatie onderdrukt, of herstelt de cyclus zich niet volledig zolang er gevoed wordt, hoe weinig dat ook is.

    Blijft u ondanks dit soort maatregelen problemen houden met het wegblijven van de ovulatie, dan kunt u uw probleem aan een arts voorleggen voor verdere behandeling.


    Mijn baby weigert de fles. Wat nu?

    Flesweigering is een bekend probleem. Het komt veel voor. Uiteindelijk is en blijft het een kwestie van wennen, en van heel veel geduld. Soms kan het behoorlijk lang duren 'voor het kwartje valt' maar uiteindelijk lukt het altijd.

    Tips:

  • probeer eerst een klein beetje uit: 30 tot 50 ml is voldoende. De meeste baby's accepteren een flesje eerder als ze niet al te hongerig zijn;
  • neem een zo klein mogelijke opening in de speen. De baby kan een te grote (en te snelle) melkstroom moeilijker hanteren dan bij drinken uit de borst;
  • laat de baby zelf de speen in de mond nemen; ze houden er niet van om hardhandig iets vreemds in hun mond gepropt te krijgen;
  • overweeg om de klus door iemand anders te laten klaren;
  • druppel wat melk op de buitenkant van de speen;
  • experimenteer met verschillende spenen. De ene baby zweert bij Avent, de ander wil per se een Dodi, etc.;
  • probeer te voeden als de baby wat slaperig is;
  • experimenteer met verschillende soorten melk: ingevroren en ontdooid, of gekoeld, of vers gekolfd. Soms accepteert een baby de ene melk wel en de andere niet;
  • heb geduld! De baby is niet dwars of eigenwijs, maar moet gewoon leren om uit de fles te drinken. En elk leerproces kost tijd.

    Als het allemaal niet helpt, kunt u proberen of uw baby melk wil drinken uit een (tuit)bekertje, of gevoed wil worden met een voedingsspuitje, een druppelaar, of een lepeltje. Zelfs een rietje wil heel soms wel eens werken.


    Wat zijn mijn wettelijke rechten?

    Borstvoedende moeders mogen 9 maanden borstvoeding geven (of kolven) tijdens het werk. De werkgever moet daarvoor voldoende tijd en goede faciliteiten bieden. Hieronder volgt het officiële wetsartikel uit de Arbeidstijdenwet:

    Arbeidstijdenwet, Artikel 4:8

    1.
    Een vrouwelijke werknemer, die een borstkind voedt, heeft, indien zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld, gedurende de eerste 9 levensmaanden van dat kind het recht de arbeid te onderbreken ten einde in de nodige rust en afzondering haar kind te zogen dan wel de borstvoeding te kolven. De werkgever biedt haar daartoe de gelegenheid en stelt, waar nodig, een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking.

    2.
    De onderbrekingen, bedoeld in het eerste lid, vinden plaats zo vaak en zo lang als nodig is doch bedragen gezamenlijk ten hoogste een vierde van de arbeidstijd per dienst. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats door de betrokken vrouwelijke werknemer na overleg met de werkgever.

    3.
    De duur van de onderbrekingen, bedoeld in dit artikel, gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd, waarover de vrouwelijke werknemer haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon behoudt.

    4.
    Elk beding waarbij ten nadele van de vrouwelijke werknemer wordt afgeweken van dit artikel, is nietig.


    Ik wil de borstvoeding afbouwen. Hoe doe ik dat?

    Het afbouwen van borstvoeding kan op twee manieren gebeuren. Zoals de baby het aangeeft, of volgens een bepaald schema dat overeenkomt met de wensen van de moeder. Het mooiste en vaak het meest geleidelijk is om de behoefte van de baby te volgen. Maar als een moeder weer gaat werken, dan kan dat niet altijd.

    Hieronder vindt u een aantal verwijzingen naar artikelen die wij in het verleden gepubliceerd hebben.

  • Hoe afbouwen bv te beginnen?
  • Drie vragen over afbouwen
  • Afbouwen met uithongermethode?
  • Moeder- en kindvriendelijke manier van afbouwen bv?
  • Hoe bv afbouwen zonder zoontje te kort te doen?
  • Protesterende baby's
  • Zorgen om groei baby en afbouwen
  • Hoe kan ik de voedingen die tijdens werktijd vallen afbouwen?
  • Na afbouwen bv bobbels en een beursachtige plek in linkerborst
  • Afbouwen, afkolven en fles weigerende baby's
  • Afbouwen bv tot 2 voedingen of terug naar volledige bv?
  • Sinds flesvoeding valt dochter niet meer alleen in slaap