Ouders Online
Archief
Onderwijs - Overblijven (boekbespreking)

29 april 2005

Overgebleven werk

Overgebleven werk
door: Rineke van Daalen
uitg.: Het Spinhuis
ISBN 90 5589 231 9
230 pag.
EUR 17,50

Tijdens 'de grote pauze' oftewel 'de overblijf' trekt de school even zijn handen af van de kinderen. Dan heerst de willekeur, de karigheid en de armetierigheid, waar tot voor kort niemand op aanspreekbaar was. Rineke van Daalen schreef er een boek over, waar je de haren van te berge rijzen.


Overblijven is een straf

door Miriam Lavell

Rineke van Daalen is socioloog en wetenschappelijk onderzoeker. In haar boek vertelt ze dat ze onderzoek ging doen op een basisschool, maar welk onderzoek ze daarbij voor ogen had, komen we helaas niet te weten. Als ze na veel zoeken uiteindelijk een plekje vindt bij de overblijf, valt ze van de ene verbazing in de andere en besluit ze dat 'tussenschoolse opvang' het werkelijke onderwerp van haar onderzoek moet worden.

Met grote gedrevenheid en tot vervelens toe zorgvuldig, voorzien van vele noten en talloze bronvermeldingen, beschrijft ze het rommelige kader waarbinnen de overblijf op scholen georganiseerd is. Ze maakt daarbij gebruik van haar eigen observaties op drie verschillende scholen. Ze geeft acht pagina's literatuurverwijzing, waarin ook het Forum van Ouders Online genoemd wordt, en een reeks van sociaal-maatschappelijke kaders en verschijnselen.

Citaat: "Zo worden de gebrekkige overblijfvoorzieningen in Nederland onder andere in verband gebracht met de specifiek Nederlandse huiselijke gezinstraditie, de daarmee verband houdende lage arbeidsdeelname van Nederlandse vrouwen in de eerste helft van de twintigste eeuw, en het type verzorgingsstaat dat zich in samenhang daarmee ontwikkeld heeft (Pott-Buter 1993; Plantenga 1993)".

Straf
Persoonlijk vind ik de observaties en ervaringen een stuk leuker. Ze zijn akelig herkenbaar voor elke ouder die zich om welke reden dan ook wel eens tijdens schooltijd op de basisschool begeeft. Bijvoorbeeld het gevoel van de overblijfkrachten dat er op ze wordt neergekeken door de leerkrachten. Dat ze als noodzakelijk kwaad in het gebouw getolereerd worden.

Ik verbaas me tegenwoordig bijna nergens meer over, maar zelfs ik was nog verrast over het feit dat ook overblijfkrachten nog wel eens vrij plotseling geconfronteerd worden met lesvrij, dus een dichte deur.

Ook opmerkelijk vond ik het verhaal over het gebruik van machtsmiddelen door de school in een voor de school machteloze situatie. Een kind waarvoor al heel lang geen overblijfgeld betaald is, wordt maar op de gang gezet met zijn boterham. Wat een armoe.

Het kind dat op de gang wordt gezet met zijn boterhammetje, krijgt dus straf, waarbij de straf bestaat uit 'geen toezicht'. Maar wie heeft er nu eigenlijk straf? Het kind dat op de gang wordt gezet of de kinderen die mogen blijven? Het boek beschrijft in detail wat een trieste puinhoop het kan worden met het toezicht en hoe vooral oudere kinderen voortdurend bezig zijn zich aan elk toezicht te onttrekken. Het beeld dat hieruit oprijst, is dat het overblijftoezicht door de kinderen zelf ervaren wordt als straf.

Elke steun van de school ontbreekt
Waarom misdragen sommige kinderen zich tijdens de overblijf? Van Daalen noteert natuurlijk de gebruikelijke klachten over de thuissituatie en de (gebrekkige) opvoedkwaliteiten van de ouders van deze kinderen, maar ze ziet de verklaring voor dit gedrag toch veel meer in de organisatievorm van de overblijf, waarbinnen eigenlijk voor niemand iets duidelijk is en het de overblijfkrachten aan elke steun van de school ontbreekt. Het is goed om te lezen dat er ook mensen zijn die verder kijken dan hun neus lang is.

Ik denk dat heel wat mensen dit boek naar lucht happend van verontwaardiging over zoveel verontachtzaming van onze kinderen zouden lezen. Maar ik ben bang dat niet zo heel veel mensen het zullen lezen. Het is namelijk niet erg toegankelijk geschreven.

Professioneel gemodder
De lezer die zich desondanks erdoorheen worstelt, zal nog iets heel anders herkennen dan emancipatiestrijd, verzorgingsstaat en gezinsverhoudingen. Want het gedrag van de scholen ten opzichte van de overblijfkrachten lijkt precies op dat wat ouders vaak tegenkomen.

De verwarring over betalingen, verantwoordelijkheden en de meningsverschillen over dat wat pedagogisch verantwoord of belangrijk is – van placemats tot het gebruik van ritueeltjes voor het afbakenen van de eetpauze – er lijkt geen verschil in gewicht.

Die verwarring is er overal binnen de school, van elk uur en alle dag en beperkt zich allerminst tot de overblijf. Nergens is duidelijk welk doel of belang er precies gediend wordt, wat je kunt verwachten of moet doen, en wie er verantwoordelijk is. Professioneel gemodder dus.

Van Daalen laat zien wat er gebeurt met kinderen en zorgers en hun onderlinge verhoudingen als er geen enkele duidelijkheid bestaat. Citaat: "Waarden als universalisme, rechtmatigheid, openbaarheid, zorgvuldigheid en verantwoording komen dan in het gedrang. Het recht van de sterkste krijgt meer kans." Zo vat ze het aan het einde haar eigen boek samen.

Verzorgingstaken
Het is goed dat de huidige situatie rond de overblijf eindelijk eens zorgvuldig én gedreven op papier is gezet. Maar eigenlijk zou de problematiek in een bredere context dan alleen 'de grote pauze' gelezen moeten worden. Wat zijn de verzorgingstaken van de school? Hoe staat de school tegenover straffen en belonen? Kan de school eisen dat de kleuters in groep 1 en 2 zindelijk zijn? En wat is acceptabel schoolgedrag?

Jammergenoeg geeft het boek daar geen antwoord op. Daardoor blijft dit soort vragen het terrein van een particuliere meningenstrijd tussen ouders en school en zelfs tussen leerkrachten onderling.

Nieuwe situatie
De belangrijkste vraag is echter in hoeverre alle kommer en kwel die in dit boek beschreven wordt, op dit moment nog actueel is. Sinds 1 januari 2005 is de overblijf (of de tussenschoolse opvang, zoals het officieel heet) onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Onderwijs gekomen. Minister van der Hoeven heeft een nieuwe wet aangekondigd die vanaf augustus 2006 de schoolbesturen verantwoordelijk zal maken voor de tussenschoolse opvang. Een wetsontwerp is er nog niet, dus hoeveel zekerheid dit zal bieden, is nog zeer de vraag.

De gevolgen van de voornemens zijn wel al te lezen geweest op het Forum van Ouders Online (rubriek Ouders en School). Op de school van Sofia worden de overblijfkosten verhoogd van 25 naar 320 euro, en het continu-rooster wordt afgeschaft. De officiële reden van die afschaffing is om ouders gelegenheid te geven de hoge kosten te ontlopen. Maar in werkelijkheid is men waarschijnlijk bang dat er na een eventuele wetswijziging geen ouderbijdrage meer gevraagd zal kunnen worden.

Miriam Lavell
p/a [email protected]


Reactie

Gelukkig, er is dus niet alleen bij ons zo'n immens probleem en impasse rondom het overblijven. De buiten de deur werkende ouders kunnen geen 'overblijfmoeder' zijn (waar zijn de vaders?) want dat laat hun werkrooster niet toe. Hun kinderen blijven dus alle dagen over, jawel!

De thuiswerkende en de thuisblijvende moeders draaien er dus voor op en moeten in een overblijfrooster de kids tussen de middag opvangen. Telkens een andere moeder, die vooral regelt en schoonmaakt en weinig pedagogisch meespeelt met de kinderen ("Als die anderhalf uur maar weer gauw, zonder al teveel kleerscheuren voorbij is...")

Gevolg is, dat de kinderen niet alles opeten en opdrinken. Het is een beetje ieder voor zich en het recht van de sterkste geldt. En omdat kinderen van alle leeftijden bij elkaar zitten, trekken de kleintjes meestal aan het kortste eind. Plus dat zij leren dat slecht gedrag (liegen, brutaliteit en slaan) getolereerd wordt. Want welke prille ouder is opgewassen tegen de streken van een ouder kind van een ander?

Probeer dan maar eens als moeders onder elkaar de kwaliteit van de opvang te bespreken. Het is ware een slangenkuil want:

  • de moeders die niet meedraaien, willen liever van geen problemen weten... het loopt net zo makkelijk zo;
  • de moeders die wel in het overblijfrooster meedraaien, komen niet met hun problemen naar voren want dan zouden ze geen goede overblijfmoeder zijn. "Nee hoor, bij hen verloopt alles vlekkeloos, zij herkennen zich niet in de karige kwaliteit". Sterker nog, ze voelen zich enorm aangevallen als je erover begint;
  • degene die als overblijfmoeder wel naar voren brengt dat het overblijven ver beneden de maat is, is de boodschapper van het slechte nieuws en wordt subiet afgeschoten.

    Tenslotte is de allermoeilijkste factor dat de moeders die hun kinderen NIET laat overblijven, ervan overtuigd zijn dat zij het veel beter doen voor hun kids, en dat je een slechte moeder bent als je je kinderen laat overblijven. (Ik laat hier de jaloezie t.a.v. de werkende moeders even buiten beschouwing). Dus dat maakt het extra moeilijk om in een kleine gemeenschap het overblijven te regelen en iets professioneels van de grond te krijgen.

    In een verhitte verjaardagsdiscussie over het overblijven, vroeg ik eens waarom de aanwezige mannen zich er niet in mengden. Het antwoord luidde: "We kijken wel uit, het is een veel te beladen onderwerp." Terwijl ik ervan overtuigd ben dat juist de mannen dit zó geregeld zouden hebben, als het hun probleem was. Maar op een of andere manier is het duidelijk niet hun probleem. Waar zijn wij als vrouwen hier trouwens de mist in gegaan?

    Gevolg is dat weinig vrouwen beperkt – in deeltijd – werken, waarbij de grootouders bijvoorbeeld een keer oppassen. En dat de kinderen die overblijven, niet de begeleiding krijgen die de werkender ouders werkelijk wensen.

    Het is te hopen dat de minister hierin verandering weet aan te brengen. Want vande scholen zelf is geen hulp te verwachten.

    Eigenlijk zouden we (lees: de Nederlandse vrouw) veel beter af zijn met een verplicht continu rooster. Kinderen zijn dan op school van – bijvoorbeeld – half 9 tot 3 uur. Zeker weten dat overblijven dan net zo'n feest is als het naar school gaan zelf, het is gewoon de lunchpauze. En zeker weten dat veel meer vrouwen met kinderen de kans zouden aangrijpen om (weer) te gaan werken. Want de onderlinge jaloezie maakt het er ook niet gemakkelijker op.

    Ellen


    Miriam Lavell is tekstschrijver, politiek adviseur, en moeder van twee pubers.